Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, er is weer een nieuwe Digimeter. De Digimeter van het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (imec) peilt jaarlijks naar de digitale gewoontes van de Vlaming. Er werden voor de huidige editie, die op 9 maart 2023 verscheen, 2309 mensen bevraagd. De meter omvat enkele belangrijke onderdelen met betrekking tot digitalisering.
Vlak na de coronacrisis stelde de meter een versnelde digitalisering en een verhoogd techno-optimisme vast bij de Vlaming. Er is nog steeds een ruime meerderheid van 71 procent overtuigd dat technologie ons leven makkelijker en comfortabeler maakt.
Die trend keert wat in 2022. Onder meer de bezorgdheden rond smartphone-afhankelijkheid, fake news en privacy groeien. De opflakkering van het techno-optimisme na corona is dus wat bekoeld, met 10 procentpunten minder sinds de vorige Digimeter.
Volgens het rapport verschuift de digitale kloof overigens. Voor steeds meer Vlamingen gaat het niet over een gebrek aan toegang, maar wel over digitale vaardigheden en attitudes.
Uit het rapport blijkt dat de drie technologieparadoxen – afhankelijkheid, waarheid en privacy – leiden tot de zoektocht naar een evenwicht tussen de voordelen van technologie en de verbonden nadelen.
Een paar cijfers die mij opvielen. Ten eerste: parallel met de opmars van online shoppen en betalen, zien we ook opnieuw een toename in het aantal Vlamingen dat zich zorgen maakt over de veiligheid van online betalen. Dat is ondertussen 31 procent, dus plus 5 procent.
Twee: er wordt een daling vastgesteld in het aantal Vlamingen dat het omgaan met digitale technologieën makkelijk vindt: 57 procent ten opzichte van 65 procent in de vorige editie. Deze daling geldt over de verschillende leeftijden heen.
Er is ook iets positiefs: steeds meer Vlamingen kennen het begrip artificiële intelligentie (AI): 79 procent. 43 procent kan ook uitleggen wat het betekent.
Minister, die nieuwe Digimeter roept ook een aantal vragen op. Hoe evalueert u de resultaten van de Digimeter? Op welke manier wilt u de maatschappelijke digitale transformatie inclusief en met de juiste accenten doorvoeren binnen uw beleidsdomein? Levert de laatste Digimeter daar nieuwe inzichten toe? Wat is uw visie op de afkoeling op het vlak van techno-optimisme? Hoe zult u de vaardigheden met betrekking tot technologie verder aanscherpen binnen de beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)? Wat is volgens u de verwachte impact van Flanders Technology & Innovation (FTI) op de parameters die worden gemeten in de Digimeter?
Minister Brouns heeft het woord.
Elke nieuwe technologie gaat gepaard met opportuniteiten en met uitdagingen. Deze uitdagingen komen recent meer naar voren in de media en worden, uiteraard door de toenemende digitalisering, ook aan den lijve ondervonden door de Vlamingen. Zo is er phishing, een gebrek aan privacy, sociale beïnvloeding op basis van massaal gegenereerde data, het verharden en polarisatie van de maatschappij online, allemaal voorbeelden waar we recent mee geconfronteerd worden.
We kunnen als overheid niet al deze problemen oplossen, maar kunnen vanuit Vlaanderen op enkele kritieke punten toch investeringen doen om aan oplossingen te werken voor enkele van deze nieuwe fenomenen en problemen. Dat laatste doen we bijvoorbeeld met de investering in SolidLab Vlaanderen uit middelen van het programma Vlaamse Veerkracht of door nieuwe cybersecuritytoepassingen te ontwikkelen binnen het Vlaams Beleidsplan Cybersecurity.
Daarnaast is het zo dat de ontwikkeling ook sneller en sneller gaat. Wie gisteren mee was, is dat daarom vandaag niet meer.
De snelheid waarmee deze technologie gepaard gaat, die evolutie, is ongelofelijk en neemt hand over hand toe. Dat is op zich goed en zal ons leven en werk makkelijker maken, maar kan – omdat zoveel nog onbekend is – mensen ook angst inboezemen. We moeten daar de boodschap uitdragen dat deze digitalisering ons leven kan vergemakkelijken en verbeteren. Maar er zijn uiteraard ook valkuilen waarover zorgen zijn, en waarrond we dus ook de nodige alertheid aan de dag moeten leggen.
