Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, in september 2014 vorig jaar vierde Muntpunt zijn eerste verjaardag. Het maakte toen de resultaten bekend van het eerste werkjaar, met positieve en minder positieve cijfers.
Positief, laat ons daarmee beginnen, was dat het aantal bezoekers steeg van 370.000 tot een half miljoen. Voor een instelling die het communicatieve uithangbord wil zijn van de Nederlandstaligen in Brussel, kunnen we daarmee enkel tevreden zijn. Maar Muntpunt kende tegelijk een daling van het aantal leden van de bibliotheek. In 2013 had Muntpunt nog 22.350 leden; begin 2014 was dat gezakt naar 15.500. En die daling heeft zich voortgezet.
De daling bij het begin van dit decennium is te verklaren door de langdurige renovatie van het gebouw en de veelvuldige verhuisbewegingen. Telkens verloor een deel van het publiek zijn weg of vond de tijdelijke locatie minder interessant of aantrekkelijk. Het is zorgwekkend dat de daling zich voortzet in het nieuwe kader. Het ledenaantal bleef afbrokkelen. In december 2014 waren er nog maar 14.267 leden. Wel zien we, zoals gezegd, een stijgende lijn van het aantal bezoekers voor Muntpunt als geheel.
Bij het begin van de legislatuur gaf u te kennen dat Muntpunt een tweeledige verantwoordelijkheid heeft. Het is en blijft een bibliotheek, die een klassieke bibliotheekfunctie moet vervullen. Ook is het een belevingsplek, rekening houdend met de digitalisering van de maatschappij en de wereldwijde tendens. Brusselaars en niet-Brusselaars – uiteraard ook hartelijk welkom – kunnen er terecht voor cultuur, ontspanning en informatie. Het juiste evenwicht is voor ons van uiterst belang.
Minister, hoe evalueert u de resultaten van het jaarverslag 2014? Baart de blijvende daling van het aantal leden van de bibliotheek u zorgen? Een kanttekening: de Nederlandstalige gemeenschapsvoorzieningen in Brussel kennen een groot succes, vooral het onderwijs. Dat is een barometer van de interesse of de waardering van Brusselaars voor het aanbod van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Maar onderwijs is verplicht, naar een bibliotheek gaan, je lid maken en een boek lezen niet.
Misschien is Muntpunt ook wel een barometer van de betrokkenheid van Brusselaars bij het Nederlandstalig aanbod. In dat geval is de toestand schrikbarend en moeten we er toch iets aan doen.
Ondanks de digitalisering zou de exponentiële stijging van het aantal bezoekers van het gehele complex een kans kunnen zijn om het ledenaantal van de bibliotheek op te krikken. Hoe kunnen we dat doen?
U gaf ook aan dat er een kwalitatieve tevredenheidsindicator moet komen om de kwaliteit van de belevingsbibliotheek te kunnen meten. Hebt u daar al meer nieuws over?
Er was ook sprake van een drietalig onthaalbeleid voor expats, dat meer de internationale kaart kon trekken. Is daar nieuws rond?
Ik heb ten slotte nog een vraag over informatiearchitectuur. U zou conform het regeerakkoord werk maken van de uitbouw daarvan, gevoed door een databank en in nauwe samenwerking met de betrokken stakeholders. Hebt u hiervoor al stappen gezet? Welk tijdspad schuift u naar voren?
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, ik dank de heer Poschet voor zijn vraag. Zonder te willen vooruitlopen op het antwoord van onze minister, denk ik dat het interessant kan zijn om een goede vergelijking te maken met andere bibliotheken: enerzijds met de traditionele bibliotheken en anderzijds met de belevingsbibliotheken. De vraag is of de daling van het aantal leden van Muntpunt een algemene trend volgt die ook bij andere bibliotheken bestaat.
Ik verklaar me nader. Zien we eenzelfde uiteenlopende trend bij andere belevingsbibliotheken, namelijk meer bezoekers enerzijds en minder leden anderzijds? Die informatie is mijns inziens nodig om het jaarverslag van Muntpunt, toch wat de cijfers betreft, te gronde te kunnen bespreken en juist te kunnen analyseren.
Minister, volgt Muntpunt wat betreft het aantal leden en het aantal bezoekers een algemene trend? Of speelt er bij Muntpunt misschien iets anders?
