Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, op 26 november organiseerde Child Focus in Antwerpen een studiedag over de preventieve aanpak van pedofilie. Heidi De Pauw, CEO van Child Focus, heeft daar nog eens het belang van dadertherapie onderstreept. Zij stelde dat “het van essentieel belang is dat er in ons land in toegankelijke, betaalbare en vertrouwelijke zorg en ondersteuning voorzien wordt voor daders met een juridische maatregel, maar ook voor potentiële daders, die met pedofiele gevoelens, fantasieën of impulsen rondlopen en niet gekend zijn bij het gerecht. Zij kunnen nu te vaak nergens terecht.”
De huidige hulpverlening richt zich op het voorkomen van recidive, wat vanzelfsprekend erg belangrijk is, maar er is een stuk dat wat onderbelicht blijft, en dat is de preventie. Nochtans is preventie in dezen bijzonder belangrijk. Als we mensen met pedofiele gevoelens of impulsen op tijd kunnen detecteren, als zij op tijd de kans krijgen om aan te geven dat ze geplaagd worden door dergelijke gevoelens of impulsen, kunnen wij ook voorkomen dat een kind slachtoffer wordt, alvorens die persoon in behandeling gaat.
Op de studiedag werd opgeroepen tot het creëren van een laagdrempelig contactpunt, zodat mensen met een hulp- of adviesvraag over pedofiele neigingen ergens terechtkunnen. Redelijk wat buitenlandse voorbeelden inspireerden Child Focus daarbij. In Nederland is sinds 2012 de telefoonlijn Stop It Now actief. Intussen hebben meer dan vijfhonderd mensen contact opgenomen met die telefoonlijn. Een flink pak van die mensen zijn intussen ook in behandeling. In Groot-Brittannië bestaat een gelijkaardig initiatief al sinds 2002. Daar zijn al ruim 40.000 oproepen beantwoord van mensen die zelf met die neigingen of gevoelens kampen, of hun familieleden, mensen die zich zorgen maken over iemand die met die gevoelens of impulsen kampt. Veel van die mensen komen dan ook in de hulpverlening terecht. Een laatste goed voorbeeld is een Duits project, waar vertrouwelijke therapeutische behandeling voor mensen met pedofiele gevoelens en neigingen ertoe leidt dat heel wat slachtoffers voorkomen worden.
Minister, op welke manier denkt u in Vlaanderen, misschien geïnspireerd op die buitenlandse voorbeelden en een antwoord biedend op de oproep van Child Focus, mee te kunnen bouwen aan de preventieve aanpak? Hoe wilt u het voor mensen die zelf aangeven te worstelen met die gevoelens en impulsen, eenvoudig maken om daar hulp voor te zoeken? Ik denk dan bijvoorbeeld aan een specifieke hulplijn, want als je eerst naar 1712 belt en je moet eerst uitleggen waarover het gaat, is de drempel veel hoger dan als je naar een specifiek nummer belt, waarbij de persoon aan de andere kant van de lijn weet dat je om die reden belt. Je moet een veel minder grote drempel over, en dat is de belangrijkste reden van het succes elders.
Denkt u aan een gelijkaardig initiatief? Plant u dat soort laagdrempelige hulplijn? Op welke manier denkt u eventueel op andere manieren preventie een plaats te geven in dit verband, door bijvoorbeeld zoals in Duitsland de drempel naar therapiecentra extra laag te maken voor mensen die weliswaar die neigingen en impulsen kennen, maar nog geen strafbare feiten hebben gepleegd?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld zijn ernstige maatschappelijke problemen met een aanzienlijke impact. Plegers en potentiële plegers van zedenfeiten kampen soms ook met gezondheids- en welzijnsproblemen: ze sluiten zich af van de samenleving en belasten hun geweten en gemoedsrust met vaak ernstige twijfels en schaamtegevoelens.
In navolging van de Wereldgezondheidsorganisatie is het belangrijk om seksueel geweld te benoemen als een prioritair gezondheidsprobleem, waarbij werk wordt gemaakt van preventie en van een terugvalpreventieve aanpak van daders. Justitie biedt immers niet altijd een alomvattend antwoord op seksueel misbruik. Zo is er bijvoorbeeld ook een lage aangiftebereidheid.
Het sluitstuk van preventie is een aanbod ‘om geen dader te worden’ voor mensen die zich oprecht zorgen maken over hun fantasieën en seksuele aandrang.
We achten het dan ook essentieel dat een flankerend preventief beleid ontwikkeld wordt, dat gericht inzet op de uitvoering, versterking en verankering van acties die bijdragen tot de preventie en aanpak van geweld, misbruik en kindermishandeling. Het stroomlijnen van het aanbod voor seksuele delinquenten vormt daarbij een van de belangrijke opdrachten.
Dit dient te gebeuren conform en in uitvoering van de Europese richtlijn van 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie. In die richtlijn bevelen het Europees Parlement en de Europese Raad de lidstaten aan om de nodige maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat doeltreffende interventieprogramma’s en -maatregelen beschikbaar worden gesteld met het oog op het voorkomen en tot een minimum terugbrengen van het risico op herhaling van zedendelicten tegen kinderen.
