Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik hoef het Centrum voor Medische Innovatie (CMI) niet meer voor te stellen. Het is in 2006 opgericht door de Vlaamse overheid en is intussen uitgegroeid tot een vraaggedreven organisatie die het translationele biomedische onderzoek bevordert en faciliteert. Dat gebeurt in een samenwerkingsverband met de Vlaamse kennisinstellingen en de Vlaamse industrie. Het CMI heeft een ietwat aarzelende start gekend, maar is intussen uitgegroeid tot een instantie die haar verdiensten heeft en steeds meer voet aan de grond heeft gekregen.
Minister, de financiering van het CMI is eind 2014 afgelopen. Nu is de vraag wat er in de toekomst zal gebeuren. Uw voorganger, mevrouw Lieten, zei begin dit jaar nog dat het CMI een strategisch plan ontwikkeld heeft en mijlpalen vooropgesteld heeft. Er is een parcours afgelegd waarin die mijlpalen of kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) zijn gevolgd. In het voorjaar van 2014 heeft mevrouw Lieten gezegd dat er een aantal aanknopingspunten zijn die verder kunnen worden uitgewerkt.
Wat is nu de stand van zaken met betrekking tot het CMI? Hoe staat u tegenover die vervolgfinanciering? Welke voorwaarden koppelt u daaraan inzake het formuleren van mijlpalen en het halen van een aantal KPI’s? Hoe ver staat de integratie van het CMI in de drie ESFRI-programma’s (European Strategy Forum on Research Infrastructures)? Wat is uw visie op het CMI op langere termijn?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik heb het dossier bekeken en heb mij onder andere gebaseerd op een PowerPointpresentatie die gegeven is op 10 december 2014. Ik heb ook wat zitten rondkijken op websites, en heb een paar bijkomende vragen.
Om te beginnen vond ik de website niet heel duidelijk. Het was soms moeilijk om af te leiden wat ze nu eigenlijk exact doen. Ik had de indruk dat er misschien nog meer mogelijkheden waren rond het vermarkten van wat oorspronkelijk de doelstelling was.
Ten tweede denk ik dat het wel verstandig of handig zou kunnen zijn, mocht er een optimale samenwerking of een samensmelting kunnen zijn met het transformationeel geneeskundig onderzoek (TGO), dat via het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) loopt.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, de middelen voor de financiering van het CMI, via het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU), zijn bestemd voor enerzijds de biobankinfrastructuur en anderzijds voor de ondersteunende ICT-infrastructuur. Dat ging over respectievelijk 2,2 miljoen euro en 5 miljoen euro. De uitbetaling van de opeenvolgende financieringsschijven is gekoppeld aan voorwaarden.
Meer specifiek zijn de schijven zes tot acht bedoeld voor die ICT-infrastructuur. Aangezien de totale kost voor de uitbouw van de ICT-infrastructuur aanzienlijk lager ligt dan de initieel voorziene 5 miljoen euro, is dat bedrag ook niet volledig uitbetaald. We zullen nagaan in welke mate de andere component, de biobankinfrastructuur, al gerealiseerd is met de daarvoor voorziene middelen en welke financiering er nog nodig is om de uitbouw van de biobank te finaliseren.
Er is in Vlaanderen door de jaren heen een goed ontwikkelde lifescience-sector gegroeid. We staan daar zeer sterk. Ook op het vlak van biomedisch en klinisch onderzoek zitten we aan de top. Of het CMI daar echt een coördinerende en sturende rol moet spelen, is voor mij echter geen uitgemaakte zaak. Er is op mijn kabinet overleg geweest met het CMI om een stand van zaken op te maken. We gaan dat dit jaar ook voortzetten met alle stakeholders.
Het CMI heeft voor de Biobanking and Biomolecular Resources Research Infrastructure (BBMRI) eind september 2013 een voorstel voor Vlaamse deelname ingediend bij de Herculesstichting. Voor de European Advanced Translational Research Infrastructure in Medicine (EATRIS) en het European Clinical Research Infrastructures Network (ECRIN) werd de mogelijkheid van deelname van Vlaanderen door het CMI in een roadmap beschreven. Dat voorstel was echter minder uitgewerkt. We zullen binnenkort een beslissing kunnen nemen rond de deelname aan en financiering van die projecten.