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, mijn eerste vraag aan de minister in oktober, ik meen op 1 oktober, was exact dezelfde vraag. Ik denk zelfs dat ik exact dezelfde cijfers had. In dat opzicht is de vraag van de heer Poschet, toch wat de cijfers betreft, niet nieuw. We hebben er toen ook een grondig debat over gevoerd.
Minister, u hebt er toen ook een aantal uitspraken over gedaan. Ik zal niet heel mijn betoog van toen herhalen, maar ik heb toen ook mijn bezorgdheid geuit. Ik ben immers een regelmatige bezoeker van de bibliotheek Muntpunt. Dat is een gewoonte die ik als kind heb aangenomen en die ik nog steeds heb. Als ervaringsdeskundige merk ik dan ook het mogelijke nadeel op van de verschillende functies die Muntpunt heeft. Grote, heel lawaaierige events die er worden georganiseerd, kunnen storend zijn voor de bibliotheekgebruiker die in alle rust een boek wil ontlenen of die in de bibliotheek komt struinen om boeken te bekijken. Er loopt blijkbaar iets mank waardoor de klassieke bibliotheekgebruiker wegblijft. U hebt daar toen op geantwoord dat dit zou kunnen, maar dat u daar geen concrete cijfers over had en er dus geen uitspraken over kon doen.
U hebt toen ook gezegd dat het heel moeilijk is om het cijfermateriaal te vergelijken en dat u pas vanaf 2015 op billijke en genuanceerde wijze over correcte cijfers zou beschikken. Dan pas zou u een correcte vergelijking kunnen maken. Zijn die cijfers er vandaag al? Wellicht zijn ze er nog niet, want dan zou de heer Poschet niet dezelfde cijfers gebruiken als ik in oktober.
U hebt toen ook gezegd dat u de bezorgdheid deelt en dat u zult proberen om dit in de op stapel staande beheersovereenkomst op te nemen. Is die ondertussen al afgesloten? Zo ja, hebt u de bezorgdheid die vandaag weer aan de oppervlakte komt, dan opgenomen?
Dit zijn mijn bijkomende vragen. Eigenlijk is dit een voortzetting van het debat dat we in oktober hebben gevoerd.
De heer Segers heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de teneur van de vraagstelling van de heer Poschet. Het is uiteraard zo dat we nog niet moeten panikeren bij de eerste verjaardag. We kunnen met andere woorden nog veel leren. Maar er is inderdaad een slingerbeweging merkbaar en die moeten we in het oog houden. We vragen ons af wat de mogelijkheden zijn.
Ik verwijs heel concreet naar het tweede onderdeel van de vragen van de heer Poschet over het opkrikken van het ledenaantal. Wat zijn de mogelijkheden? Wetende dat Muntpunt een project is met een groot potentieel, moeten we de juiste balans proberen te vinden. Ik hoor dus graag de toelichting van de minister, zeker omdat hij in zijn beleidsbrief de doelstelling opnam om meer naar eigen inkomsten te gaan zoeken. Hoe combineren we al deze aspecten? Na een eerste verjaardag lijkt me dit een zinvolle denkoefening.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, het is heel nuttig om het debat naar aanleiding van de vraag van mevrouw Idrissi voort te zetten op basis van de nieuwe cijfers die nu bekend zijn. Er kan een nieuw licht op worden geworpen. Ik geef u de cijfers even. U hoeft me trouwens niet op mijn woord te geloven. Het zou nuttig zijn om er vanuit de commissie – indien daar tijd en ruimte voor is – een dieptegesprek over te voeren met Muntpunt zelf.
Er is namelijk een misverstand met betrekking tot de cijfers uit het verleden. Eind 2013 klokte Muntpunt af op 11.400 actieve leden en niet op 22.350. Dit laatste cijfer, wat we een serieus misverstand mogen noemen, is het maximumaantal leden dat de voormalige Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB) bereikte in 2008. De redenen van de achteruitgang tussen 2008 en 2013 lichtte ik uitvoerig toe in mijn antwoord op een vraag van mevrouw Idrissi in deze commissie. We kennen zaken als de verbouwingen, een tijdelijke sluiting, de uitbouw van het lokaal netwerk van Nederlandstalige bibliotheken in Brussel, de verhuis van ambtenaren van het centrum naar het Noordstation enzovoort.
