Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, sinds het indienen van deze vraag zijn er alweer zaken veranderd, in die zin dat we kranten blijven lezen, natuurlijk. De vraag is geïnspireerd door verklaringen in de krant. Vandaag lezen we dat er komende vrijdag een en ander op tafel ligt dat ons een stuk hoopvol stemt, want u weet dat wij heel bezorgd zijn over het Ventilusdossier, als Vlaming én als West-Vlaming.
Uiteraard hebben we van in het begin heel veel empathie gehad voor de terechte en begrijpelijke bezorgdheden van mensen rond gezondheid en impact. Wij hebben altijd gezegd dat dat grondig onderzocht moest worden en dat we voor ruime compensaties moeten gaan.
Die ruime compensaties zijn in voorbereiding. Daar hebben jullie samen voor gezorgd. Maar het onderzoek is ook verschillende keren gebeurd, en in die zin stemt het ons positief dat er komende vrijdag blijkbaar eindelijk toch een dossier op tafel ligt. Ik heb de indruk dat het niet ligt aan de samenstelling van het dossier dat het zo lang geduurd heeft, maar eerder de inschatting dat er andere dossiers op tafel lagen. Ik hoop dat we niet hetzelfde verhaal krijgen als in het voorgaande dossier over de parken, maar ik ben er niet gerust in.
Ik ben daar niet gerust in, omdat ik vorige week eerst op Doorbraak en daarna via een paar andere mediakanalen, ook in de Krant van West-Vlaanderen, verklaringen las van leden van de Vlaamse meerderheid in het parlement – collega Dochy, om zijn naam niet weg te laten, de mensen mogen dat weten – dat er ernstige twijfels zijn over het onderzoek dat gebeurd is naar het Ventilustraject en de keuze om een gedeelte ondergronds en een groot stuk bovengronds te laten lopen. Dat zou na lang studiewerk op niets slaan, en er zou een nieuwe studie zijn van de actiecomités, die door een individuele onderzoeker uitgevoerd zou zijn, die aantoont dat het toch allemaal ondergronds zou kunnen. Ik las ook dat u nog niet van collega Dochy af was, en dat er niet verwacht moet worden dat er snel een beslissing genomen zou worden.
Vandaag lees ik dat er vrijdag wel een beslissing genomen zou worden, maar ik lees tegelijk al verklaringen van collega’s van cd&v die proactief zeggen dat die beslissing eigenlijk om te lachen is. Het zou maar tijdelijk zijn. Twee uur geleden kon je in de media lezen dat het eigenlijk om een tussenstapje ging, en dat er nadien nog bijgestuurd kon worden.
Ik weet niet wat u vrijdag zult beslissen. Het ergert me ten eerste politiek en maatschappelijk dat er op die manier aan politiek wordt gedaan. Maar ik denk ook, ten tweede, dat we totaal niet ernstig omgaan met het dossier zelf, met het belang van het Ventilustraject en met alle omwonenden en betrokkenen die ook rechtszekerheid en op een bepaald moment duidelijkheid willen.
De vragen van mijn oorspronkelijk ingediende vraag blijven wel dezelfde.
Blijft de beslissing van de Vlaamse Regering voor een grotendeels bovengronds Ventilustraject overeind? Is dit standpunt gedeeld door de meerderheid? Of ziet u gradaties binnen de meerderheid? Ik hoor andere verklaringen van minister Crevits dan van andere leden van haar partij.
Hoe kijkt u zelf naar de nieuwe studie van de burgerplatformen? Ik had in een verklaring gezien dat de Vlaamse Regering zich baseert op echte experten. Is dat ook een waardeoordeel over het onderzoek dat nu op tafel ligt?
Hoe ziet u de verdere timing?
