Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de afstemming tussen de NMBS en De Lijn
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, u hebt waarschijnlijk ook vorige week in de krant de talrijke advertenties gezien van de NMBS waarin de gebruikers van het openbaar vervoer er attent op worden gemaakt dat in december het nieuwe vervoersplan in werking zal treden. Het is goed dat die communicatie op tijd gebeurt.
Mijn vraag behelst de samenwerking tussen de NMBS en De Lijn. Voor de gebruiker van het openbaar vervoer maakt het niet wie nu waar precies voor bevoegd is en welke structuren welke routes moeten beheren en dergelijke meer. De reiziger vraagt logische en vlotte overstapmogelijkheden tussen bus, tram en trein.
Op dat punt leek in het verleden het schoentje te knellen, want minister Crevits heeft hier begin dit jaar nog bevestigd dat bij de opmaak van het nieuwe vervoersplan door de NMBS geen overleg is gepleegd met De Lijn. Nochtans staat in artikel 10 van de beheersovereenkomst van de NMBS dat zij dat moet doen. Dat heeft de vorige minister-president dan ook op het idee gebracht om een brief te sturen naar de premier met de vraag om van de NMBS te eisen dat die stipulatie uit de beheersovereenkomst wordt nagekomen en dat er dus wel degelijk overleg moet worden gepleegd.
De NMBS heeft dan een ronde gedaan langs de verschillende provincies en verschillende stakeholders om feedback gevraagd over het vervoersplan. Men heeft die feedback geanalyseerd en er zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd aan het vervoersplan. Minister, het is mij op dit moment echter niet duidelijk of daarbij ook overleg is gepleegd met Vlaanderen en met De Lijn in het bijzonder. Ik stel die vraag natuurlijk uit bezorgdheid voor de toekomst, want we weten dat het niet de laatste keer zal zijn dat de NMBS haar vervoersplan wijzigt. Ik mag hopen dat de samenwerking in de toekomst wat vlotter zal gebeuren.
Minister, is De Lijn, of bij uitbreiding de Vlaamse overheid, inmiddels geconsulteerd door de NMBS? Als dat het geval is, wat waren de belangrijkste opmerkingen op dit nieuwe transportplan? Is daarmee rekening gehouden?
Het nieuwe transportplan gaat in vanaf december 2014, dat is over minder dan drie maanden. Zijn wij daar klaar voor? Moeten er aanpassingen gebeuren aan de dienstregeling van De Lijn om ervoor te zorgen dat de reizigers inderdaad vlotte en logische overstapmogelijkheden hebben? Hoe zullen die aanpassingen worden doorgevoerd en worden bijvoorbeeld onze lokale overheden daarbij betrokken?
In de persmededeling van de Federale Regering van 13 augustus 2014 las ik dat er een studie zal worden opgestart voor het toekomstig vervoersplan en dat de NMBS daarvoor overleg zal plegen met de regionale vervoersmaatschappijen. Bent u op de hoogte van de timing van het nieuwe vervoersplan en van de opstart van die studies? Hoe zult u ervoor zorgen dat De Lijn vanaf nu wel degelijk wordt betrokken?
Ten slotte wil ik u vragen of er budgettaire implicaties zijn voor het exploitatiebudget van De Lijn. Ik heb bijvoorbeeld een aantal NMBS-bonzen horen zeggen dat het voor een aantal kortere lijnen logischer zou zijn dat die worden bediend door de bus in plaats van de trein. Als De Lijn dat doet, brengt dat een kost met zich mee. Brengen het nieuwe vervoersplan en de afstemming van het rittenschema van De Lijn extra kosten met zich mee?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, enkele weken geleden heb ik een schriftelijke vraag ingediend over hetzelfde onderwerp. Ik heb die laten omzetten in een vraag om uitleg zodat u maar één keer hoeft te antwoorden. U zult het mij dus ook niet kwalijk nemen dat mijn vragen soms een nogal detaillistisch antwoord verwachten.
