Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het Europees Parlement heeft allerlei maatregelen goedgekeurd om gebouwen en woningen snel energiezuiniger en zogenaamd klimaatvriendelijker te maken, namelijk de zogeheten Energy Performance of Buildings Directive of EPB-richtlijn, onderdeel van het ‘Fit for 55’-pakket, dat deel is van de Green Deal van de EU, de Green Deal, minister Demir, die ooit door u de ‘mean deal’ werd genoemd. Het komt erop neer dat renovaties en de elektrificatie moeten worden versneld en energielabels strenger worden. In 2026 zouden alle overheidsgebouwen en publieke ruimtes zogenaamd klimaatneutraal moeten zijn, in 2028 alle nieuwbouw en tegen 2050 de hele gebouwensector.
Alle nieuwe gebouwen en woningen moeten vanaf 2028 zonne-energie kunnen afnemen. Voor renovatieprojecten van particulieren moet dat vanaf 2032. Woningen op de privémarkt moeten tegen 2030 naar een energielabel van maximaal E, en tegen 2033 naar een D-label of beter. Niet-residentiële gebouwen moeten daar al drie jaar eerder aan voldoen, tegen respectievelijk 2027 en 2030. Dat kan door beter te isoleren of door een ander verwarmingssysteem zoals een warmtepomp te installeren. Deze nieuwe doelstellingen moeten, voor alle duidelijkheid, alleen bereikt worden als een huis wordt verkocht, als het grondig wordt gerenoveerd of als het, in geval van een huurcontract, een nieuwe huurder krijgt.
Wat opvalt is dat deze Energy Performance of Buildings Directive lucratief nieuws is voor de Europese isolatiematerialenindustrie, de elektriciteitsbedrijven en de gesubsidieerde groenlinkse klimaatlobbyisten. Zij vormen een monsterverbond om alle huizen in de Europese Unie in 2050 zogenaamd klimaatneutraal te maken via gedwongen elektrificatie en renovatie. Het zijn inderdaad de fabrikanten van warmtepompen en isolatiematerialen die met deze Europese renovatieplicht een enorme slag hebben thuisgehaald.
Zij zetten daartoe lobbygroepen op die het klimaat- en energiediscours van de Europese Commissie overnemen en vervolgens daar hun eigenbelang aan koppelen. De elektriciteitsbranche doet dit via diverse speciaal voor de gelegenheid opgezette lobbygroepen, zoals Coalition for the Energies of Tomorrow in Transport and Logistics (CE2TL), European Federation of Intelligent Energy Efficiency Services (EFIEES) en Fédération des services énergie environnement (FEDENE). Daarnaast lobbyen ze via de klassieke sectorale organisaties zoals Union Française de l’Electricité (UFE) en European Association for Electrical Contractors (AIE EuropeOn). Ook een bepaald segment van de bouwmaterialensector creëerde lobbygroepen op maat, zoals European Climate Foundation (ECF) en European Alliance of Companies for Energy Efficiency in Buildings (EuroACE). Deze machtige lobbygroepen beschikken over enorme budgetten en gingen talloze keren op de koffie bij de Europese Commissie.
Wat de sociale gevolgen zijn en de financiële impact op de gewone burger, op de Vlaming is van deze nieuwe klimaatregelneverij van de EU, is blijkbaar bijzaak. De kostprijs van de renovatie- en elektrificatiedwang komt zoals gewoonlijk terecht bij de gewone burger, die steevast wordt gepaaid met het vergezicht van een lagere energiefactuur, maar doorgaans geen idee heeft waar hij het geld voor deze elektrificatie- en isolatierevolutie vandaan moet halen. In het licht van de vaststelling dat geen enkele lidstaat helaas deze plannen op zijn eentje kan blokkeren, heb ik toch vragen voor u, minister.
Wat is uw standpunt over deze nieuwe strengere EU-maatregelen, rekening houdend met uw eigen Renovatiepact en met het feit dat woningen nog duurder zullen worden en dat veel alleenstaanden en gezinnen nu reeds geen betaalbare woning kunnen vinden?
