Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de verdubbeling van het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij De Lijn
Verslag
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Uit cijfers die collega Schryvers opvroeg, blijft dat De Lijn het afgelopen jaar 135 meldingen van seksueel ongewenst gedrag op haar voertuigen of aan haltes ontvangen heeft. Dat is een stijging van 50 procent tegenover 2021. De meeste feiten van seksueel grensoverschrijdend gedrag, 78 meldingen, gebeurden op de tram of op de bus. Opvallend is de verdubbeling van het aantal meldingen aan de haltes zelf.
Enerzijds kunnen we besluiten dat slachtoffers meer bereid zijn om grensoverschrijdend gedrag aan te kaarten en te melden, anderzijds mogen we er nog steeds van uitgaan dat het aantal meldingen waarschijnlijk nog een onderschatting is van het werkelijke aantal feiten.
Uit ander onderzoek blijkt trouwens dat een op de drie vrouwen aangeeft dat ongewenst gedrag voor hen een obstakel vormt om het openbaar vervoer te gebruiken.
Om de veiligheid van haar passagiers en werknemers te garanderen rolde De Lijn het actieplan ‘Veilig op Weg’ uit. Een van de maatregelen daarin – we hebben het er al heel vaak over gehad – is de uitrol van camera’s in alle bussen en trams van De Lijn. U hebt al meermaals gezegd dat de voertuigen in regie tegen 2025 allemaal uitgerust zouden moeten zijn met een camera. Voor exploitanten moet dit tegen 2027.
Vorig jaar hebben we hier nog een uitgebreide discussie over gehad en toen hebt u laten weten bereid te zijn om De Lijn te vragen om onderzoek te voeren naar de mogelijkheid om grensoverschrijdend gedrag te melden via de app van De Lijn.
Ik heb hierover een aantal vragen voor u, minister.
Eén, wat is uw reactie op die nieuwe cijfers? Het gaat dan vooral om de felle stijging van het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag.
Twee, welke maatregelen zult u nemen om grensoverschrijdend gedrag aan te pakken en duidelijk te maken dat dergelijk gedrag op bussen of trams of aan haltes niet door de beugel kan?
Drie, zit de uitrol van camera’s volgens het actieplan ‘Veilig op Weg’ op bussen en trams vandaag op schema? Wordt er vaak een beroep gedaan op de camerabeelden van De Lijn bij mogelijk grensoverschrijdend gedrag? Opvallend is de verdubbeling van het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag aan haltes. Plant u op dat vlak ook specifieke maatregelen, bijvoorbeeld de uitrol van camera’s?
Vier, bent u van oordeel dat de mogelijkheid om grensoverschrijdend gedrag te melden via de app van De Lijn de drempel kan verlagen om melding te maken? Vorig jaar hebt u gezegd dat u De Lijn zou vragen om dit te onderzoeken en dit ter sprake zou brengen op de interministeriële conferentie (IMC). Is dit onderzoek ondertussen afgerond? Zo ja, wat is het resultaat? Is dit ter sprake gekomen op de IMC? Hoe stonden uw collega-ministers tegenover dit voorstel?
De meldingsbereidheid van ongewenst gedrag is duidelijk verbeterd, maar kan nog meer verbeterd worden door sensibiliseringscampagnes. Ook omstaanders spelen daarbij een belangrijke rol. Zijn er plannen in die richting?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, collega Robeyns heeft al verwezen naar een recente schriftelijke vraag van mij, waarin ik inderdaad cijfers opvroeg van het aantal meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag op voertuigen of aan haltes. Daaruit blijkt dus dat De Lijn vorig jaar 135 dergelijke meldingen registreerde. Dat is de helft meer dan in 2021, toen het om negentig meldingen ging.
Het vaakst, namelijk in 78 gevallen, was er sprake van grensoverschrijdend gedrag op een voertuig van De Lijn, maar de grootste toename van het aantal meldingen gaat over ongewenste situaties aan haltes. In de meeste gevallen komen de meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij De Lijn toe via de politie. Het ging over 78 van de 135 meldingen. Slechts zeven keer vulde een reiziger een meldingsfiche van De Lijn zelf in.