De heer Vandenbroucke heeft het meeste al gezegd. Iedereen weet ondertussen dat het nieuwe vervoersplan van de NMBS zal worden ingevoerd vanaf 14 december 2014. Sinds kort kan het door iedereen worden geraadpleegd. Iedereen is nu dus al zijn routeplanning aan het opstellen. Het huidige plan van de NMBS dateert al van 1998 en sindsdien zijn de vervoersstromen veranderd. Dat de NMBS haar plannen wijzigt, is dus niet meer dan normaal. Het is de bedoeling is om de reizigers een optimale mobiliteit en een verbeterde stiptheid aan te bieden.
Maar, zoals de heer Vandenbroucke al zei, dit nieuwe vervoersplan heeft natuurlijk ook gevolgen voor de andere vormen van openbaar vervoer, bijvoorbeeld de bussen maar ook de trams van De Lijn. Om een goed geïntegreerd openbaar vervoer te kunnen aanbieden, moet er integratie zijn tussen het spoor en het streekvervoer. Vertrektijden en routes moeten op elkaar worden afgestemd, vlotte aansluitingen zijn immers van belang voor de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer als alternatief voor de wagen. Als u uit de trein stapt en nadien nog twintig minuten of een halfuur moet wachten op uw bus om u tot bijna bij u thuis te brengen, dan zult u die trein ook niet meer nemen. Die aansluitingen zijn echt van levensbelang voor het openbaar vervoer.
Deze thematiek is in het parlement al eerder ter sprake gekomen. Vorig jaar in december in de plenaire zitting was er een eerste keer een hele discussie over. Toen zei minister Crevits dat ze van niet veel wist. Het was echter toen al vrij precair. Achteraf zijn er wel een aantal zaken opgestart. Het is echter nog niet duidelijk wat er nu allemaal precies is aangepast aan de behoeften van De Lijn.
Werd De Lijn betrokken bij de opmaak van het nieuwe vervoersplan? Wij nemen aan van wel. Sinds wanneer is dat gebeurd? Welke zijn de knelpunten voor De Lijn voor een goede afstemming met dat nieuwe vervoersplan van de NMBS? In mijn schriftelijke vraag vroeg ik een volledig overzicht voor heel Vlaanderen, ik neem aan dat u nu wat meer in algemeenheid zult antwoorden? Is er een globaal plan van De Lijn klaar, met de nodige aanpassingen? Zo ja, welke aanpassingen zal De Lijn nog doorvoeren om het rittenschema af te stemmen op het nieuwe vervoersplan van de NMBS? En indien niet, wanneer zal dat plan van De Lijn wel klaar zijn? Wanneer zal het nieuwe rittenschema van De Lijn starten? Zal dat ook op 14 december zijn? Of later? Wat is de kostprijs van de eventuele aanpassing van het rittenschema van De Lijn? Welke initiatieven zal De Lijn nemen om een eventueel aangepast rittenschema bekend te maken bij de bevolking? Wanneer zal die bekendmakingscampagne starten? Hoeveel zal die dan ook weer kosten?
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om samen met iedereen, denk ik, te stellen hoe cruciaal het is om een goede aansluiting te hebben tussen de verbindingen van twee grote vervoersmaatschappijen, de NMBS en De Lijn. Als we willen dat het openbaar vervoer effectief een echt alternatief vormt voor andere modi, dan is dit inderdaad van groot belang.
Het is ook belangrijk om er even de cijfers bij te betrekken. We moeten er in de toekomst rekening mee houden. Minister, u hebt daar gisteren, samen met enkele collega’s, in de plenaire vergadering naar verwezen. Als ik mij niet vergis, neemt het openbaar vervoer om en bij de 10 procent van het reizigersverkeer voor zijn rekening. Als je daartegenover de budgetten ziet, met 1 miljard euro voor De Lijn, goed voor 3 procent van de door de burgers afgelegde kilometers, mogen we in ruil toch wel meer verwachten van ons openbaar vervoer. Een afgestemd aanbod hoort daar zeker bij.
