Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Slootmans heeft het woord.
Voorzitter, het belang van de vraag is omgekeerd evenredig aan het aantal aanwezigen vandaag in de commissie. Maar soit.
Minister, in uw beleidsnota Media die u vier jaar geleden, in 2019, kwam voorstellen, zei u dat u de rol van regionale omroepen wilde opwaarderen. Vier jaar later stellen we vast dat heel wat regionale omroepen – niet allemaal – er eigenlijk amper in slagen om het hoofd boven water te houden, als gevolg van de digitale transitie, bijna een revolutie in het medialandschap. Dat is op zich geen verwijt aan u, maar het is wel een vaststelling die ik maak. U zegt vaak: “Het is ‘do or die’ voor heel wat media-actoren.” Voor heel wat regionale actoren is het eerder ‘die’ dan ‘do’. Zo is de omzet van de regionale omroepen de afgelopen tien jaar met een derde afgenomen, wat toch een bijzonder grote wake-upcall moet zijn.
De aanleiding van mijn vraag is uw optreden in ‘Wakker op zondag’ op een zeer succesvolle regionale omroep waarbij u uw visie deelde omtrent de toekomst van onze regionale omroepen. Een van de sleutelwoorden die u daarbij gebruikte, en in het verleden ook al gebruikt hebt, is duidelijk schaalvergroting. U pleitte onder andere nogmaals voor het samengaan van TV Oost en Audio Video Studio (AVS). Van AVS weten we toch dat zij in bijzonder slechte papieren zitten.
Maar die fusieoperaties beperken zich niet tot Oost-Vlaanderen. In de conceptnota die u vorig jaar aan de Vlaamse Regering voorlegde, werd ook een fusie van de West-Vlaamse regionale omroepen vooropgesteld. We weten dat daar vandaag al op redactieniveau intensief wordt samengewerkt, maar nog niet op organisatieniveau. Er is tot nader order geen eengemaakte West-Vlaamse mediaorganisatie. Ik zeg niet dat ik daar een voorstander van ben, maar ik stel wel vast dat die evolutie die gewenst is, nog niet is gerealiseerd. Dus wat Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen betreft, verneem ik graag de stand van zaken over die processen.
Ik heb een beetje een panaché aan vragen. Ik spring van het ene op het andere. Onder andere in uw conceptnota ‘Toekomst regionale mediaorganisaties’, die u dus vorig jaar voorlegde, gaf u aan dat u eind 2022, ondertussen toch ook weer vier maanden geleden, een ontwerp van decreet zou voorleggen aan de Vlaamse Regering. Tot nader order blijkt dat niet gebeurd te zijn. Ik verneem graag waarom die deadline niet gehaald werd en welke knelpunten hier eventueel spelen die ertoe aanleiding gaven dat die deadline niet gehaald kon worden.
Worden er ook voor andere regionale omroeporganisaties fusieoperaties in het vooruitzicht gesteld? Het zal u niet verbazen dat ik met bijzondere interesse kijk naar Vlaams-Brabant wat dat betreft. Zijn er inderdaad fusiegesprekken bezig in het kader van RINGtv en Regionale Omroep Brabant (ROB)? Bij mijn weten is dat niet het geval, maar gezien uw wil om die fusies enigszins op te leggen of toch gewenst versneld door te voeren, had ik graag geweten of daar een eventuele fusieoperatie in het vooruitzicht wordt gesteld.
Bijkomend: is er vandaag voldoende draagvlak voor die gewenste fusieplannen? We weten dat heel wat regionale omroepen nog altijd gebonden zijn aan die regionale identiteit. Men wil geen eenheidsworst. Die regionale identiteit is natuurlijk de absolute corebusiness. Schaalvergroting mag dus niet omslaan in eenheidsworst. We herinneren ons allemaal wat er bij Radio2 is gebeurd wat dat betreft.
Wat is de stand van zake van dat crossmediale meetsysteem? We weten dat het nu bij Europa zit. Zijn daar al vorderingen? Voor de regionale omroepen is het natuurlijk een bijzonder belangrijk instrument in het kader van hun algemene commerciële strategie, maar zeker ook voor wat de bereikvergoeding betreft.