Hoe komen we aan de discrepantie tussen de 11.400 en 22.350 leden? Bij bezoeken van schoolklassen en verenigingen werd er automatisch een multiplicator gebruikt van respectievelijk x20 en x7, ongeacht het feit of deze passen daarna al dan niet actief werden gebruikt. Thans wordt enkel het aantal actieve bibliotheekpassen geteld. Ik geef u dit mee, niet om te zeggen dat alles koek en ei is, maar om aan te geven dat er op een bepaald moment een ander methodologisch kader is gecreëerd. Het zou zinvol zijn om daar met de mensen van Muntpunt dieper op in te gaan.
Paradoxaal genoeg – en we maken er geen goednieuwsshow van – vertrekkend van een actief ledenbestand van 11.400 in 2013 zien we in 2014 dus geen daling, maar juist een stijging met ongeveer 2800 actieve leden tot 14.267. In het multiplicatoreffect van de vorige metingen zat al een beetje de voluntaristische belevingsbibliotheek ingecalculeerd. Nu zijn we terug naar de basis gegaan en kijken we wie er effectief op regelmatige basis boeken uitleent en niet wie een pasje komt aanmaken zonder die daarna ooit nog te zien. Dit zijn de correcte gegevens gemeten op het einde van het kalenderjaar: gegevens die allebei uitgaan van de notie ‘actieve gebruikers’.
Muntpunt speelt naar Brussel en Vlaanderen een cruciale verbindende rol in het bieden van informatie over de hoofdstad en de Nederlandstalige onderwijs-, welzijns- en culturele netwerken in Brussel. Na de langverwachte start in september 2013 is 2014 het eerste volledige werkjaar van het Vlaams overheidsagentschap. Naast het infrastructurele-logistieke verhaal was 2014 dan ook het zogenaamde nuljaar waarin de nieuwe organisatie haar ambitieuze werking moest ontplooien. Dit jaar zal Muntpunt zijn werking verder moeten uitbouwen en consolideren. We moeten Muntpunt alle kansen geven om zijn rol als hedendaagse bibliotheek en hoofdstedelijk informatie- en communicatiecentrum waar te maken.
De minder gunstige budgettaire context van de Vlaamse overheid noopt ons ook om het hoge ambitieniveau van Muntpunt te temperen en de focus sterker te leggen op prioritaire krachtlijnen. Deze worden momenteel duidelijk gedefinieerd in het kader van de opmaak van het meerjarenplan en de samenwerkingsovereenkomst die ik samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie en Muntpunt in 2015 zal afsluiten. De gesprekken zijn nog volop aan de gang. We hopen kort na de zomer het bredere kader te hebben zodat verdere gesprekken en onderhandelingen nog kunnen gebeuren in het najaar. De nieuwe beheersovereenkomst zal starten in 2016.
Voor uw specifieke vraag over het ledenaantal heb ik hierboven aangegeven dat er geen daling maar een nettostijging is van actieve leden. Dit neemt natuurlijk niet weg dat er blijvend werk wordt gemaakt van het aantrekken van nieuwe, actieve leden en dat ernaar wordt gestreefd om een hogere retentiegraad te bekomen, dus een lager verloop in leden.
We moeten een onderscheid maken tussen de bibliotheekgebruiker en de andere gebruiker, namelijk de evenementen, studenten, infoacties enzovoort. Daar waar tijdens het eerste volledige werkingsjaar deze laatste groep zo goed als onbekend was voor Muntpunt, probeert men nu om gegevens te verzamelen zodat men deze bezoekers in de toekomst ook verder aan Muntpunt kan binden. De regelmatige bezoeker onder ons heeft alvast kunnen vaststellen dat studenten in groten getale de weg naar Muntpunt hebben gevonden. Als studieruimte en ontmoetingsplek hoeft Muntpunt alvast geen promotie meer te voeren. Integendeel, er moeten zelfs maatregelen worden genomen om de functie van ontmoetings- en studeerplek én die van de bibliotheekbezoeker in evenwicht te brengen zodat iedereen aan zijn trekken kan komen.
