Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Minister-president, in uw beleidsnota stelde u dat wereldevenementen zoals de Wereldexpo, de Olympische Spelen of het Wereld Economisch Forum ideale momenten zijn om contacten te organiseren met buitenlandse ondernemers en zo de reputatie van Vlaanderen te versterken. Tijdens de bespreking van de beleidsnota onderstreepte u dat Vlaanderen doelgericht en specifiek op zorgvuldig gekozen grote evenementen moet aanwezig zijn.
In augustus 2016 vinden de Olympische Spelen plaats in de Braziliaanse grootstad Rio de Janeiro. Brazilië is een van de BRIC-landen. Brazilië is een van de 25 landen van de focusstrategie van Flanders Investment & Trade (F.I.T.). De doelsectoren zijn daar: agro-industrie, dieren, automotive, transport en logistiek. Brazilië lijkt een land waar de kansen voor het grijpen liggen. Maar wanneer ik de recente cijfers en artikels lees, heb ik de indruk dat er zich aan de heldere hemel toch wel wat wolken samenpakken. Het exportcijfer van Vlaanderen naar Brazilië is vorig jaar gedaald met 2,7 procent. Brazilië zakt naar de 19e plaats van onze afzetmarkten. Hoewel de binnenlandse groei wat zou toenemen, blijft Brazilië voor onze bedrijven een zeer moeilijke en afgeschermde markt, met een Braziliaanse administratie die niet altijd efficiënt werkt en soms de neiging vertoont om het de buitenlandse bedrijven wat moeilijker te maken, zodat zij geen concurrentie vormen voor de eigen Braziliaanse bedrijven. De procedures om te ondernemen zijn er moeilijk, omslachtig en duur, meer dan in andere landen. Als kop boven een artikel las ik: ‘De Braziliaanse motor sputtert: tijd om onze biezen te pakken of om onze inspanning op te drijven?’
In Sao Paulo hebben we een kantoor, en de Olympische Spelen, met alle opportuniteiten die daar al dan niet aan zijn gekoppeld, zijn al volgend jaar. De titel boven het artikel is geformuleerd in parlementaire terminologie.
Minister-president, welke strategie zal F.I.T. hanteren in het kader van de Spelen in Rio in 2016? Welke concrete acties moeten ervoor zorgen dat Vlaanderen en de Vlaamse bedrijven in de kijker worden gezet?
De heer Kennes heeft het woord.
Bij de Olympische Spelen in Londen waren er 25 Belgische bedrijven aanwezig, waarvan 22 Vlaamse bedrijven die belangrijke contracten hebben binnengehaald als toeleverancier voor bijvoorbeeld verlichting, beeldmateriaal, opnames vanuit de lucht. Minister, hebt u er een zicht op hoeveel Vlaamse bedrijven op dit moment een contract hebben als toeleverancier voor de Olympische Spelen in Rio? Hebt u ook een zicht op de bedragen die met die contracten gepaard gaan? Welke stappen zet F.I.T. om onze bedrijven contacten te laten leggen op de Braziliaanse markt?
In 2005 heeft Agoria samen met het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) de Belgian Sports Technology Club (BSTC) opgericht. Die had als doelstelling te lobbyen voor contracten bij Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen voetbal. In welke mate werkt F.I.T. samen met die BSTC om een maximale output voor onze bedrijven op de Braziliaanse markt te realiseren?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
De strategie van F.I.T. voor de Olympische Spelen bestaat uit twee delen. Een: acties ondernemen of steunen die tot doel hebben dat een maximum aan Vlaamse bedrijven als leverancier kunnen optreden tijdens of naar aanleiding van het evenement. Dat gebeurt altijd ruim op voorhand, meestal naar aanleiding van de Olympische Spelen in jaar Y plus vier. Twee: tijdens de Olympische Spelen een activiteit opzetten om Vlaanderen als investeringsregio te promoten.
De concrete acties gebeuren ruim op voorhand. Zo heeft F.I.T. Japan eind vorig jaar een studie gemaakt over de opportuniteiten van de Olympische Spelen in Tokio die plaatsvinden in 2020. Die studie is zeer positief onthaald door de Vlaamse bedrijven. Als uitloper hiervan komt er nog dit jaar een handelsmissie naar Japan in samenwerking met de Belgian Sports Technology Club van Agoria. Ook voor de Olympische Spelen in Rio werden Vlaamse bedrijven ondersteund, zij het onrechtstreeks door het subsidiëren van een meerjarig project van diezelfde BSTC.
