Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
In Vlaanderen wordt jaarlijks bij meer dan 15.000 huurders een procedure opgestart om hen uit hun huurwoning te zetten. De reden hiervoor is meestal dat ze de huur niet meer kunnen betalen. In 80 procent van de gevallen gaat het om huurders met een woning op de privémarkt. De begeleiding en ondersteuning van de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) richt zich echter bijna uitsluitend op de sociale huurmarkt. Zo is er in het verleden veel gedaan om betalingsproblemen vroegtijdig op te sporen en zijn er een aantal pilootprojecten die hebben bewezen een nuttige bijdrage te kunnen leveren.
Uit cijfers van het pilootproject ‘Bemoeizorg als crisisinterventie bij uithuiszetting’ blijkt dat bij intensieve bemiddeling 88 procent van de trajecten positief werd afgerond. Een dergelijk resultaat werd eerder ook al door CAW Limburg geboekt.
Aangezien veel meer private dan sociale huurders met een uithuiszettingsprocedure te maken krijgen en hun begeleiding zeer beperkt is, heb ik nog een aantal vragen voor u.
Minister, staat u achter de begeleiding van private huurders in een uithuiszettingsprocedure, conform de procedure zoals die vandaag voor de sociale huurders bestaat? Indien dat het geval is, hoe zult u deze begeleiding organiseren?
Welke maatregelen zult u nemen om het aantal uithuiszettingsprocedures in te perken?
Welke initiatieven zult u nemen om dergelijke problemen in een vroeg stadium te ontdekken? Het lijkt me essentieel dat die problemen zo snel mogelijk worden gedetecteerd. Is er nazorg mogelijk voor huurders die hervallen en opnieuw in de problemen komen?
Minister Hostekint heeft het woord.
Het gaat hier over twee belangrijke instrumenten. Een daarvan is het blijvend inzetten op woningen van sociale verhuurkantoren (SVK’s) waardoor we dit soort problemen grotendeels kunnen vermijden. Daar is immers al voorzien in een begeleiding. Wanneer private eigenaars zo veel mogelijk hun woningen via een SVK verhuren, dan remediëren we al aan een aantal zaken die de heer Engelbosch heeft opgenoemd. Het tweede instrument is het Huurgarantiefonds. Minister, ik denk dat we daar blijvend op moeten inzetten. Ik heb gezien dat u ook die mening bent toegedaan. We moeten inzetten op sensibilisering en bekendmaking maar ook op het warm maken van eigenaars om in zo’n Huurgarantiefonds te stappen. Dat biedt zekerheid aan de eigenaars maar in de eerste plaats ook aan de huurders om niet uit huis te worden gezet. Minister, ik blijf ervoor pleiten dat u inzet op beide instrumenten zoals dat ook in het verleden het geval was. Die instrumenten moeten verder worden uitgebouwd. Daarmee zullen we niet alle uithuiszettingen kunnen vermijden, maar zetten we alvast een stap in de goede richting.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vorige sprekers en wil erop wijzen dat de private huurmarkt alle aandacht verdient. Dat staat ook in de beleidsnota. Het voorkomen van uithuiszettingen moet een prioriteit zijn. Bij uithuiszettingen zijn er alleen maar verliezers, zowel bij de huurders als bij de verhuurders. Ik sluit me dan ook aan bij het pleidooi voor het Huurgarantiefonds dat we hier hebben besproken. Vandaag is een huurder afhankelijk van de verhuurder. Als de verhuurder niet aangesloten is bij het Huurgarantiefonds, bevindt de huurder zich in een zwakkere positie dan wanneer de verhuurder wel is aangesloten. Het Huurgarantiefonds is een heel goed middel. We moeten er alles aan doen om uithuiszettingen te voorkomen.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Engelbosch, ik ben het met u eens dat niet alleen sociale huurders, maar ook de private huurders meer beschermd moeten worden in het licht van uithuiszettingen. We moeten zeker werken aan het voorkomen van uithuiszettingen, aan de preventie, dat is heel belangrijk.
Er zijn al een aantal initiatieven op lokaal niveau. Bijvoorbeeld in Antwerpen is er met het OCMW in 2013 een project gestart waarbij ook private huurders, verhuurders en hulpverleners, huurders met beginnende problemen konden aanmelden via een webformulier of telefonisch. Ze werden dan grondig bijgestaan, ze kregen onmiddellijk begeleiding van OCMW-medewerkers. Er werd ook onmiddellijk overgegaan op een dossier van schuldhulpbemiddeling en zo meer. Het is een heel goed lokaal initiatief.
Natuurlijk ligt de sleutel voor deze problematiek ook een beetje bij minister Vandeurzen. Hij is dit heel genegen. Hij ziet heel veel heil in een goede woonbegeleiding, niet alleen van sociale huurders, maar ook van private huurders. Hij zal de nodige middelen blijven vrijmaken in het licht van woonbegeleiding.