Overlegt u over deze nieuwe EU-plannen met de Federale Regering? Welk standpunt van de Vlaamse Regering zult u overmaken aan de Vivaldiregering wat dat betreft?
Daarnaast was er ook de aankondiging van federaal minister Van Peteghem, die de btw voor renovaties van woningen ouder dan tien jaar wil verhogen van 6 naar 9 procent. De kostprijs om te renoveren zou hierdoor enorm stijgen. Pleegt u hierover overleg met minister Van Peteghem, en wat is daarvan desgevallend de stand van zaken? Welke boodschap maakt u aan hem hierover over?
Tot slot, minister, had ik toch graag enige duidelijkheid. Ik haalde het al aan dat u de Green Deal waar dit alles in kadert, ooit de ‘mean deal’ hebt genoemd. Kunt u toelichten of u daar nog altijd achter staat, en of u achter deze voortschrijdende regelneverij – nu is het isoleren, straks is het weer iets anders – staat?
Minister Demir heeft het woord.
Het gaat over een voorstel van het Europees Parlement dat nog geen definitieve wetgeving is. De trilogen met de Commissie en de Raad moeten nog van start gaan. Het Europees Parlement moet dus nog onderhandelen met de Raad over de finale tekst.
Vlaanderen heeft in het kader van de onderhandelingen in de Raadswerkgroep een Vlaams standpunt opgemaakt op basis van het oorspronkelijke Commissievoorstel van december 2021, dat wat betreft de doelstelling voor het gebouwenpark sterk aanleunt bij de Vlaamse renovatiestrategie die we al in het verleden hebben opgemaakt. U weet dat we in Vlaanderen qua renovatie en isolatie ver staan. Vele Europese landen kijken ook naar Vlaanderen. Ook het Europees onderzoekscentrum heeft destijds de Vlaamse renovatiestrategie als een van de beste beoordeeld. We zullen zien wat daar verder uit de bus komt. We volgen het natuurlijk wel op, maar ik denk dat ons programma zeker niet hoeft onder te doen; ik denk dat we misschien zelfs vooroplopen.
Ik vind het cruciaal dat we onze woningen maximaal isoleren. We zien ook dat heel veel Vlamingen massaal aan het renoveren en het isoleren zijn gegaan; de Vlaming is natuurlijk met een baksteen in de maag geboren. We hebben een gigantisch programma opgezet, waarop heel veel mensen hebben ingetekend. Voor de zelfklussers hebben we een apart programma voor de dakisolatie. Ook dat zullen we waarschijnlijk moeten verlengen, omdat we ook daar zien dat de Vlaming aan het klussen is geslagen, en dat is goed.
Ik maak me dus niet heel veel zorgen over wat daar op Europees vlak aan het bewegen is qua renovatie. De normen die we in Vlaanderen destijds met de Confederatie Bouw hebben opgemaakt, zitten goed. Ook onze renovatiestrategie zit goed. We zetten verder met ons programma, maar we volgen natuurlijk op wat Europa doet.
We moeten zien dat we de Vlaming financieel blijven ondersteunen. Dat zal deel uitmaken van financiële besprekingen, want onze budgetten zijn bijna op. Op zich is dat goed, maar de minister van Begroting hoort dat natuurlijk minder graag. De vrijgemaakte middelen voor renovatie zijn bijna op. Voor mij is het belangrijk dat we de Vlaming voldoende financiële ondersteuning bieden voor renovatie en isolatie.
Met betrekking tot uw tweede vraag, het overleg over de verschillende Europese energie-dossiers gebeurt in het kader van het ENergie OVERleg tussen de federale staat en de gewesten (ENOVER). Over het voorstel tot herziening van de Europese richtlijn inzake energieprestaties van gebouwen werden verschillende overlegmomenten georganiseerd tussen de federale overheid en de gewesten, zowel op administratief als op politiek niveau. Zoals ik al zei, heeft het Vlaamse Gewest tijdens de intra-Belgische onderhandelingen het programma verdedigd. Als andere deelstaten dit overnemen, denk ik dat dit goed zit.
