Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over het antidopingbeleid na de zaak van een van dopinggebruik betichte tienkamper
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op 30 september kreeg tienkamper Thomas Van der Plaetsen een brief van de Vlaamse Atletiekliga, waarin gemeld werd dat hij bij een onaangekondigde controle een afwijkend resultaat had laten optekenen voor de stof humaan chorion gonadotrofine, ofwel HCG. Dat is een zwangerschapshormoon, dat als doping gebruikt kan worden, maar dat bij mannen ook een lichaamseigen stof kan zijn.
Amper een dag nadat Van der Plaetsen de berichtgeving van NADO Vlaanderen (Nationale Antidopingorganisatie) ontving, titelden de media al ‘Tienkamper Van der Plaetsen positief voor doping’ en dergelijke. In realiteit ontving de heer Van der Plaetsen op hetzelfde moment een andere bevestiging, namelijk dat bij hem teelbalkanker was vastgesteld. Op basis van de brief ging hij op zoek naar meer informatie en liet hij zich onderzoeken op teelbalkanker, ook omdat de brief van NADO de suggestie deed om zich nader te laten onderzoeken.
Door de ongelukkige communicatie en berichtgeving in de media werd de betrokken sporter natuurlijk emotioneel heen en weer geslingerd. Maar het spreekt evenzeer voor zich dat de tienkamper vreest levenslang gelinkt te zullen worden aan het woord doping, terwijl het een ernstige ziekte was die het afwijkende analyseresultaat veroorzaakte.
NADO paste wel de huidige reglementering toe. Het was ook haar opdracht om de sporter voorlopig te schorsen op basis van het analyseresultaat. NADO wees de atleet ook op zijn recht om gehoord te worden.
U hebt zelf ook gereageerd, minister. U liet in een reactie optekenen dat u heil ziet in het mogelijk maken van een hoorzitting voor het opleggen van een voorlopige schorsing. U zei ook dat u op internationaal niveau – dus met het Wereldantidopingagentschap (WADA) – de discussie wilt aangaan met betrekking tot de gehanteerde drempelwaarde voor HCG.
Een aantal mensen stelt zich vragen bij de beperkte inhoudelijke kwaliteit van de aangetekende brief. De stof die werd teruggevonden, werd enkel omschreven met de wetenschappelijke naam. Heeft NADO Vlaanderen in deze zaak volgens u op een voldoende heldere en transparante manier gecommuniceerd met de atleet?
Het is belangrijk dat iedereen, ook NADO Vlaanderen, uit deze zaak lessen kan trekken inzake communicatie met sporters en sportfederaties. Die communicatie moet geoptimaliseerd worden, zodat de voorlopig geschorste sporters niet onmiddellijk hun naam in verband gebracht zien worden met doping en niet meteen bepaalde opmerkingen krijgen via de media.
U hebt ook aangekondigd dat u de gehanteerde drempelwaarde van HCG wou aankaarten bij het WADA. In hoeverre is het realistisch dat het WADA zal ingaan op uw verzoek om de drempelwaarde voor HCG te verhogen? Hoe gaat u proberen om het WADA te overtuigen van uw standpunt? Acht u het eveneens opportuun dat drempelwaarden van andere stoffen verhoogd moeten worden, zodat de bescherming van de sporter gevrijwaard kan worden?
Het is ook belangrijk dat, binnen de contouren van het kader dat geschetst is door het WADA, de atleet of de sporter de rechten van zijn verdediging kan maximaliseren. U denkt daarbij aan het mogelijk maken van een hoorzitting voor het opleggen van de voorlopige schorsing. Kunt u daar enige toelichting bij geven?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, de aanleiding voor mijn vraag is natuurlijk de zaak-Van der Plaetsen, maar daar wens ik geen uitspraak over te doen. Ik wil het gewoon hebben over hoe de procedures werken en hoe we in de toekomst kunnen vermijden dat zich menselijke drama’s zouden afspelen. Over de zaak zelf wil ik geen enkele uitspraak doen. Dat zou niet wijs zijn.
