Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Anseeuw heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de Federale Regering voorziet in haar beleidsverklaring in het luik justitie de komst van twee nieuwe casino's, waarvan een in Vlaanderen. Voorts voorziet ze in een bijkomende regeling die internationale cruiseschepen toelaat in Belgische territoriale wateren kansspelen of weddenschappen te exploiteren. We weten dat de ontwikkeling van een gokstoornis door veel factoren wordt bepaald, maar een ervan is de gelegenheid die zich voordoet.
Bijzonder typisch aan gokverslaving is dat ze nog veel meer dan een alcohol- of drugsverslaving lang verborgen kan blijven voor de omgeving, terwijl de persoonlijke schade blijft oplopen. Ook daarom is vroegdetectie erg belangrijk.
De aanleiding voor mijn vraag is het nieuwe casino, maar het beperkt zich daar niet toe. Het geldt voor alle casino’s. Over de omvang van de gokproblematiek heb ik cijfers gevonden die dateren van 2006. Toen waren er ruim 34.000 pathologische gokkers. Meer recente cijfers heb ik niet gevonden, behalve Europese cijfers. Daarin wordt ervan uitgegaan dat 0,5 procent van de volwassen bevolking een pathologisch gokker is en dus een gokverslaving heeft. Dat zou, geëxtrapoleerd naar België, betekenen dat het hier om 43.000 volwassenen gaat. Als we dezelfde oefening voor Vlaanderen maken, komen we ook aan een aanzienlijk aantal.
Minister, de gelegenheid is een van de bepalende factoren in de ontwikkeling van een gokstoornis bij het individu en is bepalend voor de omvang van de gokproblematiek. Welke impact verwacht u op de problematiek van de gokverslaving door de komst van een nieuw casino in Vlaanderen? Waarop baseert u uw vermoeden? Beschikt u over meer recente cijfers wat betreft het voorkomen van problematisch gokken? Op welke manier wilt u de impact ondervangen? Welke specifieke maatregelen plant u?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Dames en heren, regelmatig gokken in casino’s is onder de algemene bevolking eerder uitzonderlijk. Het onderzoek uit 2006 waarnaar u verwijst, geeft aan dat het gaat om 0,2 procent van de bevolking. Ter vergelijking: 23 procent speelt regelmatig op de loterijen. Sinds 2006 is er geen gelijkaardig onderzoek meer uitgevoerd, maar we weten wel dat de totale omzet van de Vlaamse casino’s tussen 2008 en 2012 is gestegen van 40 miljoen euro naar 47 miljoen euro. Dat valt op te maken uit het jaarrapport van de Kansspelcommissie. Onderzoek uit 2004 geeft ook aan dat onder het publiek dat casino’s bezoekt, ongeveer 20 procent problematisch gokt. Of en hoeveel verschil een extra licentie zal maken, valt moeilijk te voorspellen. Vanuit onze bevoegdheid moeten we vooral inzetten op preventie. Over de impact van de komst van een nieuw casino kan ik geen echte gevalideerde uitspraken doen.
Ik plan op de korte termijn geen nieuwe specifieke maatregelen. Inzake gokken in casino’s zijn al heel wat beschermende maatregelen voor mensen met problemen genomen, maatregelen die trouwens bijna allemaal onder de federale bevoegdheid vallen. De meest bekende is de uitsluiting. Die kan vrijwillig zijn op aanvraag van de persoon in kwestie, maar ook op aanvraag van derden, zoals familieleden, of ze kan het gevolg zijn van een gerechtelijke beslissing, bijvoorbeeld aansluitend op een collectieve schuldenregeling. Voor een aantal beroepen, zoals politie, geldt een wettelijke uitsluiting.
Op het vlak van preventie en hulpverlening zijn er op het federale niveau initiatieven van de Kansspelcommissie, waaronder de website www.gokhulp.be. Op het Vlaamse niveau heeft de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) het thema ‘gokken’ geïntegreerd in zowat al haar methodieken en diensten. Een overzicht hiervan kunt u vinden op de website www.druglijn.be, en meer bepaald onder de rubriek ‘Aan de slag/gokken’. Hetzelfde geldt voor de preventieactiviteiten van De Sleutel naar scholen. Mensen met problemen kunnen ook terecht bij de centra voor geestelijke gezondheidszorg die beschikken over gespecialiseerde verslavingsteams.
Het onderzoek van 2006 is sindsdien niet meer herhaald, dus over gelijkaardige recentere cijfers beschikken we niet. Als we kijken naar de cijfers van de VAD-leerlingenbevraging, bij jongeren uit het secundair onderwijs, dan zien we een dalende trend. Het aantal jongeren dat in het jaar voor de bevraging minstens één keer een krasbiljet kocht, daalde van 19,7 procent in 2008 naar 11 procent in 2012. Bingo spelen op café daalde van 8,6 procent naar 3,9 procent. Regelmatig gokken blijft ook zeer beperkt. Op de website van de VAD vindt u een factsheet en een dossier met alle beschikbare informatie met betrekking tot gokken.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik ben niet helemaal tevreden. U zegt dat het allemaal reuze meevalt, maar als we de meest recente cijfers van Europa naar Vlaanderen extrapoleren, komen we op 32.500 mensen. Die mensen maken doorgaans deel uit van een gezin. U weet even goed als ik dat gokverslaving bijzonder nefast is in alle aspecten van het leven van het individu. Er is ook een maatschappelijke kost aan verbonden. Ter vergelijking zegt u dat 23 procent speelt op de loterij. Niet elke gokker is een problematische gokker. Dat moeten we er ook niet van maken. Die vergelijking gaat dus niet op.
