Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Bij een scheiding voorziet de regelgeving dat ouders samen bepalen op welke rekening het basisbedrag van het groeipakket wordt gestort. Indien de ouders er niet uit geraken, dan kiest de jongste in leeftijd. Hiertegen kan bij de familierechtbank ook beroep worden aangetekend. De familierechtbank kan ook in het belang van het kind de verdeling van het basisbedrag opleggen.
Het probleem is dat vele ouders niet weten dat ze dit vonnis aan de uitbetalingsactor moeten bezorgen, waardoor het vonnis soms gedurende jaren niet leidt tot een aangepaste uitbetaling. Als het vonnis dan uiteindelijk wordt bezorgd, past de uitbetalingsactor het vonnis maar toe vanaf het moment dat het bezorgd is en laat hij ook eventuele terugvorderingen niet vallen, ook al zouden die terugvorderingen niet gerechtvaardigd zijn als het vonnis van bij aanvang was toegepast.
Advocaten stellen ook vast dat hun cliënten de briefwisseling die ze van het kinderbijslagfonds ontvangen, vaak niet begrijpen. Het is toch een opdracht van een overheid of van instellingen die namens de overheid een opdracht uitvoeren, om rechthebbenden op een begrijpelijke wijze te informeren, in casu over de rechten met betrekking tot het groeipakket.
Er zijn bij gescheiden ouders heel wat bedenkingen bij de wijze van uitbetaling van de uitkeringen van het groeipakket. Daarom werd in de resolutie over het gevolg dat wordt gegeven aan de evaluatie van het groeipakket, goedgekeurd in de plenaire vergadering van 14 juli 2021, in punt 3 gevraagd “gescheiden ouders te bevragen over hun wensen over de toepassing van de regeling met betrekking tot de begunstigde of begunstigden van het basisbedrag in het groeipakket, om tot een optimalisering van de regelgeving en uitbetaling te komen in het belang van de ouders en de kinderen, en ook rekening houdend met de mogelijke gevolgen van een wijziging voor de lopende dossiers”.
Vandaar ook mijn vragen.
Hoe wilt u ervoor zorgen dat mensen op de hoogte worden gesteld van het feit dat zijzelf hun vonnis met betrekking tot de uitbetaling van het basisbedrag van het groeipakket aan de uitbetalingsactor moeten meedelen?
Bent u ook bereid om in overleg te gaan met de minister van Justitie om toe te laten dat vonnissen van de familierechtbank met betrekking tot de uitbetaling van de uitkeringen van het groeipakket zouden kunnen worden geconsulteerd door de uitbetalingsactoren, om zo te zorgen voor een automatische toekenning van de basisbedragen aan de juiste ouder?
Bent u bereid na te gaan in welke mate de brieven die uitbetalers aan rechthebbende ouders schrijven, begrijpelijk zijn voor iedereen?
Werden gescheiden ouders ondertussen bevraagd over hun wensen met betrekking tot de toepassing van de regeling van de begunstigde of begunstigden van het basisbedrag? Zo ja, wat was daarvan het resultaat? Zo neen, waarom is dat dan nog niet gebeurd?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega.
Ik wil eerst en vooral garanderen, en daarvoor ook een pluimpje gooien naar de uitbetalers van het groeipakket, dat zij de mensen zo goed mogelijk proberen te informeren over de gevolgen van een feitelijke scheiding of een echtscheiding. Er zijn daartoe – we hebben die ook eens bekeken – een aantal brieven, die in de sector gebruikt worden en uitgestuurd worden op het moment dat mensen op een apart adres geregistreerd staan maar een gezamenlijk kind hebben. Daarin wordt altijd, op een toch heel heldere wijze, vind ik, de aandacht gevestigd op de vonnissen waarvan u spreekt, met de uitdrukkelijke vraag om die ook te bezorgen. Elke brief eindigt ook steevast met een aanbod om contact op te nemen als er iets niet duidelijk is. Ik kan u zeker die sjablonen bezorgen. Dat is misschien nuttig, voor iedereen trouwens. Want dat zijn echt heel eenvoudige brieven. We kunnen die ook gewoon meegeven.
