Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
“We brengen de expertise van de ondersteuningscentra jeugdzorg en de vertrouwenscentra kindermishandeling samen tot één gemandateerde voorziening die 24/7 bereikbaar is als duidelijk aanspreekpunt bij maatschappelijke verontrusting.”
Dat staat in het regeerakkoord van 2019-2024 van deze Vlaamse Regering. We zitten momenteel in de laatste rechte lijn van deze legislatuur, maar het is nog steeds onduidelijk hoe ver het met de uitvoering van deze passage en de modaliteiten ervan staat. U bleef zowel tijdens de BBT-besprekingen (beleids- en begrotingstoelichting) als in uw antwoorden op parlementaire vragen redelijk flou. U en uw voorganger stellen keer op keer dat er één aanspreekpunt komt, maar laten in het midden of het dan om een fusie tot één gemandateerde voorziening, één actor gaat, dan wel om, naar de buitenwereld toe, één aanspreekpunt.
Uit uw meest recente antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 493, stelde u dan weer dat “het agentschap Opgroeien samenwerkt met de vertrouwenscentra kindermishandeling rond de expertise verontrusting, maatschappelijke noodzaak en de positionering van de gemandateerde voorzieningen. Deze oefening moet eind van 2023 uitmonden in een concrete blauwdruk voor de gemandateerde voorzieningen.” U trad daarbij verder niet in detail over de toekomst van beide gemandateerde voorzieningen.
Tegen deze achtergrond had ik dan ook graag de volgende vragen gesteld.
Wilt u beide voorzieningen behouden of wilt u tot één gemandateerde voorziening komen, en welke timing wordt er voorgehouden?
Zijn de aparte voorzieningen met de bijbehorende werkingen volgens u nog te verantwoorden?
Kunt u de hoofdlijnen van de eerste blauwdruk die op tafel ligt wat nader toelichten?
Minister Crevits heeft het woord.
De verwachtingen in het regeerakkoord waren heel duidelijk: “We brengen de expertise van de ondersteuningscentra jeugdzorg en de vertrouwenscentra kindermishandeling samen tot één gemandateerde voorziening die 24/7 bereikbaar is als duidelijk aanspreekpunt bij maatschappelijke verontrusting.”
Ik lees daarin dat we evolueren naar één toegang en een heldere, gestroomlijnde aanpak voor situaties van maatschappelijke noodzaak waar de expertise van de vertrouwenscentra kindermishandeling (VK’s) en deze van de ondersteuningscentra jeugdzorg (OCJ’s) een geïntegreerde plaats in kennen. Dat was de bedoeling
De afgelopen twee en half jaar hadden zowel de consultenten, als de vertrouwenscentra hun handen meer dan vol met de gevolgen van de coronacrisis en de crisis in de jeugdhulp. Begin dit jaar hebben we samen vastgesteld dat rond dit punt nog veel moet gebeuren. Dus dit punt uit het regeerakkoord is tot op vandaag niet gerealiseerd. Ik vind dat er verzachtende omstandigheden zijn waarom dat niet gebeurd is. Wel vind ik dat er tegen eind 2023 een blauwdruk moet liggen, die afgetoetst kan worden met de stakeholders, waaronder onder andere de magistratuur en de crisismeldpunten om finaal te komen tot een gevalideerd concept begin volgend jaar, dat dan een verdere implementatie zal kennen.
Ik zal moeten zien hoe ver ik nog geraak. Dit is niet iets wat ik het voorbije jaar kon organiseren. We hebben een grote crisis in de jeugdhulp die nog altijd niet voorbij is en waar we ook in investeren. Ik ben het wel eens dat dit ook prioritair is.
Die eerste blauwdruk is er nog niet. Ik wil die dit jaar hebben. Maar belangrijke lijnen zijn voor mij een helder en eenduidig toegangskanaal voor de aanmelder in situaties van maatschappelijke noodzaak, eén toegangskanaal dat 24/7 bereikbaar is voor situaties van maatschappelijke verontrusting, een sterke link met de bestaande crisisnetwerken in Vlaanderen en een actuele en heldere invulling van hun mandaat, die aansluit bij de maatschappelijke verwachtingen rond verontrusting.
