Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, Vlaanderen kent al lang een probleem van vervuiling door kobalt. In 52 procent van de Vlaamse waterlopen worden volgens de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) normoverschrijdingen voor kobalt gemeten. Die zouden onder meer te verklaren zijn door de aanwezigheid van kobalt in veevoeder en dus ook in mest. Kobalt wordt toegevoegd aan veevoer omdat daaruit vitamine B12 wordt gevormd. Een deel zou ook worden aangevoerd via grondwater en kan ook van natuurlijke oorsprong zijn.
Te hoge concentraties van kobalt in grondwater werden in kaart gebracht voor heel Vlaanderen. Er zijn verschillende regio’s te onderscheiden met kobaltconcentraties van meer dan 100 microgram per liter. De zone op de grens tussen de provincies Antwerpen en Limburg, ruwweg tussen Geel en Peer, springt het meest in het oog. Daar is het kobalt in het grondwater in verband te brengen met de historische vervuiling door de metaalverwerkende industrie in Olen en Reppel. Mogelijk is het kobalt nog verder verspreid door het gebruik van assen uit de fabrieken bij aanleg van wegen.
Ineos Aromatics is de grootste kobaltvervuiler in Vlaanderen. Kobalt wordt er gebruikt als katalysator, wordt deels gerecupereerd, maar ook deels geloosd, met name in de Grote Nete. De kobaltwaarden lopen dan ook hoog op in de Grote Nete. De VMM gaf toch een gunstig advies voor de nieuw aangevraagde lozingsvergunning. De lozingen zorgen voor meer kobalt in de rivier, maar omdat het water van de Grote Nete toch al sterk vervuild is, zou dat geen klasseverslechtering betekenen. Dat is een cynische redenering en in strijd met een uitspraak van het Europees Hof van Justitie in 2015, die zegt dat iedere vergunning geweigerd moet worden als het project de waterkwaliteit in de omgeving verslechtert of ervoor zorgt dat het einddoel van goede waterkwaliteit tegen 2027 in het gedrang komt.
Een ander bekend voorbeeld van kobaltvervuiling vond plaats in Kruibeke, waar de Vlaamse Waterweg afvalwater loosde met grote hoeveelheden uranium en kobalt. Voor kobalt overschreed men maar liefst elf keer de norm. ‘Pano’ wijdde daar vorig jaar een reportage aan.
Kobalt is een van de kritische materialen, ook in een groene economie. In batterijen voor elektrische wagens wordt nu meestal gekozen voor kathodes met een nikkel-mangaan-kobaltsamenstelling. Het Vlaamse bedrijf Umicore is de grootste consument van kobalt ter wereld. De aanvoer van nieuwe kobalt uit mijnen komt voornamelijk uit Congo en heeft een slechte reputatie door kinderarbeid en mensenrechtenschendingen, zeker in de zogenaamde artisanale mijnbouw. Umicore heeft dit type mijnen weliswaar gebannen uit haar bevoorradingsketen.
Aangezien de prijzen voor kobalt op de wereldmarkt stijgen, wordt recyclage van kobalt uit elektronisch afval steeds interessanter. De milieubeweging dringt al enige tijd aan op het instellen van een statiegeldsysteem voor smartphones, tablets en andere, of elektronica met kostbare grondstoffen in het algemeen. Tegelijk wordt ook gezocht naar alternatieven voor onder meer kobalt in batterijen. Zo is er nu speculatie over de mogelijke inzet door Tesla van ferriet als vervanger van kobalt. Maar de kans blijft groot dat kobalt nog lang niet gemist zal kunnen worden, ook niet in een groene economie. Reden te meer om de milieuregels rond het werken met kobalt zo scherp mogelijk te stellen.
Is het niet nodig om binnen het kader van het beleid rond zware metalen te werken aan een specifieke aanpak van de vervuiling door kobalt in oppervlaktewater, grondwater en de bodem?
Twee, is er geen verder onderzoek nodig naar de aanrijking van veevoer met kobalt en de gevolgen daarvan voor het milieu?
Drie, moet bij het gebruik van kobalt in de industrie, ook vanuit de principes van een circulaire economie, niet nog strenger worden toegezien op het recupereren van dit kostbare metaal, zodat verliezen in het milieu tot een minimum beperkt worden en zodat ook de aanvoer van nieuwe kobalt uit Congo zo laag mogelijk kan worden gehouden?
Vier, bent u voorstander van een statiegeldsysteem voor smartphones, tablets of elektronica met kostbare grondstoffen in het algemeen?
Vijf, zet de Vlaamse Regering, bijvoorbeeld in het kader van Vlaanderen Circulair, voldoende in op het onderzoek naar alternatieven voor de afhankelijkheid van kritische metalen zoals kobalt?
Zes, is het in dit kader te verantwoorden nog aanzienlijke lozingen van kobalt in oppervlaktewater in Vlaanderen toe te staan, zeker als we weten dat de waterkwaliteit daardoor gegarandeerd zal verslechteren?
Minister Demir heeft het woord.
In het kader van het bodembeleid en de aanpak van verontreinigde sites, moet kobalt vandaag al worden onderzocht wanneer dit een verdachte stof is op basis van bijvoorbeeld de locatie of het type activiteit. Dit is dus een gelijkaardige aanpak als voor andere parameters. Kobaltverontreiniging is al in heel wat bodemdossiers onderzocht of waar nodig gesaneerd.