Een ander element dat ik nog zou willen toevoegen, is dat van de boodschappen van algemeen nut (BAN's). Ook dat wordt aangehaald in de conceptnota die u voorlegde aan de Vlaamse Regering. Daar werd het volgende gesteld: “De Vlaamse overheid zal onderzoeken of overheidscommunicatie en boodschappen van algemeen nut ook aan de regionale omroeporganisaties kan toevertrouwd worden binnen de raamovereenkomst die hiertoe gesloten wordt. In dat geval zal NORTV daartoe een coördinerende rol opnemen.” Ook hier verneem ik graag wat de stand van zaken is van dit onderzoek en welke concrete actie daaromtrent intussen al is ondernomen en, bijkomend, of aan de nichezenders – ik denk dan aan een Dobbit TV en een PlattelandsTV – hier ook een rol zal worden toebedeeld. Zij voelen zich vandaag namelijk heel vaak het vergeten broertje waar geen rekening mee wordt gehouden. Zij zijn zelfs zeer sterk vragende partij om ook in het kader van de boodschappen van algemeen nut een rol toebedeeld te krijgen.
Ik kom tot de samenwerking van de VRT met de regionale omroeporganisaties. Bent u van oordeel dat die samenwerking vandaag goed verloopt? We weten dat de VRT ook hier een aantal contractuele verplichtingen heeft. Ik citeer de beheersovereenkomst: “De VRT werkt prioritair samen met spelers in het Vlaamse media-ecosysteem, (inclusief de regionale omroepen) (...).” Uit wat wij vernemen blijkt dat die verplichting eerder theorie is dan praktijk en dat er nog heel wat ruis op die samenwerking zit, wat trouwens des te meer het geval is voor de nichezenders, zoals een PlattelandsTV of een Dobbit TV, waarvan wij vernemen dat zij bijvoorbeeld zelfs geen beelden kunnen aankopen van een paardenwedstrijd waar de VRT, die er wel rechten voor heeft, die desalniettemin niet wil doorverkopen aan PlattelandsTV. Dat staat haaks op de verplichte samenwerking met het volledige Vlaamse media-ecosysteem, die in de beheersovereenkomst wordt aangehaald en waarvan die nichezenders toch integraal deel uitmaken. Het lijkt me hier ook wel een noodzaak dat de VRT hier op zijn verplichtingen wordt gewezen, die hier opnieuw niet correct blijken te worden nageleefd. Minister, in een vorige vergadering hebt u al gezegd dat wat dit specifieke luik betreft, er nog steeds gesprekken lopende zijn, maar in wezen is het een contractuele verplichting, waarbij het eigenlijk jammer is dat de VRT daar constant moet op worden gewezen. We hebben een contract, en zij moeten dat nakomen.
Tot daar de panaché aan vragen, minister.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Slootmans, dank u wel voor de vragen. U weet dat ik bijzonder veel belang hecht aan regionale verslaggeving, in het bijzonder aan de regionale mediaorganisaties die ze aan het worden zijn, mediabedrijven. Getuige daarvan de forse investeringen in het kader van Vlaamse Veerkracht, niet alleen ten aanzien van projecten die uitzonderlijk relevant zijn voor de regionale omroepen, zoals het crossmediale meetplatform – ik antwoord dadelijk op uw vraag ter zake – maar een rechtstreekse investering van 2 miljoen euro extra in die regionale omroepen. Voor degenen die de subsidiëring en de financiering van de omroeporganisaties goed kennen, zoals u, collega Slootmans, is het duidelijk dat dat een substantieel bedrag is, dat overeenkomt met een volledig jaar subsidiëring van alle regionale omroeporganisaties samen. Die investeringen hebben we gedaan, trouwens met een cofinanciering, want ze hebben daar ook zelf een half miljoen euro tegenover gezet, precies om in die digitale traditie te investeren.
De huidige stand van zaken en ook onze conceptnota, die op 15 juli 2022 door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd, tonen aan dat het een juiste beslissing was om extra te investeren in die digitale transitie. Mijn interview in ‘Wakker op zondag’ bouwde effectief verder op die goedgekeurde conceptnota, die hier ook al ter sprake kwam. In die conceptnota wordt inderdaad ook gesproken over schaalvergroting, in het bijzonder in Oost- en West-Vlaanderen.
