Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het nieuwe zwemseizoen komt eraan. Hopelijk zullen we kunnen genieten van veel lekker warm weer.
Zwemmen in bevaarbare waterlopen is in het algemeen verboden, tenzij de beheerder, De Vlaamse Waterweg, een domeinvergunning verleent voor een afgebakende zwemzone. Van dat soort vergunningen is er in andere Europese landen geen sprake. Momenteel, minister, zijn er slechts acht locaties – en volgens de Vlaamse zwemorganisaties slechts zeven – op meer dan 1000 kilometer bevaarbare waterwegen. We zijn hiermee de vreemde eend in de bijt. In Scandinavië en Zwitserland bijvoorbeeld geldt een algemene toelating in plaats van een algemeen verbod. Dat geldt trouwens ook in sommige van de ons omringende landen. Daar mag dus iedereen overal zwemmen, tenzij er een plaatselijk verbod is. In de Rijn in Basel bijvoorbeeld is er grote stroming en varen er grote schepen, maar toch mag je daar zonder problemen overal zwemmen.
Vorig jaar antwoordde u dat u in samenspraak met steden en gemeenten zou onderzoeken of er nog meer locaties aangeboden kunnen worden waar zwemmen in afgebakende zones mogelijk is. De vergunning zou uitgebreid worden naar niet alleen sportief zwemmen maar ook recreatief zwemmen. Ik citeer: “Deze in 2022 toegelaten projecten betreffende recreatief zwemmen worden hierbij beschouwd als pilootprojecten, waarbij na een evaluatie het kader, de bijhorende voorwaarden en de locaties bijgestuurd zullen worden.”
We zijn een jaar verder en dus heb ik de volgende vragen voor u, minister.
Is er sprake van nieuwe locaties voor het zwemseizoen van 2023, naast de zeven of acht reeds bestaande locaties?
Op welke manier werkt De Vlaamse Waterweg aan een geactualiseerd regelgevend kader, met de aanbevelingen van het eindrapport, dat in 2021 is opgesteld door Sweco, indachtig?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mevrouw Schauvliege. Bij deze temperaturen denken we nog niet aan springen in een plas water, maar laten we hopen dat dat komende zomer wel kan.
Voorafgaandelijk wil ik wel meegeven dat ik niet bevoegd ben voor alle waterlopen, alleen voor de bevaarbare. Daarnaast zijn er nog heel wat plassen en vijvers en zijn er ook de onbevaarbare waterlopen, maar ik moet me beperken tot die waterlopen die de bevoegdheid zijn van De Vlaamse Waterweg, en daar geldt inderdaad dat het in principe verboden is er te zwemmen, tenzij het expliciet is toegelaten.
Ik herinner me nog de vraag die hierover gesteld is in de plenaire vergadering. De vraag was toen of het niet mogelijk is om meer zwemzones af te bakenen. Vandaag is sportief of recreatief zwemmen al toegelaten in een negental zones op bevaarbare waterlopen. Nu, veiligheid primeert te allen tijde, want op de bevaarbare waterlopen is een goede doorgang voor vaartuigen nog altijd de hoofdprioriteit. Daarom kan de veiligheid van zwemmers niet overal gegarandeerd worden. In elk geval zijn er risico’s door passerende schepen en/of een sterke onderstroming – herinner u het spijtige ongeval onlangs in de Zenne. De veiligheid moet primeren.
Dat neemt echter niet weg dat De Vlaamse Waterweg een bevraging heeft gedaan bij lokale besturen om na te gaan waar er vraag is naar extra zwemlocaties. Ongeveer de helft van onze lokale besturen heeft een bevaarbare waterweg op zijn grondgebied. Op dit ogenblik onderzoekt men waar zwemmen kan. Ik kan al meegeven dat er zeer weinig reacties binnengekomen zijn vanuit de lokale besturen, maar wie weet komt er naar aanleiding van deze vraag wel meer interesse, of misschien als de temperaturen straks stijgen.
