Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Hofkens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, diverse maatregelen, ook op Vlaams niveau, zijn erop gericht om werknemers langer aan het werk te houden en de uittrede uit de arbeidsmarkt uit te stellen. Deze – terechte – beleidskeuze noopt ook om na te denken over duurzame tewerkstelling van oudere werknemers en een leeftijdsbewust personeelsbeleid.
Met de zesde staatshervorming werden met ingang vanaf 1 juli 2014 de bevoegdheid en de middelen inzake het zogenaamde Ervaringsfonds overgedragen aan het Vlaamse Gewest.
Het Ervaringsfonds werd in 2004 opgericht en was een directie binnen de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Het fonds verschaft toelagen aan werkgevers die een leeftijdsbewust personeelsbeleid voeren, met als doel de fysieke belasting en/of psychosociale druk in de werkomgeving voor oudere werknemers te verminderen. Om in aanmerking te komen voor de toelage dient de werkgever projecten in te dienen die een onmiddellijke en directe verbetering voor de oudere werknemer met zich meebrengen. In deze context kan onder meer gedacht worden aan de mogelijkheid zoals een functiewijziging, zodat de meer ervaren werknemer de kans krijgt om nieuwe ervaringen op te doen. Een andere optie is het werk van oudere werknemers fysiek lichter te maken met behulp van hulpmiddelen en tools. Ten slotte kan de werkgever ook opteren om de inzetbaarheid van deze werknemers te verbeteren door middel van het aanbieden van diverse opleidingen.
Met het oog op de regionalisering van deze bevoegdheid, werden aan het laatst gepubliceerde jaarverslag van het werkingsjaar 2012 een aantal ‘lessons learned’ en aanbevelingen toegevoegd met het oog op toekomstig beleid. In een advies van 25 februari 2014 benadrukten de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad “de waarde van de specifieke aanpak van het Fonds” en pleitten zij ervoor “dat inzake de arbeidsparticipatie van oudere werknemers ook in de toekomst de samenwerking met de sectoren behouden blijft”. Bovendien blijkt uit advies nummer 1922 van eind januari 2015 dat de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad unaniem tevreden zijn over de resultaten die via het Ervaringsfonds werden bereikt. Thans blijft het onduidelijk of, en in welke vorm, de activiteiten en taken van het Ervaringsfonds zullen worden voortgezet, en wat er met de expertise die gedurende tien jaar werd opgebouwd, zal gebeuren.
Minister, welke intenties hebt u ten aanzien van het Ervaringsfonds? Zal dit behouden blijven, en worden de hiervoor ingezette mensen en middelen geïntegreerd in de Vlaamse administratie?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het Ervaringsfonds is door de regering-Verhofstadt II ingevoerd in het kader van het Generatiepact. Het was de eerste echte ingreep om mensen langer aan het werk te houden. Omdat het een evenwichtig pakket moest zijn, werd het Ervaringsfonds opgericht om oog te hebben voor werkbaar werk voor oudere werknemers: werknemers die minder kansen kregen om vervroegd uit te treden via het toenmalige brugpensioen. Helaas heeft het Ervaringsfonds nooit veel van zich laten horen. Misschien is het wel een gemiste kans. Nu het in Vlaamse handen is, kunnen we alleen maar hopen dat het toch prominenter zal worden ingezet voor de projecten om oudere werknemers te helpen langer aan de slag te blijven.
Ik heb over het Ervaringsfonds een schriftelijke vraag gesteld. Onder meer heb ik gevraagd naar de financiële reserves en het budget. Dit soort technische vragen ga ik hier niet herhalen. Er is wel één vraag die hier relevant is. Minister, hebt u de ambitie om dit fonds een grotere plaats onder de zon te geven? Hebt u de ambitie om van het fonds een prominentere speler te maken zodat de herkenbaarheid en de efficiëntie worden verhoogd?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, vanaf 1 april 2015 komt het volledige beheer en de uitvoering van het Ervaringsfonds naar Vlaanderen over. Mijn eerste bekommernis is dat deze transitie vlot verloopt en het Ervaringsfonds vlot voortgezet kan worden. Het Ervaringsfonds wordt ingebed in het Departement Werk en Sociale Economie. Mijn administratie is reeds geruime tijd bezig met de voorbereiding van de komst van het Ervaringsfonds. Zo werd het beheer en de uitvoering van de maatregel verkend en werd kennisgemaakt en informatie uitgewisseld met de nieuwe personeelsleden.
Er komen zeven personeelsleden over op 1 april, onder wie de coördinator, twee projectontwikkelaars, drie dossierbehandelaars en een secretariaatsmedewerker. Dat is heel wat expertise die overkomt en die kan en zal worden ingeschakeld. Ook de middelen werden intussen ingeschreven in de Vlaamse begroting. Bij de begrotingsopmaak was er zowel qua vastleggingskrediet (VAK) als qua vereffeningskrediet (VEK) 3.057.000 euro ingeschreven. We zitten wel met één probleem, namelijk een stock aan dossiers uit 2014, die de federale overheid blijkbaar niet betaald heeft. Dat is een probleem, want als wij die dan wel zouden honoreren, is er geen ruimte in 2015, wat ook geen goede zaak zou zijn.
Op lange termijn zie ik mogelijkheden voor wat heroriëntering en inbedding in ons Vlaams instrumentarium, om ze zo in de toekomst een duidelijkere plaats in ons totale instrumentarium te geven.
De heer Hofkens heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben ook niet overtuigd dat we de vorm zoals die bestond, moeten bewaren. Voor mij is de vorm ondergeschikt aan de doelstelling. Ik ben heel blij dat u zegt dat die doelstelling haar plaats zal krijgen binnen het gekende instrumentarium. Er zijn zeven mensen bij gekomen. Dat is toch wat extra mankracht. Als we van mensen vragen om langer te werken, moeten we ook nadenken over hoe we dat kunnen faciliteren. Dat is geen evidentie. Ik weet dat u daarmee bezig bent. Ik ben blij met uw engagement om dit verder te integreren in het beleid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.