Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, ik kom u vandaag nog maar eens een vraag stellen over de N-VA-burgemeester van Haaltert. Het is niet de eerste keer dat deze burgemeester in opspraak komt. Zo werd zij eerder al verdacht van machtsmisbruik, omdat zij ermee gedreigd had een politieagent te laten overplaatsen omdat hij een aantal verkeersboetes zou hebben uitgeschreven aan sympathisanten van haar partij die verkeerd geparkeerd stonden tijdens een partijactiviteit.
Nu is er deze zomer opnieuw heel wat gebeurd in Haaltert. Audit Vlaanderen heeft vastgesteld dat deze burgemeester betrokken is, of mogelijk betrokken is, bij belangenvermenging en subsidiefraude. Dit onderzoek kwam er na een klacht van de oppositie omdat er volgens hen een subsidie van 1300 euro ging naar een lokale turnvereniging waarin de echtgenoot van de burgemeester actief is.
Volgens verschillende mediaberichten stelde Audit Vlaanderen vast dat deze burgemeester op verschillende momenten en wijzen tussenbeide kwam in een dossier waarin ze persoonlijke belangen had, waardoor haar onafhankelijkheid werd aangetast en er sprake is van een belangenconflict. Door haar betrokkenheid in dit dossier handelde deze burgemeester niet in overeenstemming met de bepalingen van het decreet Lokaal Bestuur, artikel 27, en de lokale deontologische code voor mandatarissen, waardoor ze aan belangenvermenging zou doen.
Verder deed Audit Vlaanderen vaststellingen die erop wijzen dat er misdrijven werden gepleegd. Zo heeft de administrateur-generaal van Audit Vlaanderen het diensthoofd van de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie (CDBC) hiervan schriftelijk ingelicht, en een exemplaar van dat rapport bezorgd. Het Oost-Vlaamse parket is ondertussen ook al met een onderzoek gestart. Ook de lokale cd&v-fractie, de coalitiepartner van de N-VA-burgemeester, verklaarde in een persbericht het volgende: “Niettemin hebben wij met verbazing kennisgenomen van de inhoud van dit rapport, waarbij wij enkel kunnen vaststellen dat de burgemeester in persoon een aantal wettelijke, ethische en deontologische grenzen flagrant heeft overschreden bij de uitoefening van haar ambt. Wij betreuren de in het rapport aangehaalde acties van de burgemeester ten zeerste, en veroordelen deze met klem.” Ondertussen werden ook de bevoegdheden Financiën en Personeel overgeheveld naar een andere schepen.
Daarom heb ik volgende vragen, minister.
Bent u van oordeel dat er op basis van dat rapport van Audit Vlaanderen sprake is van subsidiefraude en belangenvermenging? En zo neen, waarom niet?
Kan de burgemeester van Haaltert volgens u eigenlijk wel op post blijven? Zo ja, waarom? Of zult u in de komende dagen of weken nog een beslissing nemen om de burgemeester te schorsen? Want dat is een beslissing die genomen kan worden door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, of door de gouverneur van Oost-Vlaanderen. En zult u eventueel nog andere zaken ondernemen?
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel, collega Slagmulder, en welkom in de commissie.
In uw vraagstelling haalt u informatie aan uit een forensisch auditrapport van Audit Vlaanderen over de gemeente Haaltert. Ik wil u voorafgaand zeggen dat in de commissie van 25 oktober 2022, onze commissie hier, tijdens de behandeling van enkele vorige vragen om uitleg rond dit thema, unaniem het signaal werd gegeven dat men niet wenst dat de concrete inhoud van die forensische audits in deze commissie werd besproken. Ik ben het niet die dat gezegd heeft, dat waren alle leden van de commissie kamerbreed. Dat was toen het signaal dat ik kreeg vanuit deze commissie. Het Vlaams Parlement is daar volgens mij ook niet het juiste forum voor. Ik geef uiteraard wel graag uitleg bij de procedures en zal uw vragen gebundeld beantwoorden. Maar dat wil ik toch wel even duiden, dat dat de filosofie was hier: over concrete dossiers gaan we hier niet in detail. We kunnen alleen in algemene termen over de problematiek als dusdanig spreken.
Audit Vlaanderen heeft de forensische audit bezorgd aan de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie en de federale politiedienst. Ook het parket kan op zijn beurt beslissen om een onderzoek op te starten, en heeft dat hier blijkbaar ook gedaan.
Wat betreft uw vragen over de schorsingsprocedure verwijs ik naar mijn antwoord op een vraag om uitleg van collega Warnez die dateert van voor het zomerreces, van 4 juli. Ik herhaal dit graag nog eens voor u.