Wat hebben we daarnaast nog gedaan? We hebben De Vlaamse Waterweg opdracht gegeven om te onderzoeken welke versoepelingen mogelijk zijn binnen het huidige wettelijk kader rond zwemmen in de bevaarbare waterlopen, of in de rivieren en kanalen in het beheer van De Vlaamse Waterweg.
Dat kader stelt nu voorwaarden voor de lokale besturen, onder andere over kleedhokjes, redders en handhaving, en vaak is dat juist voor lokale besturen een drempel die het iets te moeilijk maakt om zonder meer te zeggen dat ze het toelaten.
Bijkomend onderzoeken we dan ook of we het bestaande internationale label van de blauwe vlag niet mee kunnen introduceren om zodoende meer mogelijkheden te geven daaromtrent. Dat is ook een onderscheid dat aantoont dat het water schoon en veilig is om erin te zwemmen. Maar uiteraard moet er ook dan nog aan andere voorwaarden kunnen worden voldaan.
Met de steden en gemeenten onderzoeken we dan nu welke nieuwe veilige zwemzones er kunnen worden geïntroduceerd. Ik verwacht dat er daar toch nog wel wat reacties op komen. Gelet op het feit dat er daar vorig jaar in volle zomertijd wel veel vraag naar was, is de timing misschien in januari van dit jaar niet echt optimaal geweest. Dat zou kunnen.
Maar wat dat betreft doen wij alleszins de oproep naar de lokale besturen. Aan diegenen die bepaalde zones voor ogen hebben; laat het ons weten, dan kunnen we daar samen met die lokale besturen in overleg gaan om te kijken wat mogelijk is.
In mijn eigen gemeente hebben wij heel veel waterlopen, ook onbevaarbare waterlopen, en de vraag is dan altijd om mensen in dat water te laten gaan. In die zin ben ik zeker medestander om dat mogelijk te maken, maar dan moeten we ook kijken waar en welke locaties, en natuurlijk altijd onder veiligheidsvoorwaarden.
Alleszins is er op dit ogenblik wel al een bijkomende locatie gekomen en dat is in Deinze, in Astene. Daar is er een bijkomende locatie die uitgerold gaat worden. Dat is wat we al concreet kunnen meegeven.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het is goed nieuws dat er in Deinze een bijkomende locatie is om te zwemmen. Dat is vlak bij de deur, dus dan kan ik daar zeker gaan plonsen.
Maar, minister, als ik het goed begrijp hebt u een oproep gelanceerd bij de lokale besturen om het te melden als ze overleg willen over nieuwe zwemlocaties. Maar is daar niet de boodschap meegegeven dat de voorwaarden bij het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) nu nog gelden, namelijk kleedhokjes, redders, handhaving? Men gaat er nog altijd van uit dat dat onder dezelfde condities is.
Nochtans is er daar natuurlijk discussie over. Er zijn heel wat voorwaarden waar de lokale besturen aan moeten voldoen, waar zo’n zwemplek aan moet voldoen, alvorens dat kan worden uitgebaat. Dat zorgt er natuurlijk voor dat dat een gigantische drempel is, want het zijn dan de lokale besturen die moeten zorgen dat daar een redder aanwezig is, dat daar kleedhokjes aanwezig zijn, dat daar sanitair aanwezig is. dat zijn net de grote drempels, dat bleek alvast uit die Sweco-studie. Daar was eigenlijk helemaal geen onderzoek van de Vlaamse Waterweg voor nodig, dat is al eens aangekaart.
Minister, toen u die oproep hebt gelanceerd bij die lokale besturen, hebt u dan ook vermeld dat de Vlaamse Regering van plan is om die voorwaarden te schrappen, of is dat onder dezelfde condities? Want als het dat laatste is, dan lijkt het mij evident dat er weinig kandidaturen zijn, want dat maakt voor hen een wereld van verschil. Dus heel concreet wil ik weten of de boodschap gegeven is of het met die voorwaarden is of zonder. Ten tweede, er is al meerdere keren in de commissie Leefmilieu aangegeven dat het zal worden geschrapt. Maar zal dat ook effectief geschrapt worden en is dat bij de Vlaamse Waterweg gekend?
Mijnheer De Veuster, ik zie dat u staat te springen om te gaan zwemmen.