Minister, de opmerkelijke stijging van het aantal meldingen is wellicht mee het resultaat van een grotere meldingsbereidheid bij slachtoffers. Die is wellicht te danken aan campagnes van De Lijn zelf, maar ook aan het feit dat het thema meer aandacht krijgt in het algemeen. Tegelijkertijd mogen we ervan uitgaan, mogen we er zelfs zeker van zijn, dat het werkelijke aantal situaties van grensoverschrijdend gedrag op tram of bus of aan een halte in realiteit wellicht heel wat hoger ligt. Uit een bevraging van Plan International uit 2020 bleek immers dat maar liefst een op de tien jongeren op het openbaar vervoer te maken krijgt met seksuele intimidatie.
Als mensen slachtoffer zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag of dit bij iemand anders vaststellen, is het heel belangrijk dat zij hier ook effectief melding van maken. Zo kunnen enerzijds de daders worden opgespoord, en krijgt De Lijn anderzijds meer betrouwbare cijfers en informatie over waar en wanneer er zich incidenten voordoen. Zo zou het bijvoorbeeld goed zijn als zo’n melding zou kunnen worden doorgegeven via de app van De Lijn. Als De Lijn daar zelf meer informatie over heeft, dan weet ze natuurlijk ook veel beter hoe ze daarop kan inzetten.
Binnen het actieplan ‘Veilig op Weg’ wordt gefocust op vier pijlers die alle vormen van agressie en overlast aanpakken. In december 2022 was er bijvoorbeeld een hoffelijkheidscampagne naar reizigers toe. Deze zou in april herhaald worden. Er zou ook werk worden gemaakt van een interfederaal actieplan over seksuele intimidatie en agressie op het openbaar vervoer, volgens uw antwoord op mijn vraag om uitleg van februari vorig jaar. U zei toen ook dat u ook zou laten onderzoeken of het mogelijk zou zijn de app van De Lijn te laten voorzien van een noodknop om meteen een ernstig voorval te melden.
Eén, kunt u meer toelichting geven over de campagnes die gepland zijn om grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer tegen te gaan?
Twee, op welke manier kunnen slachtoffers en omstaanders van grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer nog meer worden aangemoedigd om voorvallen te melden?
Drie, hoe kan er nog sterker worden ingezet op preventie van grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer?
Vier, wat is de stand van zaken met betrekking tot het interfederaal actieplan over seksuele intimidatie en agressie op het openbaar vervoer?
Vijf, in hoeverre werd reeds onderzocht hoe de app van De Lijn kan worden aangevuld met een noodknop of een functie om voorvallen onmiddellijk te melden aan De Lijn en misschien ook aan de politie?
Mijn laatste vraag ging over andere voorvallen op voertuigen en haltes, voorvallen van niet-seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat onderwerp is ondertussen al ter sprake gekomen tijdens de plenaire vergadering enkele weken geleden. Mijn vraag daarover is in hoeverre u vermoedt dat de gerapporteerde voorvallen het werkelijke aantal ondervertegenwoordigen. Op welke manier wilt u de meldingsbereidheid daarover vergroten?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s.
Ook op mijn beurt wil ik zeggen – voor ik jullie vragen beantwoord – dat het een item is dat zeker alle aandacht vraagt. Ik heb er ook de voorbije maanden al veel schriftelijke vragen over beantwoord van verschillende collega’s hier in deze commissie. Ik denk dat er ook al een tweetal waren van u, mevrouw Schryvers. Maar het is natuurlijk een belangrijk aspect waarmee we geconfronteerd worden en waar we zeker ook aandacht voor moeten hebben.
Wat betreft de meldingsbereidheid en specifiek ook de vraag van mevrouw Robeyns of ik niet geschrokken ben van deze cijfers: inderdaad, 135 meldingen van grensoverschrijdend gedrag is niet min. Maar is waarschijnlijk goed mogelijk dat het inderdaad onderbelicht is, dat er nog heel veel mensen geconfronteerd zijn met grensoverschrijdend gedrag zonder dat daaromtrent een melding is.
Nu, op jaarbasis zijn er ruim 250 miljoen reizigers. Opnieuw, ik denk dat iedereen die zich met het openbaar vervoer wil verplaatsen – of het nu op de bus of tram of aan de halte is – zich veilig moet kunnen voelen en dat we daar zeker werk van moeten maken.