Ik zou graag van u horen of een aantal specifieke issues die naar boven gekomen zijn, vervat zitten in de procedure. Zou het niet mogelijk zijn om de rechten van de verdediging beter te garanderen binnen de procedure, bijvoorbeeld doordat het moment waarop de atleet gehoord wordt, vóór de sanctionering en de bekendmaking ligt? In bepaalde specifieke gevallen, bijvoorbeeld bij substanties waarvan men medisch weet dat het ook over een pathologie kan gaan en niet noodzakelijk over doping, zijn er misschien wel nuances nodig. Voor sommige producten kan dat een zinvolle aanpak zijn.
Ik weet dat het WADA een aantal bindende regels heeft, maar er zijn natuurlijk ook de bindende regels op het vlak van rechtsbeginsel en het recht van verdediging, die we in onze eigen regelgeving moeten waarmaken.
Een tweede puntje betreft de bekendmaking zelf. Ik ken de procedures niet goed, dus ik luister naar u. Wat wordt er bekendgemaakt? Het product zelf? Gaat het enkel over de atleet? Is dat enkel bij overschrijding van waarden en nog geen echte betrapping?
Ik heb twee thema’s willen aanraken: ten eerste de betrokkenheid van de atleet en ten tweede de bekendmaking. Dat zijn de twee punten die ik graag met u zou bespreken. Ik hoor graag welke initiatieven u zult nemen om in het algemeen op een menselijke manier een correct antidopingbeleid te blijven voeren.
De heer Wynants heeft het woord.
Ik hoop maar één ding, namelijk dat de regering kan zorgen dat de minister lid kan blijven van de groep van het WADA en mee kan beslissen in de toekomst.
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het is duidelijk een probleem dat de zogenaamde dopingresultaten van de heer Van der Plaetsen zo snel in de krant stonden. De media waren in feite vroeger op de hoogte van de medische implicaties dan Van der Plaetsen zelf. Hoe kan dat? Hoe zijn de journalisten aan dergelijke informatie geraakt? Worden resultaten op een of andere website gepubliceerd? Indien ja, dan dient de administratie volgens mij op orde gebracht te worden, want dit is te snel. Indien neen, dan hebben we duidelijk te maken met een lek, en dan dient opgetreden te worden tegen degene die gelekt heeft.
Ten tweede wordt geopperd de drempelwaarde van andere stoffen eventueel te verhogen. Momenteel twijfel ik aan die maatregel, want ze zal een dergelijke situatie niet voorkomen indien nog hogere waardes worden genoteerd. Kan het een oplossing zijn om de sporter of artsen in kwestie misschien de tijd of de kans te gunnen om na de vaststelling eerst na te gaan of er effectief sprake is van een medisch probleem vooraleer openbaar te communiceren?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik had in het verleden de gewoonte om, als er iets heel actueel was, dat meteen in de commissie te bespreken. Ik heb verleden week ook aan voorzitter Caron voorgesteld om op regelmatige wijze verslag uit te brengen aan de commissie, bijvoorbeeld wanneer ik met het WADA overleg heb gepleegd of wanneer een dergelijk geval zich voordoet.
Mijnheer Meremans, u zei dat snelheid hier belangrijk is. Maar ondertussen zijn we al een week verder. Het zou beter zijn indien ik u de informatie op een of andere manier al had kunnen geven. Ik weet dat dat niet helemaal volgens de procedures is. In het verleden lukte dat. Ik veronderstel dat er afspraken kunnen worden gemaakt, tenminste als jullie dat wensen. Want jullie zijn het parlement. Jullie bepalen of jullie die werkwijze willen.
Mijnheer Wynants, u hoopt dat de regering ervoor kan zorgen dat ik lid kan blijven van het WADA. Europa heeft mij aangeduid om gedurende drie jaar lid te zijn van het WADA. Ik denk dat ik nog tot eind volgend jaar lid ben van de board van het WADA. Dan zal er worden bekeken of ik mij opnieuw kandidaat kan en mag stellen.
Ik wil heel uitdrukkelijk mijn medeleven betuigen voor de situatie van de sporter. Ik denk dat iedereen wel begrijpt dat het niet eenvoudig is voor de sporter en dat de situatie bijzonder speciaal is. Ik heb de zaak ondertussen aangekaart bij het WADA. Uiteraard wil ik verder ingaan op de elementen uit uw vragen.