Op basis van deze conceptnota worden momenteel ook de nodige wijzigingen en afspraken voorbereid in functie van een aanpassing van het Mediadecreet en de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten die vanaf 1 januari 2024 effectief van start zullen gaan. De gesprekken met de regionale omroepen verlopen constructief en kaderen binnen dit breder en toekomstgericht verhaal van de conceptnota. Een eerste ontwerp van samenwerkingsovereenkomst werd al bezorgd aan de verschillende regionale omroepen en NORTV. Momenteel wordt op basis van terugkoppeling van de verschillende omroepen verder gewerkt. Ik heb de intentie om de dossiers regionale televisie spoedig op de ministerraad van de Vlaamse Regering te agenderen.
Over het draagvlak van de fusieplannen kan ik meegeven dat alle partners rond de tafel beseffen dat er ten gronde een wijziging moet zijn en dat een gefuseerde organisatie in Oost-Vlaanderen en in West-Vlaanderen, naast een vergaande samenwerking op het terrein met ontkoppelde nieuwsprogramma’s, zeker een meerwaarde oplevert. Dit wordt trouwens sterk onderbouwd in de studie die ik begin 2022 liet uitvoeren door het onderzoeksbureau PPM. De vier regionale zenders denken in elk geval constructief en ook kritisch mee om van deze intentie een succesvol traject te maken. Ik ben geen believer van geforceerde top-downfusies, maar ik ben er wel van overtuigd dat de richting die we hebben bepaald in de conceptnota van midden 2022, de juiste richting is.
Ik stel ook vast dat de mensen op het terrein mee willen denken over die richting en daar ook effectief werk van willen maken, al zal ik niet verhullen dat de samenwerking met AVS de minst gemakkelijke van de vier omroepen is. Meer kan ik daar voorlopig niet over zeggen. We willen die onderhandelingen alle kansen op slagen geven. Ik heb er ook vertrouwen in dat daar heel positieve gevolgen zouden kunnen zijn. Buiten de omroepen in Oost- en West-Vlaanderen zijn er geen fusieoperaties in het vooruitzicht tussen andere regionale omroepen. Maar voor alle regionale zenders geldt wel de oproep om meer samen te werken en hierdoor opportuniteiten te creëren, onder meer inzake digitalisering.
Over het crossmediaal meetsysteem kan ik u het volgende meegeven. Eind maart 2022 werd het finale projectplan opgeleverd over de gezamenlijke ontwikkeling en uitrol van een crossmediaal meetsysteem. De afspraken daarover werden ook vastgelegd in een ‘memorandum of understanding’ tussen de tien betrokken partijen.
Op 22 april van vorig jaar hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het project. Vervolgens werd het project onmiddellijk aangemeld bij de Europese Commissie in functie van de reglementering inzake staatssteun.
Momenteel bevindt het dossier zich in de prenotificatiefase van de staatssteunprocedure. In afwachting van de goedkeuring door de Commissie werd alvast eind 2022 een bestelaanvraag goedgekeurd om de beschikbare middelen, in totaal 4 miljoen euro, over te dragen naar dit begrotingsjaar 2023. Maar we zijn dus in afwachting van het werk van de Commissie. Ik betreur dat dat zo lang moet duren. Ik vind dat de diensten van de Commissie die zich daarmee bezighouden, snel en gezwind moeten werken, temeer omdat wij over heel het relancetraject Media, dat in Europa eigenlijk vrij uitzonderlijk is, zeer constructieve gesprekken hebben gehad met de bevoegde diensten van de Commissie rond mediabeleid en zij zeer enthousiast waren over wat wij voorlegden. Ik begrijp natuurlijk de eigen rol en de autonomie van de diensten die bezig zijn met staatssteun. Dat moet ook serieus genomen worden. Maar ik wens wel dat zij dat op een snelle manier doen. Ik kan alleen vaststellen dat we vandaag die goedkeuring nog niet hebben. Ik betreur dat en ik hoop dat men daar snel werk van kan maken.
