Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Vraag om uitleg over het rapport 'Vlaming toont 2 gezichten tegenover holebiseksualiteit'
Verslag
De heer De Bruyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik moet toegeven dat ik even geaarzeld heb om deze vraag in te dienen. Dit thema zal uiteraard ook aan bod komen bij de bespreking van de beleidsnota’s. Ik heb het dan toch maar gedaan omdat het rapport door de Vlaamse Regering zelf wordt gebracht, waardoor de actualiteitswaarde mij voldoende sterk leek. Het rapport geeft aan dat we redenen hebben om tevreden te zijn, maar ook redenen om ongerust te zijn wat betreft de aanvaarding van en de houding tegenover holebiseksualiteit.
Het merendeel van de Vlamingen heeft geen moeite meer met twee mannen of twee vrouwen die huwen, de uitbreiding van de mogelijkheden van adoptie zijn zeer goed verteerd en geïntegreerd in de maatschappij – dat gaat allemaal goed. Bij de maatschappelijke aanvaarding zijn er echter wel nog wat pijnpunten. Als we alle cijfers uit het rapport op een rij zetten, zien we dat mensen het toch nog moeilijk hebben met homo’s die ‘overdreven aandacht’ – zo noemt men dat dan – voor hun behandeling opeisen, of als mannen elkaar kussen op straat, vindt men dat net nog aanstootgevender dan als heterokoppels dat doen.
Er blijkt dus toch een onderliggend probleem te zijn, vandaar dat het rapport spreekt over twee gezichten, die duale houding van de Vlaming ten opzichte van het aanvaarden van holebiseksualiteit.
Op het ogenblik dat een aantal grote juridische stappen vooruit werden gezet, had de holebibeweging het gevoel ‘nu zijn we er, en de rest volgt automatisch’. Ondertussen weten we wel beter. Er is voortdurende aandacht en inzet nodig, enerzijds vanuit het middenveld zelf en anderzijds vanuit de overheid. Laat het duidelijk zijn dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is.
Minister, op welke manier zult u in uw beleid inspelen op die duale houding van enerzijds aanvaarding en anderzijds toch nog altijd afwijzing? Voor zover ik het heb kunnen nakijken, betrof de vraagstelling nu enkel holebi’s, en nog niet transgenders, waar we ondertussen ook al ruime aandacht aan besteden in het Vlaamse beleid, vanuit Welzijn, Gelijke Kansen, Onderwijs et cetera. Het lijkt mij zinvol om bij een volgende bevraging – het gaat immers om een periodieke bevraging – de bevindingen van transgenders mee op te nemen. Kunt u dat ondersteunen?
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s, veel van de zaken die nu aan bod komen, zullen ook tijdens de bespreking van de beleidsnota ter sprake komen. Er moet inderdaad gewerkt worden aan het doorbreken van de stereotiepe beeldvorming, de zogenaamde genderklik. Ook dat komt voor in de beleidsnota. Als minister van Gelijke Kansen heb ik erover kunnen waken dat er ook in de verschillende beleidsnota’s van andere collega’s behoorlijk wat aandacht is voor Gelijke Kansen, ook voor de rechten van holebi’s. Dat vind ik een zeer belangrijke evolutie.
De leidraad in onze beleidsnota Gelijke Kansen wat holebi’s betreft, zijn de 29 Jogjakarta-beginselen. Dat gaat over mensenrechten en specifiek over de rechten van holebi’s. Wij hebben ook geregeld overleg met de verschillende doelgroepen van het Gelijke Kansenbeleid, dus ook met de holebi-organisaties.