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb de uitlatingen waar u naar verwijst ook gelezen in de pers. Wat mij betreft zijn dit uitlatingen voor eigen rekening. Verder zal ik daar niets over zeggen. Het rapport waar u naar verwijst, werd door onze administratie bekeken, maar het geeft geen nieuwe elementen die nog niet eerder onderzocht of besproken werden.
U noemt dit een nieuwe studie van de burgerplatformen. Ik zie een rapport van één persoon, waarin in hoofdzaak, zoals gezegd, reeds eerder aangevoerde elementen opnieuw zijn samengezet. Zoals gezegd is de discussie rond de technologiekeuze wat ons betreft gesloten. Ik kan daar moeilijk nog ik-weet-niet-wat rond gaan doen. We hebben daar voldoende tijd voor genomen in het begin van het traject. We hebben ook de Duitse professor daarover geraadpleegd. Die discussie is afgesloten en het dossier moet nu gewoon verder.
Het planteam heeft eigenlijk doorgewerkt, en ik wil het liefst op heel korte termijn een beslissing nemen over het tracé waarmee het planteam verder aan de slag kan gaan in functie van het verderzetten van de GRUP-procedure (gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan). Dat is natuurlijk een hele procedure. De volgende stap is de keuze van het tracé. Er zijn vijf mogelijke tracés. Welk kiezen we? Ik ga ervan uit dat we dat het liefst zo snel mogelijk willen doen. Vrijdag staat het dossier op de agenda. Ik ga ervan uit dat een voorlopige vaststelling van het GRUP op die manier nog voor de zomer mogelijk is.
De beslissing over het tracé zal ook gepaard gaan met de tweede goedkeuring van de norm voor magnetische velden en de goedkeuring van het bindend afsprakenkader met de netbeheerders. Ik denk dat het noodzakelijk is dat we dat ook doen. We zullen vrijdag in de regering het standpunt vaststellen, maar wat mij betreft denk ik dat we moeten doen wat nodig is, en de volgende stap is het voorkeurstracé. Dan kan men ook verder werken aan de volgende stappen. Het heeft geen zin om in dit dossier aan politiek of wat dan ook te doen. Dit moet gewoon gebeuren. Uiteindelijk heeft dit weinig met politiek te maken. Als we die energie van de zee willen halen, als we die black-out willen vermijden, moet dit gewoon gebeuren. Dit is weinig politiek, wat mij betreft.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Helemaal aansluitend op uw antwoord, maar ook op uw laatste gedeelte: als er één dossier is dat verschillende keren tegen het licht is gehouden om te kijken wat de wetenschappelijke onderbouw is om dat te doen, dan liggen alle elementen al maanden op tafel. Uitlatingen zijn inderdaad voor mensen hun eigen rekening, maar het is wel keer op keer hetzelfde natuurlijk. Wat mij erg bezorgd maakt, is dat er vrijdag een beslissing wordt genomen, maar dan meteen het ondergraven van de volgende stap begint.
In welke mate kunt u voor uzelf garanderen dat binnen deze regering het verdere traject dat na de beslissing vrijdag nodig is, ook wel degelijk verdergezet wordt? Denk aan de voorlopige vaststelling van het GRUP, de norm, en zo verder, waar wij allemaal achter staan. Er zijn ook ruime compensaties, er is geen enkel risico op dat gebied voor mensen die in de buurt van dat traject wonen. Zo krijgen we niet weer, sorry, een soort politiek spel midden in de campagnetijd waarbij één partij blijkbaar heel Vlaanderen wil gijzelen als het gaat over energiezekerheid en de transitie naar hernieuwbare energie. Dat is wat mij betreft een zeer pijnlijke passage, en ik hoop dat het vrijdag mag stoppen.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, ook van mijn kant is er niets tegen een beetje voortvarendheid binnen de Vlaamse Regering, maar in dit dossier wachtte u blijkbaar niet om met uw collega’s-regeringsleden van Open Vld en cd&v in overleg te gaan. Vandaag werd West-Vlaanderen wakker met uw definitieve Ventilusplannen, die uitgebreid in de pers werden uitgesmeerd. Er staat dus ook letterlijk in de pers dat er wordt gekozen voor die meest directe bovengrondse verbinding, namelijk een hoogspanningslijn door de buik van West-Vlaanderen, en zelfs ook waar het tracé onder- of bovengronds komt.