Daarnaast zijn we in het kader van de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 de volledige massabalans voor kobalt in Vlaanderen in kaart aan het brengen. Zo krijgen we ook een beter zicht op de bronnen, de transportroutes en vrachten. Naast industriële emissies worden daarbij ook andere bronnen onderzocht, zoals via het grondwater en via erosie. Dat is een complexe oefening. In 2022 kon alvast de transportroute via het grondwater in kaart worden gebracht. Ook in 2023 en 2024 ligt verder werk op de plank. Zo wordt momenteel onderzocht hoe de transportroute via erosie kan worden geïnventariseerd. Een volledige massabalans zal ons dan ook in staat stellen om de bronnen van kobalt naar oppervlaktewater te identificeren en ook doeltreffende maatregelen te nemen.
Wat betreft uw vraag naar onderzoek met betrekking tot de aanrijking van veevoer, verwijs ik naar u naar de bevoegde minister, collega Brouns.
Wat uw derde vraag betreft, kan ik meegeven dat de nieuwe Europese verordening voor batterijen en afgedankte batterijen, waarvan de publicatie in de zomer van 2023 wordt verwacht en die we ook opvolgen, dwingende materiaalterugwinningsdoelstellingen voor kobalt opleggen. Uiterlijk op 31 december 2027 moet 90 procent van het kobalt worden teruggewonnen bij de recyclage van afgedankte batterijen. Vanaf 31 december 2031 moet minstens 95 procent van het kobalt worden teruggewonnen bij de recyclage van afgedankte batterijen. Wij volgen daar ook de Europese verordening.
Wat uw vierde punt betreft, is een statiegeldsysteem een beleidsinstrument dat wordt ingezet voor producten met een korte tijdspanne tussen het moment van de aankoop en afdanking. Af en toe komt wel eens de vraag naar de bruikbaarheid van dit instrument voor producten met een lange levensduur zoals elektrische apparaten. Momenteel is dit in geen enkel land of regio wereldwijd verspreid. Door de lange tijdspanne tussen aankoop en afdanking moeten de mensen gedurende lange tijd wachten om hun statiegeld terug te krijgen en de genoemde apparaten kennen vaak ook een positieve waarde in de afvalfase. Het statiegeld zou dan ook hoog moeten zijn om financieel interessanter te zijn voor de consument dan alternatieve inzamelkanalen. Onder meer vanwege deze redenen is een invoering van statiegeld op elektrische apparaten op dit moment niet aan de orde.
We mogen ook niet vergeten dat we via Recupel al een heel laagdrempelig inzamelsysteem hebben. De burger kan hiermee steeds gratis terecht bij de recyclageparken en bij de meer dan tienduizend inzamelpunten. Recupel zet ook in op campagnes om zoveel mogelijk van deze toestellen opnieuw in te zamelen om ze dan ook te kunnen recycleren.
Wat uw vijfde vraag rond Vlaanderen Circulair betreft, is hierrond onderzoek lopende aan de Vlaamse universiteiten. Ik kan hierover onder meer verwijzen naar een studie van de UGent over het in kaart brengen van de Europese kobaltstromen. Ook de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) werkt momenteel aan een opdracht over kritieke materialen in Vlaanderen.
Wat uw laatste vraag betreft, worden nieuwe lozingen van kobalt principieel niet meer toegestaan. Voor bestaande lozingen wordt erop toegezien dat er geen achteruitgang van de toestand is conform de Kaderrichtlijn Water.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat ik voor een aantal vragen nog verder moet gaan, bijvoorbeeld naar minister Brouns. Wat de Kaderrichtlijn Water betreft: we hebben een heel slechte waterkwaliteit in Vlaanderen. U geeft hier aan dat er geen nieuwe vergunningen meer worden toegestaan waarin lozing van kobalt wordt voorzien maar ik begrijp dat Ineos Aromatics wel een vergunning heeft verkregen en dat daar een lozing van kobalt is toegestaan. Hoe rijmt u het verlenen van die vergunning met de uitspraak die u nu net doet, want die vergunning is niet zo lang geleden verleend? Twee, hoe zult u eraan werken dat de kobaltvervuiling in ons oppervlaktewater erop achteruit gaat in plaats van status quo blijft? Op dit moment zitten we daar met een slechte toestand. U zegt dat u geen vergunningen meer gaat verlenen die een lozing toestaan maar mijn vraag is vooral hoe u ervoor gaat zorgen dat de toestand verbetert in plaats van niet verslechtert.
Minister Demir heeft het woord.
Zoals ik heb gezegd, volgen we de Europese regelgeving. We hebben afgesproken om niet aan ‘gold-plating’ te doen. De recyclage zit wel goed, denk ik.
Ineos lost minder sinds de nieuwe vergunning. De lozingsnorm is aangescherpt van 600 naar het huidige 500 en het toekomstig 120. De afgeleverde lozingsnorm werd bovendien ook beperkt in de tijd, tot 31 december 2027. Ineos moet ook tegen eind 2025 de nodige studies uitvoeren voor de verdere beperking van de norm. De toestand verbetert dus met de nieuwe vergunning.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het is dus duidelijk dat die vergunning wel is verleend. Dat er geen vergunning meer verleend wordt klopt dus helemaal niet met de realiteit. Dat er een beperking in de tijd wordt opgelegd is goed, maar daarmee verbetert de huidige toestand niet.
Ik kijk toch uit naar extra acties om de kobaltvervuiling in Vlaanderen te bestrijden. Op dit moment lijkt de toestand zeer ernstig te zijn. Het is dan ook heel belangrijk dat er verder onderzoek gebeurt en dat er maatregelen worden genomen, niet alleen om niet verder te vervuilen maar ook om de bestaande vervuiling aan te pakken en te verminderen. Het lijkt ook hier de evidentie zelve dat de vervuiler betaalt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.