Inzake initiatieven vanuit Wonen heeft met name mevrouw Hostekint verwezen naar het Huurgarantiefonds. We moeten dat absoluut als een waardevol instrument blijven bekijken.
Dat we de huursubsidie en de huurpremie beter op elkaar moeten afstemmen, zeggen we ook al een tijdje. Dat staat nu ook heel duidelijk in de beleidsnota. Het is niet zo eenvoudig, maar ik meen dat het nuttig is om ze op elkaar af te stemmen om ervoor te zorgen dat de middelen bij de juiste mensen terechtkomen.
De svk’s versterken, moet absoluut. Mevrouw Hostekint heeft dat ook aangekaart. U weet dat ik dat al jaren zeg. Het kan een heel belangrijke actor in het woonbeleid zijn.
Natuurlijk is er ook de Woninghuurwet. Die is overgekomen sinds 1 juli 2014 en is een potentieel instrument voor de preventie van uithuiszetting. We zijn nu aan het bekijken hoe we die gaan implementeren, waar we die gaan veranderen. We moeten er natuurlijk voor zorgen dat we juridisch heel stevig in onze schoenen staan. We moeten opnieuw gaan zoeken naar een evenwicht tussen de rechten van de huurder en de rechten van de verhuurder, dat is heel belangrijk.
Velen zullen nu misschien denken dat dit een getelefoneerde vraag is. De heer Engelbosch kan beamen dat het niet zo is. Ik heb in het begin van deze week, gelet op het feit dat ik veel aandacht wil besteden aan de preventie van uithuiszettingen op de private woningmarkt, 312.000 euro vrijgemaakt. Ik kan u ook al zeggen waaraan ik de subsidies zal geven. Het gaat voor alle duidelijkheid over de private woningmarkt. We richten ons op de preventie van uithuiszettingen en van dakloosheid.
Ik heb 60.000 euro aan het CAW Antwerpen gegeven, 36.000 euro aan CAW De Kempen, 46.000 euro aan CAW Oost-Brabant, 50.000 euro aan CAW Halle-Vilvoorde, 60.000 euro voor CAW Centraal-West-Vlaanderen en 60.000 euro aan CAW Oost-Vlaanderen. Begin deze week heb ik dit allemaal ondertekend. De middelen zijn voorlopig voor één jaar toegekend. Als het een succes is, is het belangrijk dat we dit zeker herhalen in de toekomst.
Uiteraard zal er worden samengewerkt met de gemeenten en steden in kwestie, met de politie en zeker ook met de verhuurders. Dat is essentieel om bij de eerste signalen de problemen proactief aan te pakken. De bedoeling is ook dat niet elke CAW het warm water opnieuw uitvindt, maar dat de goede praktijken actief worden gedeeld. Bepaalde CAW’s hebben al wat meer ervaring, weliswaar vooral gefocust op de begeleiding van de huurders op de sociale woningmarkt. Die praktijkervaring kan zeker ook dienen voor de begeleiding van bewoners op de private huurmarkt.
Ik meen dat de periode van studies voorbij is, we moeten tot actie overgaan. Dat is de bedoeling achter de extra middelen, achter de 312.000 euro die ik in het begin van deze week heb vrijgemaakt. En voor alle duidelijkheid: ik heb ze vrijgemaakt vanuit mijn bevoegdheid Armoedebestrijding.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Voorzitter, minister, bedankt voor het antwoord. Ik kan er alleen maar tevreden mee zijn, want het is belangrijk dat we ook voor de private huurmarkt het nodige doen.
Ik hoorde mevrouw Hostekint daarstraks aanhalen dat we de problemen kunnen oplossen door meer in te zetten op de sociale verhuurkantoren. Dat is waar, maar dan zitten we eigenlijk al in een andere fase van woninghuur. We hebben het daar al over gehad in de vorige plenaire vergadering tijdens de bespreking van de beleidsnota’s. Het gaat dan al niet meer over de zuivere private huurmarkt van verhuurder naar huurder, want dan is er al een tussenstation dat ondersteuning biedt. Mijn vraag was echt gericht op de verhuurder die verhuurt aan de huurder.
Iedereen erkent dat het Huurgarantiefonds een heel nuttige tool is. Ik hoor altijd dat we het meer bekend moeten maken. Ik heb al gezegd dat het minder complex moet worden gemaakt. Ik denk dat het redelijk bekend is bij de verhuurders en bij verhuurorganisaties. Velen vinden echter dat het sop de kool niet waard is, dat ze heel veel formulieren moeten invullen, gespreid over een heel lange periode. Als ze dan een vonnis van een rechter hebben, moeten ze nog van alles doen om dat te krijgen. Dat is een probleem.