Maar als we kijken naar de cijfers als dusdanig, die 135, dan zit er achter elk cijfer weer een persoon, een persoon die potentieel een trauma heeft opgelopen en zelfs het openbaar vervoer niet meer durft te gebruiken. Dergelijke dingen moeten we proberen te voorkomen en daar moeten we aandacht voor hebben.
Welke stappen onderneemt De Lijn daaromtrent? Ik denk dat de verschillende stappen die we ondernemen al meermaals aan bod zijn gekomen. Specifiek wat de vraag naar de sensibiliseringscampagnes rond grensoverschrijdend gedrag betreft, heeft De Lijn daaromtrent een hoffelijkheidscampagne opgezet om elk grensoverschrijdend gedrag of zelfs vermoeden van grensoverschrijdend gedrag ook effectief te melden. Dit kan via de klantendienst ofwel via de politie. We hebben specifiek nog die hoffelijkheidscampagne uitgerold in december 2022, en om de zoveel tijd komt dat ook sowieso online opnieuw naar boven. Daarnaast zijn er ook de klantenreacties van De Lijn zelf, waar De Lijn ook telkens vraagt om een klacht in te dienen bij de politie om zodoende de pakkans te verhogen, zeker van diegene die zich daar schuldig aan maakt.
Verder voorziet De Lijn ook extra ondersteuning, enerzijds door de noodknoppen op de voertuigen van De Lijn. Dat is een laagdrempelige maatregel waarbij het slachtoffer sowieso ook de chauffeur kan verwittigen. Nu, soms is het slachtoffer daartoe niet in staat, vandaar dat er ook volop werk wordt gemaakt van de camera’s die worden gebruikt voor het geweld of de agressie op het openbaar vervoer, maar ook voor grensoverschrijdend gedrag tout court. Dus die uitrol loopt volop.
Daarnaast hebben we natuurlijk ook de lijncontroleurs en de chauffeurs zelf die als eerste aansprekingspunt fungeren. Kortom, er wordt bij De Lijn wel degelijk aandacht gegeven aan dit verhaal.
Dan wat het interfederaal overleg daaromtrent betreft: op de interministeriële conferentie hebben we met de collega’s ook deze problematiek besproken en hebben we aan de vier openbaar vervoersbedrijven – de MIVB, de TEC, De Lijn en de NMBS – opdracht gegeven om te onderzoeken of er een gemeenschappelijk, discreet meldpunt kon worden uitgerold. Dat loopt natuurlijk niet altijd optimaal, iedereen heeft zijn eigen systeem en finaal hebben de openbare vervoersbedrijven dan ook beslist om dat niet gezamenlijk uit te rollen.
Verder is er ook onderzocht of er een extra knop – zoals u vroeg, mevrouw Robeyns – kon worden voorzien, bijvoorbeeld via de app. Daarover geeft De Lijn aan – uiteraard na dat intern te hebben onderzocht – dat ze dit niet echt beschouwen als een wondermiddel. Om op het moment dat je voelt dat je slachtoffer bent van agressie je telefoon te pakken en via een app te gaan, daar zal waarschijnlijk te weinig kans toe zijn. En het slachtoffer zal dat eerder niet durven omdat dat nog een escalatie van agressie als gevolg zou kunnen hebben.
Wat kunnen we dan wel extra doen? Dat iedereen zich veilig voelt op het openbaar vervoer en ook aan de haltes, is en blijft een heel belangrijk aspect. Dus het opvolgen van alle cijfers, het monitoren van alle meldingen en welke acties er nog extra kunnen worden opgenomen, neemt De Lijn alleszins mee.
Ze kijken ook nog naar een campagne rond het aanspreekgedrag bij burgers. Daarbij vragen we eigenlijk ook aan burgers om zeker mee de schouders te zetten onder de sociale controle. En wat uiteraard toekomstgericht ook belangrijk is, is om nog meer te kijken of er ook effectief kan worden overgegaan tot rechtsvervolging. Maar daarvoor moeten we ook natuurlijk kijken naar een samenwerking van alle mogelijke partners, dus de medereizigers en ook de chauffeurs. Zo kunnen we ook effectief de pakkans verhogen en ertoe komen dat er zeker sprake kan zijn van minder grensoverschrijdend gedrag. Ik dank u.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Dank u, minister. De Lijn zegt dus nu al dat de reiziger geen gebruik zal maken van een extra knop in de app en een systeem om discreet te kunnen melden. Ik weet niet waarop dat gebaseerd is. Ik zou zeggen dat men het misschien beter eens had kunnen uittesten, om te zien of het toch geen verbetering had kunnen zijn. Als ik het goed heb, komen de meeste meldingen nu via de politie. De reizigers die slachtoffers geweest zijn, moeten dus altijd achteraf naar de politie gaan.
