Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Vraag om uitleg over de aanpassing van de huurprijzen voor sociale woningen
Verslag
De heer Veys heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, op mijn beurt ben ik blij om te zien dat er hier heel veel volk is. Hadden we in dit gebouw maar een zaal waar we met honderd hadden kunnen zitten. Maar goed, het is de beslissing van de meerderheid geweest.
Deze regering beslist wel nog zaken, niet altijd goede zaken. Ik wilde u een vraag stellen over de harmonisering, zoals u het noemt, van de huurprijzen van sociale huurwoningen. De Vlaamse Regering maakte deze legislatuur de beslissing om over te gaan tot de ‘eengemaakte woonmaatschappij’. Deze beslissing stond al wat ter discussie. Op het moment van de langste wachtlijst ooit heeft deze regering beslist om de sector overhoop te halen en een fusie op te leggen, met heel wat gevolgen. De huurprijs verhoogt in 2020 al met de nieuwe huurprijsberekening. Het bouwritme is volledig stilgevallen, 1 miljard euro per jaar wordt niet uitgegeven. Nog nooit heeft men in Vlaanderen zo lang moeten wachten op een betaalbare huurwoning.
Het is de bedoeling van de fusie dat zowel sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) als sociale verhuurkantoren (SVK’s) worden gecombineerd. Het probleem is dat ze een verschillende huurprijsberekening hebben. Bij de ene gebeurde dat op basis van het inkomen van de huurder en de marktwaarde van de woning. Die hervorming is in 2020 gebeurd. Bij SVK-woningen gaat het om een onderhandelde huurprijs met de particuliere eigenaar. Dit heeft als gevolg dat mensen in eenzelfde situatie een andere huurprijs en een ander soort woning kunnen hebben.
In het regeerakkoord formuleerde de regering de volgende ambities. De sociale tegemoetkoming voor sociale huurders van SHM’s en SVK’s moet verder naar elkaar toe evolueren. We passen de huurprijsberekening in de sociale huursector aan, waarbij we meer rekening zullen houden met de reële marktconforme huurwaarde van de woning en de totale woonkostenbenadering.
We waren het met u eens dat het niet logisch was dat er twee aparte systemen bestonden bij een fusie. Ik heb u in iedere discussie bij de begrotings- en beleidstoelichting (BBT) gevraagd in welke richting het zou gaan. U bent altijd op de vlakte gebleven tot nu. Op de ministerraad van vrijdag 14 juli besliste de Vlaamse Regering om de huurprijzen te verhogen voor huurders in een SHM-woning in plaats van ervoor te zorgen dat ze lager kunnen. Voor een SVK hangt het nog steeds af van onderhandelingen. U doet dat enerzijds via een verhoging van de huursubsidie en een verlaging van de sociale korting anderzijds.
Volgens een studie van het Steunpunt Wonen, besteld door de minister van Wonen, blijkt dat 34 procent van de sociale huurders onvoldoende overhoudt om menswaardig te leven. Vooruit stelt zich dan ook grote vragen waarom u op deze manier hebt beslist, waarom u hebt beslist tot een herverdeling tussen kwetsbare mensen. Deze mensen hebben een overheid nodig om betaalbaar te kunnen wonen.
Minister, op welke manier komt er transparantie in het toewijzingssysteem? Die is er vandaag te weinig en met deze hervorming betwijfel ik sterk of die er komt. Op welke manier wordt bepaald wie in een SHM-woning terechtkomt, en wie in een SVK-woning?
Houdt u rekening met de impact van deze beslissing voor huurders die onderhevig zijn aan de verstrengde onderbezettingsregels? Zo ja, op welke manier?
Vindt u het logisch dat twee huurders die zich in een identieke situatie bevinden, een andere huurprijs zullen betalen, afhankelijk van het huurstelsel waarin ze terechtkomen?
Komen er nog verdere stappen om tot een eengemaakte huurprijsberekening te komen deze legislatuur? Zo ja, wanneer en hoe? Zo nee, waarom niet?
Ik heb vernomen dat u in 2020 in het maandblad van het Huurdersplatform zou hebben gezegd: “We maken nog een grondige analyse van de huidige wijzigingen, maar er zijn geen nieuwe wijzigingen gepland rond de huurprijsberekening deze legislatuur.” Ik heb dat deze ochtend in een communiqué van het Huurdersplatform gelezen. Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, al van bij de start van het traject tot de vorming van woonmaatschappijen werd onder andere door de sector, maar ook door Groen, al regelmatig de bezorgdheid geuit over het verschil in huurprijsberekening tussen eigen en ingehuurde woningen in beheer van woonmaatschappijen.