De communicatie vanuit NADO kon zeker beter. NADO Vlaanderen deelde in een kennisgeving aan de sporter mee dat in zijn urine de verboden stof HCG was aangetroffen. Die kennisgeving was correct volgens de regels van het spel, maar wel onvoldoende duidelijk. De begeleidende brief was een standaardbrief waarbij hij op de hoogte werd gesteld van de aangetroffen stof, met in bijlage het laboverslag. In dat laboverslag werd wel beschreven wat HCG inhoudt en was er ook de aanwijzing dat er mogelijk kanker in het spel kon zijn. In het laboverslag stond dus vermeld dat pathologische achtergronden de oorzaak konden zijn. Wat mij betreft, kon dat beter en klantvriendelijker worden vermeld.
Het is een moeilijk evenwicht. Aan de ene kant proberen we doping op te sporen. De vindingrijkheid van diegenen die doping pakken, kent amper grenzen. Aan de andere kant moeten we menselijk zijn. Het is niet gemakkelijk om daarin een evenwicht te vinden. Ik vind dat de brief op zich wat meer informatie mocht bevatten.
De WADA-richtlijn voor het beheer en de rapportering van HCG-bevindingen bepaalt dat de instantie bevoegd voor het resultatenbeheer – in dit geval NADO Vlaanderen – de sporter moet waarschuwen en aanraden medisch advies in te winnen als bij de confirmatieanalyse, die enkel gebeurt als bij de eerste screening een waarde hoger dan de drempelwaarde van 5 milli-internationale eenheden per milliliter wordt gemeten, concentraties lager dan de drempelwaarde aangetroffen zijn. In deze zaak was de aangetroffen concentratie beduidend hoger. Volgens de regels moest NADO Vlaanderen geen berichtgeving doen over de mogelijk pathologische oorzaak.
Zij hebben zich dus aan die regels gehouden. Voor dergelijke concentraties is niet bepaald dat de sporter moet worden gewaarschuwd, hoewel dit document vermeldt dat ook in die gevallen een pathologische oorzaak niet volledig kan worden uitgesloten.
Het WADA brengt dus een enerzijds/anderzijds-verhaal. Ze zeggen dat je het niet moet melden, maar dat dat wel mag. Strikt genomen heeft NADO Vlaanderen zich gehouden aan de regels. NADO Vlaanderen was dus niet verplicht was om de sporter uitdrukkelijk te waarschuwen, maar persoonlijk denk ik dat het in dergelijk geval beter zou zijn om de opinie van het labo, vermeld in de bijlage, uitdrukkelijk in de brief zélf op te nemen.
De begeleidende brief aan de sporter vermeldt wel uitdrukkelijk dat hij steeds telefonisch contact kan opnemen met de coördinerende arts. De betrokken sporter nam, via zijn zus die ook zijn manager is, onmiddellijk contact op na ontvangst van de brief. Daarbij heeft de arts van NADO effectief mondeling meer uitleg gegeven. De arts heeft haar aangeraden haar broer zo snel mogelijk medisch te laten onderzoeken, wat ook onmiddellijk is gebeurd.
Mijnheer Van Rompuy, u vroeg naar de gebruikelijke bekendmakingsprocedures. De normale procedure bij ontvangst van afwijkende analyseresultaten op hormonale stoffen, zoals HCG, als gevolg van een controle van NADO Vlaanderen bij een elitesporter verloopt in zeven stappen.
Eerst gaat NADO Vlaanderen na of de elitesporter over een toestemming wegens therapeutische noodzaak beschikt voor de verboden stof, en of er kennelijk een afwijking van de internationale standaard voor dopingtests of laboratoria aan de oorzaak ligt van het resultaat. Indien de sporter niet over een toestemming wegens therapeutische noodzaak beschikt en er kennelijk geen afwijking van de internationale standaard voor dopingtests of laboratoria aan de grond ligt van het afwijkend resultaat, gaat men ervan uit dat er doping in het spel is.
Dan wordt het parket verwittigd in toepassing van het protocol dopingbestrijding dat in 2000 werd afgesloten met de procureurs-generaal van de hoven van beroep van Gent, Antwerpen en Brussel.
Volgens de procedure moet NADO Vlaanderen dan de sporter inlichten van het afwijkende analyseresultaat via een aangetekende en gewone brief. De kennisgeving omvat de aangetroffen stof, de geschonden rechtsregels, het recht en de procedure om een tegenanalyse aan te vragen en de mededeling dat de sporter voor bijkomende informatie terechtkan bij NADO Vlaanderen.