Aangezien de renovaties van gebouwen een gewestelijke bevoegdheid is, is de Europese richtlijn overigens vooral van belang voor de verschillende gewesten en in mindere mate voor de federale overheid. Ik denk dat wij met onze normeringen goed zitten. Ik denk niet dat de Europese richtlijn daar verder zal gaan. Wij lopen voorop, net zoals we rond water vooroplopen – dat is nog eens in een Europese meeting aan bod gekomen. Europa gaat nu ook een Europese Blue Deal maken. Wij hebben in Vlaanderen onze Blue Deal in 2020 opgemaakt. Vlaanderen is daar toonaangevend in. Het is goed dat we rond een aantal zaken schitteren en het goed doen rond isolatie en renovatie, maar ook rond water.
We volgen de richtlijn dus op, we zullen zien wat daar verder uit de bus komt. We werken verder aan onze Vlaamse renovatiestrategie en we moeten zien dat we voldoende financiële ondersteuning blijven voorzien.
De verhoging van de btw van 6 naar 9 procent is natuurlijk een pijnpunt. Ik vind dat een verkeerd signaal. De verhoging van de btw zal ook een rem vormen voor de trein die in Vlaanderen is vertrokken rond renovatie, maar ook het slopen bijvoorbeeld. Het is goed dat heel wat mensen oude woningen kopen, dat ze die dan ook slopen, en dat die btw daar ook laag op wordt gehouden. Daar waar er hiaten zijn, voorzien wij natuurlijk een slooppremie. Wij hebben aan minister Van Peteghem en aan de Federale Regering laten weten dat die verhoging van btw absoluut niet mag gebeuren, want dat zijn inderdaad weer extra kosten en een rem voor dat renovatiebeleid. En dat net op een moment dat er meer dan ooit aan het renoveren is geslagen met de verbouwpremie, de verbouwlening en ongeziene budgetten die ook vrijgemaakt zijn. We hebben aan de federale minister gevraagd om dat voorstel ook te herzien.
Wat de Europese Green Deal betreft: dat heeft natuurlijk verschillende onderdelen. Sommige onderdelen vinden wij goed, en andere minder. Dat betekent niet dat wij de verschillende individuele voorstellen, bijvoorbeeld het ‘Fit for 55’-pakket en de concrete uitwerking, ondersteunen. Bij elk van de concrete dossiers of onderdelen van de Green Deal doen wij concrete voorstellen om de dossiers bij te sturen. Op het einde van de onderhandelingen beoordelen wij elk dossier afzonderlijk. Voor het carbon border adjustment mechanism (CBAM), de effort sharing regulation, maar ook het sociaal klimaatfonds, was de conclusie telkens dat we dit niet kunnen steunen vanuit Vlaanderen. Bij het LULUCF-dossier (land use, land use change and forestry) was de conclusie dat we het wel konden steunen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Ik zal met het laatste beginnen.
U hebt die Green Deal destijds een ‘mean deal’ genoemd. Dat ging toch over het geheel dan? Er zijn natuurlijk verschillende onderdelen, maar de vraag is concreet of u daar nog achter staat. Vindt u dat nog altijd een ‘mean deal’?