In die optiek wil ik eerst collega Dochy – jammer dat hij hier niet aanwezig is – een hart onder de riem steken, want terwijl u nog steeds in uw stilaan dogmatische tunnelvisie blijft volharden, minister, waarbij Ventilus ten koste van de West-Vlaamse bevolking en die bedrijven bovengronds zal moeten, siert het de cd&v-parlementsleden toch wel dat zij tenminste wel openstaan voor het vooruitschrijdend technologisch inzicht. Dat nieuwe onderzoeksrapport, dat inderdaad door de onafhankelijke onderzoeker Vanaeken en de burgerplatformen u heeft bereikt, spreekt boekdelen. Ik hoop, minister, dat u het zelf grondig hebt doorgenomen. Want die hoogspanningstechnologie evolueert intussen wereldwijd met zulke grote stappen, dat Ventilus volledig ondergronds kan met die voldoende stabiliteit voor ons hoogspanningsnet, ook kostenbesparend en reeds als onderdeel van het toekomstig Europees gelijkstroomnet. Maar het belangrijkste van al is dat dat zonder die gezondheidsrisico’s zou zijn.
Minister, wat is uw standpunt ten opzichte van dat nieuwe onderzoeksrapport dat u werd aangereikt door onderzoeker Vanaeken en ook door de burgerplatformen, het rapport dat ook onbetwistbaar aantoont dat Ventilus wel degelijk volledig ondergronds kan. Waarom legt u dat rapport naast u neer?
Ik wil zelf kort aansluiten met toch een heel algemene bedenking. Als ik de voorbije maanden de discussie heb gevolgd, dan is er inderdaad met alle plannen die voorlagen, een potentieel van meer dan duizend getroffen mensen, gezinnen of bedrijven. Met wat er vandaag voorligt, gaat dat naar nog een goede honderd getroffenen. Het feit om hier opnieuw met onduidelijkheid te zaaien – en ik lees ook de Krant van West-Vlaanderen, al zal het sommigen verbazen – en de zaak op de lange baan te schuiven, met verdere twijfel en met meer bezorgdheid, ik begrijp echt niet hoe dat iemand helpt, en hoe dat eender wie kan geruststellen.
Er is al eensgezindheid in het parlement over een correcte compensatie voor wie uiteindelijk benadeeld zal worden. Daar moet op een menselijke manier mee worden omgegaan. Daarover is heel duidelijk door iedereen een stelling ingenomen. Maar aan de andere kant, wat kan het bijbrengen – ook vanuit de regering, minister, en vanuit de regeringspartijen – om op een moment dat we de bezorgdheid kunnen terugbrengen tot een vrij kleine groep mensen met wie we dan heel duidelijk kunnen bediscussiëren wat de correcte compensatie moet zijn, om die dan opnieuw uit te breiden en onzekerheid te creëren bij duizenden? Daar begrijp ik toch de meerwaarde niet van. Ik kan dat alleen maar slecht beleid noemen.
Minister, u maakt ook deel uit van de Vlaamse Regering. Die schijnt blijkbaar alleen nog te bestaan om ruzie te maken en conflicten te zoeken, om de ene en de andere op stang te jagen en zichzelf te profileren. Minister, ik wil echt wel oproepen om ervoor te zorgen dat gebeurt wat moet gebeuren in Vlaanderen, op een manier die een minimum aan schade en impact met zich meebrengt, en die, ter attentie van collega Ryheul, niet opnieuw een hoop kosten doorschuift naar alle burgers. Ik hoorde daarnet collega Van Rooy zeggen dat we vooral niet te veel geld mogen steken in energiefacturen, maar als we dan miljarden euro’s bij moeten steken in een leiding die goedkoper is als je die bovengronds aanlegt, begrijp ik niet waar u dan consequent in bent.