Ook vanuit Vlaanderen moeten we hier elementen uitbouwen, waarmee we voortbouwen op het reeds geïnitieerde en afgestemde beleid. De mogelijkheden van zorg op maat en een maximaal toegankelijke zorg zijn hierin de kernpunten.
We willen ruime aandacht besteden aan de positieve beeldvorming rond de geestelijke gezondheidszorg, met evenveel aandacht voor preventie als voor curatie. We werken, samen met de federale overheid, aan de ontwikkeling van zorgcircuits, waardoor een diversiteit aan ondersteuning toegankelijk wordt binnen één coherent geheel.
Vandaag beschikken we over een divers aanbod voor preventie en terugvalpreventie. Met de steun van de Vlaamse overheid ontwikkelde Sensoa de website www.seksualiteit.be, een aanbod dat ontwikkeld is rond het maken van seksueel gezonde keuzes. Ook bijvoorbeeld de dienst I.T.E.R., een samenwerking tussen het cgg en het CAW, zet in op gerichte informatie aan mensen met pedofiele gevoelens, ter preventie van seksuele delicten. Er is verder de dienstverlening van Tele-Onthaal, die werd ingericht opdat mensen anoniem ergens terechtkunnen voor een gesprek, via de telefoon of via de chat. Er is ook nog het aanbod gericht aan daders van seksuele delicten binnen de negen centra voor geestelijke gezondheidszorg met hun forensische teams en de integrale psychosociale begeleiding gericht op minderjarige en meerderjarige plegers van seksueel misbruik en georganiseerd door de centra algemeen welzijnswerk.
Verder willen we het algemeen beleid om geweld, misbruik en kindermishandeling beter aan te pakken, voortzetten, onder meer door 1712 als meldpunt verder maximaal toegankelijk te maken voor alle burgers. We investeren daarom verder in de samenwerking tussen Welzijn, politie en Justitie, en voeren een gericht en doorgedreven beleid rond grensoverschrijdend gedrag in voorzieningen.
Zeer recent, met name vorige woensdag, 26 november, vond er een studiedag plaats, georganiseerd door Child Focus en het Universitair Forensisch Centrum, rond preventieve hulp aan mensen met pedofiele gevoelens. Ik heb zelf het openingswoord gehouden op die studiedag. Ik heb daar wel degelijk met de mensen gesproken, om na te gaan welke informatie we konden meenemen. Op de studiedag konden dankzij de aanwezigheid van en de ervaringsuitwisseling tussen experts uit binnen- en buitenland een aantal bouwstenen worden verzameld voor de ontwikkeling van een laagdrempelig contactpunt in Vlaanderen.
Ik heb met Child Focus afgesproken dat zij met ons het verslag van die studiedag zouden bespreken. We zullen dan ook samen met Child Focus en het Universitair Forensisch Centrum bekijken welke noodzakelijke elementen we kunnen meenemen naar de mogelijke of wenselijke organisatie van een dergelijk toegankelijk meldpunt. We kunnen hierbij diverse zaken onderzoeken, zoals de mogelijkheden van een laagdrempelig online aanbod. We sluiten daarbij niets uit. Ik heb met de directrice van Child Focus afgesproken dat zij de conclusies uit die studiedag voor ons in een verslag zou gieten en met ons zou bespreken.
Zoals we reeds hebben verduidelijkt, streven we maximaal naar de toegankelijkheid van informatie en willen we ervoor zorgen dat mensen met pedofiele gevoelens ergens terechtkunnen voor een gesprek. De opvang en begeleiding van deze mensen, die wordt gerealiseerd binnen de cgg en de CAW, sluit daar vervolgens rechtstreeks op aan. Die voorzieningen bieden, naast hun begeleidingen in het kader van het samenwerkingsakkoord inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik, ook nu reeds hulpverlening op meer vrijwillige basis aan.
Een toegankelijk meldpunt kan voor mensen die worstelen met pedofiele gedachten of gevoelens, maar nog geen strafbare feiten hebben gepleegd, de drempel naar therapiecentra daadwerkelijk verlagen. Een daarop aansluitend gestroomlijnd aanbod van de reeds bestaande voorzieningen die begeleiding en behandeling bieden aan deze doelgroep, moet een kwalitatieve opvang en begeleiding van deze doelgroep waarborgen.
Samen met u willen we dan ook uitdrukkelijk stellen dat professionele hulp een essentieel verschil kan maken en dat preventie enorm belangrijk is, zeker ook waar het gaat over pedofilie: we moeten voorkomen dat kinderen het slachtoffer worden.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik onthoud dat u beaamt dat niet louter die terugvalpreventie, het voorkomen van recidive, belangrijk is, maar dat er ook meer aandacht moet zijn voor de preventie zelf. Als ik het goed begrijp, wilt u dat enerzijds doen door het bestaand aanbod te herstructureren en toegankelijk te maken en anderzijds door een online-aanbod te ontwikkelen, als dat na onderzoek zinvol blijkt.
Wat ik nog niet heel duidelijk heb begrepen, is of u in dat onderzoek ook die telefoonlijn die men voorstelde, zult meenemen. Ik zou het zeker verwelkomen als u die mogelijkheden zou bekijken. Ik ben zeer tevreden dat u ernstig overweegt om die stappen te zetten en dat u dat laat onderzoeken. Wellicht zult u op die manier heel wat slachtoffers kunnen vermijden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.