Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Op 15 april werden de Europese Erfgoedlabels 2015 uitgereikt in de Brusselse Solvay-bibliotheek. Dit label is een instrument om de Europese symbolische en historische waarde van erfgoed zichtbaar te maken.
Het geeft erfgoed een internationaal cachet, het moet het wederzijds begrip tussen de Europese burgers vergroten en hun meer inzicht geven in onze gedeelde normen en waarden.
Dit jaar heeft een vakjury 16 laureaten geselecteerd uit in totaal 36 kandidaturen. Daar was geen enkele Vlaamse laureaat bij, ondanks het feit dat ons land vertegenwoordigd was met 4 dossiers, waaronder het erfgoeddorp Ename.
De nationale preselectie voor de Europese Erfgoedlabels heeft intussen ook al plaatsgehad. De nationale jury heeft beslist om enkel het Mundaneum te Bergen voor te dragen voor het Europees Erfgoedlabel 2016. Op dit moment is er dus geen enkele Vlaamse inzending. Dat is toch wel een andere werkwijze dan bijvoorbeeld in Nederland, waar een heuse promotiecampagne wordt opgezet door het verantwoordelijke ministerie.
Minister-president, hoeveel belang hecht u aan de Europese Erfgoedlabel-prijs? Wat zijn volgens u de redenen voor het ontbreken van een Vlaamse laureaat voor het Europees Erfgoedlabel 2015? Op welke manier zult u hiermee rekening houden bij de kandidaatstelling voor dossiers voor de komende jaren? Zullen er nog Vlaamse onroerend erfgoeddossiers worden toegevoegd aan de kandidatuur voor 2016?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Wij hechten zeker belang aan het Europees Erfgoedlabel. Het zorgt voor een grotere zichtbaarheid van ons Vlaams erfgoed in de internationale en Europese context. Daarom zet mijn administratie ook volop in op het zo goed mogelijk begeleiden van de Vlaamse kandidaten, zoals bijvoorbeeld het geval was bij Ename. Het belang van dit label hebben we ook verankerd in ons Onroerenderfgoeddecreet met betrekking tot de meerjarenpremie overeenkomstig de bekendmaking met betrekking tot de mogelijkheid om kandidaat te zijn. De nationale preselectie voor het Europees Erfgoedlabel had plaats begin juni 2014 op de website van het Agentschap Onroerend Erfgoed en de website van het toenmalige Kunsten en Erfgoed. Er dienden zich geen geïnteresseerden aan. De enige kandidaat die zich aanmeldde voor deze selectieronde was het Mundaneum te Bergen. Dat was bijgevolg ook de enige kandidaat die na beoordeling door de nationale jury in aanmerking kwam voor voordracht voor het Europees Erfgoedlabel 2015. De vier kandidaten uit ons land die eerder geselecteerd werden voor voordracht voor het Europees Erfgoedlabel, het Prinsbisschoppelijk paleis van Luik, de keramiek van Raeren, het voormalig paleis van Brussel op de Coudenberg, het erfgoeddorp Ename dienden gedurende deze selectieronde niet opnieuw hun kandidaatstelling in omdat op het moment van de nationale preselectie 2015 de resultaten van de selectie 2014 nog niet bekend waren en ze dus nog een reële kans maakten om geselecteerd te worden. De resultaten van de Europese selectie werden pas bekendgemaakt toen de procedure van de nationale preselectie volop aan de gang was.
De reden waarom zich geen nieuwe Vlaamse kandidaten aandienden, is ons niet bekend. We kunnen alleen maar vermoeden dat er een aantal drempels zijn. Het is een vrij nieuw initiatief, het is misschien nog te weinig bekend. Je moet ook de Europese betekenis van de site aantonen in het dossier en op het bijhorende werkplan moet je aangeven op welke manier de site communiceert over deze Europese waarden en ook educatieve voorstellen uitwerkt voor jongeren die de betekenis voor Europa in de verf zetten. Het Europese aanvraagdossier is bovendien vrij omvangrijk. Het vergt een grote inspanning inzake administratieve uitwerking, werkplanning, inzet van middelen van de kandidaten. Er is geen geldprijs aan verbonden. Wel worden die gelabelde sites opgenomen in de communicatieacties van de Europese Commissie over het Erfgoedlabel en kunnen ze ook deelnemen aan de jaarlijkse conferentie, waarbij netwerking en uitwisseling van ervaring vooropstaan.
