Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, bij de begrotingsbesprekingen kondigde u aan dat u 16,5 miljoen euro had voorzien om de culturele sector te ondersteunen nu die zich naar aanleiding van de energiecrisis geconfronteerd zag met stijgende energiekosten. U benadrukte dat u nog geen concreet plan had over de verdeling van deze middelen maar dat meer informatie snel zou volgen.
Sinds 6 maart staat dit bericht op de website van het departement Cultuur: “Culturele organisaties die een werkingssubsidie van de Vlaamse Gemeenschap ontvangen, zullen dit jaar een eenmalige tussenkomst voor hun energiekosten krijgen. Dat heeft de Vlaamse Regering beslist. Ze hoopt zo de impact van de gestegen energiekosten op de werkingsmiddelen van de organisaties te verkleinen.
Enkel privaatrechtelijke rechtspersonen die minstens in 2022 én 2023 een werkingssubsidie ontvangen, komen in aanmerking voor de tegemoetkoming. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media brengt die organisaties binnenkort op de hoogte via e-mail.
Deze gedeeltelijke tussenkomst in de energiekosten is een bijkomende inspanning vanuit de Vlaamse Gemeenschap naar de cultuurorganisaties, in een economisch moeilijkere periode.
Bij het verdelen van de middelen wordt rekening gehouden met de verhouding van de energiekost ten opzichte van alle kosten voor 2022. De regering wil de middelen in de eerste plaats inzetten voor organisaties waar de gestegen energiekosten zwaar doorwegen op de werking.
De komende maanden moeten de organisaties hun afrekeningsdossier voor het werkjaar 2022 indienen. Zij zullen de energiekosten apart moeten opnemen en toelichten. Verder moeten ze de bewijsstukken voor deze kosten ter beschikking houden voor controle.
Als de rapportage over deze kosten niet correct verloopt, zal de organisatie deze eenmalige tussenkomst niet ontvangen.”
Inmiddels keurde de Vlaamse Regering op vrijdag 30 maart op voorstel van minister Dalle het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) goed betreffende de toekenning van een eenmalige subsidie voor energiekosten in het jeugdwerk, waarover de Vlaamse Jeugdraad en de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) advies hebben uitgebracht. Een vergelijkbaar ontwerp-BVR voor Cultuur is mij nog niet bekend. Vandaar de volgende vragen.
Kunt u toelichten op welke beslissing van de Vlaamse Regering de aankondiging voor de energiepremie in de cultuursector is gebaseerd? Gaat het over een nieuw reglement en wordt hierover advies gevraagd aan de SARC?
Het is voor ons en voor de cultuursector niet duidelijk of er voorafnames zullen zijn, noch wat eventueel de percentages zijn die men zal toepassen voor het berekenen van het uiteindelijk toegekende bedrag. Met andere woorden: het is niet duidelijk wat de parameters zijn. Kunt u hierover toelichting geven?
Kunt u toelichting geven bij deze zin: “De komende maanden moeten de organisaties hun afrekeningsdossier voor het werkjaar 2022 indienen. Zij zullen de energiekosten apart moeten opnemen en toelichten. Verder moeten ze de bewijsstukken voor deze kosten ter beschikking houden voor controle.” Immers, de afrekening 2022/begroting 2023 moet voor de amateurkunstensector reeds op 15 maart en voor de sociaal-culturele sector op 31 maart en voor de cultureelerfgoedsector op 1 april ingediend worden. Hoe kunnen de organisaties deze meerkosten dan alsnog aantonen?
Via welke communicatiekanaal werden de organisaties op de hoogte gebracht? In de nieuwsbrief voor de sociaal-culturele sector, die op 8 maart is verstuurd, noch in de nieuwsbrief voor de kunstensector van een dag eerder hebben we over deze energiepremie een bericht gelezen.