Vanuit mijn beleidsdomein worden er verschillende initiatieven genomen om de digitalisering ook meer inclusief te laten verlopen. Zo zijn er momenteel 54 digibanken opgericht die het risico op digitale uitsluiting bij kwetsbare groepen moeten verkleinen. Dit initiatief geeft niet alleen toegang tot de digitale technologie maar zet ook in op opleiding en kennisdeling ter versterking van digitale vaardigheden. De Digimeter leert ons inderdaad dat connectiviteit en toegang een kleiner probleem zijn geworden, maar dat neemt niet weg dat het toch wel een belangrijk aandachtspunt blijft.
Daarnaast werd er voor ondernemingen een leidraad ‘mensgericht digitaliseren’ ontwikkeld, vanuit lessen en ervaringen uit een aantal projectoproepen die het Departement Werk en Sociale Economie (DWSE) samen met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) de afgelopen jaren gelanceerd hebben. De leidraad bevat zes sleutels voor digitale transformatie, met oog voor menselijk kapitaal. De leidraad is een inspiratiebundel voor bedrijfsadviseurs, sectorconsulenten en bedrijfsleiders om met digitalisering in de brede zin van het woord aan de slag te kunnen gaan, zonder uiteraard het belang van het menselijk kapitaal daarbij uit het oog te verliezen.
Digitalisering heeft dus heel wat voordelen inzake efficiëntie en productiviteit, maar er zijn de uitdagingen, onder andere inzake veiligheid. Technologie moet wat mij betreft hand in hand gaan met waarden, normen en regels. Ik ben daarom voorstander van het regelgevende kader dat Europa schept inzake digitalisering, of het nu gaat over AI of privacy. Het is duidelijk dat dit absoluut noodzakelijk is. Europa moet hierin effectief zijn rol spelen, de verantwoordelijkheid opnemen, het voortouw nemen en het goede voorbeeld geven, beter dan op dit ogenblik het geval is als we kijken naar de Verenigde Staten of China.
Ik denk dat die afkoeling gezien moet worden als een afname van de naïviteit die er toch ook nog wel soms is rond digitalisering. Ik denk dat er bijvoorbeeld heel wat kmo’s zijn die nog veel te weinig aandacht hebben voor cybersecurity. We zien dat allemaal. Als je onder ander spreekt met de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO): die geven aan dat iedereen de vlucht neemt rond de digitalisering, maar daarbij vaak de cybersecuritytrein vergeet. Digitalisering kán een oplossing bieden op vele vlakken, maar moet hand in hand gaan met de nodige expertise en met aandacht voor veiligheid en ethische normen.
Digitalisering is een van de centrale thema’s in de vernieuwde STEM-activiteiten (Science, Technology, Engineering and Mathematics). Dat zie je ook terugkomen in de dertien projecten die vorig jaar goedgekeurd zijn. Ik heb ook een nieuwe STEM-oproep goedgekeurd dit jaar waar digitalisering een thema zal blijven.
Daarnaast is er het traject ‘Digitale School’, dat gekoppeld is aan de beleidsagenda rond AI en cybersecurity en waarin we het afgelopen jaar ook hebben ingezet op het ondersteunen van scholen en leerkrachten om net die digitale vaardigheden te versterken.
Ten slotte is het ook belangrijk om blijvend in te zetten op opleidingen binnen de pijler flankerend beleid van de Vlaamse beleidsplannen AI en Cybersecurity, respectievelijk binnen die bestaande programma’s.
De bedoeling van Flanders Technology & Innovation (FTI) is enerzijds om in te spelen op de oplossingen die nodig zijn om digitalisering een maximale positieve impact te laten genereren en anderzijds om aan de burger en de buitenwereld te tonen welke rol we daar in Vlaanderen al in spelen, welke troeven we daar hebben.
Het is immers duidelijk dat Vlaanderen bij de absolute top behoort als het gaat over innovatie en alles daarrond, onderzoek en ontwikkeling. Dat is hier al zo vaak gezegd. We zijn vandaag de beste leerling in de Europese klas als het gaat over inzet rond onderzoek en ontwikkeling: 3,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Als we dan bijvoorbeeld gaan zien binnen het Europees programma ‘RISE in Europe’ (Research, innovation and science expert group) en het digitale Europese programma, gaat dat inderdaad de digitale technologie in onze economie naar een nog hoger niveau moeten kunnen leiden.