Afgelopen vrijdag besliste de ministerraad om de sociale huurprijzen dichter bij elkaar te brengen. De ongelijke behandeling die al jaren onderdeel is van een falend sociaal woonbeleid, wordt hiermee verkleind, maar niet weggewerkt. En dat begrijp ik niet. Bovendien horen wij van de sectorverenigingen dat zij niet betrokken werden bij het onderzoek naar de verschillende pistes om tot een gedeeltelijke harmonisatie te komen.
In hun en onze berekeningen kwamen wij bovendien uit op een gemiddelde subsidie die met meer dan 100 euro per maand moest stijgen om het verschil weg te werken, maar op basis van wat ik lees in de nota bij het voorontwerp van besluit zal er gekozen worden voor ongeveer maar 50 euro. Dat is op z’n zachtst gezegd niet conform de eerdere uitspraken.
Maar wat nog het meest verontrustend is, is dat de Vlaamse Regering deze verandering doorvoert ten koste van andere sociale huurders. En daarmee stijgt de sociale huurprijs weer significant voor de tweede keer deze legislatuur, na de invoering van de nieuwe sociale huurprijsberekening. We hebben het even berekend voor u: de afgelopen tien jaar steeg de gemiddelde huurprijs meer dan 23 procent. Dat is niet niks. Des te meer omdat het leven ook steeds duurder wordt.
Waarom werd voor een piste gekozen waarin het verschil tussen alle sociale huurders niet geheel, maar slechts gedeeltelijk weggewerkt wordt? Waarom werden de sectorverenigingen niet betrokken bij dit proces? Waarom werd er gekozen om de harmonisering door te voeren op rug van andere sociale huurders, of waarom kiest u ervoor om de schaarste opnieuw te herverdelen?
Zowel in de nota, in het besluit als de interviews in de media vind ik het niet terug. Hoe groot is het verschil dat er gemiddeld blijft bestaan tussen de sociale huurders die een woning uit eigen patrimonium toegewezen krijgen tegenover de sociale huurders die een woning uit het gehuurd patrimonium toegewezen krijgen? Want dat is helemaal niet duidelijk.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel aan de vragenstellers voor hun vragen. Ik ga die natuurlijk samen behandelen.
Het lijkt me goed om eerst de maatregel zelf te verduidelijken. De context van deze maatregel is gekend. De 88 sociale huisvestingsmaatschappijen en 48 sociale verhuurkantoren in Vlaanderen fuseerden deze legislatuur tot 41 sterke woonmaatschappijen, wat ik trouwens nog altijd een mooie realisatie vind. Het heeft ervoor gezorgd dat we tot veel professionelere en sterkere maatschappijen komen, in vergelijking met de organisch gegroeide versnippering. Dat zorgt ervoor dat twee stelsels van huurprijsberekening samenkomen in één organisatie. De huurprijs bij een sociaal verhuurkantoor (SVK), voor ingehuurde woningen, was klassiek een stuk hoger dan de huurprijs bij een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM), voor woningen in eigendom.
Een wrang punt aan de bestaande twee systemen was in het bijzonder dat de sociaal zwaksten vaak in SVK-woningen terechtkwamen, waar de huurprijzen gevoelig hoger liggen. De zwakste schouders droegen zo een zwaardere huurlast. Daarom grijpen we nu in. Het bestaand verschil tussen de beide systemen verkleinen we significant.
Concreet voorzien we een grote extra tegemoetkoming voor de SVK-huurders als volgt: de huurprijs van de ingehuurde woningen, de voormalige SVK-woningen dus, wordt gedrukt. We verhogen namelijk de huursubsidie met 25 procent, of gemiddeld 50 euro per maand, wat 600 euro per jaar is. Dit geldt voor de 13.000 huidige SVK-huurders én de toekomstige contracten. In de zogenaamde voorkeursgemeenten, komt hier een extra verhoging van 20 procent bovenop, wat daar een gemiddeld voordeel van 60 euro per maand of 720 euro per jaar betekent.