Ik ben natuurlijk heel tevreden dat u geld vrijmaakt voor de ondersteuning van de CAW’s. Ik ben iets minder tevreden dat CAW Limburg er voorlopig niet tussen zit. Daar kan misschien nog het nodige voor worden gedaan als ik eens heel diep in uw ogen kijk. (Gelach. Rumoer)
Het CAW Oost-Brabant is zeker ook vragende partij.
Het is heel belangrijk dat de OCMW’s zich zelf heel proactief opstellen. Ze komen heel vaak bij de mensen thuis om een bemiddeling op te starten wegens achterstal van energiefacturen en dergelijke. Het zou goed zijn dat ze het initiatief nemen om te bekijken hoe het zit met de huurgelden, dat ze proactief zijn. Zo is er onmiddellijk een eerste detectie. Zo kan contact worden opgenomen met de verhuurder om samen tot een oplossing te komen. Daardoor kan worden vermeden dat naar een rechter wordt gestapt.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik ben eigenlijk blij, maar ik ben ook een beetje verwonderd over de budgetten die werden vrijgemaakt. Ik heb reeds gezegd bij de bespreking van de beleidsnota dat de projecten Wonen-Welzijn nog lopende zijn. De evaluaties lopen af in augustus 2015. Toen werd gezegd dat op dat ogenblik zal worden bekeken welke beslissingen moeten worden genomen voor Wonen om maatregelen te nemen bij de problematiek van Wonen-Welzijn.
Ik ben tevreden met uw inspanning, minister, daarover gaat het niet. U hoort van de collega’s dat er nog CAW’s vragende partij zijn. Mijn vraag ging over het CAW Midden West-Vlaanderen. U hebt het genoemd, het valt in de prijzen. Dat CAW had nu net bij de projecten Wonen-Welzijn een dossier ingediend waarin woonbemiddeling heel actief zou zijn. Er zou heel goed worden uitgedokterd hoe aan preventie van uithuiszetting kon worden gedaan. U hebt beslist vanuit Armoedebestrijding, dat is schitterend.
Mijn vraag was enkel aan welke criteria men moest voldoen om als CAW extra budget te krijgen. Ik herhaal dat ik er voorstander van ben dat wordt ingezet op woonbemiddeling, maar ik zou graag weten hoe de keuze werd gemaakt en hoe er werd verdeeld.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Engelbosch, het is absoluut waar dat het Huurgarantiefonds te veel administratieve rompslomp met zich meebrengt. We hebben al verschillende keren gezegd dat we het moeten vereenvoudigen. We zullen dat ook doen.
Er wordt gevraagd hoe het komt dat bepaalde CAW’s geld hebben gekregen en andere niet. Elk CAW heeft een oproep gekregen. Elk CAW kreeg de vraag. CAW Limburg, dat bij naam werd genoemd, hebben we zelf verschillende keren gecontacteerd met de vraag of het echt geen project wilde indienen. Het antwoord was “neen”. Dus ja … (Rumoer)
Limburg is blijkbaar een welvarende provincie, waar er geen problemen zijn. Alle gekheid op een stokje, we hebben wel degelijk een projectoproep gelanceerd. Iedereen die heeft ingetekend, heeft subsidies gekregen. U kunt dan ook concluderen dat de CAW’s die ik niet heb genoemd, geen aanvraag hebben ingediend, noch een project.
Mevrouw Coppé, de projecten Wonen-Welzijn, dat is natuurlijk iets totaal anders. Ik heb ook heel duidelijk in de beleidsnota aangegeven dat de projecten die nu lopen, zullen worden geëvalueerd, en dat we die wellicht ook zullen voortzetten. Het budget van 312.000 euro dat ik nu heb vrijgemaakt, is geen geld dat van die projecten afgaat. Voor alle duidelijkheid, bij de projecten Wonen-Welzijn sta ik als minister bevoegd voor het woonbeleid in voor de infrastructuur en minister Vandeurzen voor heel de begeleiding en de omkadering. Die woonbegeleiding valt dus onder de bevoegdheid van collega Vandeurzen. Dat staat dus totaal los van deze nieuwe projecten. Het is geenszins mijn bedoeling om die 312.000 euro nu af te trekken van de engagementen die ik verder op mij zal nemen bij de projecten Wonen-Welzijn.
Kan er een overzicht worden gegeven van de subsidies die u hebt opgesomd? Kan dat bij het verslag worden gevoegd? Bijvoorbeeld Mechelen heeft dat niet gedaan. Ik zal Mechelen dan wel aanschrijven om te vragen waarom ze niet hebben gereageerd.
Ze zijn allemaal aangeschreven. Iedereen die heeft gereageerd, heeft geld gekregen.
Dat komt sowieso in het verslag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.