Ik kom op uw vragen over boodschappen van algemeen nut, overheidscommunicatie en ook de vragen rond de nichezenders of de zogenaamde themazenders.
Wat betreft de overheidscommunicatie en de BAN's hebben mijn kabinet en het departement contact opgenomen met het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken om te bekijken of de raamovereenkomst toelaat om dit type van communicatie ook toe te vertrouwen aan de regionale omroepen. Ik ben er immers voorstander van om ook de regionale omroepen een plaats te geven voor campagnes met BAN's en overheidscommunicatie. Ik wil daarbij zeggen dat we daar in het verleden ook al concrete inspanningen voor hebben gedaan. Herinner u de zogenaamde ‘check check ckeck’-campagne, een overheidscampagne om de basisaanbevelingen rond COVID-19 breder bekend te maken. Die hebben we heel doelbewust via de regionale omroepen geadverteerd. We hebben dat toen samen met de Kanselarij opgevolgd. Ze hebben daar een uitstekend werk gedaan.
In de gevoerde gesprekken heeft de Kanselarij aangegeven dat men vandaag geen vragende partij is om een verplichting op te nemen om de regionale omroepen te betrekken in dergelijke campagnes. Men is echter wel bereid om dat in de toekomst te bekijken en men ziet in de toekomst de regionale omroepen wel als een aantrekkelijke partij om als partner te betrekken in bepaalde campagnes, met name als de regionale omroepen zich beter op de kaart zetten met een crossmediaal pakket en een aantrekkelijk aanbod en prijsmodel voor adverteerders. Ook de coördinatie door NORTV en de extra ondersteuning die wij hun geven, zal daarvoor belangrijk zijn. Ook dan zal campagne per campagne bekeken worden welk kanalen zullen worden gebruikt. Wat primeert, is dat de boodschap op de meest efficiënte en effectieve manier bij de doelgroepen wordt gebracht.
De verhouding van de Vlaamse overheid met de thema- of nichezenders is anders dan die met de regionale omroepen. Regionale omroepen worden erkend. Daar is een duidelijk decretaal kader en ook een aantal decretale verplichtingen die verantwoorden dat daar ook een publieke tussenkomst is in de vorm van een beperkte subsidietussenkomst. De thema- en nichezenders hebben geen dergelijk decretaal kader en zijn ook niet onderworpen aan decretale of reglementaire verplichtingen. Zij zijn louter private spelers. Specifiek adverteren inzake BAN's via thema- of nichezenders is momenteel niet voorzien, wegens die redenen.
Tot slot kom ik tot uw vragen over de VRT ter zake. De beheersovereenkomst met de VRT vraagt onder operationele doelstelling 6.4 een meer intensieve samenwerking op het vlak van informatie en duiding. De VRT moet daartoe intensiever samenwerken met regionale nieuwsmedia in het bijzonder.
In de praktijk neemt dit een aantal vormen aan. Er is beelduitwisseling met verschillende regionale omroepen. De samenwerking tussen de VRT en de regionale televisie voor de Kempen en Mechelen (RTV) bijvoorbeeld bevat naast de uitwisseling van beelden ook uitwisseling van audio- en fotomateriaal in de twee richtingen. De VRT deelt ook kennis met regionale omroepen. Zo was er bijvoorbeeld een toelichting aan de regionale spelers bij de Green Key Studio die de VRT inzet. De VRT wijst er wel op dat een uniforme samenwerkingsaanpak ten aanzien van de regionale omroepen vandaag niet evident is. Door de verscheidenheid van de regionale omroepen zijn samenwerkingen soms ook complexer. Volgens de nieuwe ontwerpsamenwerkingsovereenkomst zal NORTV een belangrijke rol kunnen spelen als duidelijk aanspreekpunt voor gezamenlijke samenwerking. We voorzien daar ook de nodige middelen voor.
Wat BRUZZ betreft, werkt de VRT samen om het BRUZZ-aanbod beschikbaar te maken op de VRT-kanalen en -platformen, onder andere met het beschikbaar maken van nieuwsartikels op vrtnws.be en de VRT NWS-app en BRUZZ-programma’s op VRT MAX.