De studie van de Vlaamse overheid op zich vond ik zeer goed en waardevol. U hebt wel gelijk, mijnheer De Bruyn, dat er nog werk aan de winkel is. Ik vond de cijfers niet zo slecht, maar onder het motto ‘alles kan beter’ moeten we eraan blijven werken. Het klopt dat transgenders daarin niet zijn meegenomen. Wij zullen dat vanuit het kabinet bij de volgende studie meegeven als aandachtspunt.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn excuses dat ik een beetje te laat was. Ik had nog een concrete vraag over de Studiedienst van de Vlaamse Regering, minister. Misschien kunt u daar nog even op ingaan.
Voor het overige ben ik zeer tevreden dat er werk van gemaakt wordt en dat er in veel beleidsdomeinen aandacht gaat naar deze problematiek, want er is inderdaad nog zeer veel werk aan de winkel. We kunnen bijvoorbeeld niet zeggen dat er een probleem is bij één specifieke doelgroep, waar dan gemakkelijker rond kan worden gewerkt. Neen, het is een probleem dat zich op verschillende plaatsen voordoet, in verschillende geledingen van de maatschappij, en het verdient dus nog steeds aandacht.
Ik wil specifiek aandacht vragen voor het beleidsdomein Welzijn. Als ik de voorbije jaren in de commissie Welzijn vragen stelde over deze problematiek en alles wat gelieerd is aan homofobie of het welzijn van holebi’s, werd daar toch iets vaker schoorvoetend op geantwoord, of gingen de zaken soms wat minder vooruit dan ik hoopte, terwijl dat in de andere beleidsdomeinen iets minder het geval was.
Ik heb ondertussen gezien dat ook in het beleidsdomein Onderwijs aan deze problematiek zal worden gewerkt, en dat stemt mij zeer tevreden, aangezien Onderwijs ontzettend veel kan doen aan de basis.
Kunt u tot slot nog even ingaan op mijn vraag of de Studiedienst van de Vlaamse Regering gelijkaardige onderzoeken gevoerd heeft, en welke resultaten dat heeft opgeleverd?
De heer De Bruyn heeft het woord.
Ik dank de minister voor de aandacht die ook in de beleidsnota duidelijk aan bod komt. Ik wil nog een extra argument aanhalen. In de Metro van begin deze week ging het over de masterproef van Elke Claessens over het gebruik van scheldwoorden als ‘jeanet’, ‘pot’ enzovoort. Daaruit blijkt dat dat laagje vernis maar een dun laagje is. Ook op dat vlak is er dus nog werk aan de winkel en moeten we er aandacht aan blijven besteden. Het is niet omdat iemand een homofoob getinte grap maakt of homofobe taal gebruikt, dat die ook in zijn daden en zijn dagelijks handelen homofoob gedrag stelt, maar het is zeker iets om blijvend aandacht voor te hebben.
Minister, ik wens u nog kort geluk te wensen. Ik wil u bedanken voor uw ondersteuning van de campagne die dit weekend op veel voetbalvelden zal lopen. Het is de bedoeling dat de spelers met regenboogveters in hun schoenen voetballen. Ik heb vernomen dat u zelf ook ergens een aftrap mag geven. Ik vind dit een positieve actie, die alle steun verdient.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Brusseel, ik denk ik de meeste van uw vragen al eerder had beantwoord. Daarnaast hebt u nog een concrete vraag over het beleidsdomein Welzijn gesteld. Indien u de andere beleidsnota’s zou doornemen, zou u merken dat de ministers van de Vlaamse Regering hier aandacht aan schenken. Ik weet niet of u toen al aanwezig was, maar ik heb al vermeld dat ze dat met plezier doen. Ik heb ze niet onder druk moeten zetten.
Er zijn in het beleidsdomein Welzijn heel specifieke problemen, bijvoorbeeld in de verzorgingstehuizen en dergelijke. Ik ben me daar absoluut van bewust. Overleg met minister Vandeurzen is zeker aan te raden.
Wat uw vraag over de Studiedienst betreft, heb ik al verklaard dat het ditmaal enkel om holebi’s en niet om transgenders gaat. We zullen echter vragen dit in de toekomst uit te breiden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.