In globo kost dit jaarlijks ongeveer zo’n 10 miljoen euro. Dit wordt gefinancierd door een solidariteitsbijdrage van ongeveer 2 procent, ofwel gemiddeld 6 euro per maand bij de huurders van sociale huisvestingsmaatschappijen.
Ik geef een paar cijfers om duidelijk te maken wat die getallen precies betekenen. Want ik ben het helemaal eens met het feit dat elke euro telt. Met een huidige mediaan huurprijs van 284 euro, wat dus betekent dat de helft van de huurders niet meer dan 284 euro betaalt, is zo’n verhoging met 6 euro perfect te rechtvaardigen als je het mij vraagt.
We voorzien hiermee in een interne oplossing en maken het systeem dus intern financieel sluitend. Het is natuurlijk het petje van de minister van Begroting, maar ik vind dat ministers in de toekomst sowieso meer naar dergelijke systemen of werkwijzen moeten gaan kijken. Het is namelijk absoluut te verkiezen om eerst na te denken hoe een uitdaging kan worden opgelost zonder meteen richting de begroting en extra uitgaven te kijken. Het is niet zo dat die begroting een zak geld is, dat moet ook van ergens komen. Er zijn ook hardwerkende Vlamingen die daarvoor jaarlijks bijdragen moeten vragen. Dus het daar gaan halen, is niet iets wat je zomaar kunt doen. Er is altijd iemand die daarvoor moet bijdragen.
Ik denk dat we hiermee een oplossing hebben waarmee we onze solidariteit vanuit Vlaanderen bijzonder hoog houden – als u wilt, kunnen we straks nog enkele berekeningen daarrond doen – en het intern kunnen oplossen zonder die begroting te moeten aanspreken, en zonder de mensen die nu al een zeer grote solidariteit tonen, nog eens om hetzelfde te moeten vragen.
Zo werken we de verschillen qua huurprijs voor een significant stuk weg, maar dit is nog geen volledige gelijkschakeling. Dat is zeker waar en dat hebben we ook nooit gepretendeerd. Er is momenteel een breder academisch onderzoek lopende naar de financiering en de huurprijsberekening. Dat moet voor mij richting volgende legislatuur de basis vormen voor een volledig eengemaakte huurprijs.
Ik had dus evengoed de zaken op de lange baan kunnen schuiven en verwijzen naar dat onderzoek en de volgende legislatuur. Maar dat is expliciet niet de keuze die we nu maakten. Met onze maatregel kunnen we immers meteen 13.000 huurders helpen, door een minimale inspanning te vragen aan 150.000 huurders.
Ik zal dit verduidelijken met een voorbeeldje waarbij voor alle duidelijkheid gewerkt wordt met gemiddelden. Het systeem waarbij bredere schouders zwaardere lasten dragen, is hier natuurlijk in verwerkt. Ik neem het voorbeeld van de inkomenscategorie tussen 15.000 en 17.500 euro. Voor een gelijkaardige woning moest een huurder voor de hervorming gemiddeld 245 euro betalen in het SHM-systeem. In het SVK-stelsel was dat 337 euro: een kloof van 91 euro dus tussen beide systemen. Na de hervorming moet diezelfde huurder 250 euro betalen in het SHM-stelsel. Er komt dus 5 euro per maand bij: van 245 naar 250 euro. In het SVK-stelsel zal de huurder na de hervorming 283 euro per maand betalen. Die kloof van 91 euro slinkt dus tot 32 euro. Dat komt door het feit dat in dit geval langs SVK-kant de huurprijs met 54 euro gedrukt wordt door extra huursubsidie en dat er langs SHM-kant 5 euro ‘solidariteitsbijdrage’ gevraagd wordt.
Dat systeem gaat in op 1 januari 2024, samen met de rest van de aangepaste toewijzingsregels. De toewijzing maakt vanaf dan ook abstractie van het feit of het een ingehuurde woning of een woning in eigendom is.
Een aantal zaken zijn wel belangrijk. Een kandidaat-huurder kan sowieso aangeven wat de maximale huurprijs is die hij wenst te betalen. Hij kan hier dus zelf ook limieten voor instellen. Het feit dat SVK en SHM nu in één hand zitten, zal sowieso het fenomeen bijsturen dat de zwakste profielen veeleer instromen in de ingehuurde – lees: tot nog toe duurdere – woningen. De woonmaatschappij zal nu de 20 procent versnelde instroom – de zogenaamde pijler 2 – veel evenrediger kunnen toewijzen. Dit staat in tegenstelling tot vroeger, toen de zwakkere inkomensprofielen vaak via het SVK instroomden en zo in de ingehuurde woningen terechtkwamen.