België is sinds september 2013 stichtend lid van de BBMRI. Dat laat toe mee te beslissen over de inhoud van het werkprogramma en geeft onze wetenschappers zo de kans mee te werken aan de implementatie ervan.
Uw vierde vraag is voor mij de meest essentiële. Het CMI en zijn leden moeten effectief duidelijkheid krijgen over hun rol in de komende jaren. Op korte termijn hebben we daarom een audit georganiseerd om de precieze stand van zaken met betrekking tot de uitbouw van de infrastructuur in kaart te brengen. In functie daarvan en ook van het geplande overleg met de stakeholders zal aan het CMI duidelijkheid worden gegeven over zijn verdere rol.
Mijnheer Gryffroy, TGO was het antwoord op een eenmalige oproep. Ik denk dat het dan moeilijk is om die samen te nemen.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, u blijft – om het in voetbaltermen te zeggen – weinig aanvallend en nogal beperkt tot het middenveldspel: niet te veel naar achteren, maar zeker ook niet te veel naar voren.
Ik heb het daarnet al gezegd: ik denk dat het CMI een moeilijke start heeft gehad. De voorbije jaren heeft het CMI bewezen dat er een aantal zaken werden gerealiseerd en dat er mijlpalen werden gehaald.
De biobanken zijn er nu, maar vanaf het begin was het duidelijk dat die een eerste stap waren. Het is nu belangrijk om die kennis, de knowhow over die biobanken, te gebruiken, de praktische kennis te valoriseren in onze Vlaamse kennisinstellingen, onze Vlaamse universiteiten en de Vlaamse industrie. Ze zijn het aanknopingspunt geworden voor Vlaanderen in die Europese programma’s, om de BBMRI als voorbeeld te noemen.
Ik denk dat we dat moeten valoriseren. Ik denk ook dat het project, het CMI, recht heeft op duidelijkheid. We kunnen moeilijk zeggen dat we erop rekenen, zonder dat er financiële backing is.
Ik denk dat u misschien de uitzondering bent en graag minister blijft zonder daarvoor te worden betaald. Na een paar maanden zult u misschien ook zeggen dat een aantal zaken op het thuisfront moeten worden gefinancierd. Daarover moet duidelijkheid komen. Moet het in het CMI of kan het in een groter geheel? Zijn er efficiëntiewinsten – om het woord bij uitstek te gebruiken? Dat sluit ik ook niet uit.
Minister, ik denk dat het goed is om voor duidelijkheid te zorgen. U staat voor duidelijkheid. Ik reken erop dat u dat zult oplossen en het niet te lang in onduidelijke wateren zult laten. Ik denk dat de mensen rond het CMI het verdienen om op korte termijn te weten in welke mate zij verder kunnen gaan, financieel kunnen worden ondersteund of gevaloriseerd in een breder geheel. Ik wil u vragen om daarvan op relatief korte termijn werk te maken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil mij zeker aansluiten bij de hoofdvraag van de heer Van den Heuvel. Om het in voetbaltermen uit te drukken: een goede aanval vertrekt vanuit een goed georganiseerd middenveld. (Gelach)
Minister, ik zou graag hebben dat we de uitslag van deze audit kunnen zien, zodat we weten wat er daar gebeurt. Ik denk dat er twee cruciale vragen zijn. Er is een vraag die naar de kern gaat van het CMI: is het nodig of nuttig? Wat is de meerwaarde naar de toekomst? Op basis daarvan kunnen we het misschien aan de minister overlaten om tot een duidelijke beslissing te komen.
Minister Muyters heeft het word.
Uiteraard kan ik niet achterblijven als we het over voetbal hebben. Ik heb altijd geleerd dat diegene die de slag om het middenveld wint, de meeste kans heeft om de match te winnen. De slag om het middenveld lijkt mij het overleg en de audit die we nu zullen voeren. Dat lijkt mij ook noodzakelijk. Ik ben het wel met u eens, mijnheer Van den Heuvel: als je bij het middenveld speelt, dan scoor je niet.
Ik wil in het samenspel van het overleg, de audit en mijn kabinet, ervoor zorgen dat we snel tot de goal van de tegenstander komen, om het dan zo te houden. U mag erop rekenen dat we het op die manier zullen doen.
Ik denk dat het nuttig en zinvol is om de oefening die we doen, ook effectief af te ronden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.