Ik heb het in het begin van mijn inleiding voorgelezen, en ik ga dat opnieuw doen: In dat Europese voorstel dat nu door het parlement is goedgekeurd, staat dat in 2026 alle overheidsgebouwen en publieke ruimtes zogenaamd klimaatneutraal moeten zijn. In 2028 moet dat bij alle nieuwbouw zo zijn, en tegen 2050 bij de gehele gebouwensector. Dat lijkt mij vrijwel onmogelijk te zijn, tenzij u mij iets kunt vertellen dat wij nog niet weten. Maar alleen al het eerste punt, dat in 2026 alle overheidsgebouwen en publieke ruimtes zogenaamd klimaatneutraal moeten zijn, kunnen wij daar in Vlaanderen in slagen? Tegen 2028 moet alle nieuwbouw klimaatneutraal zijn, dat is binnen vijf jaar. 2026 voor de overheidsgebouwen, uw gebouwen, dat is al binnen drie jaar. Dat lijkt mij toch onmogelijk om te behalen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik denk dat we daar een woordje bij moeten plaatsen. Want zoals ik het heb begrepen – en zo heb ik het ook gelezen in de kranten –, zouden in 2026 alle nieuwe overheidsgebouwen die na 2026 gebouwd worden, klimaatneutraal moeten zijn. Ik denk dat de meeste projecten van overheidsgebouwen die nu, volgend jaar, of in 2025 gebouwd worden, het eigenlijk al bijna zijn. Als ze voldoen aan de BREEAM-certificatie (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) en de andere normen die zijn opgelegd, dan zijn ze al bijna klimaatneutraal.
Wat de nieuwbouw tegen 2028 betreft, denk ik dat de meeste woningen er al heel dicht bij zitten. We hebben het hier weer over nieuwe woningen, dus woningen die na 2028 gebouwd worden. We zitten er eigenlijk al heel dicht bij. Je kunt discussiëren over die data, of dat de goede data zijn of niet, maar wat voor mij ook belangrijk is – en dat staat niet in de teksten voor zover ik ze gelezen heb, en dat is misschien wel een belangrijke interpretatie die er later nog bij kan komen – is in welke mate je ook kunt zeggen dat wanneer jij niet klimaatneutraal kunt zijn met jouw gebouw, je misschien de rechten kunt inkopen van een ander gebouw. Wanneer jouw gebouw bijvoorbeeld in het centrum van een stad zit, en je dus met je nieuwbouw, kantoorgebouw of overheidsgebouw niet 100 procent klimaatneutraal kunt zijn, kun je misschien de rechten inkopen van een ander gebouw dat positief is, omdat ze aan de rand van de stad zitten, waar ze meer mogelijkheden hebben. Dat moet bekeken worden.
Over de andere punten moet ik eerlijk zeggen, collega Van Rooy, dat we verder staan dan wat Europa van ons vraagt. Wij hebben Europa dus niet nodig gehad om hier een beleid rond te voeren. Ik denk dat Europa hier misschien zelfs iets leert van ons. Het is een uitdaging, maar ik denk dat we er niet zo ver van af staan. Het gaat wel degelijk over nieuwe gebouwen die na die datum gebouwd worden.
Ik wil persoonlijk nog kort toevoegen dat ik vandaag als een gelukkig man naar huis ga, want ik heb daarnet gehoord dat isoleren links is. Ik veronderstel dat aardgas en mazout van Poetin kopen rechts is. Ik denk dat er bijzonder veel Vlamingen links zijn. (Gelach)
In ieder geval zijn het er meer dan we tot op vandaag wisten. Ik ga dus als een bijzonder gelukkig man naar huis. Ik heb zelfs begrepen dat veel bedrijven daar de kost mee kunnen verdienen. Die zijn dus allemaal links. Dat is heel fijn.
Maar ik heb een punt waar ik wel een bijkomende vraag aan de minister over heb. Minister, het is al een paar keer door uzelf en ook door collega Gryffroy gezegd dat we in Vlaanderen nu verder staan dan Europa. Maar ik heb toch wel goed begrepen dat dat in onze plannen is – en dan sluit ik een beetje aan bij eerdere punten uit deze commissie. We hebben inderdaad plannen, en we hebben inderdaad een aantal regels, maar aan de andere kant is het echt niet zo dat we inzake isolatie en de energie-efficiëntie van woningen in de feiten in Vlaanderen vooroplopen op Europa. Integendeel zelfs, onze woningen zijn absoluut niet energie-efficiënt in hun huidige toestand, onze renovatiegraad blijft natuurlijk zeer laag.
Mijn vraag sluit een beetje aan bij de opmerkingen van de collega’s, namelijk: hoe snel gaan die plannen die er zijn – die goed zijn – leiden tot reële vooruitgang op het terrein? Wat zijn de hinderpalen om te maken dat die renovatiegraad inderdaad veel sneller stijgt dan vandaag? Want dat is vandaag nog altijd niet het geval.