Ook met de andere regionale omroepen lopen de gesprekken om een deel van het regionale aanbod te integreren binnen VRT MAX.
Er is op zich geen specifieke kritieke prestatie-indicator (KPI), geen meetbare doelstelling over de samenwerking. Er wordt dus niet over gerapporteerd aan de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). Maar uit een opsomming van al deze initiatieven leid ik af dat de openbare omroep op dit vlak haar engagementen respecteert.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, uw antwoorden bewijzen wel dat u nog altijd erg inzet op en gelooft in de regionale omroepen en daar ook de nodige initiatieven, middelen en acties tegenover zet. Dat is ook nodig. Dat is ook wat de mensen vragen. Dat bewijst trouwens het waarderingsonderzoek waar u ook aan refereert. In dat opzicht, als je het waarderingsonderzoek bekijkt, is het ironisch dat er nooit eerder dan vandaag zoveel interesse was voor regionale nieuwsgaring maar dat er anderzijds steeds minder middelen tegenover staan. Ik spreek dan niet alleen over publieke middelen, maar het is gewoon een gegeven dat de regionale omroepen het vandaag met veel minder moeten doen. We zien dat trouwens ook bij de kranten, waar de regionale journalisten met peanuts worden betaald, ondanks de grote interesse van het publiek. Maar bon, dat is een ander debat.
Wat het crossmediale meetsysteem betreft, wachten we op Europa. Wat zijn de timingvooruitzichten? Ik kan me niet voorstellen dat men ons met een timinggewijs kluitje in het riet stuurt. Zijn daar geen timingafspraken? Hebt u daar een zicht op? Kunt u ons die meegeven?
Wat de VRT betreft, zegt men dat er geen uniforme samenwerking is en dat men wacht op de overeenkomst die in het vooruitzicht wordt gesteld. Maar bon, vandaag is de beheersovereenkomst zeer duidelijk en is die samenwerking eigenlijk verplicht. Alle excuses daaromtrent zouden eigenlijk niet mogen gelden. De VRT moet gewoon zijn verplichting nakomen. Dat geldt inderdaad voor de regionale omroepen maar dat geldt ook voor de nichezenders. Men zegt dat men met alle spelers van het Vlaamse media-ecosysteem moet samenwerken, maar die nichezenders behoren daar integraal toe, en dan kan men niet zomaar weigeren om beelden te verkopen van evenementen waar men rechten op heeft, die men bovendien zelfs niet uitzendt maar gewoon uit concurrentieoverwegingen niet wil verkopen.
Wat de BA's betreft, is het eigenlijk wel jammer dat de Kanselarij blijkbaar beslist dat zij er geen verplichtingen in willen verankeren. Het is nochtans een pertinente vraag – u weet dat zeer goed – van de regionale omroepen om dat wel degelijk te doen. Ik zou zeggen: gebruik uw ministeriële reputatie en uw ministeriële kracht om daar toch enige forcing door te voeren. Idem trouwens voor de nicheszenders, die hiervoor erg vragende partij zijn.
Dan wil ik het nog heel kort hebben over Vlaamse Veerkracht. 2 miljoen euro is toegekend. Klopt het dat die middelen vandaag volledig zijn toegekend? Is dat afgewerkt? Dat is uitgerold. Dat is niet meer lopende. Ik had daar andere geluiden over ontvangen, maar verbeter mij als die fout zijn.
Wat betreft ROB en RINGtv is het duidelijk: daar is momenteel geen sprake van een of andere fusieoperatie. U bevestigt dat, heb ik begrepen.
Ik wil nog een laatste element toevoegen, en daarmee zal ik absoluut afronden, namelijk de bereikvergoeding en de must-carryregeling. Nu is het zo dat die must-carryregeling enkel geldt voor het lineaire aanbod. We willen dat allemaal ook voor het digitale aanbod hebben. Aangezien dat nu niet zo is, zorgt dat voor een heel groot budgettair hiaat voor die regionale omroepen. U zegt in uw conceptnota dat u gaat onderzoeken om dat uit te breiden naar de digitale platformen. Ik had graag vernomen hoe het staat met dat onderzoek.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Collega, dank u wel voor de vraag, en minister, voor de antwoorden. Voorzitter, het zou goed zijn dat we aan de conceptnota een breder debat zouden wijden dan naar aanleiding van deze vraag om uitleg, waarbij we met zeer weinig collega's aanwezig zijn.