Het nieuwe systeem van de onderbezettingsvergoeding gaat op hetzelfde tijdstip in, maar voor de rest is er daar geen interferentie mee. Dat staat daar dus los van, mijnheer Veys. De onderbezettingsvergoeding zal vanaf dan worden afgestemd op het inkomen van de huurder. Nu is dat een vast bedrag. Dit moet huurders met een hoger besteedbaar inkomen meer stimuleren om een andere, meer geschikte woning te aanvaarden.
Tot slot wil ik de stelling van mevrouw Schauvliege tegenspreken dat er geen overleg gepleegd is met de sector over dit dossier. Ze hebben me zelfs voorafgaand aan de besluitvorming binnen de regering een nota bezorgd met een reactie. Het klopt dat daarin een aantal andere uitgangspunten zaten, zoals de keuze om enkel voor nieuwe SVK-contracten actie te ondernemen. Ze vroegen dus om elk nieuw contract dat afgesloten werd onder dat nieuw systeem te laten vallen. Dat leek me evenwel een piste die maatschappelijk moeilijk verdedigbaar was, gezien het een verschil in behandeling bleef bestendigen in de plaats van dit proberen weg te werken. Dat laatste was natuurlijk de bedoeling die wij voor ogen hadden. Daarom heb ik binnen de Vlaamse Regering een andere keuze op tafel gelegd, om meteen ook aan de 13.000 bestaande SVK-huurders tegemoet te kunnen komen.
Ik ben blij dat de kogel door de kerk is en ik reik dan ook de hand aan de sector om gezamenlijk deze beslissing op een succesvolle manier uit te rollen. Ik ben er ook van overtuigd dat dit, net als vele voorgaande dossiers, in een sfeer van constructieve samenwerking kan plaatsvinden. Ik heb daar al verschillende keren verslag over uitgebracht aan dit parlement en ik moet zeggen dat de samenwerking met de sociale huisvestingssector altijd zeer constructief is verlopen, ook door de hervorming die we de laatste maanden en jaren hebben doorgevoerd.
De heer Veys heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de toelichting.
U gebruikt hier mooie woorden, het was een mooie realisatie. Maar op het terrein stel ik wel vast dat alle indicatoren voor sociale huisvesting er slecht uitzien. Er waren nog nooit zo weinig gunningen, nog nooit zo weinig nieuwe opleveringen, nog nooit zo’n lange wachttijd en er was nog nooit zoveel geld dat niet werd uitgegeven. Daarmee moet u toch wel rekening houden wanneer u zegt wat hier maatschappelijk verdedigd moet worden, dat waren uw woorden. U bent de minister die hier al drie jaar op rij 1 miljard euro niet uitgeeft. Nu gaat u 12 miljoen euro ophalen door een huurprijsverhoging bij sociale huurders, dat is wat u doet. U bouwt te weinig bij, en dan slaat u het ook nog eens op om solidariteit te vragen. Nu vraagt de Vooruitfractie u geen solidariteit. Zij vraagt u vooral om uw werk te doen, om ervoor te zorgen dat we weer meer en sneller bijbouwen, en dat dat bouwritme terug aanzwengelt. De voorbije vier jaar waren absoluut dramatisch.
Wat betreft de oplossing zelf, was ze eigenlijk een poging tot oplossing. Het was halfslachtig, want u rijdt het gat niet volledig toe. Het is geen harmonisatie. Het gaat ietsje dichter naar elkaar toe. U slaat het ene op, en verlaagt het andere. Het is halfslachtig, een soort overgangssysteem, en daarmee kom ik al meteen bij mijn vraag die u daarnet niet beantwoord hebt.
Zullen er deze legislatuur nog bijkomende stappen komen, of gaat u niets meer doen? Indien u niets meer doet, en ik vermoed dat dat uw antwoord zal zijn, hoe zit het dan met die studie? U hebt beslist om dit eind 2019 in te voeren. U hebt beslist om een eengemaakte woonmaatschappij te maken. Maar hebt u dan niet alles meteen in het werk gezet om ook een eengemaakte huurprijs te maken? Of, en ik denk dan dat dat de enige conclusie is die de Vooruitfractie kan trekken, was u nooit van plan dat te doen? Ofwel hebt u slecht gewerkt, ofwel bent u niet eerlijk en hebt u het gewoon niet willen doen.
