Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Het is misschien een technische vraag. Op 10 maart laatstleden werd in de federale ministerraad een voorontwerp van wet goedgekeurd dat het recht op politiek verlof van werknemers die ook tewerkgesteld zijn in de privésector en die het ambt van burgemeester uitoefenen, uitbreidt wanneer hun gemeente of stad geconfronteerd wordt met een noodsituatie.
Men argumenteert terecht dat in een noodsituatie de burgemeester, die dan ook werknemer is, op dat ogenblik voor zijn stad of gemeente beschikbaar moet zijn als er bijvoorbeeld een storm, zware ramp of terroristische aanslag is. En dan moet de burgemeester niet alleen beschikbaar kunnen zijn. In het voorontwerp wordt daar ook aan gekoppeld dat hij op dat ogenblik zijn loon behoudt.
Ik denk dat iedereen er wel mee bekend is dat er zich bepaalde onverwachte en dringende omstandigheden kunnen voordoen waarbij de burgemeester strikt aanwezig moet zijn in zijn gemeente. Ik denk dat we de voorbeelden allemaal kennen. De burgemeester is op dat moment verantwoordelijk vanuit zijn veiligheidsrol. En hij is de spil van de organisatie van de hulpverlening. Het is dus logisch dat zoiets gebeurt.
Maar het wetsontwerp gaat uiteraard enkel over de private sector, en is niet rechtstreeks van toepassing op de personeelsleden van de lokale en de provinciale overheden, of van de diensten van de Vlaamse overheid, en evenmin op die van het onderwijs. Vandaar de vraag of u de werkzaamheden rond de uitwerking van het voorontwerp van wet in de federale regering hebt opgevolgd, minister.
Kunt u aangeven welke aanpassingen er zouden moeten gebeuren in onze regelgeving, zodat dat verlof ook van toepassing is voor de lokale besturen en de Vlaamse ambtenaren?
Kunt u ook aangeven of u ook al initiatieven daartoe genomen hebt of zult nemen, en binnen welk tijdbestek?
Zult u ook contact opnemen met uw collega van Onderwijs, om daar ook in het onderwijs een mouw aan te passen?
Neem mij niet kwalijk dat ik kort antwoord. Op uw eerste vraag kan ik antwoorden dat ik niet betrokken was bij de concrete besprekingen. Maar ik ben ondertussen op de hoogte van het recente initiatief.
Dan was er uw tweede vraag. Het lijkt mij evident dat voor iedere burgemeester, ongeacht wie zijn werkgever is, politiek verlof voor noodsituaties wenselijk is. Ik heb mijn diensten de opdracht gegeven om dit federale initiatief ten gronde te analyseren, en te bekijken waar een aanpassing aan de regelgeving noodzakelijk is. Daar waar er een aanpassing noodzakelijk is, lijkt het mij aangewezen om een zo uniform mogelijke regeling te bewerkstellingen.
Ten derde zal ik mijn analyse ter zake overmaken aan mijn collega van Onderwijs.
De heer Warnez heeft het woord.
Meer moeten we niet hebben. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.