Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Het aantal wegloopdossiers is vorig jaar met 31 procent gestegen ten opzichte van 2021. Child Focus behandelde vorig jaar 1515 nieuwe verdwijningsdossiers, waarvan 1138 nieuwe meldingen van jongeren die wegliepen. Nooit eerder liepen zoveel jongeren weg van huis of de voorziening waarin ze verblijven. Child Focus organiseert in het kader van de Internationale Dag van de Vermiste Kinderen opnieuw de sensibiliseringscampagne ‘Keep Hope Alive’, zodat langdurig vermiste kinderen niet vergeten zouden worden.
Door weg te lopen geven jongeren duidelijk het signaal dat er iets fout zit in hun leven en dat ze geen andere uitweg vinden dan weg te lopen. De toename van het aantal wegloopdossiers kan ook in verband gebracht worden met het aantal oproepen dat Child Focus ontvangt omtrent het mentaal welzijn van kinderen en jongeren.
In het verleden is er reeds een project opgezet met betrekking tot deze problematiek. Naar aanleiding hiervan werden reeds enkele initiatieven ondernomen. Minister, u gaf in het verleden ook aan dat er verder gefocust zou worden op awareness en vorming. Het huidige NADAR-project werd dan ook verlengd tot het najaar van 2022.
Hoe kijkt u naar het toegenomen aantal wegloopdossiers?
Hoe evalueert u de huidige initiatieven die genomen worden rond deze problematiek? Welke resultaten kwamen naar voren uit het afgelopen project en hoe wordt hierop ingespeeld?
Welke initiatieven neemt u nog ter preventie van weglopen?
Minister Crevits heeft het woord.
De stijging van het aantal weglopers zal iedereen wel verbaasd hebben, denk ik. Gelukkig – en dat las u wellicht ook – wordt het kind in 95 procent van de gevallen snel en veilig en wel teruggevonden.
Child Focus wijst zelf ook op het stijgend aantal oproepen dat zij krijgen van kinderen die het mentaal moeilijk hebben. De organisatie linkt dat onder meer aan corona. Ouders melden bij weglopers ook vaak dat een kind zich voordien al niet goed voelde.
Ik veronderstel dat u in uw vraag verwijst naar het RADAR-project (Running Away: Drivers, Awareness, and Responses), een Europees project over weglopen dat wordt gecoördineerd door Missing Children Europe (MCE). Het project heeft tot doel om onderzoek te doen naar de drijfveren van jongeren die weglopen en die te analyseren. Het rapport zelf kwam al uitgebreid in de commissie aan bod, onder meer op uw vraag, in mei 2021. Ik ga hier nu dus niet uitgebreid op in.
Heel concreet werd in die commissie naar aanleiding van het rapport onder meer gesproken over het belang van het voorkomen van Adverse Childhood Experiences (ACE’s). Dat inzicht hebben we ondertussen vertaald in een project. De Koning Boudewijnstichting (KBS) heeft de opdracht gekregen om voor hulp- en zorgverleners in alle zestig eerstelijnszones in Vlaanderen en Brussel een aanpak uit te werken, zodat zij in hun dagelijkse werking aan de slag kunnen gaan rond negatieve ervaringen en trauma’s. Ik hoop dat we hierover na het zomerreces in deze commissie al een aantal ervaringen zullen kunnen delen.
Weglopers moeten we niet per definitie linken aan de jeugdhulpverlening. In het crisis- en investeringsplan voor de jeugdhulp zetten we daarom niet alleen in op gespecialiseerde hulp, maar hebben we er bewust voor gekozen om in te zetten op preventie en vroegdetectie, met steun aan initiatieven zoals Therapeuten voor Jongeren (TEJO) of de verdere uitbreiding van de OverKop-huizen. Met De Vlaamse Jeugdraad bekijken we ook hoe we werk kunnen maken van het idee van zogenaamde shelters, een plek die geen residentiële hulp is, maar waar je wel eventjes zou kunnen verblijven.
En dan zijn er de conflictueuze scheidingen en de negatieve effecten die zo’n scheiding heeft op kinderen. Dat was onlangs nog een thema in de commissie. Ook hiervoor werken we een geïntegreerd zorgpad uit. Ik verwacht daarover eind dit jaar resultaten.
We zullen ook opnieuw in onze hulplijnen investeren. We doen dus heel veel.
U vraagt ook naar mijn algemene appreciatie. Ik denk in het algemeen dat ons mentaal welzijn een van de grootste uitdagingen is van deze tijd, niet alleen dat van kinderen, ook dat van bijvoorbeeld werkende mensen die kampen met een burn-out. Dat was hier ook al een thema. De Vlaamse Jeugdraad vraagt om meer aandacht te hebben voor mentaal welzijn en de Vlaamse Ouderenraad wijst ook op de grote uitdagingen die er zijn. Het is dus iets wat bij klein en groot, van jong tot oud leeft.
Ik denk dat we dit binnen Welzijn en Volksgezondheid niet alleen kunnen oplossen. Dat weet u ook. Voor mij is dat een breed samenlevingsvraagstuk, over hoe we met elkaar omgaan.
Ik geloof trouwens sterk in zorgzame buurten, waarin mensen voor elkaar uitkijken, maar evenzo in zorgzame bedrijven en voorzieningen waarin mentaal welzijn hoog op de agenda staat.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik merk toch ook uw bezorgdheid over deze problematiek.
Inzetten op preventie is een heel goede zaak. Weglopen is vaak een symptoom van onderliggende problemen, dus blijvend inzetten op de brede geestelijke gezondheid en de weerbaarheid van kinderen en jongeren is ook belangrijk.
Nu, er zijn ook kinderen en jongeren die weglopen als ze iets niet krijgen of mogen. Daar moeten we ook realistisch in zijn.
Minister, in het verleden werd al aangegeven dat de werkgroep Beeldvorming de mogelijke link erkent tussen kwetsbaarheid van weglopers en de vergrote vatbaarheid, in die extra kwetsbare periode, ten aanzien van tienerpooiers. Op welke manier wordt hier nog op ingezet?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Wouters, dat is een vraag die toch wat buiten de context van deze vraag valt, dus ik stel voor dat u die vraag schriftelijk opnieuw stelt.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Geen probleem. Ik zal de vraag schriftelijk indienen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.