Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, mijn vraag is zowel aan u als aan collega Zuhal Demir gericht.
Zwerfvuil is een groot probleem, ook in bevaarbare waterlopen. Ik heb hierover al een aantal schriftelijke vragen gesteld, op 3 maart 2021 en ook op 28 april 2023. Ik informeerde hierbij naar de aanpak van zwerfvuil door De Vlaamse Waterweg. Uit het antwoord van de minister op mijn schriftelijke vraag van 28 april 2023 blijkt dat voor de ruiming van afval op het water in 2021 en 2022 een budget van – afgerond naar boven – 6,9 miljoen euro werd gespendeerd voor het ruimen van om en bij 3600 ton afval. Omgerekend betekent dit 1,89 euro per kilogram geruimd afval.
Minister, naast tal van lokale verenigingen die acties organiseren om zwerfvuil te ruimen, bestaan er ook nieuwe concepten. Mensen gaan bijvoorbeeld joggen en ruimen ondertussen zwerfvuil. Er zijn ook mensen die meer en meer vanop het water zwerfvuil ruimen. Zij focussen op kleine stukjes zwerfvuil, want zij kunnen slechts kleinere hoeveelheden vuil aan land brengen. De Vlaamse Waterweg focust op de waterveiligheid en op grote stukken die een gevaar kunnen vormen voor doorgaand waterverkeer.
Ik had daarover een aantal vragen, minister.
Bent u bereid om via een budgetverschuiving initiatieven te ondersteunen die zwerfvuil ruimen uit de Vlaamse bevaarbare waterlopen? Naast het ruimen van dat zwerfvuil hebben ze ook een sensibiliserende functie. Kunt u hierover wat meer uitleg en motivering geven?
Bent u bereid om middelen in te zetten vanuit de bevoegdheid Leefmilieu? Dat is eerder een vraag voor Zuhal Demir uiteraard. Zo ja, voor welke specifieke initiatieven?
Welke bijkomende initiatieven plant u of uw collega Zuhal Demir nog deze legislatuur voor de aanpak van zwerfvuil in de Vlaamse bevaarbare waterlopen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vragen, mijnheer De Roo. Zwerfvuil is een doorn in het oog van ons allemaal. Het is goed dat we daarrond sowieso een aantal maatregelen nemen.
Ik heb inderdaad al antwoorden gegeven op uw vraag van 28 april 2023. De Vlaamse Waterweg herhaalt dat veiligheid van groot belang is. Zij geven daarom eerder de voorkeur aan opruimacties aan land en dus niet om potentiële vrijwilligers op de waterwegen acties te laten uitvoeren. Sommige locaties langs onze waterwegen zijn moeilijk of niet toegankelijk. Daarom is het niet altijd gemakkelijk om daar vrijwilligers voor in te zetten. Men moet daarvoor ook specifiek materieel hebben. Ik heb gezien dat men dat in kleine groepjes doet in gebieden waar veel zwerfvuil bij elkaar komt. Om veiligheidsredenen zegt De Vlaamse Waterweg dat het dit in eigen regie wil blijven doen en dit niet wil overlaten aan vrijwilligers.
In verband met uw tweede en derde vraag rond lopende en bijkomende initiatieven, kan ik antwoorden dat er een aantal lopende initiatieven zijn, initiatieven die u allicht kent. Zo werkt De Vlaamse Waterweg mee aan de uitvoering van het Vlaams actieplan marien zwerfvuil.
Daarnaast is De Vlaamse Waterweg steeds op zoek naar maatregelen en technieken voor het effectief en kostenefficiënt opruimen van drijfvuil. Daarover kan ik meegeven dat DEME een jaar lang een door hen ontwikkeld vuilvangsysteem aan de Scheldebrug Bornem-Temse heeft getest. Een ander bedrijf, Seagro, testte een jaar lang een door hen ontwikkeld vuilvangsysteem aan de Willemsbrug over het insteekdok aan het Zeekanaal Brussel-Schelde in Grimbergen. Er lopen dus bepaalde initiatieven, samen met ondernemingen, om zwerfvuil te kunnen opruimen. Daarnaast onderzoekt De Vlaamse Waterweg alternatieve vuilvangmethodes.
Vanuit mijn eigen regio kan ik meegeven dat er jaarlijks, in de lentemaanden, langs de Maasoevers in Vlaanderen en Nederland, zowel door gemeenten, Rijkswaterstaat, de Nederlandse provincie Limburg en vrijwilligers, zwerfvuil in de brede bedding wordt opgeruimd. Deze opruimactie kan uitbreiden naar andere plaatsen waar je voldoende ruimte hebt. De ene bevaarbare waterloop is de andere niet. De Maas is daar niet bevaarbaar maar de winterbedding van de Maas is heel anders dan de zomerbedding en daardoor kun je daar opruimacties doen. Er werken ook telkens heel veel vrijwilligers aan mee.
De Vlaamse Waterweg is eveneens actief in diverse fora die de zwerfvuilproblematiek ter harte nemen, zoals het periodiek ambtelijk overleg van de werkgroep Netheid met Mooimakers, de themagroep Zwerfvuil onder leiding van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland en de werkgroep Marien Zwerfvuil.
Ten slotte neemt De Vlaamse Waterweg, samen met andere Vlaamse partners, jaarlijks deel aan de week van de handhaving, dus daar wordt ook aandacht aan geschonken. Een voorbeeld is het project van Mooimakers, dat telkens in de maand september wordt uitgerold.