Er blijft met andere woorden een verschil bestaan tussen die huurprijzen. Dat is niet transparant naar de huurders toe, zeker niet voor hen die moeten muteren. Maar goed, ik ga snel over naar de bijkomende vragen.
Zijn er simulaties gemaakt voor alle huurders? Ik weet dat we dat bij de vorige huurprijsberekening expliciet hebben moeten vragen, de tweede maand dat dat systeem werd ingevoerd. Zal dat deze keer opnieuw gebeuren om miserie te vermijden? Een deel hangt af van de onderhandeling bij ingehuurde panden. Is er niet het risico dat verhuurders er rekening mee gaan houden? Ze zouden dan wat meer kunnen vragen aan de Vlaamse overheid, want het gat wordt meer toegereden. Hoe gaat u dat monitoren?
Ten laatste zullen meer inkomsten afgeroomd worden. Kunt u daar technisch al meer inkijk in geven, hoe dat in zijn werk zal gaan?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Het was een heel ingewikkelde uitleg, om toch te moeten vaststellen dat u de schaarste gewoon herverdeelt op de kap van andere sociale huurders.
U schuift dus een oplossing naar voren die zeer complex, en eigenlijk niet transparant is. Dat is ze ook niet voor de kandidaat-huurders. Ik vraag me af of zij wel transparant is voor de medewerkers van de woonmaatschappijen zelf. Ik kan alvast niet inschatten wat het voordeligst is, en of het zinvol is om de ingehuurde woning te aanvaarden, of dat in mijn voordeel is of niet. Dat is eigenlijk heel onduidelijk. Uit uw uitleg blijkt wel dat de verschillen die er zijn, gewoon blijven bestaan.
Ik heb dan ook twee bijkomende vragen, minister.
Hoe wilt u het gebrek aan transparantie voor die kandidaat-huurders opvangen? Hoe zult u daarop anticiperen? Hoe zult u hen daarin voorlichten?
Bent u van plan om deze legislatuur nog stappen te ondernemen om te gaan naar een echte harmonisatie, die ervoor zorgt dat er dus wel een degelijke, eengemaakte sociale huurprijs is voor alle sociale huurders, en een systeem dat ineens komaf maakt met de onduidelijkheid en willekeur die er vandaag nog altijd heerst?
De heer Muyters heeft het woord.
Collega’s, ik dank jullie voor de vragen. En vooral, minister, dank ik u voor het heel duidelijke antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat het ook zonder een fusie van de woonmaatschappijen logisch zou zijn geweest dat die huurprijzen in zelfde situaties naar elkaar zouden toegroeien. Er wordt hier soms gezegd dat het nodig is vanwege de fusie. Het is altijd goed om de verschillen bij mensen in eenzelfde situatie weg te werken.
In elk geval ondersteunen wij ten volle de stap die u nu zet. Het is moedig en goed dat u niet hebt gewacht om die allesomvattende studie – daar kunnen dan nog altijd verdere stappen worden genomen –, maar dat u nu de keuze hebt gemaakt om alvast een eerste stap te zetten. Ik zal heel eerlijk zijn: ook wij vinden het heel verstandig om niet meteen in de algemene kas te graaien om nog eens extra te middelen te vragen, maar een oplossing te vinden binnen de sector zelf. Dat vind ik een goede stap vooruit. Het is effectief, zoals u zelf zei, nog niet afgerond, maar het is wel een goede stap vooruit.
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik dank jullie voor de reacties. Ik geef graag nog een paar antwoorden.
Mijnheer Veys, u herhaalt ondertussen telkens hetzelfde riedeltje. Een paar weken geleden heb ik op een vraag van u in de plenaire vergadering kenbaar gemaakt dat we voorzichtig positief kunnen zijn over de cijfers die zich nu voordoen. We zullen zien wat het de komende maanden geeft, maar ik ben er wel van overtuigd dat onze hervormingen daartoe bijdragen. Hoe snel of langzaam ze ook zullen evolueren, ze zullen daartoe bijdragen.
