Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Minister, de vraag is inmiddels al wat gedateerd. Op 13 november was u niet aanwezig tijdens de commissie. U kon uw parlementaire verantwoordelijkheden toen niet invullen. Het is dan toch belangrijk om een vraag te stellen over de vergadering waarop u die dag wel aanwezig was, namelijk Vanguard Initiative, waar u de Milan Declaration ondertekende.
Ik denk dat het Vanguard Initiative genoegzaam bekend is. Het houdt ‘Growth through Smart Specialisation’ in. Daarbij spelen de diverse regio’s – ik denk dat het er achttien zijn – een rol. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Oké, het zijn er meer.
In ieder geval speelt Vlaanderen er de rol om alles wat met 3D-printing te maken heeft, te trekken. Men zegt daarover: “3D-printing as a huge potential for new growth and employment in Europe. It can induce more local production in Europe, thanks to flexibility and customization of manufacturing and also stimulate worldwide export of creative designs.”
Het lijkt me belangrijk dit en de rol die Vlaanderen in dat partnerschap speelt onder de aandacht te brengen.
Minister, kunt u concreet duiden welke stappen op dat vlak momenteel al zijn gezet? Het lijkt me ook belangrijk te weten wat die andere ‘smart specialisation clusters’ zijn waarop een aantal regio’s inspelen. Volgt u bepaalde van die clusters met bijzondere aandacht op? Kunnen ze mogelijk een rol van betekenis spelen voor onze Vlaamse economie?
Voor de kmo’s, de kleine en middelgrote spelers op het veld, is het natuurlijk vaak een ver-van-mijn-bedshow. De ontwerptekst met betrekking tot de 3D-printing bevat een hoopgevende zin: “Opening up access to high class infrastructures for business ideas of SME’s and entrepreneurs to support prototyping of new products and training of workforce are also important parts of the ambition.” Indien dat al bekend is, zou ik graag vernemen op welke wijze die belangrijke onderdelen van de ambitie zullen worden gerealiseerd.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, op 13 november 2014 was ik in Milaan. Ondertussen nemen 21 regio’s deel aan het Vanguard Initiative. Dit lijkt me belangrijk. Het is immers onze filosofie voor de regio’s met clusters en slimme specialisatie te werken. Hiervoor bouwen we een interregionale samenwerking uit. De regio’s bewijzen in de praktijk de meerwaarde van de mobilisatie van het ondernemerschap en van innovatie. Het is dan ook een goede zaak dat we vanuit de regio’s in verschillende landen op zoek gaan naar innovatie en naar ondernemerschap. We doen dit door middel van slimme specialisatie, vooral in nieuwe groeidomeinen.
Een voorbeeld hiervan is 3D-printing. We gebruiken hiervoor pilootprojecten. We werken ook samen met de Europese Commissie. Het aantreden van commissievoorzitter Juncker en zijn initiatief met betrekking tot het ondernemerschap en innovatie kunnen hier een rol in spelen. We gaan na op welke manier de regio’s over de instrumenten kunnen beschikken om een actieve rol in Europa te spelen.
Ik geloof dat 3D-printing effectief een van de veelbelovende productietechnologieën van het moment is. Volgens mij kunnen alle aanwezigen hier dit onderschrijven. Er zijn uiteraard al belangrijke toepassingen. Ik denk hierbij vooral aan de medische sector. Vlaanderen neemt in dit verband een belangrijke positie op wereldvlak in.
We hebben niet enkel een sterke positie met betrekking tot onderzoek. Gelukkig beschikken we ook over een aantal leidende bedrijven. Ik veronderstel dat namen als Materialise, Melotte en LayerWise bij iedereen wel een belletje doen rinkelen.
Wat de 3D-printing betreft, is Vlaanderen op dit ogenblik een leidende regio. Door binnen het Vanguard Initiative ook de leidende rol op te nemen met betrekking tot een pilootinitiatief voor Europa, een Europees demonstratienetwerk, maken we ons in Europa zichtbaar. Dankzij die schaalvergroting kunnen we ook de verspreiding van die technologie en de toepassing in nieuwe gebieden versnellen. Ten gevolge van de wisselwerking zullen er allicht ook nieuwe ideeën met betrekking tot 3D-printing ontstaan.
Het Vlaams ecosysteem voor 3D-printing organiseert zich in clusterplatformen met producenten en gebruikers. Dit is in mijn ogen echt belangrijk. We brengen de producenten en de gebruikers samen in Flanders Additive Manufacturing Valley. Bovendien vormt additive manufacturing of 3D-printing een van de onderzoeksprioriteiten van Flanders Make. Het competentiecentrum Strategisch Initiatief Materialen (SIM) heeft onderzoeksprojecten die hiermee verband houden. Wat de softwareontwikkeling betreft, lopen er projecten van iMinds.