Anderzijds moeten we ook geen té hoge verwachtingen scheppen in de invloed van FTI op het vlak van de impact op de Digimeter. Het zou fout zijn dat als een succesfactor te nemen. Vlaanderen omvat zes miljoen mensen en die zullen dus niet allemaal bereikt worden met FTI. Maar het is voor mij wel een van de uitdagingen dat FTI niet beperkt blijft tot een kleine nicheclub als het ware, dat we het veld zo breed mogelijk bereiken. Dat was ook een van de zorgen die op het laatste Industrieforum naar voren gekomen zijn.
Er zijn heel wat ontwikkelingen die meespelen en dus ook een invloed kunnen uitoefenen op de resultaten van de Digimeter, veel meer dan enkel FTI. Het zou natuurlijk mooi zijn als we via FTI het vertrouwen van de Vlaming in digitalisering nog kunnen vergroten, versterken. Dat kan Vlaanderen, kmo’s, het onderwijs, heel het Vlaamse landschap versterken op dat vlak en dat kan ons inzicht in digitalisering ook vergroten.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Digitalisering is een breed thema. Het is goed dat daar op heel wat domeinen op wordt ingezet, zeer dicht bij de mensen, bij onze lokale besturen, via de digibanken. U hebt de scholen ook vernoemd. Ik denk dat er ook nog een opportuniteit ligt ten aanzien van zij die werk aan het zoeken zijn, maar ook van zij die aan het werk zijn, om hen ook voldoende digitale skills mee te geven. De Digimeter en de huidige resultaten tonen immers aan dat de technologie zeer snel gaat en dat iedereen die zelfs al die basisvaardigheden had, aangeeft niet meer zeker te weten of men voldoende vaardigheden heeft om mee te kunnen met de technologie die aan het evolueren is.
Langs de andere kant heb ik er ook wel vertrouwen in dat het met AI en generatieve AI in de toekomst veel gemakkelijker zal worden om een aantal toepassingen te gaan gebruiken, net vanwege het feit dat het gebruiksgemak zal toenemen. Maar het blijft natuurlijk van belang dat de digitale skills breed aanwezig zijn in onze samenleving, want anders zullen we ons niet op de kaart kunnen blijven zetten als een topregio binnen Europa.
U hebt ook verwezen naar FTI. Voor alle duidelijkheid, ik zou de Digimeter inderdaad nooit als een succesfactor voorstellen om het succes van FTI te gaan afmeten, maar ik hoop samen met u dat alle projecten die daar gebeuren en de werven waarop wordt ingezet, ertoe kunnen leiden dat er vertrouwen is vanuit de Vlaming en dat de Vlaming meer gaat vertrouwen op wat die technologie kan en ook de voordelen gaat zien, zodat we een aantal bezorgdheden die er vandaag zijn, kunnen wegnemen.
Ik vond het een goed antwoord van de minister. Ik heb niet direct bijkomende vragen, voorzitter.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega De Roo verwijst naar digitale geletterdheid en de afstand tot de arbeidsmarkt. We hebben vorige week nog een gesprek gehad over toeleiding bij VDAB en zelfredzaamheid. Ik vroeg mij af of men bij VDAB ook meet hoe het zit met de digitale geletterdheid van mensen die zich bij VDAB aanmelden. Bestaan daar cijfers over? Brengt men bij VDAB in kaart hoe het staat met de digitale geletterdheid van sollicitanten, niet alleen in het kader van zelfredzaamheid, maar ook breder? Hoe zit het met die digitale skills van de werkzoekenden? Ook de tool van VDAB vraagt toch enige digitale geletterdheid. Brengt men dat bij VDAB ook structureel in kaart?
Minister Brouns heeft het woord.
Mijnheer Verbeurgt, dat is natuurlijk een onderdeel van je zelfredzaamheid. In deze wereld, die zo sterk gedigitaliseerd is, is dat natuurlijk een belangrijke toets, in de mate dat men mee is op de digitale trein en voldoende zelfredzaamheid aan de dag kan leggen om zich vandaag vlot op de Vlaamse arbeidsmarkt te kunnen bewegen. Als wordt vastgesteld dat er daar nog wat werk is, zal dat zeker ook aan bod komen in een face-to-facegesprek. Dat zal dan een onderdeel zijn bij de oriëntatie van de betrokkene in kwestie, om hem op dat vlak bij te scholen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.