U blijft ook uitgaan van een foute weergave, met dat miljard tekort, maar dat gaat over budgetten van twee jaar die op één jaar worden gespendeerd. Het is natuurlijk niet zo moeilijk om een rekensom op die manier te verkrachten, maar het klopt niet. We kunnen gerust in discussie gaan, maar vertrek dan wel vanuit de juiste feiten en probeer uw eigen stelling niet te versterken door een foute weergave van die feiten. Dat is niet bepaald een correcte manier van werken.
Jullie beiden zeggen dat we hadden moeten wachten op een volledige hervorming. Die zit ook in de voorbereiding, we hebben die studie opgestart. Het heeft natuurlijk met veel meer te maken, het is een veel ingewikkelder proces. Maar hadden we daarvoor moeten wachten? Leg dat dan uit aan de 13.000 zwaksten die vandaag de hoogste huurprijs betalen. Wij hebben deze ingreep enkel en alleen gedaan om die mensen te kunnen helpen, om hun even een extra ondersteuning te geven. Het gaat om een significante ondersteuning, eentje die de moeite waard is. 50 tot 60 euro maakt voor hen wel degelijk een verschil. Dat is de moeite voor hen. Die 6 euro zal daar niet zo’n groot verschil maken, dat weet u ook. Dat is een correcte afweging. Ik heb daarnet de cijfers gegeven. De mediaan ligt op 280 euro. Een gemiddelde huurprijs bedraagt ongeveer 333 à 334 euro tegenover 340 euro. Dat is een bijzonder grote ondersteuning, sociale bijdrage die wij leveren. Als je dat tegenover de gemiddelde marktprijs zet, die ondertussen al een eindje boven de 820 euro ligt, dan betekent dit dat wij per maand een bijdrage van 400 à 500 euro doen voor sociale huurders. En nu doen wij daar inderdaad 6 euro af, om de mensen die het nóg moeilijker hebben, een significant voordeel te kunnen geven. Je kunt moeilijk zeggen dat dat een slechte zaak is, het is een correcte verdeling van de lasten.
Mijnheer Veys, u stelt een terechte vraag. Bij elke maatregel die we nemen, moeten we opletten of die geen effect zal hebben op de private aanbieders, dat die de prijs niet zal omhoogduwen. Ik denk dat we daar ingedekt zijn. Eerst en vooral bestaat dat risico sowieso. Er zijn aanbieders op die markt, we weten dat er een schaarste is, dus dat risico bestaat daar sowieso. Verschillende elementen kunnen daaraan verhelpen. Een van de belangrijkste is dat je daar met een onderhandeling zit met het SVK-kantoor. Nu we dat hebben samengevoegd in die woonmaatschappij, heb je daar veel sterkere, professionelere onderhandelaars die effectief duidelijke krijtlijnen kunnen gebruiken om ervoor te zorgen dat dat erbinnen blijft. Dat risico is er zeker, maar ik ben ervan overtuigd dat dat ondervangen wordt door de hervorming die we in de sector hebben gedaan.
Mevrouw Schauvliege, u zegt dat het niet transparant en zeer ingewikkeld is. Ik weet niet of de rest van de zaal dit echt zo moeilijk en ingewikkeld vindt. U hebt de tabellen, want we hebben alle documenten doorgestuurd. Zo moeilijk is het niet. We hebben inderdaad 13.000 SVK-huurders. Zij krijgen er gemiddeld 50 euro bij. Daarnaast heb je 150.000 SHM-huurders. Zij betalen 6 euro per maand. Dat is ongeveer de grootteorde. Ik begrijp niet waarom u dat nog veel moeilijker vindt.
We maken daar trouwens gebruik van dezelfde systemen. Het systeem bij de woonmaatschappij verandert niet. Ook voor de huurder blijft dat inzichtelijk. We werken met de huursubsidie die wordt gegeven aan de SVK’s en een huurprijsberekening voor de anderen om die 6 euro door te rekenen.
