Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Van Rooy heeft het woord.
In Ruien – dat is een dorp in de provincie Oost-Vlaanderen, en een deelgemeente van Kluisbergen – is recent het grootste batterijpark van Vlaanderen ingehuldigd. Het betreft twaalf rijen met telkens zeven grote kubussen van zo’n 2,5 meter hoog, 3 meter diep en 1,5 meter breed. Elke kubus weegt maar liefst 14,5 ton en herbergt zestien cassettes met batterijcellen. Er zijn funderingen tot wel 10 meter diep nodig. Als u er zelf nog niet bent geweest, de foto van hoe dat eruitziet is te bekijken op het internet. Er is wat groen rond te zien, maar op zichzelf ziet dat er nogal imposant uit qua inplanting. En dat is dan slechts goed voor, houd u vast, 4 uur stroom voor maximaal 12.000 gezinnen.
Een nog groter batterijpark is op komst, en het zal niet het laatste zijn. Want minister Tinne Van der Straeten, die dat batterijpark enthousiast opende, deed dat met de mededeling dat het zoals een parking voor duizend Tesla’s is. Houd u vast, een Groenminister die zich vrolijk maakt over parkings, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Volgens minister Van der Straeten komen er in België de komende jaren voor meer dan 500 megawatt batterijparken bij. Want hoe meer zogenaamde hernieuwbare energie, hoe meer zogeheten flexibiliteit nodig is, oftewel hoe meer batterijparken dus nodig zullen zijn. Tegen 2030 zou de capaciteit van zonne-energie immers verdubbelen, en zal ook windenergie sterk toenemen.
In Ruien, dezelfde gemeente, zal de komende jaren dan ook nog een groter batterijpark worden neergeplant. Zulke initiatieven krijgen ook belastingvoordelen, waaronder een tien jaar durende vrijstelling van transmissienettarieven, en een vrijstelling van accijnzen voor het deel dat ze opnieuw op het net brengen.
Minister, u bent niet alleen minister van Energie, maar ook van Leefmilieu en Omgeving. Ik stel u dus over die toch wel grote impact op ons milieu en op onze landschappen graag enkele vragen.
Hoe wordt voor dat soort batterijparken precies een vergunning afgeleverd?
Minister, hoe rijmt u dat soort batterijparken met het behoud of bijcreëren, wat toch uw doelstelling is, van natuur en open ruimte?
Hoe staat het met het brandgevaar van zulke batterijparken?
Hoeveel van dit soort batterijparken zullen in Vlaanderen uiteindelijk moeten worden neergeplant? Over hoeveel hectare gaat het in totaal, en op welke locaties?
Hoeveel procent van onze energievoorziening mag of moet van u zogenaamd hernieuwbaar worden? Hoeveel hectare en vermogen aan batterijen is daarvoor dan nodig?
Wat zijn de milieu-impact en de milieukosten van zo’n batterijpark, of per batterij, in verhouding tot wat het oplevert? Hoe lang gaan zulke batterijen dan mee? Wat is hun prestatie in de winter bij lage tot zeer lage temperaturen? Vanaf welke levensduur begint hun prestatie significant af te nemen? Wat gebeurt er precies mee als ze op zijn? Om dat samen te vatten: wat is de levenscyclusanalyse (LCA) van zo’n batterijpark of batterij?
Ja, het zijn technische vragen, minister. Ik zie u in mijn richting kijken, maar u hebt veel medewerkers. Ik neem dus aan dat die u goed hebben ondersteund – voilà, er zit er een naast u – om deze toch wel zeer belangrijke vragen, namelijk wat de milieukosten en de milieu-impact van zo’n batterijpark, en alle batterijparken die nog zullen komen, zijn tegenover wat het uiteindelijk aan energie opbrengt. Dat is eigenlijk de essentie van mijn vraagstelling.
Minister Demir heeft het woord.
Voor het bouwen en exploiteren van een batterijpark moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd conform de procedures en bepalingen van het Omgevingsvergunningsdecreet en het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM). Dergelijke installaties kunnen uiteraard enkel vergund worden indien dit qua bestemming en stedenbouwkundige voorschriften mogelijk is, zoals bijvoorbeeld in een industrieterrein of in een zone voor openbaar nut.
