Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
We konden in de media lezen dat deze zomer de Fédération Internationale de Football Association (FIFA) haar internationale regels met betrekking tot transfers van jeugdspelers heeft gewijzigd. Dat heeft een aantal directe gevolgen voor de opleidingsvergoeding van voetbalclubs. In verschillende Vlaamse kranten hebben we een leuke vergelijking kunnen lezen. Wanneer een Vlaams toptalent op zijn 16e zou worden getransfereerd naar Chelsea, zou dit vroeger 375.000 euro hebben opgebracht. Nu zou dit zijn verwaterd tot een goede 115.000 euro.
Gedeeld door drie is dat – als het een jaartje vroeger zou zijn – amper 40.000 euro volgens een Vlaamse krant. Minister, dat is dan toch een belangrijk element voor de investeringen van voetbalclubs in jeugdspelers.
Vorig jaar hebben we in deze commissie een hoorzitting gehouden over de opleidingsvergoedingen en in welke mate die kunnen bijdragen tot een hogere kwaliteit van jeugdopleidingen in onze Vlaamse voetbalclubs. We weten allemaal dat het niet vanzelfsprekend is, vrijwilligers in een sportclub. De kwaliteit van jeugdopleiders proberen we te stimuleren via subsidies op het Vlaamse niveau, maar ook heel wat lokale besturen proberen sportclubs aan te moedigen om geschoolde jeugdopleiders te hebben.
Minister, hoe staat u tegenover de FIFA-reglementswijziging? In het Vlaams regeerakkoord en wellicht ook in uw beleidsnota, zult u de specifieke regelgeving voor de overgang van het statuut van niet-professionele naar professionele sportbeoefenaar evalueren en herbekijken. Een billijke opleidingsvergoeding moeten we hierbij ook bekijken, in welke mate een sportclub wordt vergoed, maar ook kan worden aangemoedigd om er te blijven in investeren. Het is voor ons een prioriteit hoe de overgang en de regelgeving wordt geëvalueerd en geactualiseerd. Wat is de timing daarvan? Gaat u daarvoor concrete stappen zetten in de nabije toekomst?
De heer Wynants heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, u hebt 100 procent gelijk. Ik ben ook voor een opleidingsvergoeding, maar ik zou er wel iets aan verbinden. De opleidingsvergoeding die wordt betaald, als die erdoor komt, moet absoluut worden besteed aan de jeugdopleiding. Men moet verantwoorden wat men ermee doet. Het moet dus naar de jeugd gaan en niet naar de pot om een speler bij te kopen.
In België zijn we het slachtoffer van onze eigen clubs. Twee jaar geleden was onze club kampioen bij de min-12-jarigen. Genk is het jaar daarna al die twaalf spelers komen halen en zo was Westerlo zijn beste spelers kwijt. OH Leuven is er zeventig komen halen. Toen zijn we gezakt naar tweede. We moeten er rekening mee houden dat dat allemaal kan.
Heel dat systeem ontwijkt men nu in het buitenland door de ouders met het kind van 12 of 13 jaar uit te nodigen. De ouders krijgen ginder een appartement en ze kunnen er blijven wonen. Dat gebeurt op dit moment al.
Er is ook een positieve kant. Als wij een speler halen in Nederland of Engeland, dan is hij ook goedkoper.
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, als de heer Wynants Westerlo erbij betrekt, dan voel ik me geroepen om niet Antwerp erbij te betrekken, maar de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond. Die levert goed werk in het Antwerpse en is heel laagdrempelig. We vragen aan de begeleiding om zich te professionaliseren, om de nodige diploma’s te halen, de juiste cursussen te volgen. Dan moet het nog niet Genk zijn, maar dan kan bijvoorbeeld Westerlo een geweldig goed spelertje van Olve komen halen, en daarvoor is er ook niets voorzien, zelfs niet als hij 16 jaar is. Als we die problematiek in vraag stellen, moeten we het echt wel breder trekken.
Minister Muyters heeft het woord.
Het is een beetje moeilijk. Mijnheer Wynants heeft het over opportuniteiten naar andere landen. Eén zaak mogen we niet vergeten. We mogen niet te kort door de bocht gaan. Dat was zwak in het artikel. We vinden het een ramp dat de Engelsen ons komen leegkopen, maar we vinden het niet zo erg als wij dat dan in Frankrijk kunnen doen. Dat was bijna de teneur van dat artikel.
We moeten oppassen dat we in Vlaanderen niet meegaan in een gekte die de indruk geeft dat we kinderarbeid opnieuw toelaten. We moeten daar oog voor hebben. Dit was een kanttekening vooraf. Er wordt bij de verlaging van de contractleeftijd gesproken over jongeren jonger dan 16 jaar. Het duizelt me als we weten wat er dan kan gebeuren.
Ik kan niet tussenbeide komen in de beslissingen die een structuur als FIFA heeft. Los daarvan is het een spijtige zaak dat jonge talenten op zo’n jonge leeftijd naar het buitenland trekken, zeker als er bij ons alternatieven zijn. Dat is in het voetbal zo, maar ook in andere sporten. Er is een grote verantwoordelijkheid voor de ouders en de spelers zelf. We hebben ook goede voorbeelden uit onze eigen competitie. Mensen als Vincent Kompany en Joeri Thielemans hebben er een punt van gemaakt om hier eerst hun diploma te halen voor ze naar het buitenland trokken. Ik weet dat dat ook in andere sporten, zowel mannen- als vrouwensporten en ploegsporten, het geval is.
In het regeerakkoord wordt inderdaad overwogen om het decreet van 24 juli 1996 aan te passen. De optie om een individuele opleidingsvergoeding toe te staan wordt bekeken, maar dan enkel in functie van de eerste overgang van de niet-professionele sportbeoefenaar naar een andere club, met als doel daar het statuut van betaalde professionele sportbeoefenaar aan te nemen. Omdat dit nader onderzoek vergt naar de effecten en de impact hiervan op de Vlaamse georganiseerde sportsector, stelde het Bloso de vraag aan de Vlaamse Sportfederatie (VSF) om een consultatieronde te houden bij een aantal sportfederaties met betrekking tot de problematiek van de opleidingsvergoeding.
Het decreet van 24 juli 1996 is niet enkel van toepassing op het voetbal, maar ook op andere sporten. Die consultatieronde is momenteel nog bezig, en de resultaten zijn nog niet bekend. Ik wil dat niet los zien van de bredere problematiek van de rechten van het kind, die steeds moeten worden bewaakt.
Vanaf het moment dat die consultatieronde is gebeurd en ik de resultaten ken, zal ik daar zeker verder op inzetten en kijken wat we kunnen doen.
Mijnheer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, samen met de collega’s zal ik deze problematiek in de komende maanden met aandacht volgen.
De heer Wynants heeft het woord.
In het FIFA-systeem bestaat een solidariteitsmechanisme. Bij een eventuele transfer is er een 5 procentregel. Misschien kunnen we daar ook eens over nadenken.
De heer Wouters heeft het woord.
Mijn bruggetje was een brug te ver. Het is heel moeilijk geworden om dat te reglementeren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.