Ik had gehoopt dat er wel concrete maatregelen zouden worden genomen en een versterkend beleid zou worden gevoerd. Ik ben er allesbelhave voorstander van om in te grijpen in de individuele vrijheid van elke volwassene die wil gokken. Dat zou ik niet durven voorstellen. Vroegdetectie is bijzonder belangrijk. Dat haalt u ook aan. We weten dat dit, veel meer nog dan bij andere verslavingen, zoals aan alcohol of drugs, lang verborgen kan blijven. Er zijn wel mogelijkheden om in te zetten op een versterkte vroegdetectie. De plaats bij uitstek zijn de casino’s zelf.
En ik weet dat u om maatregelen te kunnen nemen of voor te stellen, in overleg moet treden met uw federale collega bevoegd voor de justitie. Het zou goed zijn om dat te doen, en ik wil ook een aantal suggesties doen.
De meest geschikte plaats om aan vroegdetectie te doen, is het casino zelf. Daar kunnen medewerkers van het casino opmerken wie vaker en vaker komt spelen, wie voor steeds meer geld komt spelen, wie zich veel sneller en vaker verliest in het spel. Het zijn net die mensen die we moeten betrekken bij vroegdetectie en die men zou kunnen opleiden. Casino’s zouden eigenlijk moeten gaan samenwerken met ambulante centra zoals bijvoorbeeld centra voor geestelijke gezondheidszorg om werk te maken van een doorverwijzing van problematische gokkers naar hulpverlening. Dit zijn toch zeer concrete maatregelen die vroegdetectie wel kunnen versterken zonder dat men van elke gokker of van elke speler een problematische gokker moet maken. We moeten ze niet allemaal op één hoop gooien.
Vanwege de enorme schade die mens en maatschappij door gokverslaving kunnen lijden, is het belangrijk om meer ambitie aan de dag te leggen, na te gaan welke concrete maatregelen ten goede kunnen komen en in overleg te treden met de federale minister van Justitie. Er is een bevoegdheidsverdeling; daarmee moeten we het doen, maar daarmee kunnen we ook wel wat doen. Dat is mijn pleidooi.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De maatschappij zit inderdaad vol verleidingen voor verslavingen. Ik vrees dat dit onvermijdelijk is. Het neemt natuurlijk niet weg dat gokverslaving, net als alle andere verslavingen, op individueel vlak een zware beproeving is voor zowel de betrokkene als zijn omgeving. Het aanbod van verleidingen, in casu casino’s, heeft een impact op de kans van problematisch gokken.
We hebben als maatschappij de opdracht regels uit te vaardigen om de kans op verslavingen in te dijken door in te grijpen op de manier waarop de casino’s zich presenteren aan de gebruiker en door te investeren in sensibilisering en in een opvoeding die handvaten aanreikt om te weerstaan aan verleidingen.
We kunnen ook een lange rij van verboden creëren, maar ook dat houdt risico’s in, want zelfs wettelijke verboden oefenen een zekere aantrekkingskracht uit om ze te overtreden.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik heb er geen enkel probleem mee om contact op te nemen met de federale minister bevoegd voor de justitie, die ook de Kansspelcommissie onder zijn bevoegdheid heeft, om na te gaan of er nog mogelijkheden zijn om de aansluiting op het preventief aanbod van hulpverlening te optimaliseren en ook preventief te zijn binnen de regelgeving van de casino’s. Ik wil dus wel aan minister Geens vragen of er, naar aanleiding van het feit dat er in Vlaanderen één casino gaat bijkomen en op basis van de signalen van de Kansspelcommissie, iets mogelijk is. Ik wil dat gerust doen.
Op het vlak van preventie en hulpverlening is het goed dat het aanbod dat er is, voldoende geïntegreerd blijft in de werking van de VAD en de hulpverlening die we daarvoor aanbieden. Ik pleit er niet voor om nog eens een heel specifieke benadering te ontwikkelen als we voldoende stukken geïntegreerd kunnen houden of als de organisaties de hulpverlening, die natuurlijk voor een stuk specifiek is, kunnen organiseren.
Laat ons afspreken dat we contact leggen en u zullen informeren over het gevolg dat de federale collega’s hieraan geven, in samenwerking met het aanbod vanuit Vlaanderen.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Ik ben bijzonder tevreden met uw bereidwilligheid om mijn suggesties te onderzoeken. Ik volg u in uw stelling dat we niet nog eens een stukje moeten breien aan het aanbod dat er vandaag is. Ik suggereerde daarom ook om samen te werken met de centra voor geestelijke gezondheidszorg, waarbij de casino’s hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen met hun personeel, dat zou kunnen worden opgeleid, niet enkel om problemen bij spelers te detecteren, maar ook om vaardigheden aan te leren om het gesprek aan te knopen. Het zijn natuurlijk niet de gemakkelijkste gesprekken, maar je moet op dat moment de eerste stappen zetten.
Ik denk dat we elkaar bijna gevonden hebben. Ik kijk uit naar het verdere vervolg. Er moet een actuele aanleiding zijn om een vraag te stellen, maar ik heb van in het begin gezegd dat mijn vraag zich niet beperkt tot dat ene casino. Het is wel de aanleiding om er hier te kunnen over spreken. Het verheugt me dat we in de toekomst stappen in de goede richting kunnen zetten. Ik dank u voor uw bereidwilligheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.