Ik heb ook gevraagd dat men bij deze oefening de aanbevelingen van Deloitte over de werklast van de consulenten in ogenschouw neemt, met name dat er voor de consulenten, maar dat geldt evenzeer voor de VK’s, nog winst te boeken valt door een scherper mandaat en een gestroomlijnde samenwerking met de partners in het veld.
Een fusie – dat zou er dan eentje moeten zijn tussen een private partner en een overheidsdienst – is voor mij geen doel op zich. De organisatievorm die we kiezen, moet vooral de doelstelling ondersteunen. En ik wil in de eerste plaats een concept dat werkt voor de kinderen, de gezinnen, voor de aanmelders, en ook voor de medewerkers van de vertrouwenscentra en de OCJ’s.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik ben blij te horen dat de huidige plannen niet van tafel zijn geveegd. Ik begrijp dat er een aanspreekpunt komt, maar dat het niet één organisatie zal worden omdat een fusie juridisch moeilijker is. Een aanspreekpunt op zich is al heel goed, maar het zijn wel twee aparte organisaties. Zij hebben hun eigen expertise, zeker het VK. Er is ook wel overlap van taken. We merken dat zij vaak naast elkaar werken. Vorige week werd tijdens de hoorzitting nog gezegd dat de informatiedoorstroming soms echt wel problematisch was, niet alleen naar de justitiehuizen en het VK, maar ook tussen het OCJ en het VK. Ze werken soms aan hetzelfde dossier waarbij de informatiedoorstroming echt wel problematisch is. Ik weet niet hoe dat allemaal moet worden opgelost, maar ik ben voorstander van één organisatie, zowel het OCJ als het VK. Het moet veel efficiënter, zeker in deze tijden. We staan voor uitdagingen in de jeugdhulp. Op termijn zou dat een zeer goede zaak zijn.
Alle begrip voor het feit dat dit vertraging heeft opgelopen. Ik kreeg gisteren in de gemeenteraad ook ‘naar mijn voeten’, men vroeg hoe het kwam dat een bepaald iets vertraging had opgelopen. Maar we vergeten dat er corona is geweest, we zijn dat heel snel vergeten. Ik heb dus alle respect daarvoor.
Ik ben blij te horen dat het zeker nog het plan is. Ik hoop dat er vaart kan worden achter gezet want ik geloof dat het veel efficiënter zal worden, en dat is in het belang van de jongeren.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben het volledig, bijna volledig, met u eens en ik ben blij dat u begrip hebt. De vorm is voor mij ondergeschikt aan het effect. We zien vandaag dat consulenten overbevraagd zijn. Dat is heel zwaar. Ik heb gisteren nog met de leidend ambtenaar van Opgroeien een gesprek gehad daarover. We moeten absoluut ingrijpen. Dat kan misschien in één beweging met het heraanscherpen van de taken.
Ik onderschrijf absoluut dat het mogelijk is dat er dubbel werk wordt gedaan. Maar iedereen doet ongelooflijk zijn best. Er is overlap, maar er is ook binnen Opgroeien werk aan de organisatie van het werk, bijvoorbeeld tussen de consulenten van het OCJ en de consulenten van de sociale diensten van de jeugdrechtbank. Die blauwdruk wil ik, zoals ik al zei, eind dit jaar scherp zien. Laat ons dan bekijken hoe we het doen, in één of twee organisaties. Maar voor mij hoeft het niet één organisatie te zijn, als het maar transparant en helder werkt allemaal. Ik zou bijna zeggen ‘als de kat maar muizen vangt’, maar in deze context is dat een beetje een rare vergelijking, natuurlijk. De workload moet er ook een stuk door verminderen en het moet transparanter en helderder worden voor iedereen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.