Men doet dus zeer veel acties. Het blijft natuurlijk een zaak dat niemand vuil moet laten rondslingeren, het is een verantwoordelijkheid van iedereen. Ik denk dat De Vlaamse Waterweg, samen met andere partners, heel veel inzet op dergelijke projecten om zoveel mogelijk zwerfvuil op te ruimen.
– Bart Claes treedt als voorzitter op.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik zal starten met me aan te sluiten bij het laatste wat u zei. Het begint bij ieders verantwoordelijkheid zelf, want daarover gaat het natuurlijk. Als niemand gaat sluikstorten of niemand zwerfvuil verspreidt of afval achterlaat, komt het ook niet in de waterloop terecht en moet het ook niet worden geruimd. Jammer genoeg zien we dat dit vandaag nog te vaak voorkomt.
Ik koppel er ook graag aan dat sensibilisering rond zwerfvuil daarom ook zeer belangrijk is. Ik begrijp zeer goed van De Vlaamse Waterweg welke focus ze hanteren, met een aantal criteria zoals veiligheid, en dat ze inzetten op een aantal grotere projecten die u hebt genoemd, zoals het project van DEME om het drijfvuil op te vangen. Het zijn inderdaad projecten waar we zeker op moeten inzetten en waarin we ook investeringen moeten doen.
Waar ik wel een lacune vaststel, is in iets kleinschaligere projecten, en dat is zelfs relatief. Ik denk bijvoorbeeld aan een project in het Houtdok in Gent. Daar is een vzw die per week 360 mensen met een kano op het water stuurt die zwerfvuil aan land brengen. Per jaar halen ze 12 ton zwerfvuil op, en dat gaat niet over grote stukken maar vooral over kleine drijvende stukken. Ik stel vast dat zo'n organisatie noch vanuit Leefmilieu, noch vanuit De Vlaamse Waterweg ondersteuning krijgt, ook al doen ze heel veel werk op het vlak van sensibilisering. Als men zoveel mensen op het water krijgt – ook scholen en bedrijven –, dan zorgt men dat er aandacht is voor het probleem. Ze doen ook effectief taken die De Vlaamse Waterweg dan niet opneemt, namelijk het ruimen vanaf moeilijk toegankelijke plekken vanaf het land. Je bevindt je op een soort spanningsveld van wat er onder de bevoegdheid van De Vlaamse Waterweg valt en wat onder Leefmilieu.
Minister, kan men voor zulke initiatieven toch niet iets meer doen waardoor we ook hun werking verder kunnen ondersteunen?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Collega, ik dank u voor de vraag.
Ik denk dat we ons allemaal wel ergeren aan sluikstorten op water. Er zijn dan mooie initiatieven om het zwerfvuil op te ruimen, zoals beschreven door de collega, maar dat is natuurlijk erg arbeidsintensief. Het berust meestal ook op medewerking van vrijwilligers. Structurele initiatieven zoals Great Bubble Barrier en fuiken allerhande helpen enorm veel. Het is goed dat daar zeker op wordt ingezet.
Dank u ook voor de opsomming van de initiatieven. Ik weet dat minister Demir er erg op inzet om innovatieve projecten te ondersteunen.
Een ander probleem – en u haalde het al aan – is dat het vuil ook wordt weggehaald met het oog op veiligheid en de verontreiniging van de omgeving. De achtergelaten bootjes op onze bevaarbare waterlopen zijn ook zeer problematisch. Ze blijven er maar liggen, verontreinigen de omgeving en zijn ook een gevaar voor de veiligheid.
Minister, lopen er nog projecten om ook die doorn in het oog aan te pakken?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik vind de vzw Houtdok een heel mooi en lovenswaardig project. Ze doen het, ze willen ook hun omgeving mooi en netjes houden, maar ik heb op dit ogenblik geen specifieke vraag gehad om middelen te geven, of zelfs volgens uw voorstel budgetverschuivingen te doen. De budgetten zijn beperkt en ik heb ze allemaal hoognodig. Ik vind het alleszins een heel mooi en lovenswaardig initiatief. Ik denk ook niet dat we altijd moeten zeggen dat het mooi is wat ze doen en daar extra middelen voor geven. Maar het is een zeer mooi initiatief. Als een vzw bekommerd is om een mooie omgeving, een mooie waterweg, mooie oevers en randen rondom het Houtdok te hebben, dan kunnen we dat alleen maar toejuichen.
Mevrouw Perdaens, ik weet dat er nog al vragen geweest zijn over de achtergelaten bootjes. Ik ken op dit ogenblik niet de allerlaatste stand van zaken. Ik denk dat u zelfs al schriftelijke vragen hebt gesteld, maar alleszins is het aan De Vlaamse Waterweg om er werk van te maken. In mijn eigen omgeving heeft jarenlang een boot gelegen in de zwaaikom van de Zuid-Willemsvaart. Het had te maken met een faillissement en dat was de reden waarom die daar jarenlang lag te verroesten. Het was voor iedereen een doorn in het oog. Kortom, op het moment dat niemand het eigendomsrecht van die bootjes opeist, gaat De Vlaamse Waterweg uit veiligheidsoverwegingen zeker over tot het ophalen. Of er op dit ogenblik veel liggen, weet ik niet, maar we zullen het zeker verder opvolgen.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomend antwoord. Ik denk dat ondersteuning voor een dergelijk initiatief zeer terecht is. Als we kunnen aantonen dat zulke initiatieven op bepaalde vlakken efficiënter zijn, is er hopelijk een dialoog met De Vlaamse Waterweg mogelijk om na te gaan wie er welke taken voor zijn rekening kan nemen. Ik volg dit graag verder op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.