Ik moet wel erkennen dat de omstandigheden omtrent een scheiding problematisch kunnen zijn, maar dat heeft niets te maken met de brieven en de inhoud. En zowel de betrokkenen als de administratieve verwerking binnen het groeipakket zorgen soms echt wel voor uitdagingen. Enerzijds is er de administratieve realiteit van het Rijksregister, die op het ogenblik van de scheiding niet altijd de feitelijke realiteit van gezinnen onmiddellijk volgt. Dan is er nog de feitelijke realiteit binnen gezinnen, die bepaalde verwachtingen hebben die zich niet onmiddellijk weerspiegelen binnen het groeipakket. We moeten ook respect hebben voor de psychologie van die gezinnen bij een scheiding. Het is heel goed mogelijk dat zij door de uitbetaler omstandig zijn geïnformeerd, maar in de hele moeilijkheid van die scheiding die informatie uiteindelijk toch vergeten mee te nemen. Je hebt een actie van mensen nodig, dat gaat niet automatisch. Daaraan kan, zoals u terecht aanhaalt, verholpen worden door inspanningen op dat vlak vanuit Justitie.
Ik ben zeker bereid om met de minister van Justitie het gesprek aan te gaan over het automatisch ter beschikking stellen van vonnissen. Ook de andere afnemers zullen hierin geïnteresseerd zijn. Maar ik wil wel de aandacht vestigen op drie zaken. Er zal, ten eerste, extra aandacht moeten zijn om de mogelijkheden binnen het GDPR-kader (General Data Protection Regulation) te onderzoeken. Ten tweede, met het oog op dataminimalisatie is het van belang dat uitbetalers van het groeipakket enkel die vonnissen te zien krijgen die nuttige info bevatten met betrekking tot het groeipakket. Niet elk vonnis van de familiale rechtbank zal relevant zijn. Dat die mensen elk vonnis zouden moeten beginnen uit te pluizen om te kijken wat erin staat, is ook niet te doen. Drie, als er vonnissen digitaal ter beschikking kunnen worden gesteld, dan moeten we ook kijken welke gegevens de FOD Justitie beschikbaar kan stellen en in welk format. Dus: privacy en enkel dat wat nuttig is. Je kunt van Opgroeien ook niet de vuilnisbak maken waarin alles terechtkomt en waar men het dan maar moet uitzoeken.
Ook dat zal voor uitdagingen zorgen, maar het moet ook mogelijk zijn om de informatie ter beschikking te laten stellen door Justitie. Ik ben zeker bereid om daarover in overleg te gaan. Als advocaten vaststellen dat communicatie te complex is, mogen zij via hun cliënten altijd aan de uitbetaler laten weten dat het te complex is. Daar heb ik ook geen problemen mee. In die sector zijn we ook voortdurend op zoek naar verbetermogelijkheden. Ik vind echt dat de mensen van het uitbetalingsagentschap daar hele grote inspanningen leveren.
De bevraging van de gescheiden ouders is niet gebeurd, omdat we met een enorme diversiteit zitten binnen gescheiden en samengestelde gezinnen. Ik verwijs naar de gezinsenquête, daar zult u dat ook kunnen lezen. Daarbovenop komt ook het feit dat de complexiteit van het oude systeem met rangen en groeperingen leidt tot een heel grote diversiteit aan implicaties. We hebben ook eens gekeken naar het jaarverslag van de Ombudsdienst, waaruit toch blijkt dat het geen wijdverspreide problematiek is, maar over een beperkt aantal situaties gaat.
De regeling in het groeipakket is zeer helder en ook eenduidig. Begunstigden kunnen ook in alle vrijheid samen afspraken maken in het belang van het kind, ofwel is er een duidelijke gerechtelijke uitspraak. Als ouders niet overeenkomen en er is geen vonnis, dan is de jongste de begunstigde. Dat is dan goed voor die jongste.
De defaultregeling kan klachten met zich meebrengen, maar er waren gelijklopende klachten met de bijslagtrekkende regeling. Dat was de regeling waarbij er standaard betaald werd aan de moeder, onder de algemene Kinderbijslagwet. Daar had men ook veel commentaar op. Ook daar vond de vader soms dat de moeder niet capabel was om de middelen te beheren. Dan was het ook de rechtbank die een uitspraak deed. Of een vader maakte gebruik van de federale uitzondering, waarbij een vader die het fiscale domicilie van de kinderen had, de kinderbijslag opeiste. Ook dat kon ingaan tegen afspraken.