Minister, ik wil u alvast meegeven dat Vooruit achter de doelstellingen en de visie staat die u ontwikkelt met betrekking tot de regionale omroepen. Wij delen die. Ik denk dat dat een goede visie is. Alvast mijn appreciatie voor de insteek.
Uiteraard zijn er heel veel vragen. Er is de keuze voor ‘digital first’, de crossmedialiteit, ook voor de regionale omroepen, die tot nader order echter nog allemaal ‘tv’ heten. De omslag zal heel wat vergen voor die organisaties. Dat gaat heel veel geld kosten voor uitvoering. Hebt u voorzien om hen voor dat specifieke onderdeel, namelijk de uitrol van ‘digital first’, de rebranding en wat daar allemaal mee te maken heeft, de komende jaren financieel te begeleiden?
Ik heb een zelfde vraag over de must-carry. U zegt in een visienota dat u die must-carry gaat uitbreiden. Hoe ziet u dat precies? Daaraan gekoppeld is er de rol van de VRT. VRT MAX biedt vandaag een window aan voor BRUZZ en nog niet voor de andere regionale omroepen. Acht u het niet meer dan logisch dat ook de andere regionale omroepen daar een window voor krijgen?
Over het crossmediale meetsysteem ben ik even gefrustreerd als u. De middelen zijn er, namelijk 4 miljoen euro. Dat blijft maar liggen bij Europa. Het idee van een crossmediaal meetsysteem is al vorige legislatuur gelanceerd, en de eerste stappen daartoe werden gezet. Ik had toch wel graag gehad dat u daarmee kon landen. U hebt onze steun om dat zo snel mogelijk op te starten.
BAN's en overheidscommunicatie stonden in 2016 nog garant voor een flink stuk inkomsten voor de regionale omroepen. Vandaag is dat 0 euro, omdat er geen CIM- cijfers (Centrum voor Informatie over de Media) zijn, natuurlijk. Opnieuw zitten we daar met het probleem van het crossmediale meetsysteem. Want de geaggregeerde CIM-cijfers zeggen wel iets, maar op het niveau van de individuele regionale omroepen niet. Het zou toch wel goed zijn dat daar opnieuw een mogelijkheid tot inkomsten zou kunnen zijn van BAN's.
Ik kom tot een laatste elementje. In uw nota spreekt u over het belang van beheersvennootschappen en zo verder, maar er zijn nog een aantal regionale zenders die niet werken met beheersvennootschappen, maar binnen een eigen vzw. Dat is het enige dat ik niet volg. Waarom zouden wij hen daartoe verplichten als zij op een andere manier correct werken?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega's, dank u voor de extra vragen. Wat betreft de bereikvergoeding, de must-carry en daaraan gekoppeld het crossmediale meetsysteem: ik behandel dat samen omdat het ene niet losstaat van het andere. We kunnen dat maar op een goede manier aanbrengen als we een gedetailleerd overzicht hebben van het bereik van onze regionale omroepen, niet alleen lineair of via bepaalde internetconcepten, maar helemaal crossmediaal geïntegreerd.
We zijn verder aan het werken met Europa. Ik kan u zeggen dat ik geen zicht heb op de timing van Europa. We hebben de afgelopen jaren met verschillende diensten binnen de Europese Unie goede contacten gehad, maar voor deze dienst is het uiteraard essentieel dat die autonoom kan werken. Maar de communicatie is niet altijd evident. Dat is een werkpunt voor Europa, denk ik.
Dan kom ik tot de vraag over de bereikvergoeding en of we de must-carry moeten aanpassen. Dat gaan we zeker ook bekijken. We zitten natuurlijk met het principe van de ‘no gold plating’ in een Europese context. We moeten goed bekijken wat dat betekent. Maar we zullen effectief bij de aanpassing van het decreet helderheid geven over wat de conclusie is. We zijn dat grondig aan het bekijken.
