Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, tot eind februari liep het openbaar onderzoek voor de nieuwe Steenbruggebrug in Brugge. Ik begrijp dat er verschillende bezwaarschriften ingediend zijn, omdat een bestaande randparking en een vrachtwagenparking zouden verdwijnen. Samengevat: het verdwijnen van parkeerplaatsen voor vrachtwagens zorgt voor de nodige ongerustheid.
Als vrachtwagens al een parkeeroplossing hebben, zoals in de Brusselsesteenweg in Ninove, zien we dat de oppositie vraagt om een parkeerverbod én een nieuwe vrachtwagenparking. Vrachtwagens worden op veel plaatsen liever geweerd. Eenzelfde probleem zien we in Zelzate. Langs de R4 staan daar vaak vrachtwagens geparkeerd op plekken waar het eigenlijk niet veilig kan, omdat ze deels op het fietspad staan. Samen met de wegbeheerder van de R4, het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), heeft de gemeente een plan opgesteld om met paaltjes en wegmarkeringen parkeren onmogelijk te maken. De vraag is nu waar al die vrachtwagens naartoe gaan.
Op een schriftelijke vraag van januari 2023 over deze problematiek antwoordde u dat er in deze legislatuur drie nieuwe parkings werden aangelegd: twee in Gentbrugge en een in Tongeren. Er staan er nog vier op de planning. Het budget is voorzien, maar de werken zijn nog niet in uitvoering. Het gaat om Boutersem, Waasmunster, Diepenbeek en natuurlijk ook Rekkem. Het mag duidelijk zijn dat er nood aan is. Het is niet zeker dat de werken voor 2024 opgestart zullen zijn.
Daarnaast hebben we hier al vaak gevraagd naar de visie op het vrachtwagenparkeren, die in opdracht van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) zou worden opgesteld. Een jaar lang is eraan gewerkt. De laatste vergadering zou eind december gehouden zijn. Volgens mij is de nota dus klaar om publiek gepresenteerd te worden en de nodige beleidsbeslissingen op te leveren. Wellicht geeft de nota ons ook een duidelijk beeld van de concrete parkeernood in Vlaanderen.
Minister, wat is de status van de visie van de Vlaamse Regering op het vrachtwagenparkeren? Waarom worden de extra vrachtwagenparkings zo traag uitgerold? Hebt u zicht op het tekort wat betreft het aantal parkeerplaatsen? Welke initiatieven zult u nog in deze legislatuur nemen om de parkeermogelijkheden voor vrachtwagens te verbeteren?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Fournier, voor deze vraag over de visie rond vrachtwagenparkings. De administratie is daarmee aan de slag gegaan en ik kan u meegeven dat die vorig jaar finaal werd opgeleverd. Op 21 december werden de resultaten via een presentatie toegelicht aan de betrokken actoren.
De studie schuift verschillende maatregelen en oplossingen naar voren, bijvoorbeeld bestaande parkeerterreinen optimaliseren, nieuwe terreinen voorzien of meer inzetten op dubbel gebruik. Daarnaast zullen er ook bijkomende initiatieven van andere actoren nodig zijn, geeft men duidelijk aan. Zo kijken ze ook naar private bewaakte truckparkings, extra parkeervoorzieningen in havens, verplichting tot voorzien van zones voor truckparkings bij grote logistieke ontwikkeling, een betere handhaving op misbruik of oneigenlijk gebruik van onder andere de parkings en de buffers en dergelijke, en gratis parking voor logistieke spelers, onder meer in de weekends en dergelijke, om te voorkomen dat dat voor te veel overlast zorgt.
U weet dat er in Vlaanderen al een hoge densiteit aan dienstenzones is langs de snelwegen die het Agentschap Wegen en Verkeer beheert. Nieuwe parkings aanleggen is vergunningstechnisch natuurlijk ook niet zo evident, want het betekent een bijkomende verharding. Men moet dan ook de juiste bestemming hebben. U weet dat onze snelwegen heel vaak weinig ruimte links en rechts hebben. Nieuwe dienstenzones aanbieden is dus helemaal niet evident.
Een aantal parkings wordt door derden aangepakt. Zo wordt op de parking in Jabbeke voorzien in een verruiming. Dat is in concessie gegeven. Men gaat daar van 37 naar tachtig plaatsen in de richting van Oostende. Aan de andere kant, richting binnenland, komen er zestig plaatsen bij. Dat is op zich al een mooie uitbreiding.
Verder zorgt het AWV voor de snelwegparkings in onder meer Diepenbeek. Daar gaat men van 45 naar negentig plaatsen in totaal. In Boutersem gaat men van twintig naar 53 plaatsen. En in Rekkem, dat u zeker ook zal aanbelangen, is het de intentie dat Wegen en Verkeer dat deze legislatuur opstart. Daar wordt samengewerkt met private actoren. Het uitgangspunt is om negentig plaatsen per zijde van de weg te voorzien, dus in totaal 180 plaatsen.
Waarom worden de extra vrachtwagenparkings zo traag uitgerold? Ja, er zijn enerzijds al heel wat inspanningen geleverd. De ruimte is schaars, zoals we al zegden. Tegelijkertijd kijken we ook naar andere actoren om daar werk van te maken, onder andere havenbedrijven en dergelijke meer, maar ook andere logistieke en industriezones.