Dergelijke batterijparken hebben nood aan een voldoende sterke aansluiting op het elektriciteitsnet. In de meeste gevallen zullen deze batterijparken dus worden geplaatst op plaatsen waar er reeds voldoende netcapaciteit is voorzien. Dat is ook het geval bij het batterijpark in Ruien, waar vroeger een grote steenkoolcentrale was gevestigd. In deze gevallen wordt er geen bijkomende open ruimte of natuur ingenomen.
Bij een omgevingsvergunning kan daar in het kader van brandpreventie advies worden gevraagd aan de brandweer door de gemeente of de stad waar de vergunningsaanvraag is binnengekomen. Bij sommige omgevingsvergunningen is een vooradvies van de brandweer ook verplicht. Dit wordt op een analoge manier beoordeeld zoals in het kader van de vergunningsaanvragen voor andere industriële projecten met potentiële brandrisico’s of andere veiligheidsrisico’s.
Er zijn geen specifieke doelstellingen voor energieopslag of batterijparken in Vlaanderen. Het gaat om een snel evoluerende technologie die zowel technisch als financieel goed kan inspelen op de marktwerking. Zowel in binnen- als buitenland zien we daarom batterijprojecten ontstaan. Ze vervullen een functie die aanvullend is op reeds langer bestaande mogelijkheden zoals vraagsturing, piekturbines, of gasmotoren.
Zoals toegelicht zijn batterijparken niet rechtstreeks gelinkt aan hernieuwbare energiebronnen, maar vullen ze een nood aan flexibiliteit in die met een breed palet aan maatregelen kan worden ingevuld. Naast technieken zoals vraagsturing, piekturbines, enzovoort kan dat ook door import en export, en ook een betere internationale verbinding van de energie-infrastructuur.
Ik beschik niet over specifieke cijfers met betrekking tot de technische prestaties bij wintertemperaturen, de levensduur, de milieu-impact, of de LCA van dergelijke batterijparken. Veel van deze aspecten zijn gegevens waarmee de exploitant rekening houdt in zijn businessmodel. Op het vlak van milieu gelden sowieso analoge voorwaarden, net als voor andere industriële projecten. Het lijkt mij dus ook logisch dat dat ook voor die batterijparken van toepassing is.
Er zijn de laatste jaren wel zeer grote doorbraken op het vlak van de recycleerbaarheid van batterijen, dat geldt ook voor de materialen die verwerkt zijn in bijvoorbeeld de katalysatoren. De technologie en de innovatie gaan daar razendsnel, dat kan ik wel meegeven.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Ik begrijp dat dit technische vragen zijn en dat het ook op een mondelinge manier niet altijd gemakkelijk is om daarop te antwoorden, maar ik blijf dus toch wel op mijn honger zitten en zou willen aandringen op een wat diepergaand antwoord op die technische vragen.
U bent minister van Energie en van Leefomgeving. Zo’n batterijpark, minister Demir, is bij uitstek iets wat die beide thema’s, die beide zeer belangrijke domeinen van uw bevoegdheid, namelijk Energie en Leefomgeving, aanraakt. Die batterijparken hebben dus een enorme impact. Er zullen steeds meer parken moeten komen. Ik weet dat dat grotendeels komt door het federale beleid, waarop u momenteel geen impact hebt. Maar mijn vraag blijft: hoezeer is de milieu-impact en wat is Vlaanderen bereid te betalen qua milieu-impact, qua het verdwijnen van open ruimte, voor de lage opbrengst die zulke batterijparken maar hebben?
Ik herhaal dat je voor 4 uur voor maximum 12.000 gezinnen een batterijpark nodig hebt zoals ik heb beschreven: twaalf rijen, zeven kubussen, 2,5 meter hoog en 3 meter diep, funderingen tot 10 meter diep. Mij lijkt het er sterk op dat de milieu-impact relatief gezien veel te groot is in verhouding tot de energie die zulke batterijparken maar opleveren. Ik neem aan dat het klopt dat die batterijtechnologie nog zal verbeteren, maar momenteel zijn het wel dit soort parken die worden ingeplant en waarvan er op korte termijn veel meer zullen worden ingeplant.