Wat de samenwerking met de VRT betreft, ga ik er uiteraard helemaal mee akkoord dat de VRT die rol volledig moet opnemen. Ze zijn daar ook verder stappen aan het zetten. Die besprekingen zijn lopende, niet alleen met BRUZZ maar ook met de andere regionale omroepen, bijvoorbeeld wat betreft de integratie op VRT MAX.
Collega Segers, ik hoor u zeggen dat dat niet klopt. Als u dat zegt, zal ik dat navragen, maar dat is de informatie die ik heb gekregen van de VRT.
Collega Slootmans, u weet natuurlijk dat de Kanselarijdiensten politiek onder de controle en de voogdij van de minister-president vallen. We hebben goede contacten, zowel met de Kanselarij als met het kabinet van de minister-president uiteraard. Maar de vraag rond het opleggen van een verplichting is natuurlijk een vraag die gesteld zou moeten worden aan de minister-president. Ik begrijp vanuit een marketingperspectief dat dat niet onmiddellijk de meest logische zet is om onze Vlaamse middelen doelmatig in te zetten bij communicatie. Eerder dan in een verplichting geloof ik dat het beter is dat we NORTV en de tien omroepen versterken in hun aanbod om ook nationale campagnes te vertalen via regionale omroepen. Ik kan vandaag alleen maar vaststellen dat het niet altijd gemakkelijk is om een bestelling te plaatsen bij de tien omroepen tegelijkertijd. Men kan van de Kanselarij niet verwachten dat ze tien keer een onderhandeling gaat doen. Ik zeg niet dat het vandaag zo is, maar je kunt niet in een vingerknip een bestelling plaatsen bij tien omroepen. Dat is niet het geval. Ook daar geloof ik dat onze extra investeringen, onder meer in de samenwerking via NORTV, iets zullen opleveren en dat de Kanselarij daar een aantrekkelijke partner in zal zien.
Wat betreft de vastleggingen van onze 2 miljoen euro aan relancekredieten voor de regionale omroepen, kan ik bevestigen dat dit bedrag van 2 miljoen euro vorig jaar volledig is vastgelegd, maar dat de uitvoering en de rapportering over de uitvoering nog lopende is. Er zijn al substantiële middelen uitgegeven, maar nog niet alles. De rapportering zal daar nog op volgen.
Tot slot kom ik tot de strategie ‘digital first’ en de vraag of daar middelen voor voorzien zijn. We zullen in de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten, die in werking treden op 1 januari 2024, in een nieuw soort financiering voorzien, waarbij er een basisbedrag wordt voorzien en ook extra middelen voor diegenen die extra investeren in crossmedialiteit en in digitalisering. Dat zal een manier zijn om dat te ondersteunen.
Tot slot, wat de beheersvennootschappen betreft, denk ik dat het een goed model is om naast de vzw-structuur ook een beheersvennootschap te hebben. Maar we zullen in het kader van het decreet bekijken wat dat betekent. Op dit moment voorzien we in de ontwerpteksten niet in een verplichting om te werken met een exploitatievennootschap.
De heer Slootmans heeft het woord.
Er zijn vele elementen. Over de must-carry verneem ik dat men het grondig aan het bekijken is. Maar dat is nu al vier jaar aan de gang. Ik denk dat de regionale omroepen vooral wachten op actie en niet op onderzoeken en zaken die men nog moet bekijken.
De timing van het crossmediale meetsysteem: jammer, maar dat is geen verwijt aan u, dat is te wijten aan de diensten van Europa.
Wat de stappen van de VRT betreft in het kader van de samenwerking met de regionale omroepen, vernemen wij toch wel andere geluiden, namelijk dat er nog heel wat ruis op die lijn zit, gewoonweg voor het aankopen van beelden. De VRT stuurt ons wat dat betreft met een kluitje in het riet, lijkt mij.
Wat betreft de BAN's zegt u dat er nood is aan een uniformisering en dat men nu tien keer een nieuwe onderhandeling moet aangaan. Maar NORTV bestaat toch al? In dat kader zou die geüniformiseerde aanpak eigenlijk al moeten bestaan, en als die er niet is en men die dan asap afdwingt, lijkt mij dat geen onoverkomelijke zaak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.