Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Een tijd geleden stelde ik een vraag om uitleg die echter onontvankelijk werd verklaard. Toch wil ik het belang hiervan toelichten.
Uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen die ik toen aanhaalde, bleek dat één op honderd leden geen bezoek had gebracht aan een arts gedurende een periode van vijf jaar. Deze mensen worden dus niet preventief opgevolgd. Zo ging deze groep niet naar de huisarts, noch naar de tandarts voor een jaarlijkse controle.
Uit de nota van de Vlaamse Regering betreffende de gezondheidsdoelstellingen voor de bevolkingsonderzoeken blijkt dat Vlaanderen 8.926.270 euro uitgaf in 2014 aan bevolkingsonderzoeken om preventief te screenen. Zo kan men de behandeling sneller opstarten, waardoor de kansen op genezing groter worden. Ik vrees echter dat veel mensen geen gebruik zullen maken van deze screening. Waarom zou men deelnemen aan een screening die via de post binnenkomt, zoals bijvoorbeeld de staalnamesetjes voor het opsporen van dikkedarmkanker, als men al jaren geen gebruikmaakt van de gezondheidszorg?
Uiteraard moeten we de vrije keuze van de personen respecteren. Het vroegtijdig vaststellen van verschillende vormen van kanker is echter een belangrijk element in de verdere behandeling ervan. Operaties, uitzaaiingen, bestraling en chemotherapie zijn maar enkele aspecten waarvan een patiënt bij vroegtijdige diagnostiek gedeeltelijk bespaard kan blijven.
Ons doel is niet om aan overconsumptie van onze gezondheidszorg te doen, maar om door vroegdetectie en vroeginterventie de behandeling sneller te kunnen starten en de gevolgen te beperken.
Vorige week nog kaartten de media aan dat 20 procent van de vrouwen nooit op raadpleging gaat bij de gynaecoloog. Dat bleek uit een onderzoek van het onderzoeksbureau iVOX dat werd uitgevoerd in opdracht van Roche. De redenen zijn uiteenlopend: kennistekort, schaamte, geldgebrek enzovoort.
Deze problematiek sluit aan bij de vragen die ik vandaag stel.
Minister, hoe rijmt u de resultaten van deze studie met de bevindingen uit de huidige sensibiliserings- en preventieprojecten? Wordt elke doelgroep wel voldoende bereikt? Vindt u het opportuun om de mensen hierrond verder te sensibiliseren?
De website van het Agentschap Zorg en Gezondheid vermeldt dat de deelnamegraad aan het borstkankeronderzoek slechts 51,2 procent bedroeg in 2011 en 2012. Welke andere communicatiemogelijkheden bestaan er om een grotere populatie te bereiken? In hoeverre neemt u initiatieven om die ook in te zetten?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, in het artikel waarnaar u verwijst, wordt gesteld dat “één op de honderd Belgen in vijf jaar tijd geen beroep heeft gedaan op medische verzorging.” Het ziekenfonds stelde ook een profiel op van de zogenaamde niet-gebruikers van geneeskundige verzorging. Ik citeer: “De grootste groep niet-gebruikers bleek te bestaat uit jonge, alleenstaande mannen. Het is bekend dat mannen minder begaan zijn met hun gezondheid dan vrouwen. Als ze ook nog alleen wonen, zonder moeder of partner, is preventie niet hun eerste zorg.”
De Vlaamse bevolkingsonderzoeken hebben de volgende doelgroepen: voor baarmoederhalskanker vrouwen tussen 25 en 64 jaar, voor borstkanker vrouwen tussen 50 en 69 jaar, voor dikkedarmkanker mannen en vrouwen tussen 56 en 74 jaar. We kunnen stellen dat de groep die zogenaamd ‘onderconsumeert’ niet vervat zit in de doelgroep van de Vlaamse bevolkingsonderzoeken.
Het sensibiliseren en informeren van de burger over de Vlaamse bevolkingsonderzoeken naar kanker gebeurt via verschillende kanalen om zo veel mogelijk mensen te bereiken. Naast de klassieke werkwijze, die u aangeeft, via verwijzing van de arts of huisarts of rechtstreeks via de uitnodigingsbrief van de Vlaamse overheid, doen we ook een beroep op andere kanalen. We weten dat informeren via meerdere wegen tegelijk belangrijk is om iedereen zo maximaal mogelijk te bereiken.
Ik som een aantal acties op. Om te beginnen houden we de website bevolkingsonderzoek.be volledig en up-to-date. Daarnaast beschikken we over de 0800-lijn van het Centrum voor Kankeropsporing. Verder informeren de ziekenfondsen hun leden. Ze hebben hiertoe de opdracht via de organieke wetgeving van 6 augustus 1990, die bepaalt: “Verlenen van hulp, voorlichting, begeleiding en bijstand met het oog op het bevorderen van het fysiek, psychisch of sociaal welzijn.” De evaluatie van deze wettelijke verplichting is mee bepalend voor de variabele federale dotatie voor administratiekosten.