Mijn voorganger maakte in april 2011 een zending naar Brazilië, waarbij acht leden, bedrijven van het BSTC van Agoria, werden gepromoot en ter plaatse geïntroduceerd voor de Wereldbeker Voetbal en de Olympische Spelen met concreet gevolg. Agoria meldt ons dat er in totaal dertien bedrijven zijn die als leverancier optreden voor de Olympische Spelen in Rio. Namen en bedragen krijg ik niet. Men vraagt om die niet mee te delen, wat wel logisch is.
Er moet worden onderstreept dat het niet vanzelfsprekend is om in Rio vergelijkbare acties op te zetten als in Londen. Een actie zoals bijvoorbeeld de promotie van de Vlaamse producenten van fietsen tijdens de Olympische Spelen in Londen was mogelijk, maar is nu niet vanzelfsprekend wegens een andere doelgroep. De markt voor fietsen en fietstoeristen was een uitzonderlijke opportuniteit in het Verenigd Koninkrijk. Bovendien zijn er veel hogere kosten verbonden aan een missie of activiteiten in Rio dan in Londen.
De afdeling Investeren van F.I.T. zal in navolging van een succesrijke formule tijdens de Olympische Spelen in Londen 2012 een actie uitvoeren gericht op potentiële buitenlandse investeerders tijdens Rio 2016. Men heeft geleerd dat een dergelijk wereldevent een uitstekende gelegenheid is en ook een aantrekkingspool om in contact te treden met belangrijke beslissingsnemers. De formule is als volgt: er wordt tijdens de Olympische Spelen een beperkte highlevelgroep van Braziliaanse bedrijven uitgenodigd. Voorafgaand aan het samen bijwonen van de sportmanifestatie wordt een kort, maar sterk inhoudelijk programma gepresenteerd, waarbij Vlaanderen als investeringslocatie in de kijker wordt gezet.
Presentaties worden zo opgevat dat concrete businesscases en scenario’s aan bod komen die verduidelijken waarom Vlaanderen een uitstekende keuze is voor Braziliaanse bedrijven die de Europese markt al in het vizier hebben.
Mijnheer Van Overmeire, er is inderdaad een lichte achteruitgang van uitvoer naar Brazilië, maar u hebt de vinger op de wonde gelegd. De groei is niet meer wat het is geweest. Dit is bij uitstek een voorbeeld van een land met tarifaire en niet-tarifaire handelsbelemmeringen.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor het verduidelijken van het tweesporenbeleid. Vier jaar vooraf zorgt u ervoor dat Vlaamse bedrijven maximaal kunnen deelnemen aan de organisatie van de Olympische Spelen. De afdeling Investeringen is nu volop bezig en kan hopelijk volgend jaar oogsten wat ze nu aan het organiseren is. We zullen die resultaten moeten afwachten. Mijn vraag om uitleg is vooral op dat tweede gefocust.
Er is een lichte achteruitgang in de exportcijfers, inderdaad. Maar ik lees dat die daling vooral te maken heeft met de daling van de grondstoffenprijs, hoewel de Braziliaanse binnenlandse markt nog redelijk oké zou zijn en dat daar nog groei zou zijn. Misschien zijn daar nog meer opportuniteiten dan de cijfers op het eerste zicht doen vermoeden. Het is natuurlijk zeer moeilijk om dat van hier in te schatten, zeker in een markt waar dat niet vanzelfsprekend is. Er zijn culturele verschillen, een afgeschermde markt, de afstand enzovoort. We zullen dit met belangstelling blijven volgen en we komen er ongetwijfeld nog op terug.
Minister-president, u hebt verwezen naar de betrokkenheid van de BSTC, en naar de initiatieven die worden genomen. Ik kan me daar helemaal in vinden.
Voor de volledigheid: we hebben een F.I.T.-kantoor in Rio dat de vinger aan de pols houdt en dat uiteraard alle hens aan dek roept en alles doet wat het kan om onze export naar Brazilië te versterken.
Ik dacht dat het kantoor in Sao Paulo was.
Ja, dat klopt. Het kantoor is in Sao Paulo.
De vraag om uitleg is afgehandeld.