Als de Vlaamse Regering kennis krijgt van feiten die de mandataris, vermeld in artikel 122, tweede lid, en artikel 156 van het decreet Lokaal Bestuur gepleegd heeft, die mogelijk bestempeld kunnen worden als kennelijk wangedrag of grove nalatigheid, en die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een tuchtmaatregel, kan de provinciegouverneur van de provincie waar de betrokken mandataris benoemd of verkozen is, de opdracht krijgen om een tuchtonderzoek te starten. De begrippen ‘kennelijk wangedrag’ en ‘grove nalatigheid’ worden niet uitdrukkelijk gedefinieerd. Nochtans is de rechtspraak van de Raad van State daar redelijk eenduidig in. Grove nalatigheid heeft betrekking op een specifieke uitoefening van het mandaat. Bij kennelijk wangedrag wordt hoofdzakelijk gerefereerd aan feiten in de sfeer van het privéleven. Ook de rechtsleer beschouwt de begrippen op deze manier: grove nalatigheid is verbonden aan het ambt, kennelijk wangedrag is verbonden aan het privéleven. De effectieve inhoudelijke draagwijdte moet casus per casus worden beoordeeld.
Om een zicht te krijgen op de concrete feiten en geen voorbarige conclusies te trekken, is het best aangewezen om de uitspraak van een lopend onderzoek door het parket of van een gerechtelijke procedure af te wachten alvorens een tuchtonderzoek in te stellen, anders loop je het gevaar dat beide procedures elkaar contamineren en door elkaar lopen.
Wat heb ik gedaan in dit concrete geval? Nadat ik in kennis werd gesteld van de forensische audit, heb ik beslist om de gemeente Haaltert onder verscherpt toezicht te plaatsen. Dit houdt een intensief opvolgtraject in dat wordt opgevolgd door de gouverneur, in dit geval van Oost-Vlaanderen.
De gouverneur zal de burgemeester en de bevoegde schepen uitnodigen voor een gesprek over de vaststellingen van de audit en de noodzakelijk te nemen maatregelen. Audit Vlaanderen formuleert immers steeds een aantal aanbevelingen aan het bestuur.
De gouverneur volgt de voortgang op van de acties die het lokaal bestuur onderneemt om een antwoord te bieden op die aanbevelingen en organiseert hiervoor regelmatige opvolgingsgesprekken met het lokaal bestuur.
In de procedure van verscherpt toezicht geniet de gouverneur van een zekere autonomie om te beslissen welke maatregelen genomen moeten worden. Dat is ook afhankelijk van het onderwerp van de audit. Zo kunnen bijvoorbeeld bepaalde beslissingen van het lokaal bestuur ook onder een vergrootglas worden gehouden.
De gouverneur brengt mij verslag uit over de voortgang van het verscherpt toezicht. Dit toezicht wordt aangehouden tot aan de aanbevelingen van Audit Vlaanderen tegemoet wordt gekomen en de nodige maatregelen door het bestuur worden getroffen.
Ik wijs ook op de mogelijkheid van de gemeenteraad als toezichthoudend orgaan van een lokaal bestuur. De gemeenteraad is volgens mij immers het best geplaatst om deze aanbevelingen en de realisatie ervan op te volgen. De algemeen directeur moet eenmaal per jaar de gemeenteraad informeren over het systeem voor organisatiebeheersing. Onder andere dit moment kan worden aangegrepen om een stand van zaken te geven over de mate waarin aanbevelingen reeds werden gerealiseerd. U weet dat een gemeenteraadslid altijd een punt op de agenda kan plaatsen ter zake.
Bovendien heeft de lokale democratie sinds deze legislatuur ook het ultieme wapen in handen gekregen als het vertrouwen in een lid of in verschillende leden van het college van burgemeester en schepenen helemaal zoek is, namelijk de individuele constructieve motie van wantrouwen.
Ik hoop dat ik daarmee het kader heb geschetst waarbinnen wij hier functioneren.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik vind het zeker een goede zaak dat de gemeente Haaltert onder verhoogd toezicht is geplaatst. Dat betekent dat er nu een oogje in het zeil zal worden gehouden, zodat gelijkaardige feiten zich in de nabije toekomst niet meer kunnen voordoen.