Anderzijds zien we ook al dat enkele doelgroepen die in het verleden een ruim deel hadden in het ledenbestand van de HOB, de weg naar Muntpunt nog niet hebben teruggevonden. Het gaat hier onder meer over de Vlaamse ambtenaren, pendelaars en ook de lagere scholen. Het terughalen van de Vlaamse ambtenaar als gebruiker van onze hoofdstedelijke bibliotheek is alvast geen evidentie aangezien velen van hen niet meer gehuisvest zijn in de omgeving van het Centraal Station. Door de minder centrale ligging van de administratieve gebouwen in de Noordwijk en binnen twee jaar aan Thurn en Taxis gaan velen tijdens de middagpauze niet meer zo gemakkelijk naar het centrum en dus ook niet naar de bib. Ze zoeken hun aanbod dichter bij huis.
Om de drie bovenvermelde groepen te bereiken, worden alvast verschillende acties ondernomen. Ten aanzien van Vlaamse ambtenaren gebeurde de opname van Muntpunt op de Pluskaart en de verspreiding van Muntpuntcommunicatie naar een groter aantal administraties en agentschappen. Ten aanzien van de pendelaars werden in april 40 grote buren van Muntpunt in kaart gebracht en gecontacteerd. Bedoeling is om Muntpunt mee op te nemen in hun interne communicatie en naar hun werknemers een Muntpuntlidmaatschap aan te bieden. Ten aanzien van de scholen wordt er momenteel een programma uitgewerkt om in het nieuwe schooljaar de band met de Brusselse scholen aan te halen door middel van activiteiten en aanbiedingen op maat.
Muntpunt heeft in zijn actieplan 2015 een bevraging van leden en bezoekers ingepland.
Muntpunt legt momenteel contacten met organisaties en verenigingen die expats begeleiden. Bij deze werking zullen de Engelse en Franse taal natuurlijk een belangrijke rol spelen, zeker om de eerste drempels weg te werken. Anderzijds moet de werking die gericht is op expats, altijd een uitnodiging zijn tot het Nederlands of het Vlaamse/Nederlandstalige aanbod. Enkele initiatieven die nu reeds gericht zijn op onder andere expats, zijn de Angel Sessions, Afrikaanse Ondernemers onder het motto ‘Talent Werkt’, Europalia, en activiteiten met en door de Letse gemeenschap naar aanleiding van het Letse voorzitterschap van de Europese Commissie. Men begint toch een bepaalde knowhow op te bouwen en Muntpunt in te bedden in een bepaald internationaal circuit.
De rol als informatiecentrum wordt verder uitgewerkt, en het hoeft geen betoog dat het infoluik steeds meer aan gewicht zal winnen. In 2014 waren er ongeveer 7400 informatievragen. Vele van deze vragen, namelijk 86 procent, gingen nog over Muntpunt en zijn aanbod en diensten, vooral de bibliotheek. De andere 14 procent ging over beleidsdomeinen zoals Cultuur, Onderwijs en Opleiding, Welzijn en Gezondheid en dergelijke meer. Dit aandeel van 14 procent lijkt klein, maar is in vergelijking met 2013 wel een verdubbeling. Daar zit zeker nog positieve rek op.
In maart 2015 werd er ook een zogenaamd OTRS-systeem actief. Dit is een ICT-toepassing die je kan zien als een vraagafhandelingssysteem met daaraan een databank gekoppeld. Het systeem moet kwalitatieve, coherente afhandeling van vragen waarborgen en er tegelijkertijd voor zorgen dat alle gegeven informatie opgeslagen wordt in een database.
Met de infocampagne ‘Talent Werkt’ werd daarnaast een eerste aanzet gegeven tot een tweede segment van het informatieluik, namelijk het bundelen van de verschillende actoren in een sector om een totaalaanbod aan informatie aan te bieden aan de bezoeker of de zoeker. De tijdens deze campagne verkregen informatie wordt ook verduurzaamd zodat ze steeds beschikbaar blijft en gebruikt kan worden.
Gedurende het hele jaar worden trouwens infoacties gepland die de bezoeker helpen in zijn/haar zoektocht naar informatie over de verschillende beleidsdomeinen. Tijdens dergelijke acties kan men info verkrijgen, maar staan er ook medewerkers van Muntpunt of partnerorganisaties ter beschikking die hulp bieden bij het doorlopen van procedures, bijvoorbeeld inschrijvingen in het lager onderwijs, inschrijvingen in de kinderopvang enzovoort.