Laten we daar eerlijk in zijn: voor alles wat links is, is het waarschijnlijk veel gemakkelijker om altijd rechtstreeks naar die begroting te kijken, om in de grote zak geld die staat te lonken te grijpen en maar rond te strooien. Wel, dat is inderdaad een keuze die ik uitdrukkelijk niet maak. We moeten in dit land absoluut de reflex aanleren om te vermijden dat we altijd eerst kijken naar een probleem om dan te beslissen hoeveel geld we er tegenaan zullen gooien. Neen, soms moet je de moed hebben om na te denken of we dit op een eerlijke en correcte manier anders kunnen oplossen, zonder opnieuw extra bij te vragen aan de hardwerkende Vlaming. We zitten dit jaar nog altijd met een tekort van 2 miljard euro. Dat tekort is door omstandigheden, zoals corona, gegroeid tot 2 miljard euro. We schuiven dat door naar de volgende generaties. En dan nóg blijft de reflex hier om elk probleem er nog eens bovenop te nemen, omdat dat zogenaamd niet zoveel verschil zou maken.
Neen, ik wil de Vlaming nog recht in de ogen kunnen kijken. Die werkt voortdurend hard om bij te dragen aan de begroting. Dat is niet zomaar een pot waaruit je kunt blijven graaien en waarmee politici goede sier kunnen doen. Dat is niet correct. We hebben er inderdaad over nagedacht hoe we die mensen kunnen helpen.
Voor alle duidelijkheid: de begroting wordt hier geen euro mee geholpen, geen ene euro. Dat weet u. Niets. Dat zou er nog aan mankeren.
Maar wat doen we? We helpen 13.000 kwetsbaren in onze samenleving. En inderdaad, we zullen een kleine bijdrage vragen aan een grotere groep anderen. Dat is de reflex die we eens zouden moeten leren, in plaats van altijd maar te kijken naar de mensen die, in vergelijking met andere landen in Europa, vandaag al bijzonder veel bijdragen.
De heer Veys heeft het woord.
Minister, ik ontwaar hier toch een patroon. U verheft graag uw stem. U doet dat meestal als u slecht beleid invoert. Weet u wat links eigenlijk wil op het vlak van sociale huisvesting? We willen niet graaien uit die zak geld. We willen gewoon dat u die zak geld die u ieder jaar hebt, gebruikt om woningen te bouwen. Als u dat zou doen, zou ik tevreden zijn, maar zelfs dat niet. Een miljard euro, dat zijn er vijfduizend die u gebouwd zou kunnen hebben.
En over die cijfers: als u beweert dat het niet klopt dat u de laatste drie jaar telkens een miljard euro van uw beschikbaar budget niet uitgegeven hebt, dan liegt u. Ik zeg dat op basis van cijfers die ik aan u vraag die u mij bezorgt. Als het dus niet waar is volgens u, moeten we zo meteen eens samenzitten, maar dat klopt wel.
Ik stel enkel maar vast dat, telkens als deze meerderheid beleid maakt er één patroon is: de sociale huurders zijn de dupe, of ze nu in een slecht daglicht gesteld worden, dat ze meer moeten betalen of dat de hoop op een betaalbare woning meer en meer veraf is. Het is een van die drie. Dat is het falend woonbeleid van deze regering. Opnieuw, deze maatregel zorgt voor minder transparantie en het is geen oplossing voor een probleem dat jullie, verdorie, zelf gecreëerd hebben met deze beslissing. Je moet niet kwaad zijn op de oppositie. Jullie moeten gewoon jullie werk beter doen, minister. (Opmerkingen van minister Matthias Diependaele)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat als het is om de schaarste te herverdelen, dat er toch nog eensgezindheid is in deze regering. U hebt het over links dat altijd bijkomende middelen wil. Ik stel vast dat het gegraai van deze regering altijd naar extra consultancy gaat, naar een culinair centrum, enzovoort in plaats van het te geven aan mensen die het nodig hebben. Dat is waar wij voor staan. Voor ons is het duidelijk: het is niet het geld van de sociale huurder dat je moet gaan herverdelen naar een andere sociale huurder. U hebt middelen over. U hebt een half miljard euro over. U had dat kunnen gebruiken om die herverdeling te organiseren, maar u kiest ervoor, u zegt het heel duidelijk, om dat niet te doen. U kiest ervoor om die middelen te zoeken bij de kwetsbare sociale huurders in plaats van hen echt te helpen. Dat kan er bij mij absoluut niet in.
Minister, de grote verschillen blijven bestaan. Het systeem dat u nu ingevoerd hebt, zorgt niet voor een eengemaakte huurprijs, terwijl dat is wat we nodig hebben. Het is dus een complex systeem dat een sociale huurder mee moet betalen en de verschillen tussen de huurders laat bestaan.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.