Maar natuurlijk, wat daar gebeurd is, is effectief gebeurd, als we de mediaberichten mogen geloven. Het zijn feiten die onderzocht werden door Audit Vlaanderen. Dan vind ik dat die N-VA-burgemeester daar vrij gemakkelijk mee wegkomt. Die burgemeester heeft wel een aantal bevoegdheden afgestaan, namelijk Financiën en Personeel, maar we mogen toch niet vergeten dat deze burgemeester dat pas heeft gedaan, nadat er zeer veel druk kwam vanuit de oppositie. Van enig schuldbesef was en is er dus nog steeds geen sprake. Zelfs haar coalitiepartner cd&v verklaarde op de regionale zender TV Oost dat ze liever gezien hadden dat de burgemeester een stap opzij zou zetten en dat ze betreuren dat ze dat niet doet. In mijn ogen had deze burgemeester dat deontologisch gezien zeker moeten doen. En eigenlijk, minister, had u op zijn minst deze burgemeester toch tijdelijk moeten schorsen tot alles uitgeklaard is.
Het rapport van Audit Vlaanderen was blijkbaar zeer scherp: fraude en belangenvermenging. Dat geeft de politiek natuurlijk geen goede naam, zeker als daar niet tegen wordt opgetreden. Nu lijkt het alsof men daar allemaal zeer gemakkelijk mee wegkomt. Ik mag alleszins blijven hopen dat dat verhoogd toezicht zal blijven duren tot het einde van deze legislatuur, want deze burgemeester moet nauwgezet in de gaten worden gehouden.
Minister, er is nu dat verhoogd toezicht. Er werd een welbepaald dossier onderzocht waaruit blijkt dat er toch een aantal zaken problematisch waren. Maar wat met andere dossiers van de voorbije jaren? Zal dat ook nog worden onderzocht?
De heer Warnez heeft het woord.
Ik ga niet in op de concrete casus. Ik denk dat het inderdaad beter is dat de gemeenteraad dat doet. Ik vind het wel goed dat het thema nog eens op de agenda staat. Je ziet wel dat die forensische audits wat losmaken. Dat is natuurlijk goed, want dat wil zeggen dat er dingen naar boven komen zoals onregelmatigheden en fraude. Het is natuurlijk slecht dat die dingen gebeuren.
Maar, zoals u zelf hebt gezegd, minister, speelt de gemeenteraad daar een cruciale rol in. Dat opvolgen is niet aan ons; dat is aan de gemeenteraad. Ik merk op het terrein wel een tweetal problemen die tot bij mij komen. Het eerste is dat dat iets is waar je als gemeenteraadslid niet op voorbereid bent. Je kunt startdagen en vormingssessies organiseren, maar je start als gemeenteraadslid niet om die specifieke rol op te nemen. Je gaat ervan uit dat dat niet gebeurt. Audit Vlaanderen heeft een soort handleiding die ter beschikking wordt gesteld. Maar dan komen die concrete vragen: wanneer is zo'n zitting over zo'n forensische audit openbaar, wie beslist daarover, wat mag ik als raadslid nu wel of niet tegen de pers zeggen? Ik voel dat raadsleden daar wat mee worstelen. Het is misschien een idee of een mogelijkheid om ook raadsleden de kans te geven om Audit Vlaanderen even tot bij hen te laten komen om daar concrete vragen over te stellen. Die vragen komen nu, maar dan eerder via mail. Ik denk dat het goed is dat daar een goed gesprek over is.
Ik kom tot een tweede probleem. We hebben in het parlement de oprichting van de deontologische commissie verplicht sinds maart 2023. In elke gemeente zou dat moeten ingevoerd zijn. Ik heb de indruk dat het oprichten van zo'n deontologische commissie niet overal gebeurt. Hoe moeten raadsleden daarmee omgaan voor u? Dat is een verplichting die niet wordt uitgevoerd. Is dat iets wat zij vanuit de oppositie bijvoorbeeld moeten agenderen en als dat dan niet gebeurt, daar klacht over indienen? Of is dat iets wat u misschien proactief mee opvolgt? Wat verwacht u ter zake van de raadsleden?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Ik ging eigenlijk niet tussenkomen, maar ik zal het dan toch wel eventjes doen. Ik denk dat Audit Vlaanderen – als het over audits gaat en over het algemene werk dat ze daarbij leveren – zeer belangrijk werk levert.
Ook voor onze fractie – en vooral voor onze bestuurders en mandatarissen – geldt dat als er regels zijn, die nageleefd moeten worden, voor welke partij dan ook. Als die regels worden overtreden, en er dus inbreuken zijn, dan moeten die inbreuken verder bekeken worden door het parket. Dat is ook de houding die de burgemeester heeft aangenomen in dit dossier.
Ik denk dat dat ook de juiste houding is, dat elk dossier de weg moet afleggen die daarvoor is voorzien, dat als er inbreuken zijn, dat naar het parket moet, en dat Audit Vlaanderen daar in zijn hoedanigheid en bevoegdheid zijn werk moet kunnen doen.
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel voor de verdere beschouwingen en suggesties.