Ook zet Muntpunt steeds meer in op consultatiemomenten waarop de bezoeker op geregelde tijdstippen informatie kan verkrijgen door hiervoor opgeleide medewerkers van Muntpunt en zijn partners. Zo zijn er nu reeds van deze momenten in samenwerking met Het Punt over vrijwilligerswerk, De Leerwinkel over opleidingen, Active Boost met als doelgroep werkzoekenden en Tracé voor jobstudenten. Er zullen in de volgende maanden nog extra samenwerkingen worden aangegaan, bijvoorbeeld over de studiekeuze in samenwerking met de VGC, de opvoedingswinkel en dergelijke. Het luik van informatieprovider en -doorstroming over het Nederlandstalig gemeenschapsaanbod in Brussel dient verder te worden uitgebouwd. Het is een work in progress. Deze werf zal een belangrijk aandachtspunt worden in de nieuwe beheersovereenkomst waarover ik eerder al sprak.
Samengevat: in de nieuwe activiteiten rond het belevingscentrum en nieuwe doelgroepen, ook internationale, is men volgens mij op de goede weg. Men bouwt verdere knowhow uit die we verder zullen verankeren in de nieuwe beheersovereenkomst. Wat de kernactiviteit van de bibliotheek betreft, is het interessant om het methodologisch meetinstrument waarover ik u net heb ingelicht verder te bekijken met Muntpunt. Het is natuurlijk wel relevant te bepalen wat een nulmeting is en van waaruit we vertrekken.
Ik kom regelmatig in Muntpunt, niet als bibliotheekbezoeker, maar meer als belever. Globaal gezien kan ik toch zeggen dat er altijd veel te zien en te doen is. Je kunt merken dat heel veel groepen daar om diverse redenen tijdelijk – misschien té tijdelijk – een ankerpunt vinden. Misschien kunnen we daarop verder inzetten.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw verhelderend antwoord. Het is een hele geruststelling dat we al de hele tijd met foute cijfers werken. Of ja, ik weet niet of dat echt geruststellend is, maar in dit geval wel, want er is blijkbaar een belangrijke stijging van 2800 abonnees.
Het is een zeer goede zaak dat de informatievraag rond cultuur, onderwijs en opleiding toeneemt. Dat was toch mee het opzet van de hele onderneming.
Ik ben zelf ook af en toe een bezoeker van Muntpunt. Ik kan eigenlijk wel aansluiten bij de vaststelling van mevrouw Idrissi dat het er daar dikwijls heel luid aan toegaat. Dat komt enerzijds door de activiteiten, maar anderzijds ook vaak door de studenten. Ik vind het wat vreemd en bizar dat daar voortdurend security moet rondlopen om de studenten en scholieren tot kalmte aan te manen en ander kattenkwaad te vermijden. Dit terzijde.
Ik ben niet alleen een lezer en belever van Muntpunt, maar ook een believer. Ik geloof in het potentieel van Muntpunt. Het werkt nu als een verbindende kracht tussen de Brusselaars – van de meest diverse afkomst – en niet-Brusselaars.
Ik wil u verder aanmoedigen om opnieuw toenadering te zoeken tot de ambtenaren. Ik weet dat dat niet evident is. We zitten dikwijls op het eiland Albert II-laan. Toch moeten we proberen zeker de ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap naar het stadscentrum te halen. Ook richting de scholen en het internationale publiek moeten we een inspanning leveren. Ik begrijp dat u daarvan een aandachtspunt zult maken in de nieuwe beheersovereenkomst. U kunt daarvoor absoluut op onze steun rekenen.
Ik heb nog een anekdotische vraag. Ik was onlangs daar en hoorde iemand in het Nederlands een rondleiding geven aan anderstaligen. Hij zei: “Je kunt hier lid worden voor 10 euro. Maar eigenlijk kun je het best naar de bibliotheek van Molenbeek, want daar kost het maar 5 euro en met die pas kun je hier ook binnen.” Ik denk dat we er toch over moeten nadenken of we dat niet op één niveau moeten zetten. (Opmerkingen van minister Sven Gatz)
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer uitgebreid antwoord. Ik wil geen fetisj maken van dat evenwicht. Toch denk ik dat het belangrijk is om bij de klassieke bibliotheekbezoekers die hebben afgehaakt een rondvraag of steekproef te houden waarom ze zijn afgehaakt.