Bijkomend zit deze opdracht ook vervat in de resultaatsgebieden van de Vlaamse beheersovereenkomsten die de landsbonden sloten in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid. Ook de lokale besturen, ondersteund door het loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie (Logo) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), zetten de bevolkingsonderzoeken naar kanker lokaal in de kijker via de methodiek Gezonde Gemeente.
Andere belangrijke spelers zijn middenveldorganisaties zoals vrouwenverenigingen, socioculturele verenigingen, seniorenverenigingen, ngo’s zoals Stichting tegen Kanker, Kom op tegen kanker, Think-Pink, Stop Darmkanker, patiëntenverenigingen, verenigingen die zich richten op kwetsbare personen zoals Samenlevingsopbouw, het Netwerk tegen armoede enzovoort. Bovendien investeren we in tijdelijke campagnes om de herkenbaarheid van de bevolkingsonderzoeken te verhogen, zo was er deze maand de massamediacampagne. Ik weet niet of u het hebt gezien, ook op de televisie. Verder wordt er werk gemaakt van het verspreiden van methodieken die zich richten op specifieke doelgroepen, zoals het Mammoboxspel, dat werd ontwikkeld door de Logo’s in samenwerking met het Centrum voor Kankeropsporing.
De recent opgerichte Vlaamse werkgroep Sensibilisering, waarvan de genoemde organisaties lid zijn, heeft hierbij een belangrijke rol. Een eerste stap is het ontwikkelen van een informatie- en sensibiliseringsplan voor de bevolkingsonderzoeken. Dit zal in het najaar klaar zijn. Hierdoor zal er een consensus zijn over welke boodschap, voor wie, wanneer en via welke kanalen verspreid zal worden. Het is ook de bedoeling om duidelijke en uniforme informatie op maat van de verschillende doelgroepen en subdoelgroepen te verspreiden volgens een uniforme huisstijl.
Door het voortdurend monitoren en jaarlijks evalueren van de participatie kunnen we waar nodig bijsturen. Het volgende jaarrapport zal in oktober beschikbaar zijn. Het is de bedoeling om door de koppeling van gegevens en verdere analyses, meer te weten te komen over specifieke noden en dus mogelijkheden tot sensibilisatie. Uiteraard doen we dit voor zover de privacywetgeving het toelaat. Zo willen we de participatiecijfers bestuderen tot op het niveau van de statistische sectoren. Dat maakt specifieke interventies mogelijk op een heel laag niveau.
De huidige participatiegraad voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker schommelt effectief rond 50 procent in Vlaanderen, dus onder het vooropgezette doel van 75 procent van de vrouwen uit de doelgroep. We hebben onze doelstelling nog niet bereikt, maar we hopen dat de hierboven geschetste initiatieven hiertoe een bijdrage kunnen leveren.
Toch maak ik enkele belangrijke randbemerkingen. Momenteel wordt een relatief groot aantal vrouwen uit de doelgroep gescreend door middel van een diagnostische mammografie, en dus buiten het programma. Die vrouwen zijn niet meegeteld in de deelnamecijfers. De deelnamegraad aan het Vlaams bevolkingsonderzoek kan verhogen door die vrouwen te oriënteren van de diagnostische mammografie en de bijhorende echografieën naar de screeningsmammografie. Hiervoor is een aanpassing van de federale nomenclatuur nodig, waarbij de diagnostische mammografieën voor vrouwen van 50 tot 69 jaar enkel nog in bepaalde omstandigheden worden terugbetaald. Voorbeelden daarvan zijn symptomen, een verhoogd risico om familiale, erfelijke of andere redenen, of de opvolging van vastgestelde letsels. We nemen dit mee als aandachtspunt naar de interministeriële conferentie.
Een tweede bedenking is dat goede voorlichting van de burger en volgehouden sensibilisering van de doelgroepen over bevolkingsonderzoek naar kanker noodzakelijk zijn. We bieden een test aan voor vrouwen die niet ziek zijn en geen klachten hebben, en aan screening zijn ook nadelen verbonden. We weten dat de bevolkingsonderzoeken kwaliteitsvol worden uitgevoerd en in die omstandigheden op populatieniveau een gezondheidswinst opleveren aan een aanvaardbare kost. Onze bevolkingsonderzoeken zijn dus kosteneffectief.
Maar op individueel niveau kan een deelnemer er toch nadeel van ondervinden. We moeten dus de mensen goed informeren, irrationele en andere drempels wegwerken, maar hen tegelijk ook de mogelijkheid geven om een weloverwogen keuze te maken om eventueel niet deel te nemen, ook al is dit nadelig voor onze deelnamecijfers. Het is daarom uitermate belangrijk dat alle inspanningen voor het verhogen van de participatiegraad rekening houden met het feit dat het nodig is dat de burger op vrijwillige basis een geïnformeerde keuze kan maken over al dan niet deelname. Dat is een belangrijk accent in de huidige gezondheidsdoelstelling, waarmee we ook inspelen op de internationale aanbevelingen.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreid antwoord, dat mij tevreden stelt. Voorkomen is altijd beter dan genezen. We kijken uit naar de resultaten eind dit jaar.
De vraag om uitleg is afgehandeld.