We kunnen alle troeven waarover we met betrekking tot 3D-printing beschikken, op verschillende manieren met elkaar verbinden tot een road map. Zo komen we echt tot een cluster in Vlaanderen. Hierdoor kunnen we onze leidende positie consolideren en effectief een Europese pilootregio worden.
In verband met het Vanguard Initiative wordt in Milaan steeds naar voren gebracht dat de renaissance van de industrie door middel van dergelijke initiatieven mogelijk moet worden. Wat mij betreft, is deze case dan ook een belangrijk leertraject voor de ontwikkeling van een clusterbeleid. Bij alles wat ik hier naar voren heb gebracht, de samenwerking tussen de onderzoeksinstellingen, de bedrijven en de overheid en de samenwerking tussen verschillende bedrijven, moeten we het internationaal aspect bekijken en moeten we de gebruikers erbij betrekken. Dit zijn elementen die volgens mij van belang zijn voor een toekomstig clusterbeleid.
Wat mij betreft, is een clusterbeleid in essentie een beleid om de bedrijven die in een netwerk een toegevoegde waarde kunnen betekenen, actief bij de projecten te betrekken. Dit is volgens mij de goede werkwijze.
Mijnheer Ronse, u hebt zelf vermeld dat kmo’s hierbij kunnen worden betrokken en hierin een rol kunnen spelen. De drie bedrijven die ik net heb aangehaald, zijn allemaal als kmo’s gestart. Op hun eigen manier hebben ze elk een toegevoegde waarde gecreëerd. Een goed functionerende cluster zal ook andere kmo’s mogelijkheden bieden.
In een cluster wordt het globaal waardenetwerk, bestaande uit gebruikers, onderzoekers en bedrijven, aangesproken. Dit omvat ook de technologische uitdagingen. Soms beschikken kmo’s over wat minder O&O-capaciteit. Ze compenseren dit met een grotere flexibiliteit. Ten gevolge van die koppeling en de aanwezigheid van meer nichespelers ontstaat een toegevoegde waarde.
Een clusterbeleid stelt ons in staat een verbinding te maken met de bottom-up dynamiek van onze bedrijven. Het is voor mij belangrijk dat het vanuit de bedrijven zelf groeit. Zo kunnen we in een Europese en internationale context opportuniteiten uitbouwen.
En dat gebeurt dan, zoals ik zei, door een slimme specialisatie waardoor Vlaanderen zich toch nog kan onderscheiden in het internationaal netwerk. Naast 3D-printing zijn er nog een aantal andere veelbelovende gebieden. Ik denk daarbij aan de duurzame chemie. U weet dat ons innovatieplatform Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry (FISCH) begonnen is met een ambitieus programma voor nieuwe waardecreatie door biogebaseerde producten en processen en de recycling van polymeren. Je hebt ook de DSP Valley waar we slimme systemen hebben. Je hebt FlandersBio, dat een sterke biotechsector organiseert. Ook een domein waar veel van verwacht wordt, is de gepersonaliseerde geneeskunde, waar je inspeelt op wat in de westerse wereld unieker is dan elders, namelijk de vergrijzing van de bevolking.
We hebben sterke troeven, zowel in de industrie als in onze geneeskunde, de hospitalen en de wetenschap. Je hebt de zorg, agrofood, de recyclage van materialen. Daar zijn nog grote mogelijkheden. Voor mij is essentieel dat ik niet vanuit de overheid wil zeggen waar men de innovatie moet gaan zoeken, maar de actoren zelf laat zoeken wat er leeft, waar er clusterverbanden kunnen worden georganiseerd en hoe men zo Vlaanderen in kaart kan zetten. Door een ondersteunend clusterbeleid moeten we met de slimme specialisaties van Vlaanderen een topregio kunnen maken die attractief is voor investeren, werken en leren. Heel het’ Vanguard Principle’, dat vertrekt vanuit de regio’s en bedrijven in de regio’s, kan heel die dynamiek nog versterken naar een internationaal niveau.
Minister, het is van bijzonder groot belang dat er vanuit Vlaanderen een trekkersrol wordt opgenomen op Europees niveau rond het faciliteren voor transformatie van bedrijven, want de industriële omgeving wijzigt constant, alsook het competitief voordeel van bepaalde clusters. 3D-printing achtten we bijvoorbeeld twee jaar geleden nog compleet Blue Ocean Strategy, maar dat is nu steeds meer een competitieve wereld geworden. De uitdaging zal erin liggen om voornamelijk op het vlak van toepassingen te bekijken hoe we ons kunnen onderscheiden. Daarom is het heel belangrijk dat u het model hanteert waarbij de gebruikers worden betrokken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.