Eerst en vooral, vind ik dit een belangrijk thema. Hoe we ermee omgaan wanneer een lokale mandataris blijkbaar – blijkbaar, want er is nog altijd geen rechterlijke uitspraak – in de fout gaat, of potentieel in de fout gaat.
Mijn uitgangspunt is dat we leven in een rechtsstaat, en in een rechtsstaat is men onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Er is hier een gerechtelijk onderzoek gestart. Het is de rechterlijke macht die gaat kijken – en die ook meer instrumenten heeft dan een bestuurlijke overheid – of wat Audit Vlaanderen blijkbaar heeft vastgesteld, juist is, of dat dat ook een strafrechtelijk vergrijp is, dat dat bewezen en aangetoond kan worden. Dat is dus een procedure van woord en wederwoord. Op zo’n moment komt er dan een gerechtelijke uitspraak. Dat is fundamenteel.
Ik ben heel blij dat Audit Vlaanderen zo’n forensisch onderzoek doet. Het brengt dingen aan het licht. Het zorgt ook voor een debat. Bij de eerste stap, wanneer er een gerechtelijk onderzoek wordt opgestart, zijn er in mijn hoofd twee niveaus die kunnen functioneren: het parket en de gemeenteraad.
De gemeenteraad kan ook zelf beslissingen nemen om haar lokale democratie veilig te stellen, om daar keuzes in te maken en dergelijke meer. En gemeenteraadsleden dragen allemaal een politieke verantwoordelijkheid naar de kiezer toe. Stel u voor dat we in een ander systeem zouden stappen, waarbij ik als minister zou kunnen zeggen dat ik dat rapport heb gezien, dat ik al mensen zou kunnen schorsen en opzij zou kunnen schuiven. Ik denk dat dat heel delicaat zou zijn. Ik denk dat we de procedure die mijn voorganger ook al heeft gevolgd, verder moeten opvolgen.
Ik vind de suggestie van collega Warnez interessant. Ik pak het voorbeeld van de gemeente Haaltert. Ineens komt daar een forensische audit die denk ik toch wel een zeker debat veroorzaakt, een schokgolf veroorzaakt in de lokale democratie. Hoe ga je daar als gemeenteraadslid mee om? Wat kun je? Wat kun je niet? Wat betekent dat voor jou? We kunnen, misschien niet vanuit Audit Vlaanderen, maar bijvoorbeeld vanuit het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB), op zo’n moment een infovergadering geven voor de gemeenteraadsleden om uit te leggen wat zo’n rapport is, wat hun rechten en verantwoordelijkheden zijn, wat kan, wat niet kan, wat de verschillende wegen zijn die ze kunnen bewandelen. Ik denk dat dat een nuttige suggestie is. Ik denk dat we dat met ABB verder moeten bespreken. Ik denk dat dat een suggestie is waar we zeker mee aan de slag kunnen gaan.
Wat de concrete vraag over de deontologische commissies betreft: we moeten mensen natuurlijk ook wel tijd geven om zo’n deontologische commissie goed in elkaar te steken. Je moet ook een reglement maken en dergelijke meer, maar er is een wettelijke verplichting.
De gemeenteraad kan wel afdwingen, daar kan ook een klacht over worden ingediend. Wij kunnen vanuit ABB ook monitoren waar er al deontologische commissies zijn. Ik denk dat ik hier ooit al een cijfer heb gegeven over het aantal deontologische commissies die al opgericht zijn. We monitoren dat. Ik ken het cijfer niet vanbuiten, maar ik denk dat als er een moedwillig weigeren is om een deontologische commissie te installeren – dat is een decretale verplichting –, het absoluut mogelijk is om klacht in te dienen bij ABB of bij de provinciegouverneur, en dan kunnen we daar ook mee aan de slag.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw bijkomend antwoord.
In verband met die schorsing: zelfs haar eigen coalitiepartners hebben gevraagd dat de burgemeester tijdelijk een stap opzij zou zetten. Ik ben alleszins benieuwd naar het verdere onderzoek. Audit Vlaanderen was alleszins niet mals, en als uiteindelijk toch blijkt dat er sprake is van fraude en belangenvermenging, dan denk ik dat de collega’s van de N-VA het best eens bezinnen over hun burgemeester in Haaltert.
De voorzitter van de N-VA, Bart De Wever, zegt dat sommige partijen hun stal moeten uitkuisen. Wel, ik denk dat mijnheer De Wever dan het best eerst begint met zijn eigen stal uit te kuisen voor hij andere partijen de les komt spellen.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, minister, op het misbruik van belastinggeld moeten – alleszins wat het Vlaams Belang betreft – zeer strenge straffen staan, want zoiets is en blijft onaanvaardbaar.
De vraag om uitleg is afgehandeld.