Mijn administratie zal, samen met het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM) blijven inzetten op de bekendmaking van de nationale preselectie. Daarom werd tijdens de berichtgeving met betrekking tot de uitreiking van het label ook reeds de richtdatum voor de volgende selectie meegedeeld. Maar het initiatief voor het indienen van de dossiers ligt natuurlijk bij de kandidaat-sites. Zodra ze zich aanmelden zal mijn administratie ze ook zo goed mogelijk begeleiden. Nederland heeft inderdaad een heuse promotiecampagne die opgezet wordt door het verantwoordelijke ministerie. Maar in Nederland heeft zich, ondanks die campagne, ook maar één kandidaat gemeld. We moeten daaruit dus lessen trekken en een tandje bijsteken, maar zonder dat het geld kost. Ik heb mijn administratie gevraagd via het elektronisch tijdschrift dat het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) verspreidt naar alle gemeentebesturen dit bekend te maken en er ook een pdf’je bij te leveren dat dan gepubliceerd kan worden in de lokale informatiebladen. Op die manier kun je vragen dat de steden en gemeenten hun adviescommissie over erfgoed of hun lokale heemkundige kring of lokale erfgoedcomités daarbij betrekken, dan kun je ook het breder publiek op een goedkope manier bereiken, dus via de elektronische brief van ABB en eventueel ook via VVSG. Momenteel is dat nog niet mogelijk, want de nationale selectieronde is pas eind januari 2015 afgesloten. De kandidaatstellingen moesten voor 1 maart bij de Europese Commissie ingediend worden en de volgende oproep komt er medio 2016. Op dat moment zal ik mijn administratie vragen dit niet alleen op de website bekend te maken, maar ook via de elektronische nieuwsbrief van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister-president. Is er eventueel een mogelijkheid dat de administratie zelf voorstellen doet voor erfgoedsites die de overheid in eigen beheer heeft?
In mijn antwoord staat dat de voorstellen moeten uitgaan van de kandidaten zelf. Dat staat zo in het reglement. We kunnen begeleiden, maar we kunnen niet zelf een of ander voorstel eruit pikken. Ik heb het reglement nog niet bekeken, maar zo begrijp ik het toch.
Ik heb vanochtend een mail gekregen van de stafmedewerker directie Karel Dendooven van Herita. Hij zegt dat hij en Kristl Strubbe ook aanwezig waren bij de uitreiking. Ze hadden gezien dat ik vandaag een vraag zou stellen, en lieten me weten dat ook zij meenden dat er vanuit Vlaanderen meer betrokkenheid moet zijn bij het Europees Erfgoedlabel, door bijvoorbeeld Vlaamse erfgoedlocaties met een Europese dimensie voor te dragen.
Zij suggereren dan bijvoorbeeld het Rubenshuis, het Museum Plantin-Moretus en de Menenpoort in Ieper. Herita wil daar graag aan meewerken.
Ik lees in het reglement dat de kandidaat-sites een project moeten indienen. Ik neem aan dat ze dus een werkplan moeten opmaken. Het initiatief moet dus van onderuit komen. Herita kan een sensibiliserende rol spelen, maar wij kunnen slechts ondersteunen en begeleiden. Wij deden dat al voor Ename, en zullen dat ook voor andere kandidaten doen. De lidstaten zullen dan een preselectie doorvoeren. Maar uiteindelijk is het de eigenaar of de beheerder van de site die zelf het initiatief moet nemen. Ename zal opnieuw kandidaat zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.