In oktober zei u dat er in de lokale bibliotheken wel sprake is van een stijging. Ik wil er geen fetisj van maken dat het door de events en het lawaai is, maar misschien is het wel goed om er een zicht op te krijgen waarom mensen afhaken.
Het verheugt mij heel erg dat studenten in massale getale Muntpunt hebben gevonden. Ik passeerde er eens op een ochtend, toen de bibliotheek nog niet open was. Er waren wachtrijen van jonge studenten. Ik heb daar toen ook een foto van genomen. Dat bewijst echt wel dat Muntpunt binnen die studentengemeenschap haar plek heeft gevonden.
Ik heb nog één vraag. Misschien kunt u die nu niet beantwoorden, maar ze lijkt mij wel relevant, zeker ook voor de toekomst. Wat is de stand van zaken rond de nieuwe directeur? Is er al een nieuwe directeur aangesteld? Want we kunnen mooie beheersovereenkomsten afsluiten, maar dan moet er ook iemand zijn om die te trekken. Daarvoor hebben we de juiste persoon nodig.
Ik zal bij de volgende vraag om uitleg dieper ingaan op het informatieluik.
Minister Gatz heeft het woord.
Er is inderdaad nog geen nieuwe directeur aangesteld. Er is een waarnemende formule gevonden, die eigenlijk meer is dan enkel het waarnemen. In de huidige context met de leiding van Muntpunt gaat men dynamisch verder. Ik heb begrepen dat dat agendapunt door de raad van bestuur naar het najaar is verplaatst. We bekijken dat met hen.
Ik heb regelmatig contact met Muntpunt. Het is niet zo dat er op dit ogenblik een geval is van lopende zaken. Men doet wel degelijk verder met wat er allemaal moet gebeuren.
Dat betwijfel ik niet. Maar een schip dat het een jaar moet stellen zonder kapitein die perspectief biedt, daar stel ik me toch vragen bij, ook al ga ik er niet van uit dat we bij Muntpunt in lopende zaken zijn.
Zeker niet. Zeker niet.
De dynamiek die wordt ontwikkeld, is toch anders dan wanneer er een vaste directeur is.
Dat is natuurlijk de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. We zullen uw bezorgdheden daarover zeker meenemen. Het is zeker geen pure waarneming. Daar zou ik mij zeker tegen hebben verzet. De dynamiek die er is, is een goede dynamiek. Op een gegeven moment moet men dan wel beslissen of men die waarneming voor onbepaalde duur aanhoudt of toch een vacature voor een nieuwe directeur uitschrijft. (Opmerkingen van mevrouw Yamila Idrissi)
Ik denk het niet. Er komt in juni een nieuwe raad van bestuur. Die zal daar verder werk van maken.
Uit de beslissingen die de raad van bestuur daarover heeft gemeend te moeten nemen, mag u zeker niet afleiden dat er in Muntpunt nu niets gebeurt. Dat wil ik echt benadrukken. Integendeel, ik kan u aangeven dat er zeer veel dingen gebeuren en dat men echt in een bepaalde richting werkt.
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst en de zaak van de nieuwe leiding zullen parallel sporen.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Ik ben geen regelmatige bezoeker van Muntpunt. Zoals sommigen weten, bouwen we in Aalst een nieuwe hoofdbibliotheek. We doen de tour van Vlaanderen en Nederland om te zien hoe het elders gaat.
Het fenomeen van studenten die een studeerplek zoeken, komt overal voor. Het is fijn dat de bibliotheek vol zit met studerende studenten, maar bewijst dat niet dat er een schrijnend gebrek is aan ruimten waar zij kunnen studeren?
Het is wel jammer dat de normale werking op een lager pitje moet worden gezet, zoals nu in Muntpunt, en dat een aantal activiteiten niet kunnen plaatsvinden om een massa studenten te kunnen huisvesten. Er moet dus altijd een keuze worden gemaakt. Het is fijn dat die jongeren komen studeren, maar eigenlijk zijn dat niet de klassieke bibliotheekgebruikers. Het wijst vooral op een schrijnend gebrek aan stilteplekken in het hart van de stad. Misschien bestaan er daarvoor ook alternatieven? Dat is een randbemerking.
De vraag om uitleg is afgehandeld.