Minister Demir heeft het woord.
Mijn bedoeling is alvast, collega Tobback, zoals ook in andere moeilijke dossiers, om dossiers gewoon op te lossen. Dit is zeker ook mijn bedoeling met Ventilus. Ik denk dat wij, zeker in het begin, echt wel de tijd genomen hebben om te zien welke technologie beantwoordt aan de doelstellingen – het gaat niet om één doelstelling, maar om verschillende doelstellingen. Daar is een heel duidelijk antwoord op gekomen vanuit professoren.
Mevrouw Ryheul, u verwijst naar een actievoerder tegen Ventilus die het rapport heeft gemaakt, toch? (Opmerkingen van Carmen Ryheul)
Of is dat een prof? (Opmerkingen van Carmen Ryheul)
Maar die onafhankelijke onderzoeker is toch tegen? Het is toch een actievoerder? (Opmerkingen van Carmen Ryheul)
Ja, maar het is belangrijk dat we goed weten wie wie is. De persoon waarnaar u verwijst is geen expert, maar een actievoerder tegen Ventilus. Alle begrip voor zijn werk, iedereen mag studies schrijven zoveel hij wil, maar wij hebben de experten en de materie geraadpleegd, en die zeggen duidelijk iets anders.
Hij claimt dat hij onafhankelijk is, maar dat is duidelijk niet het geval. Hij is ook geen prof of expert. Hij is een bouwkundig ingenieur. Mijn twee broers zijn ook ingenieurs. Misschien moet ik hun ook eens vragen wat zij ervan vinden. Die zullen waarschijnlijk ook iets voor mij op papier willen zetten. Maar zo werkt het helaas niet. Een overheid moet degelijk zijn. Een overheid moet de juiste profielen aantrekken. De overheid moet verschillende meningen aantrekken. Dat hebben wij ook gedaan.
Wij hebben in Vlaanderen dé energiespecialist, de topspecialist die ook in andere landen geraadpleegd wordt, betrokken bij het verslag van de intendant. Vervolgens hebben we er zelfs een Duitse prof bijgehaald om zeker te zijn. Ik vind dat die verhalen, die fabeltjes, stilletjes aan mogen stoppen.
Maar bon, u hebt geen verantwoordelijkheid. U kunt roepen en schreeuwen wat u wilt. Maar essentieel is wel dat het licht in dit land niet uitgaat, dat we niet in een black-out verzeilen, dat we inderdaad energiezekerheid hebben. Want u bent tegen windmolens op land, maar bent u nu ook tegen windmolens op zee? Want dat is volgens mij de beste plek waar we windmolens kunnen zetten. En het is belangrijk dat die energie naar het binnenland komt, dat West-Vlaanderen niet in het donker komt te staan, want de doelstellingen – het is niet één doelstelling, het zijn verschillende doelstellingen – gelden ook voor de welvaart van de West-Vlamingen. Heel het bedrijfsleven, heel veel West-Vlamingen, vragen er ook wel naar.
Dus ja, we zullen dat moeten doen. Het is belangrijk, zoals collega Tobback zegt, en collega Schiltz zei het ook vorige keer. Nu zijn er veel mensen bezorgd, en terecht, en sommigen genieten ervan. Sommigen genieten van de chaos, genieten ervan dat er zoveel mensen ongerust zijn. Mijn bedoeling is inderdaad om een tracé uit te kiezen, het beste tracé, waarbij we zo weinig mogelijk door of naast woningen moeten gaan, zodat er niet te veel mensen geraakt worden.