Alleszins, en dat blijkt ook uit de studie, gaat men ervan uit dat op basis van de huidige, maar vooral ook de toekomstige ontwikkelingen inzake de logistiek, er in Vlaanderen in totaliteit ongeveer een vijfduizend extra parkeerplaatsen moeten komen. Dat is natuurlijk wel op termijn en het zijn er heel wat. Maar ik denk dat niemand verlangt dat de gewestwegbeheerder dat alleen ten laste moet nemen. Het is een en-enverhaal. Er zijn heel wat logistieke partners die daar mee de schouders onder moeten steken. Tot zover de vrachtwagenparkings.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Dank u, minister. Zou het mogelijk zijn om die visie doorgestuurd te krijgen via de commissie, als dat kan? Ik heb ze niet teruggevonden op een site.
Minister, ik weet dat het geen evidentie is om vijfduizend bijkomende parkeerplaatsen te realiseren. Het is zelfs geen evidentie om honderd bijkomende parkeerplaatsen te realiseren. U doet wel uw best om de bestaande parkings te optimaliseren, maar als ik naar huis rijd op woensdag of donderdag, noem maar op, en ik passeer in Nazareth – u hebt wellicht ook hetzelfde probleem aan de andere kant, als u naar Limburg rijdt – dan staan daar tientallen vrachtwagens geparkeerd op de pechstrook aan de parking. Dat is een gevaarlijke situatie. Mijn vraag is hoe we dat kunnen aanpakken. Hoe kunnen we die vrachtwagens eventueel leiden naar een andere parking? Het is levensgevaarlijk, niet alleen voor de vrachtwagenchauffeurs, maar ook voor de vrachtwagens en voor het verkeer dat er voorbijraast.
Ik heb geen bijkomende opmerkingen meer. Bedankt voor uw uitleg. Ik volg dit verder op, zodra we de visie hebben.
Als we de visietekst ontvangen zullen we die naar alle commissieleden doorsturen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, collega Fournier heeft het zojuist geschetst. Er zijn inderdaad heel veel bijkomende plaatsen nodig. De sector zelf vraagt daar ook naar. Wanneer men voorbij die snelwegparkings rijdt, vooral ’s avonds en ’s nachts, dan staan die inderdaad propvol. Maar toch moeten we opmerken dat ook hier de elektrificatie van vrachtwagens, zoals u zelf zegt, zijn intrede zal doen. Samen met de sector denken we dat de EFRO’s (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) belangrijker zullen worden. Maar goed, er moeten laadpalen worden geplaatst. Laadpalen plaatsen en plaatsen voorzien om op te laden, dat betekent natuurlijk nog meer plaats, nog meer ruimte die nodig is om te kunnen voorzien in het opladen van die vrachtwagens.
Mijn vraag is in hoeverre u dat kunt realiseren. In hoeverre kunt u die uitbreiding van die parkings ook effectief realiseren? Als het al moeilijk is om honderd plaatsen bij te realiseren en u er in feite vijfduizend nodig hebt, wat gaat u dan doen wanneer u vijfduizend plaatsen moet realiseren voor elektrische vrachtwagens? Is daar een duidelijk plan voor?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik zal dat sowieso bekijken, zodat die studie ter beschikking kan worden gesteld. Ten tweede, ik denk niet dat u mag verlangen dat in een logistieke draaischijf zoals Vlaanderen er een is, wij als gewestwegbeheerder vijfduizend parkeerplaatsen moeten voorzien. We moeten daar ook kijken naar andere actoren, zoals ik al zei. En dan kijk ik vooral naar de logistieke sectoren.
Mevrouw Fournier heeft inderdaad de schrijnende toestanden van volle pechstroken en dergelijke al geduid. We weten ook dat een aantal besturen zeggen ‘niet in mijn dorpskern, niet op mijn gemeentewegen’. Kortom, je moet daar samen met de partners aan werken. Wij hebben alleszins deze legislatuur een duidelijk plan van aanpak rond die snelwegparkings. Het ging initieel vooral over de migrantenproblematiek, maar daar is ook het sanitaire verhaal bij gekomen en de noodzakelijke uitbreiding die bijvoorbeeld al in Tongeren is gebeurd en die op heel wat plekken staat te gebeuren.
We zijn wat dat betreft met heel veel dingen bezig, ook om bijkomende parkings te voorzien. Maar het kan zeker niet de bedoeling zijn dat dat alleen maar een taak is van de gewestwegbeheerder of van Wegen en Verkeer. We kijken zeker ook naar andere partners. Elk bedrijf actief in de logistieke sector wil dat zijn vrachtwagens veilig en op een goede plaats geparkeerd staan.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Nog even heel kort, minister. Ik ben ervan overtuigd dat het zeker niet de taak is van Vlaanderen om voor vijfduizend extra parkeerplaatsen te zorgen. We hebben ook heel veel buitenlandse vrachtwagens. Het zal zeker geen evidentie zijn om op de een of andere manier bijkomende vrachtwagenparkings te creëren. Maar ik ga eerst eens uw plan ten gronde lezen en dan zien we wel wat daar allemaal in staat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.