De heer De Veuster heeft het woord.
Voorzitter, ondanks het slechte weer denken we er bij deze temperaturen wel aan. We denken er zelfs constant aan, want u weet heel goed, minister, dat ik burgemeester ben van een gemeente met niet minder dan drie kanalen. Wij zoeken al jaren een positief alternatief om de mensen ernaartoe te krijgen. En wij hebben die brief wel degelijk ontvangen, dus bedankt, minister, u hebt gereageerd op de oproep van de Vlaamse Waterweg.
Alleen: we hebben het ook laten berekenen, met alle voorwaarden die erbij gekomen zijn. We hebben het laten berekenen via onze Sportoase-partners, u zult ze wel kennen. Dat zijn nu eenmaal mensen die de gebrevetteerde redders voorhanden hebben. Ik kan alleen maar over de gemeente Schoten praten en een zwemzone van 15 op 25 meter. De eenvoudigste formule kostte het lokale bestuur 250.000 euro. En de laatste twee zomers hebben we in die kanalen blauwalgen gehad, dan is het dus sowieso niet veilig.
Ja, de voorwaarden die de Vlaamse Waterweg oplegt zijn bijna niet doenbaar. Het is terecht dat er voorwaarden zijn, het zijn bevaarbare waterlopen en veiligheid van de binnenscheepvaart heeft voorrang, daarover gaan we niet discussiëren. Maar, minister, ik hoorde u aankondigen dat u aan de Vlaamse Waterweg gevraagd hebt of er versoepelingen mogelijk zijn. Die zou ik dan wel graag kennen, want de zomer komt eraan. En mochten die voorwaarden iets minder stringent kunnen zijn, dan graag.
En ik weet wel dat we niet Scandinavië, Schotland of Zwitserland zijn, waar het niet verboden is. Wij zijn een land met binnenscheepvaart, en nogmaals, die veiligheid primeert. Maar enige versoepelingen van de voorwaarden zouden denk ik heel wat gemeenten kunnen helpen.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, ik begrijp dat de voorwaarden op dit moment nog altijd streng zijn. Die voorwaarden zijn opgenomen in de VLAREM-wetgeving. Namens de Vlaamse Waterweg hebben wij nu de oproep aan de lokale besturen gedaan. Ik weet dat er een ellenlang lijstje aan voorwaarden is, maar ons opzet is om te kijken wie geïnteresseerd is, en te kijken of we daar geen proefproject kunnen uitrollen om zo te kijken of het daar wel veilig kan. Zo’n proefproject gaat dan natuurlijk over het eventueel versoepelen van die zware VLAREM-wetgeving.
Ik denk dat we werk moeten maken van die gebrevetteerde redders. Maar die kleedhokjes en dergelijke meer? Ik weet dat het ‘en, en, en’ is. U komt op een bedrag van 250.000 euro. Ik begrijp dat heel veel lokale besturen dan afhaken, en dan zeggen dat het dan niet mogelijk is.
Ons opzet is juist omgekeerd. We hebben vandaag die VLAREM-wetgeving en het is niet mijn bevoegdheid om die vandaag zonder meer aan te passen. We weten ook dat, als we die willen aanpassen, dat regelgevend werk wel wat tijd in beslag neemt. Ik zou nu eerst vooral willen weten welke lokale besturen willen meewerken. En ik vraag me af of we daar dan geen pilootproject kunnen uitrollen, om zo een aantal aspecten te laten gelden.
Mijnheer De Veuster, u vermeldt zelf het verhaal van de blauwalgen. Ten eerste denk ik dat, als er blauwalgen in het water zitten en men ziet dat het water vies en troebel is, niemand erin wil springen. Anderzijds is daarom net dat label van de Blauwe Vlag wel interessant. Het is niet alleen een mooie kleur, maar het is ook interessant om met die blauwe vlag te kunnen werken. Nu is het een vlag om aan te geven dat de waterkwaliteit volstaat. Als je daarnaast dan de redders hebt en het afgebakende verhaal, vind ik dat dat zou moeten kunnen. Maar ik zeg het opnieuw, de VLAREM-wetgeving zou moeten worden toegepast.