WADA, de betrokken internationale en nationale federatie worden op de hoogte gebracht. Dat is de volgorde zoals die nu is vastgelegd.
De federatie legt de sporter een voorlopige schorsing op. De federatie licht NADO Vlaanderen in dat ze de sporter voorlopig geschorst heeft. NADO Vlaanderen voegt de naam van de sporter en het feit dat hij voorlopig geschorst is toe aan de lijst van geschorste sporters die ze per e-mail bezorgt aan alle federaties en wedstrijdorganisatoren die ingeschreven zijn voor ontvangst van de lijst van geschorste sporters. Dat gebeurt om te voorkomen dat iemand die geschorst is toch meedoet in een sport.
Ten slotte bezorgt NADO Vlaanderen het dossier aan het Vlaams Doping Tribunaal voor verdere opvolging.
Mijnheer Meremans, wat de communicatie naar de pers betreft, wil ik vooreerst stellen dat NADO Vlaanderen in die zaken nooit met de pers communiceert en dus geen namen van geschorste sporters aan de pers communiceert. Maar conform de WADA-code en het Vlaams Antidopingdecreet is het wel zo dat alle organisatoren van sportmanifestaties moeten worden ingelicht over de namen van geschorste sporters, zodat ze effectief kunnen toezien op de naleving van deze schorsing. Dat is logisch en we konden er dan ook mee akkoord gaan, maar het is een moeilijkheid waarover ik vrij veel discussie heb gehad met het WADA. Dit gebeurt via een vertrouwelijke verzendlijst. Verder dan dit wilde het WADA niet gaan. Als het van het WADA zou afhangen, mochten die namen meteen openbaar worden gemaakt. Het is vooral Europa, met onder andere mij als woordvoerder, dat ervoor heeft gepleit om hier toch voor een deel de privacy te respecteren. Het is dus een vertrouwelijke verzendlijst met die namen.
Ik kan alleen maar vaststellen dat deze informatie niet door alle geadresseerden vertrouwelijk werd gehouden, hoewel dit uitdrukkelijk wordt gevraagd. Het is een ruimere lijst, en er is altijd wel iemand die dit interessant zal vinden.
Wat betreft de voorlopige schorsing kan ik meedelen dat in het ontwerp van wijzigingsdecreet dat momenteel voor advies bij de Raad van State ligt, wij uitdrukkelijk hebben bepaald dat een voorlopige schorsing niet onmiddellijk moet worden opgelegd, zoals het nu wel moet, zij het dat daar minstens discussie over is. Het nieuwe antidopingdecreet zal, als het terugkomt van de Raad van State en voor de tweede keer principieel zal zijn goedgekeurd door de regering, naar het parlement komen. Ik stel voor dat we dan uitdrukkelijk voorzien dat de schorsing kan worden uitgesteld, om de sporter de kans te geven om gehoord te worden vooraleer al dan niet een schorsing wordt opgelegd. Het moet niet, maar het kan. Als er enige twijfel is, zouden we dat kunnen doen.
Dat zowel de communicatie tussen NADO en de sporter als deze tussen NADO en de federaties verbeterd kan worden, is wat mij betreft duidelijk. Naar aanleiding van het wijzigingsdecreet, dat nodig was omdat wij de code 2015 moeten toepassen, heb ik NADO Vlaanderen al gevraagd om daar prioritair werk van te maken. Ik vind dat we een streng dopingbeleid moeten hebben, maar het moet menselijk en klantvriendelijk zijn. Dat is volgens mij een gedeelde verantwoordelijkheid van NADO Vlaanderen en de federaties. Naar aanleiding van deze concrete zaak voel ik echter zowel binnen de NADO als binnen de sector duidelijk de bereidheid om deze gedeelde verantwoordelijkheid nog sterker op te nemen.