Minister Demir heeft het woord.
Misschien geef ik eerst mee dat, wat collega Gryffroy ook heeft bevestigd rond het isoleren en renoveren, wij daarin vooroplopen. Dat is wat mijn administratie en mijn kabinet meegeven rond die normeringen. Onze langetermijnstrategie is op dat gebied goed. Wij volgen ook de debatten rond het Europese verhaal op. We zullen zien wat daar nog komt. Zoals ik ook heb gezegd, is het voorstel van het Europees Parlement nog geen definitieve wetgeving. Er zijn trilogen, de Commissie, de Raad, dat moet daar nog allemaal van start gaan, en wij zullen antwoorden wat we moeten antwoorden.
Wat de Green Deal betreft, collega Van Rooy, zijn we op één punt voor en op drie punten zijn we geen voorstander. Wij proberen wel vanuit Vlaanderen op de voorstellen die van Europa komen te wegen. Als we het dossier kunnen verbeteren, des te beter, en dan stappen we daarin mee. Zo werkt het in het Europese verband. Op die drie punten, zoals ik het eerder heb genoemd, kunnen wij dat vanuit Vlaanderen niet steunen. Dat zijn dus de CBAM, de effort sharing regulation en het Sociaal Klimaatfonds.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik heb alleszins begrepen – en ik lees het letterlijk voor – dat volgens dat voorstel in 2026 alle overheidsgebouwen en publieke ruimtes klimaatneutraal zouden moeten zijn. (Opmerkingen van Andries Gryffroy.)
Niet alleen de gebouwen die vanaf dan moeten worden gebouwd dus. Zo lees ik het. (Opmerkingen van Andries Gryffroy.)
Maar goed, we zullen zien wat het wordt. Ik wil natuurlijk alleen maar waarschuwen.
Minister Demir, in vorige vragen hebben wij gezien dat u – en terecht natuurlijk – zegt dat we met dingen worden geconfronteerd die tien of twintig jaar geleden zijn goedgekeurd en beslist in het Europees Parlement, en u loopt daar nu tegenaan, u moet juridische procedures aanspannen. Wel, we zitten natuurlijk opnieuw op zo’n moment. Er worden dingen beslist, er worden vergezichten vooropgesteld, en de vraag is of wij daar wel aan kunnen voldoen zonder de burgers, de Vlamingen te verplichten tot het maken van kosten die ze niet kunnen maken. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz.)
Want daar gaat het natuurlijk over. Als ik de heer Tobback mijn inleiding hoor vertalen alsof isoleren links zou zijn, dan begin ik toch te twijfelen aan zijn intellectuele capaciteiten, moet ik zeggen. Ik heb een duidelijk overzicht gegeven van lobbygroepen, van bouwmaterialen, van isolatiematerialen, van warmtepompen, en groenlinkse lobbygroepen die zich daarachter scharen; dat is een monsterverbond.
Mijnheer Tobback, ik heb niks tegen isoleren, ik heb iets tegen het verplichten om mensen te doen isoleren. Ik heb iets tegen mensen op kosten jagen die ze niet kunnen maken, daar heb ik iets op tegen. Ik heb het hier al vaak herhaald tegenover alle regelneven in deze commissie, en tegenover alle dwangmatige parlementsleden: als het zo efficiënt en zo goed is om te isoleren, dan zullen mensen daar zelf wel voor kiezen. Dan hebben ze geen overheid nodig die dat voor hen gaat beslissen, en hen oplegt om kosten te maken die ze heel vaak niet kunnen maken, of die dan worden uitgespreid en die alle belastingbetalers dan maar moeten ophoesten voor het uitdelen van premies. Dat is een beleid waar wij voor passen. Wij pleiten voor individuele keuzevrijheid voor de burger, en het zich terughoudend opstellen van een overheid wat het isoleren van woningen betreft, want dat moeten mensen helemaal zelf beslissen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.