En diegenen die wel betrokken zijn bij het tracé, daar moeten we dan intensief mee gaan spreken. Daar moet een goed compensatiepakket tegenover staan. Die normen zijn ook cruciaal, de stralingsnormen, het afwegingskader. Ik denk dat dat ook het werk was van de intendant, en ook van de gezondheidsexpert die ons daarin adviezen heeft gegeven, tenzij dat nu ook allemaal in twijfel wordt getrokken.
Ik vind het gevaarlijk – in wat ik de afgelopen maanden en jaren zie bij belangrijke dossiers waarin knopen doorgehakt moeten worden – dat wetenschappelijke kennis in twijfel wordt getrokken. Ik aanvaard dat niet. Ik zal dat nooit aanvaarden. Samenlevingen, maatschappijen waar wetenschappelijke kennis in twijfel wordt getrokken, dat zijn maatschappijen die stilstaan, dat zijn maatschappijen die achteruitgaan. Ik wil met Vlaanderen vooruit. Ik wil Vlaanderen mooier maken. Ik wil Vlaanderen niet in het donker steken, en ik vind het inderdaad belangrijk dat we nu die volgende stap zetten.
Het tracé met de minste impact voor West-Vlaanderen, daar moeten we voor kiezen. Dat is denk ik duidelijk. En de mensen die de impact ondervinden, moeten correct gecompenseerd worden. Er moeten normen komen, en dat geldt dan ook voor heel het land. Ik denk dat je op die manier beleid voert, en niet door te genieten van chaos, of door van eenieder die zich als expert aandient te claimen dat hij de waarheid weet. Zo werkt een overheid niet, en al een geluk. Ik ben echt blij dat wij niet zo werken, en dat we echt een beroep doen op mensen die kennis van zaken hebben, zodat we ook duidelijke keuzes kunnen maken.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor die duidelijke tussenkomst. Ik hoor de laatste weken en maanden dat respect een nieuw woord wordt in de politiek, en dat het moet gaan over het jaar van het respect. Weet je waar ik respect voor heb? Ik heb respect voor mensen die bezorgd zijn over hun omgeving en hun gezondheid, en die alles in het werk stellen om dat grondig aan te brengen bij een Vlaamse overheid. Ik heb respect voor wetenschappers die vier rondes lang op een heel ernstige manier met al die bezorgdheden omgaan, en kijken naar een oplossing om de energiezekerheid van West-Vlaanderen, van West-Vlaamse bedrijven, van West-Vlaamse gezinnen, en breder, van Vlaanderen, te combineren met een zo weinig mogelijk impactvol tracé, en om dat te combineren met het aan land krijgen van hernieuwbare energie.
Maar, collega’s, waar ik geen respect voor heb, zijn mensen die hier in het parlement zetelen – politici, partijen – en die denken te moeten kapitaliseren op bezorgdheden van mensen die begrijpelijk en vaak terecht zijn. Maar partijen die mensen proberen wijs te maken dat het allemaal maar om te lachen is, en dat de energiezekerheid van West-Vlaanderen niet in gevaar is … Collega Ryheul heeft ten minste nog het lef om naar deze commissie te komen, en om haar niet-wetenschappelijke positie ook te proberen verdedigen. Maar waar ik nog minder respect voor heb, voorzitter, zijn collega’s die het bon ton vinden om vandaag, tot twee uur geleden, in de krant verklaringen af te leggen, die hier in het parlement aanwezig zijn, maar die niet naar deze commissie komen. Ik heb gewacht tot mijn laatste tussenkomst om dat te zeggen, omdat ik gehoopt had dat collega Dochy nog zou binnenwandelen.
Maar ik vind het echt problematisch, en tekenend voor een stijl van aan politiek doen, als gemakkelijke verklaringen in de pers wel kunnen, maar verantwoordelijkheid nemen in het parlement, om aan de kiezer echt voor te stellen waarom je bepaalde posities inneemt, blijkbaar niet meer kan. Ik vind dat schuldig verzuim, en daar zal de toekomst – vrees ik – hard over zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.