Minister, het is ook het goede moment om u mee te geven dat het absoluut wenselijk is dat u rekening houdt met de lokale inspraak. Het is onwaarschijnlijk belangrijk, niet alleen dat er inspraak is maar misschien zelfs ook een vertegenwoordiging in het kader van De Lijn. Zeker van grote steden, om Gent niet te noemen. Wij merken dat De Lijn investeringen plant, maar dan opeens afkomt met een supertram, waarbij je in de middeleeuwse straatjes van Gent wilt afstappen aan de Veldstraat, terwijl het achterste deel van de tram bij manier van spreken nog op de Korenmarkt stopt. Wij hebben dat niet gevraagd. Wij willen natuurlijk wel meer openbaar vervoer, maar wij willen vooral meer frequentie en een nog betere kwaliteit. Ik geef maar dit voorbeeld om aan te tonen dat het zeer belangrijk is dat men de lokale steden en gemeenten kent, als men dan toch inspanningen doet en daarvoor belastinggeld uitgeeft. Het moet de lokale situatie ten goede komen.
Ten slotte denk ik dat comobiliteit goed afgestemd moet zijn. Het gaat inderdaad niet om enkel een trein nemen of een bus of een tram. Dat gaat vaak samen als je op je locatie wilt komen. De mensen zijn bereid om alternatieven te nemen, maar dan moeten die inderdaad kwaliteitsvol en efficiënt voorhanden zijn.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik sluit mij namens de N-VA-fractie aan bij heel wat opmerkingen en bekommernissen van collega’s. Wij moeten ernaar streven dat alle openbaarvervoersmodi maximaal aansluiting vinden op elkaar, vooral met het oog op een performant openbaarvervoersnetwerk in Vlaanderen. De spoorwegen vormen een federale bevoegdheid. Ik heb het genoegen gehad om daar de vorige vier jaar aan de overkant wat mee bezig te zijn. Ik heb toen ook vaak aangedrongen op meer inspraak en op meer samenwerking vanuit de NMBS met De Lijn en met de lokale besturen. De versnippering van de bevoegdheden maakt het er absoluut niet gemakkelijker op om een goed uitgebouwd en goed afgestemd openbaarvervoersnetwerk in Vlaanderen te hebben en uit te bouwen. We weten dat wat dat betreft de zesde staatshervorming onze verwachtingen niet heeft ingelost.
Dat de NMBS een aanpassing van het vervoersplan uitwerkt, is logisch, maar het kan niet zonder overleg met onder andere de deelstaten maar ook, zoals de heer De Clercq terecht zei, met de lokale besturen. Daarom vragen wij, minister, dat u en de Vlaamse Regering de federale instanties hierop aanspreken en dat u aandringt op beter overleg en vooral inspraak en, waarom niet, medezeggenschap van Vlaanderen en de lokale besturen.
Minister Weyts heeft het woord.
De problematiek heeft mij toch enigszins verbaasd. Anderzijds heb ik getracht onmiddellijk enkele lessen te trekken en initiatieven te nemen voor de toekomst.
Bij het begin van het proces heeft De Lijn haar bekommernissen overgemaakt, maar er is geen verdere inspraak geweest van De Lijn noch van de Vlaamse overheid bij de opmaak van het vervoersplan. Het vervoersplan werd goedgekeurd op 13 augustus 2014. Het werd trouwens pas in september in formele vorm bezorgd aan De Lijn. Ik betreur dat natuurlijk, net als u allen.
Het is belangrijk voor de klant die het openbaar vervoer gebruikt, dat die goed bediend wordt. Ondertussen zit ook mijn mailbox vol berichten van ongeruste mensen die vaststellen dat hun treinschema compleet verandert waardoor de correspondentie met bus of tram volledig zoek is.
In plaats van wat te zitten mokken, hebben we ons ego opzijgezet. De Lijn is aan de slag gegaan om de eigen dienstregeling dan maar zelf aan te passen. Dat is natuurlijk een huzarenstukje omdat De Lijn helemaal niet betrokken werd in het voortraject van de totstandkoming van het vervoersplan. Daardoor was en is er bitter weinig tijd om het allemaal in orde te brengen.
Het is de bedoeling dat we starten met een nieuwe dienstregeling van De Lijn op 14 december, om die tegelijk te laten sporen – letterlijk en figuurlijk – met het vervoersplan. Dat wil zeggen dat er nog heel druk aan gewerkt wordt. Het is immers een complexe materie. Wij zien enkel de frontoffice: het afstemmen van de lijnen op elkaar. Er is ook een heel complexe backoffice, denkt u alleen al maar aan de dienstroosters van de chauffeurs, want ook voor hen verandert alles in één keer. Er dient daarover dus ook wel wat syndicaal overleg plaats te vinden.