Hoe zullen de organisaties concreet geïnformeerd worden en hoe zal de eenmalige tussenkomst voor energiekosten berekend en betaald worden?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van de Wauwer, de aankondiging waar u naar verwijst, is de brede communicatie naar de sector over de eenmalige tussenkomst voor energiekosten waarin ook de aanpak van de verzameling van de noodzakelijke gegevens wordt aangekondigd. Deze aanpak is overigens tot stand gekomen in nauwe samenspraak met de sector. De basis voor deze eenmalige tussenkomst is het begrotingsdecreet 2023. Daarin werd een begrotingsartikel HB0-1HCA2CJ-WT -Energiemaatregelen Cultuur opgenomen. Zoals aangegeven in de verantwoording bij de decreetsbepaling hebben de daarop beschikbare middelen het volgende doel: “In het kader van de energiecrisis worden in 2023 eenmalige budgetten ter beschikking gesteld om tegemoet te komen aan de meerkost van de stijgende energieprijzen bij erkende en ondersteunde organisaties. Deze subsidiebasis voorziet in de mogelijkheid om deze middelen toe te kennen aan de organisaties, die structureel gesubsidieerd worden in het beleidsveld cultuur.”
Op basis van de ingediende informatie zal dan een voorstel aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd waarin een verdeling van de beschikbare middelen aan de in aanmerking komende organisaties wordt voorgelegd. Bij het uitrollen van de toekenningsprocedure zal advies worden gevraagd aan de SARC.
Ik begin mijn toelichting over of er al dan niet voorafnames zijn. In de uitwerking van de verdeling van de middelen aan de in aanmerking komende organisaties, zal dus rekening worden gehouden met de energiekosten van de organisaties en de verhouding van de energiekosten ten opzichte van de totale kosten. Het doel daarbij is de middelen in de eerste plaats in te zetten voor organisaties waar de gestegen energiekosten zwaar doorwegen op de werking.
Het voorstel qua toe te kennen percentages en bedragen zal dus pas kunnen gebeuren nadat er een volledig zicht is op de voormelde kosten, en het gaat om ruim vijfhonderd organisaties. Dan kan bekeken worden welke bedragen er per organisatie kunnen voorgesteld worden, rekening houdend met de beschikbare middelen, de energiekosten van de organisaties en de impact ervan op hun werking.
Dan mijn toelichting bij de vermelde zin. De factoren van energiekosten en totale kosten waarmee rekening zal worden gehouden voor de berekening en de uitwerking van het voorstel voor de eenmalige tussenkomst, maken integraal deel uit van de jaarrekening 2022 van de organisaties die zij, zoals elk jaar, moeten indienen ter verantwoording van de aan hen toegekende werkingssubsidies.
Om te zorgen dat alle organisaties die in aanmerking komen duidelijk geïnformeerd zijn, worden die steeds individueel via mail op de hoogte gebracht. Ook in het vervolg van de procedure zullen de organisaties steeds rechtstreeks via mail worden geïnformeerd, zodat alle betrokken organisaties altijd op de hoogte blijven.
De basis voor de berekening werd hierboven al uitgelegd. Zodra de beslissing door de Vlaamse Regering is genomen, zal de eenmalige tussenkomst integraal betaald worden aan de organisaties. We halen de noodzakelijke gegevens dus uit de jaarrekeningen die de organisaties verplicht zijn neer te leggen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister-president. U verwijst naar die eenmalige tussenkomst die in het begrotingsdecreet is voorzien. En het klopt dat daarvoor budget voorzien wordt. Maar in die tekst wordt verder niet gespecificeerd hoe die middelen concreet aangewend zullen worden. Maar als ik het goed begrijp, bent u al op dit moment informatie aan het verzamelen en zal er bijgevolg wel een tekst worden voorgelegd aan de SARC. Zal dat dan ook via een BVR verlopen, net zoals minister Dalle dat voor de jeugdsector heeft gedaan? Of op welke manier denkt u daar te zullen werken?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik heb een heel korte opmerking. Het is überhaupt een heel goede zaak dat er energiecompensatie is. We hebben ook bij de begroting gemerkt dat beide ministers die op een andere manier verdelen. Het belangrijkste is dat er transparantie is en dat het heel eerlijk gebeurt, en daar hebben we alle vertrouwen in.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dat zal inderdaad via een besluit naar de Vlaamse Regering komen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Bedankt voor de verduidelijking, minister-president.
Wat die afrekeningsdossiers betreft, denk ik dat er nog wel moet worden gekeken naar hoe het juist concreet kan worden aangepakt. Ik ben het niet helemaal eens met uw antwoord. Ik denk dat er daar in de timing betere afstemming nodig is en ik hoop dat u dat ook verder zult bekijken, zodat er daar geen fouten kunnen gebeuren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.