Hoe het WADA dit gaat aanpakken, zullen de WADA-experts na verder grondig onderzoek zelf dienen aan te geven. Voor mij is het evident dat er een manier moet worden gevonden om koste wat het kost situaties als deze in de toekomst te vermijden. Daarom heb ik deze zaak persoonlijk aangekaart bij de verantwoordelijken van het WADA, meer bepaald de voorzitter, de heer Craig Reedie, en de directeur-generaal, de heer David Howman. Ik heb met name gevraagd dat deze aangelegenheid zou worden onderzocht in het licht van de vaststelling dat dergelijke situaties in de toekomst moeten kunnen worden vermeden. Op die manier is het aan het WADA zelf om met al zijn experten, en die hebben ze, één of meer mogelijke pistes te bewandelen.
Ik moet zeggen dat ik zeer tevreden was dat het WADA mij binnen de tien minuten bevestigde dat de zaak grondig zal worden onderzocht en mij, zodra dat mogelijk is, op de hoogte zal brengen.
Er is zondag 16 november een WADA-board. Ik veronderstel dat ik daar sowieso in de coulissen al eens zal kunnen vragen wat de stand van zaken is. Ik zal deze zaak blijven opvolgen, tot op het topniveau van het WADA.
Tot slot zijn er buiten HCG geen andere stoffen, voor zover ik weet, waar een pathologische reden de oorzaak kan zijn van een afwijkend analyseresultaat. Het is dus wel een uitzonderlijke situatie. Maar het moet toch maar weer hier voorvallen.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, u hebt geantwoord op alle vragen, waarvoor dank, uiteraard. Het hoofdprobleem of het vervelende was natuurlijk de bekendmaking van die naam in de media. Als dat niet was gebeurd, hadden we een andere situatie gehad. Maar dan bleef toch, zoals u zegt, de bespreking bij het WADA nog steeds bezig. Ik ben blij dat u dat bespreekt bij het WADA. Maar de vertrouwelijke verzendlijst wordt verstuurd naar alle atletiekfederaties en naar alle organisatoren van meetings. Dat zijn er voor atletiek heel veel, over alle continenten verspreid. Het risico dat er één persoon lekt, is reëel. We kunnen er alleen maar op blijven aandringen dat men die verzendlijsten vertrouwelijk zou behandelen en dat mensen die dat niet doen, daarvoor kunnen worden gesanctioneerd, vanuit hun federatie of vanuit de algemene atletiekfederatie, de International Association of Athletics Federations (IAAF).
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet dat u ermee bezig bent. Het is belangrijk dat we vanuit de commissie dit signaal geven. U zegt dat het een uitzonderlijke situatie is. We moeten in de toekomst een dergelijke situatie vermijden.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat er binnenkort een nieuw decreet over deze materie komt. Dit is het uitgelezen moment om actie te ondernemen met betrekking tot een aantal lessen die we nu trekken. Minister, ik begrijp dat u ook van mening bent dat er marge tot verbetering is en dat u die dan ook ten volle wilt gebruiken, zowel in Vlaanderen als internationaal. Ik juich dat toe. Mijn fractie zal dit blijven opvolgen.
Wat de specifieke zaak betreft van Van Der Plaetsen, moeten we verder opvolgen hoe het nu juist gelopen is met die vertrouwelijkheid. Dat is waarschijnlijk iets wat we niet decretaal kunnen aanpakken. We moeten dit toch opvolgen, zodat het in de toekomst zo min mogelijk gebeurt.
Het belangrijkste is dat we naar aanleiding van het decreet rekening houden met de structurele lessen die we hier en uit eerdere zaken trekken om daar iets aan te doen. Daarvoor is het blijkbaar het uitgelezen moment.
De heer Bajart heeft het woord.
Ik wens niets toe te voegen. Minister, dank u voor uw antwoord.
Eigenlijk valt het allemaal wat tegen omdat ik al had gepland om uitdrukkelijk te zeggen dat er voordat je een schorsing uitspreekt een hoorzitting tussen kon komen. Ik zeg niet dat die er zou zijn geweest, maar ik had dat al voorzien. Ik had met betrekking tot die communicatie al gevraagd dat de nodige stappen zouden worden gezet. Als het wat anders uitdraaide, waren de mogelijke maatregelen al genomen.
Nu goed, ik ben het met jullie eens en hoop dat het de enige keer was dat we dit meemaken, want voor de persoon in kwestie en zijn familie is het natuurlijk zeer moeilijk.
Ik hoop dat door de reactie die we vanuit verschillende vlakken hebben gegeven, de zuivere naam van de sporter gevrijwaard is gebleven.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.