Ik heb ook een vraag om nog overleg te organiseren met de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers zodat er ook enig draagvlak komt aan Vlaamse kant. We zouden op dat vlak misschien een betere leerling kunnen zijn.
Grosso modo spreken we over de aanpassing van de helft van de dienstregeling, 50 procent. Voor alle duidelijkheid, de wijziging zal niet overal even ingrijpend zijn, soms gaat het over enkele minuten, soms over een langere periode.
De kost van de wijzigingen kan ik u nog niet volledig meegeven omdat we nog niet helemaal rond zijn met de nieuwe dienstregeling, maar die zal van start gaan op 14 december. Alle zeilen worden bijgezet – ik heb toevallig vandaag nog een initiatief ter zake genomen – om ervoor te zorgen dat de communicatie goed zit en dat de plannen rond zijn vanaf 15 november. Ik herhaal dat het een huzarenstukje is, maar we moeten die datum kunnen halen. We hebben dit vandaag nog gecheckt en de datum nog enigszins kunnen bijstellen: 15 november moet lukken.
Op die datum maken we de nieuwe dienstregeling bekend via de website, via sociale media en via een affichecampagne aan de diverse haltes waarop onmiddellijk zichtbaar is wat er verandert voor De Lijn en met vermelding van de contactpunten. Ook komt er intermediaire communicatie voor bijvoorbeeld scholen en gemeenten via gerichte mailings. Hapklare info en advertenties voor grote wijzigingen zullen we zelf proactief aanleveren vanuit De Lijn aan de gemeenten. Op die manier moeten de gemeenten zelf enkel afficheren. We bieden ze ook aan in printklare vorm, bijvoorbeeld voor de opname in de gemeentelijke infobladen, want ook dat is heel belangrijk. Dat is het werk dat op stapel staat.
Gelet op mijn verwondering en in een poging om in de toekomst de zaken wat anders te kunnen invullen, zijn er in de nabije toekomst twee belangrijke momenten in de relatie tussen spoor en ons Vlaams openbaar vervoer.
Er is al een volgend vervoersplan binnen drie jaar. Het is dus kort dag. Er is nu een hele nieuwe, grondige regeling, maar die gaat binnenkort dus al op de schop, want binnen drie jaar is er alweer een nieuwe regeling. Op korte tijd zal dus worden gestart met de wijziging van de wijziging van het nieuwe plan.
We zouden ook een voet tussen de deur moeten hebben bij de op stapel staande wijzigingen in het investeringsplan van de NMBS – dat bedraagt 28 miljard euro, daar kan De Lijn alleen maar van dromen. Het lijkt me zinvol dat we daarop anticiperen.
Dat in gedachten, heb ik zelf contact opgenomen met Jo Cornu. Ik heb bepaalde afspraken kunnen maken. Ik kwam in het gesprek met de gedelegeerd bestuurder tot de vaststelling dat er eigenlijk geen structureel overleg bestaat op operationeel niveau tussen De Lijn en de NMBS. Er zijn wel toevallige contacten tussen de regiodirecteurs, die komen elkaar wel eens tegen, maar er is geen structureel georganiseerd overleg, geen structurele afstemming, geen platform voor ontmoeting en overleg over de organisatie van de eigen dienstverlening. Dat verbaast me. De heer Cornu heeft het engagement op zich genomen om samen met De Lijn de mobiliteitsproblematiek in kaart te brengen en om te overleggen. Alleen al het in kaart brengen en de twee kaarten, die van de NMBS en die van De Lijn, naast elkaar leggen, is volgens mijn informatie nog nooit grondig gebeurd. Die oefening zal worden gedaan.