Ik besef, collega Saeys, zeer goed dat mensen die scheiden, dat dat een hele grote chaos is. Ik vind het van belang dat de brieven van onze administratie helder en eenvoudig zijn. Als ik het grote aanbod aan brieven die we allemaal sturen, bekijk, dan vind ik dit eigenlijk brieven die bij het helderste type horen. Ik wil zeker met Justitie kijken of er bepaalde zaken geautomatiseerd ter beschikking gesteld kunnen worden, als u het dan met mij eens bent dat het enkel over de nuttige informatie zou kunnen gaan. Dat zou eigenlijk het gemakkelijkst zijn. Als we dat zouden kunnen realiseren, zou dat heel goed zijn.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Eerst en vooral, over de begrijpelijkheid van die brieven kan ik natuurlijk alleen maar dat melden waarover mensen mij aanspreken. Ik zou het wel goed vinden mocht dat toegevoegd worden.
Wat betreft automatische toekenning: ik denk dat dat, als dat echt mogelijk is, echt moet gebeuren. We moeten ervoor zorgen dat we zoveel mogelijk automatische rechtentoekenning hebben. Ik denk dat dat heel veel problemen zou kunnen verhelpen. We weten allemaal dat die regeling van begunstigde van het basisbedrag problemen gaf. Dat is toen in 2021 ook duidelijk uit de hoorzittingen gebleken. Als het over het groeipakket ging, kwam dat echt naar voren. Vandaar dat we dat toen ook in de resolutie opgenomen hebben, om juist bij ouders een bevraging te doen, vooral bij vechtscheidingen. Als je overeenkomt en je gaat uiteen, is dat allemaal geen probleem. Maar vaak ontstaan zulke zaken bij vechtscheidingen. Als we dat eenduidig, gemakkelijk automatisch zouden kunnen doen, denk ik dat er heel wat leed verholpen zou kunnen worden.
Zet uw microfoon aan, mijnheer De Reuse.
In het kader van de evaluatie van het groeipakket is dat inderdaad ook aan bod gekomen, want het is zo dat, als het over geld gaat binnen een echtscheiding, en zeker als het een conflictscheiding is, dat voor bijkomende problemen zorgt, los van alle problemen die er al zijn.
Nu, u raakte zeer lichtjes aan, collega Saeys, dat de advocaten melden dat die cliënten soms niet verstaan wat er in die brief van de uitbetalingsactoren staat. Minister, u zegt zelf dat men die zo helder mogelijk probeert op te stellen. Dat is ongetwijfeld zo, maar ik denk dat daar misschien ook een bijkomende taak ligt voor de desbetreffende raadsman of raadsvrouw.
Mijn bijkomende vraag aan u, minister, is of er via het Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid (VUTG) niet in contact kan worden getreden met de Orde van Advocaten, om deze problematiek te duiden en te vragen of daar binnen de verplichte bijkomende vorming die advocaten dienen te volgen, een aandachtspunt van kan worden gemaakt, zodat deze problemen de wereld uit zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil dat zeker bekijken. Ik vind dat absoluut juist: dat is ook een taak voor de raadslieden.
Maar nog eens: voor mij, hoe eenvoudiger, hoe beter. Ik heb hier nu een brief waarin staat: “We zien dat er een wijziging is. We betalen aan jou verder uit, tenzij je een vonnis hebt dat anders beslist. Dan moet je dat snel aan ons bezorgen.” Als dat natuurlijk niet bezorgd wordt … Ik wil daar een taalkundige op zetten. Hoe eenvoudiger, hoe … (Opmerkingen van Immanuel De Reuse)
Ja, maar ik heb al veel ervaring met brieven die de overheid stuurt en de leesbaarheid is … (Opmerkingen van Immanuel De Reuse)
De heer De Reuse heeft het woord.
Het probleem situeert zich daar: “We betalen aan u uit. Indien het anders is, laat het weten.” Ja, diegene die het geld ontvangt in een echtscheiding – dat is het net –, die zegt: “Laat maar komen voorlopig.” Dat is net het probleem.
Ja, maar anders moeten we het opschorten tot er gegevens zijn, en daar zou ook veel commentaar op komen. (Opmerkingen van Immanuel De Reuse)
De vraag om uitleg is afgehandeld.