Een specifiek element is dat wordt vastgesteld dat reizigers nu, in plaats van op de voertuigen, aan de haltes zelf worden lastiggevallen. Moeten we daar ook niet meer maatregelen rond nemen?
Ik denk wel dat het positief is, zoals collega Schryvers ook heeft gezegd, dat we proberen om omstaanders daarin te betrekken en proberen om hen op hun burgerzin te wijzen. Als daar een bijkomende campagne rond kan komen, lijkt mij dat wel goed.
Ik ken de argumentatie natuurlijk niet, maar ik vind dus dat het element van een discreet meldpunt nogal gemakkelijk van tafel wordt geveegd.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Het is inderdaad een belangrijke problematiek. Daar worden nu al heel wat stappen in gezet. Je voelt ook dat de meldingsbereidheid groeit, maar daarmee is het probleem natuurlijk niet weg. Dat vraagt bijkomende inzet.
Ik sluit me aan bij wat collega Robeyns zegt. Ik vind het heel spijtig dat de app niet minstens wordt uitgetest. Ik hoor van u dat de argumentatie van De Lijn om geen bijkomende knop op de app te zetten, is dat er een mogelijke escalatie kan zijn als een slachtoffer de gsm moet nemen en daar op een knop moet drukken om een melding te doen. Ik denk net dat dat veel discreter is dan wanneer een slachtoffer op de noodknop in de bus moet drukken, wat volgens mij veel gemakkelijker tot een escalatie kan leiden. En dan krijg je mogelijk bijkomende reacties. Heel veel mensen zitten in een voertuig van alles te doen op hun gsm. Dat kan dus veel gemakkelijker en discreter. Ik betreur het dat er niet minstens een test is gedaan.
Ik betreur trouwens ook dat dat interfederaal niet kon, want het is een problematiek die natuurlijk niet stopt aan de grenzen van Vlaanderen. Dat weten we allemaal. Het doet zich bijvoorbeeld ook voor op de trein, en niet alleen op de bus, niet alleen aan haltes van De Lijn, maar ook in stations en dergelijke meer. Dat vind ik dus wel spijtig. Maar goed, dat is een vaststelling. Daar kunt u wellicht ook niet aan doen.
Ten tweede wil ik onderschrijven hoe belangrijk een campagne naar omstaanders is. Wij kijken altijd veel te veel weg. Gisteren in de plenaire vergadering is dat ook nog ter sprake gekomen.
Wat tot slot ook heel belangrijk is, minister, is de vervolging. U hebt er ook naar verwezen. Pas als er kordaat wordt opgetreden en daders voelen dat het echt niet kan, dan kunnen we dat ook een halt toeroepen. Op dat vlak denk ik ook dat inzake overleg met politie en parket, het interfederale en de IMC, ook nog wel stappen zouden kunnen worden gezet. Gebeurt dat? Zitten in het interfederale plan, waar u eerder naar verwees, meer elementen dan alleen maar dat gezamenlijke discrete meldpunt waar u daarstraks mee bent begonnen?
De heer Bex heeft het woord.
Zeer kort, voorzitter, want de collega’s hebben al terecht exhaustief over het thema gesproken. Maar ik wil benadrukken dat we het belangrijk vinden dat iedereen die het openbaar vervoer gebruikt dat ook kan doen op een comfortabele manier, en dat betekent dat je je op je gemak voelt, dat je je veilig voelt. De pistes die voorgesteld worden, moeten zeker verder onderzocht en uitgewerkt worden. Ik denk inderdaad dat we nog heel wat stappen vooruit kunnen zetten, onder meer in het sensibiliseren van omstaanders. Het is echt een collectieve verantwoordelijkheid om op dat moment niet gewoon weg te kijken, maar om echt iets te zeggen of iets te doen, of om met het slachtoffer te gaan praten, zodat die zich wat beschermder kan voelen.