Ik heb voorbeelden aangereikt gekregen van de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers. Zo is er de lijn Antwerpen-Puurs over Boom. De buslijn loopt volledig parallel met een spoorlijn waarop om het uur een trein rijdt. De bus, die er frequenter rijdt, vervoert eigenlijk hetzelfde publiek. Men kiest naargelang het tijdstip van aankomst tussen de bus of de trein. Dat lijkt me in budgettair barre tijden nogal een verspilling. De heer Cornu was het met me eens dat we die beter op elkaar zouden afstemmen.
Er is nood aan meer overleg tussen De Lijn en de NMBS om de vragen in verband met de mobiliteitsstroom en de vraaggestuurde mobiliteit te kunnen beantwoorden. Om een betere dienstverlening te garanderen, hebben we afgesproken dat De Lijn en de NMBS op regelmatige basis overleg op operationeel niveau zullen plegen. Op die manier kan de multimodale werkwijze met betrekking tot de verknoping van het openbaar vervoer worden versterkt.
Het investeringsplan van de NMBS zal worden herbekeken. De gedelegeerd bestuurder heeft zich bereid verklaard hierover met de Vlaamse overheid te overleggen. Op die manier moeten we tot een betere afstemming komen. Het is belangrijk dat we dit noteren. We moeten hier zo snel mogelijk bij kunnen worden betrokken.
Mijnheer De Clercq, ik zal rekening houden met uw bede om sterker overleg met de steden en de gemeenten te plegen. Als ik het goed heb begrepen, hoeft dat niet zo nodig met Gent. Ik zal dit nog eens bij De Lijn aankaarten.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De Lijn was u iets te snel af en had al een aantal antwoorden getweet. Het doet me plezier dat ze met uw antwoorden overeen bleken te komen. Ik hoop dat de communicatiesnelheid van De Lijn vanaf 14 december 2014 in vlotte overstapmogelijkheden zal worden weerspiegeld.
Het spijt me te vernemen dat de brief van de vorige minister-president blijkbaar niet veel indruk op de NMBS heeft gemaakt. Het beruchte artikel 10 in de beheersovereenkomst is niet toegepast en er is geen overleg met De Lijn gepleegd. Het is een goede zaak dat De Lijn niet bij de pakken blijft zitten en het eigen rittenschema aanpast. Ik ben verheugd dat de heer Cornu zich er blijkbaar toe heeft geëngageerd op operationeel niveau overleg met De Lijn te plegen.
Volgens u moeten we ons klaar houden voor het nieuwe vervoersplan dat er binnen drie jaar zou aankomen. Het zou wel eens kunnen dat we veel sneller met aanpassingen zullen worden geconfronteerd. Indien ik goed ben geïnformeerd, zouden op de federale onderhandelingstafel ook stevige besparingen bij de NMBS liggen. Dat zijn natuurlijk maar geruchten. Die besparingen zouden allicht opnieuw tot een aanpassing van het rittenschema van de NMBS leiden. Misschien zal het aanbod wel verminderen. Dit zou opnieuw een aanpassing van het rittenschema van De Lijn vergen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer interessant antwoord. We hebben vandaag vernomen dat De Lijn zijn dienstregeling voor de helft van de lijnen zal moeten aanpassen. Dat zal op 14 december 2014 ingaan. We begrijpen volkomen dat het hier een huzarenstukje betreft.
U bent blijkbaar verwonderd. Ik ben helemaal niet zo verwonderd. Jaren geleden hebben we de verhouding tussen De Lijn en de NMBS hier al aangekaart. We moeten toegeven dat die verhouding problematisch is. Tijdens de vorige legislatuur hebben we echter een verbetering gemerkt.
Voorzitter, u herinnert zich misschien nog dat we op een bepaald ogenblik de spoorbazen, die toen nog met drie waren, in deze commissie hebben ontvangen. Zij hebben toen de eerste elementen van het investeringsplan toegelicht. Er was een zekere toenadering. Met de afspraken met de heer Cornu wordt op dit vlak een tandje bijgestoken, wat trouwens ook nodig is. Ik hoop dat het zal lukken die afspraken hard te maken.