Minister Demir, u die meer bomen en meer open ruimte wilt, ziet u al die batterijparken als een goede zaak?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Van Rooy, ik wil er toch even op wijzen dat de minister niet heeft gezegd dat wij nu plots overal in het Vlaamse landschap batterijparken zullen bouwen. Er is er een gekomen in de plaats van de steenkoolcentrale ... (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Collega Van Rooy, ik ben aan het spreken, dan moet u even zwijgen. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Ik heb zeer goed geluisterd naar uw vragen, mijnheer Van Rooy, en ik heb ook zeer goed geluisterd naar het antwoord van de minister. De minister heeft gezegd dat er in de plaats van een steenkoolcentrale in Ruien een batterijpark is gekomen. Wel, je zou de vraag kunnen stellen wat de ecologische kosten van een steenkoolcentrale zijn. We konden misschien een nieuwe steenkoolcentrale bouwen in Ruien, dat was misschien een andere optie geweest dan een batterijpark. Dat is een mogelijkheid waarvan jullie misschien meer voorstander zijn. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Ik heb de minister in elk geval nergens horen zeggen dat we nu plots overal batterijparken zullen zetten. Je bekijkt waar er een opportuniteit is. Het is zelfs niet de overheid die dat bekijkt, het is de markt: zij zien een stuk industrieterrein of zij zien dat niet. Ze bekijken of er een connectie mogelijk is met het distributienetwerk en in functie daarvan beslissen ze of er al dan niet een businesscase is en dan moeten ze de procedures volgen. Die procedures zijn dat je er eerst voor moet zorgen dat je een vergunning krijgt. Ik zie eigenlijk geen problemen in het antwoord van de minister. Ik dank u.
Minister Demir heeft het woord.
Misschien meegeven dat de inname van batterijparken niet maximaal is, dat is beperkt. We maken ook ruimte voor water, voor natuur en biodiversiteit, dit in tegenstelling tot uw partij, mijnheer Van Rooy.
Ik ben voor een energiemix, ik vind dat Vlaanderen verder moet inzetten op hernieuwbare energie. We zien dat Vlamingen ook massaal – de laatste cijfers waren weer zeer goed – zonnepanelen hebben geïnstalleerd. Dat is het beste wat je kunt doen: lokale productie, zelf energie opwekken. We zien dat de hoge prijzen hier een extra duw heeft gegeven, we blijven dat ook financieel ondersteunen vanuit Vlaanderen. We maken ook voldoende ruimte voor windmolens. U weet dat ik ook een voorkeur heb voor kerncentrales. Ik ben voorstander van die energiemix. Wat betreft de bevoegdheden die we hebben in Vlaanderen in verband met energiebesparing op gebouwen, daar blijven we ook op inzetten.
Wat betreft de batterijparken gaan de technologie en innovatie razendsnel. De vergunningen moeten gewoon voldoen zoals de andere industriële projecten. Ik zie niet waarmee u een probleem hebt, ik begrijp het gewoon niet.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik stel vast, minister, dat u het niet begrijpt, dat was duidelijk aan de blik in uw ogen toen ik die technische vragen stelde. De aanvallen op mij en het Vlaams Belang, zowel van collega Gryffroy als van u, minister, moeten blijkbaar het gebrek aan kennis en technische knowhow en analyse maskeren, alvorens er wordt overgegaan tot het massaal inplanten van steeds meer batterijparken, die een grote impact hebben op het milieu, die zeer milieuvervuilend zijn, en dan geeft u maar wat kritiek op ons. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Ik heb u zelfs niet bekritiseerd, ik heb u vragen gesteld, u kunt daar niet op antwoorden, u wordt dan lastig, ik zie dat. U hebt dan hulp nodig van de heer Gryffroy, die moet u dan een beetje helpen en dat lukt natuurlijk niet. Maar ik zeg dat een ‘life cycle cost analysis’ van een batterijpark zal aantonen dat de impact op het milieu disproportioneel groot is in verhouding tot de energie die de batterijparken slechts produceren. Dat is dus een slechte zaak voor Vlaanderen, een slechte zaak voor onze natuur, een slechte zaak voor onze open ruimte die u pretendeert zo erg te verdedigen.
Wat was uw standpunt rond stikstof?
Bij mijn weten produceren batterijparken geen energie, maar slaan ze energie op. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
De vraag om uitleg is afgehandeld.