Ik heb één vraag, minister. U of De Lijn heeft – nogal gemakkelijk, zeggen de collega’s terecht – gezegd dat die extra knop op de app niet echt veel zin heeft. Zijn er eigenlijk voorbeelden uit het buitenland waarvan we weten of het daar al dan niet werkt? Gewoon zeggen dat het niet zal werken is wat gemakkelijk. Je moet toch minstens kijken of er plekken zijn waar het wel gebeurt, en hoe het daar dan loopt, of we daarvan kunnen leren. Als dat niet duidelijk zou zijn, dan zou ik toch oproepen dat u De Lijn daartoe opdracht zou geven om daar nog eens naar te kijken.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dit zijn cijfers die er niet om liegen, maar cijfers die niet nieuw zijn. De melding van grensoverschrijdend gedrag is geen nieuw fenomeen. Sinds ik hier in het parlement ben, hebben we dat al herhaaldelijk behandeld. Schijnbaar verandert er niet veel. We kunnen inderdaad aan symptoombestrijding doen, zoals interministeriële conferenties, gemeenschappelijke meldpunten, campagnes en dergelijke meer, waaruit dan blijkt dat men voor bepaalde zaken zelfs niet op dezelfde golflengte geraakt. Wel, dan is dat geen duidelijke boodschap naar de plegers van dergelijk grensoverschrijdend gedrag.
We hebben hier al een aantal voorstellen gedaan in de commissie. Waarom worden er op die lijnen geen agenten ingezet, niet in uniform? Waarom wordt er niet gecontroleerd door agenten in burger? De pakkans zou vergroten. Waarom wordt er niet veel strenger opgetreden? Ik hoor hier alle partijen – en terecht – zeggen dat er een veel strengere strafmaat moet komen, dat men veel strenger moet zijn. Men kijkt dan naar het federale niveau, maar de meeste partijen die hier in de zaal aanwezig zijn, zijn ook aanwezig op het federale niveau. Die zitten allemaal in die regering. Als u het echt meent, collega’s, neem dan stappen. Ga bij uw ministers aandringen dat daar streng wordt opgetreden, en dat er snel werk van wordt gemaakt.
Die campagnes, minister, dat kan en dat mag en ik sta daar volledig achter, maar die gaan die daders niet afschrikken. Wat die burgerzin betreft, en die knoppen in de bus: chauffeurs zijn het slachtoffer van geweld, controleurs zijn het slachtoffer van geweld … Ik denk dat veel burgers angst hebben om tussen te komen. Die strafmaat moet naar omhoog. Er moet een serieus lik-op-stukbeleid komen, en zolang dat niet verandert, vrees ik dat dat grensoverschrijdend gedrag niet zal zakken.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen. Misschien nog even ter verduidelijking: de Lijn geeft expliciet mee dat als je slachtoffer bent van grensoverschrijdend gedrag, je dan zeker altijd klacht moet indienen. Waarom? Omdat al die klachten bij de politie in een centraal systeem komen. Dat kan er sowieso toe leiden dat er veel meer een vervolgsysteem aan gekoppeld kan worden, dat de dader ook effectief gevat kan worden, en tegelijkertijd geven die cijfers ook weer waar er veel klachten zijn. Daar zullen we veel gerichter die lijncontroleurs en ook politie en zo mee inzetten.
Ik wil zeker geen pleidooi houden voor een verhaal zoals de heer Verheyden hier vertelt, waarbij we straks bij wijze van spreken op elke bus, aan elke halte, overal, waar dan ook, politie moeten inzetten, zodat we als het ware in een politiestaat zullen leven. Ik denk dat we niet zover moeten gaan, maar dat we alleszins wel alle aandacht moeten geven aan diegenen die slachtoffer worden van grensoverschrijdend gedrag.
Als het dan gaat om die meldingen, dan geef ik mee wat De Lijn vooral zegt: meld het sowieso ook bij de politie, meld het bij De Lijn via het meldingssysteem – maar ook daar krijg je de boodschap om ook bij de politie klacht neer te leggen – en maak gebruik van de noodknop op de bus.
Over de suggestie die hier gedaan wordt om die app eens te laten testen, om dat als een pilootproject een uit te rollen: De Lijn zegt vandaag dat ze er geen meerwaarde in zien, want op het moment dat je slachtoffer bent van grensoverschrijdend gedrag en je neemt je telefoon, dan zal de dader sowieso denken dat je een foto wilt trekken van de dader, dus waarschijnlijk zal dat alleen maar escaleren. Dat is het argument dat De Lijn hanteert om te zeggen dat ze daar niet onmiddellijk een meerwaarde in zien.