Minister, ik wil nog een laatste puntje aankaarten. Misschien zou u eens met de mensen van de NMBS kunnen nadenken over een tariefintegratie tussen De Lijn en de NMBS. Op dat vlak valt nog veel werk te verrichten.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind dat een zeer goede houding. We moeten niet mokken, maar ageren en anticiperen. Wat De Lijn doet, is zeer goed. In het licht van het samenwerkingsfederalisme dat u ook aanhangt, zou ik ervoor willen pleiten een dialoog met de hogere overheid aan te gaan om ervoor te zorgen dat de klant, de reiziger, niet de dupe van wanverhoudingen tussen beide niveaus wordt. (Rumoer)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik wil toch van de gelegenheid gebruik maken om een bijkomende vraag te stellen. Het antwoord van de minister heeft me enigszins verbaasd. De reden is heel eenvoudig. Ik heb de verslagen van deze commissie eens nagelezen. Volgens mijn informatie is dit punt tijdens de vergadering van 27 maart 2013 besproken. De heer Descheemaeker heeft toen verklaard dat er een oriëntatiecomité bestaat. In dat comité ontmoeten vertegenwoordigers van de NMBS en De Lijn elkaar. Minister Crevits heeft dit toen bevestigd.
Minister, volgens de heer Descheemaeker was het oriëntatiecomité doodgebloed. Het was vervolgens weer opgestart. Op dat ogenblik werkte het goed. Minister Crevits heeft dit allemaal bevestigd. U hebt de commissie net verteld dat er geen afstemming is geweest. In 2013 is hier nog informatie over het oriëntatiecomité verstrekt. Ik ga ervan uit dat dit comité niet meer werkt.
Tijdens dezelfde commissievergadering is ook het routeplan 2020 van de NMBS ter sprake gekomen. Er was toen nog geen officieel document. Minister Crevits heeft toen aangekondigd dat het oriëntatiecomité dit en de Vlaamse spoorstrategie zou bekijken.
We mogen de Vlaamse spoorstrategie niet uit het oog verliezen. Dit is een belangrijke verwezenlijking van het Vlaams Parlement tijdens de vorige legislatuur. De NMBS heeft verklaard de investeringsplannen te willen aanpassen. Er bestaat een Vlaamse spoorstrategie die door het Vlaams Parlement is goedgekeurd. In die strategie staan de prioriteiten duidelijk vermeld. Minister Crevits heeft het initiatief genomen om over de Vlaamse spoorstrategie afspraken te maken met de NMBS. Ze heeft hier zelf aan geparticipeerd.
Minister, uw antwoord verbaast me enigszins. Het staat in schril contrast met de antwoorden die tijdens de vergadering van 27 maart 2013 op gelijkaardige vragen zijn gegeven.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, ik ben duidelijk minder slim geweest dan de heer De Clercq. Hij heeft verzwegen dat hij van de overkant kwam en hij heeft het woord gekregen. Ik heb verteld dat ik van de Kamer van Volksvertegenwoordigers kom.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Ik denk dat het goed is dat De Lijn de dienstregeling aanpast om zo het comfort en de mogelijkheden voor de reizigers te optimaliseren. Hierin verschil ik wat van mening, want het is toch de omgekeerde manier van hoe het zou moeten. Ik ben even verbaasd als u, minister, dat er een gebrek is aan gestructureerd overleg op het operationele niveau tussen De Lijn en de NMBS: dat hou je toch niet voor mogelijk in dit land. Ik ben zeer tevreden over de goede voornemens van de gedelegeerd bestuurder van de NMBS om het voortaan anders te doen. Ik hoop vooral dat het niet bij woorden blijft. Ik denk dat wij erover moeten waken dat de Vlaamse overheid de federale overheid daarop moet aanspreken en afdwingen dat zij rekening moet houden met de bevoegdheden die wij in de deelstaten hebben.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat betreft dat oriëntatiecomité, dat is op operationeel niveau de leidinggevende. Daarvan is ook wel bekend en erkend door de participanten dat het eigenlijk niet functioneert, tot onze spijt.
Ik wil nog eens benadrukken dat het contact dat ik heb gehad met de heer Cornu alleszins positief was. Er was een zeer grote bereidheid. Ik onthou dat en ik noteer de afspraken die we kunnen maken. Ik wil daarop voortbouwen zodat we kunnen vooruitkijken en vooral vooruitgaan.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.