Ik denk dus eerder dat, als een gemeente wil meedoen, we moeten kijken hoe we daar een regelluw kader kunnen opzetten om het als proefproject te kunnen uitrollen, om dat dan toekomstgericht en in afwachting van de aanpassing van de VLAREM-regelgeving, ruimer mogelijk te maken.
Het aspect van de Blauwe Vlag zorgt voor de waterkwaliteit, de extra maatregelen … Ik weet ook dat de Vlaamse Waterweg tal van aspecten mee heeft opgenomen. Zij zeggen niet verantwoordelijk te zijn bij uitglijden, bij ongevallen en dergelijke. U weet ook dat de corebusiness van de Vlaamse Waterweg bevaarbare waterlopen zijn, maar ik denk dat we daar sowieso moeten kijken naar een win-win.
Als u lokale besturen kent die willen meewerken, zonder met een kostenplaatje van 250.000 euro geconfronteerd te moeten worden, dan hoor ik het graag. We zijn zelf ook met de gemeente Kampenhout, op initiatief van Gwenny De Vroe, daarmee aan de slag gegaan. Ik wil het alleszins mogelijk maken en faciliteren. We hebben vandaag tien zones waar het kan. Dat moet ruimer kunnen. U hebt daarin zeker een bondgenoot in mij.
Ik denk dus dat we het best met die gemeentes die het wel willen, aan tafel zitten om te kijken naar het label van de Blauwe Vlag en de versoepeling van de VLAREM-wetgeving. Ik denk dat we dat nu als een soort regelluw pilootproject moeten uitrollen, om daar dan toekomstgericht mee aan de slag te gaan. Als het vandaag op tien locaties kan, moet het denk ik ook op meer locaties kunnen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, als er meer plekken komen waar er een blauwe vlag wappert om te kunnen zwemmen, dan zijn wij als groenen natuurlijk zeer gelukkig.
Maar, minister, ik hoor u zeggen dat u bereid bent om hiermee verder aan de slag te gaan. U hebt een oproep gedaan. Als ik het goed begrijp, zijn alle strenge voorwaarden nog van kracht. Het lijkt me heel belangrijk om die oproep te herhalen, zodat lokale besturen beseffen dat het wel degelijk gaat om pilootprojecten, en dat een deel van de ballast die hen momenteel tegenhoudt, kan wegvallen.
Ook heel belangrijk, minister, is dat u hiermee samen met de minister bevoegd voor de VLAREM-wetgeving, aan de slag gaat. Eigenlijk heeft ons Sweco-rapport, dat al twee jaar oud is, heel duidelijk blootgelegd wat er allemaal aangepast moet worden om ervoor te zorgen dat er op veel meer plekken gezwommen kan worden. Nog eens pilootprojecten proberen is dus allemaal goed en wel, maar eigenlijk weten we wat er moet gebeuren, namelijk in eerste instantie die VLAREM-wetgeving aanpassen. En wat ons betreft zou het veel verder mogen gaan, zouden we het doen zoals in Zwitserland, in Basel, waar ook grote scheepvaart is en men toch zwemt op plekken waar bevaarbare waterlopen zijn. We zouden het principe veel liever omdraaien: dat men overal kan zwemmen, tenzij het gevaarlijk is, en daar de aanduiding komt. We doen liever dat dan wat we nu doen, namelijk het overal verbieden en alleen toelaten als het zéér zeker is dat er aan een aantal zeer stringente voorwaarden wordt voldaan.
Ten tweede zien we dat we ons focussen op clubs, die in geconditioneerde omstandigheden en in clubverband zwemmen. Het is ook wel zeer belangrijk dat er, bij alles wat er in de toekomst wordt uitgewerkt om te kunnen zwemmen in open water, we er echt naar kijken dat de recreatieve zwemmer die niet in clubverband zwemt, ook ergens terechtkan. We moeten daar ook naar kijken in die pilootprojecten.
Ik roep u dus op om hier echt werk van te maken, geen tijd meer te verliezen, die Sweco-studie onder de arm te nemen en samen met uw collega, zwemmen op meer plekken in Vlaanderen mogelijk te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.