Plus: die knop op de app, dat is niet automatisch een signaal naar de nooddiensten. Als je een melding doet aan de chauffeur of aan de lijncontroleur, kan dat wel rechtstreeks gelinkt worden aan de interventiediensten. Dat zijn dus de argumenten die De Lijn op het ogenblik gebruikt. Ik heb er absoluut geen probleem mee. Ik ben zelf De Lijn niet. Ik wil gerust eens de vraag stellen om toch eens een pilootproject uit te rollen, om te kijken of dat al dan niet kan helpen. Elke maatregel die soelaas brengt, moeten we ter harte nemen, dus in die zin wil ik dat zeker wel eens als vraag overmaken aan De Lijn.
Burgerzin, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn, is belangrijk. Postcovid is het nog meer geïndividualiseerd worden, men kijkt weg als men ziet dat iemand slachtoffer is. Die oproep voor campagnes voor meer burgerzin, daar sta ik zeker achter. Dat heeft De Lijn al gedaan. Misschien moeten we dat veel meer herhalen. Alleszins zie je op social media die filmpjes en campagnes verschijnen. Misschien moeten er nog meer komen. Alleszins is elk geval van grensoverschrijdend gedrag er een te veel. We zullen er zeker alle aandacht aan blijven geven en ik zal de suggesties overmaken aan De Lijn voor verder gevolg, en eventueel voor een pilootproject.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Als we willen dat ons openbaar vervoer opnieuw aantrekkelijk wordt, dan is het belangrijk om te beginnen zorgen dat reizigers zich daar veilig voelen. Dat is een maatschappelijk probleem: het grensoverschrijdend gedrag maar ook de agressie. Ik denk dat het onze verantwoordelijkheid is om alles te proberen om dit te voorkomen. En ten tweede, als er zich feiten voordoen, dan moet het zo comfortabel mogelijk zijn om melding te doen. Ik vind het positief, minister, en ik hoop dat u daarin doorzet, om het te proberen met de noodknop in de app. Zelfs al gaat die dan niet naar de veiligheidsdiensten, die kan wel een chauffeur verwittigen waardoor wel sneller ingegrepen kan worden. Dus ik zou u willen aanmoedigen om een test te doen via een pilootproject met zo’n noodknop in de app. Voor de rest denk ik dat we moeten blijven inzetten op sensibilisatie, op veiligheid en op het gevoel van veiligheid op ons openbaar vervoer. Daar is op veel vlakken nog werk aan.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, mensen moeten zich inderdaad veilig kunnen voelen op het openbaar vervoer en zonder angst het openbaar vervoer kunnen nemen, als je op de bus of op de tram zit, maar ook als je staat te wachten aan een halte. Daar moeten we vanuit het beleid heel krachtdadig op inzetten. Er zijn al een aantal maatregelen genomen, maar dat moet verdergezet worden. Ik denk aan oproepen om voorvallen absoluut te melden en ze niet onder de radar te houden. Ik denk ook aan campagnes naar omstaanders, om niet weg te kijken. Er zijn zo veel mensen aan de halte die gewoon wegkijken. Dat is heel erg, daar moeten we blijven op inzetten.
Dat betekent ook, minister, dat er gerichte controles moeten zijn, zeker op gevoelige punten. Net daarom is ook dat melden heel belangrijk. De Lijn moet weten wat de gevoelige lijnen zijn, of waar er haltes zijn waar zich regelmatig feiten voordoen.
Ik wil ook vragen te blijven aandringen op vervolging wanneer men daders in het vizier heeft. Dat vraagt overleg met parket en politie, dat is een punt dat u in de IMC kunt aankaarten.
Tot slot, ik denk dat we alle mogelijkheden die we een slachtoffer kunnen bieden, moeten proberen uit te putten. Het is best mogelijk dat slachtoffers zich veiliger voelen wanneer ze een melding kunnen doen via hun iPhone in plaats van een noodknop op de bus. Het is heel goed dat u een pilootproject kunt opzetten. Elk slachtoffer dat te maken heeft met seksueel grensoverschrijdend gedrag op het openbaar vervoer, en vanzelfsprekend overal, moet dat ook kunnen melden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.