Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, mentaal welzijn staat momenteel hoog op de agenda, en dat lijkt mij een goede zaak. Het zal er ook niet meer af gaan. Het thema is ook uit de taboesfeer gehaald: mensen durven het nu echt al uit te spreken, weliswaar nog in besloten kring, maar mensen zeggen wel al dat het niet zo goed gaat, of dat ze zich niet goed voelen. Dat is een antwoord dat vandaag al gegeven wordt, en dat is een goede zaak.
Ik zie wel nog enige schroom bij de persoon die dat antwoord moet ontvangen. Op de studiedag rond mentaal welzijn bij studenten heb ik daar zelf voor gepleit. We vragen heel veel aan elkaar of alles oké is, en dan is het sociaal wenselijk antwoord “ja ja”, of “ça va”, tot het moment dat iemand antwoordt dat het eigenlijk niet oké is. En dan staan we meestal nog wel wat met onze mond vol tanden: wat moet je daar dan op zeggen, behalve dat het wel goed komt? En dan is het opgelost, maar eigenlijk is het niet opgelost.
Om die reden, omdat niet iedereen altijd goed weet hoe je moet reageren in bepaalde situaties, als iemand zich kwetsbaar opstelt, is er binnen Onderwijs en binnen MoodSpace, dat werkt rond het mentaal welzijn van studenten, een trainingspakket ontwikkeld, genaamd ‘Samen zorgzaam’. Dat gaat om een soort spoedcursus met concrete tips over hoe je mentaal welzijn bij studenten kunt versterken en hoe je hen kunt ondersteunen als ze aangeven dat het even niet lukt.
Het pakket is beschikbaar voor iedereen die binnen en buiten de universiteit of hogeschool in contact komt met studenten. Dat gaat dan niet alleen om docenten of assistenten, maar ook om medestudenten, vrienden, familie, en ook ouders. Want dat is toch ook een partner die we bij jongeren veelal wat over het hoofd zien. Dat zijn vaak mensen die gewoon niet weten hoe je daarmee omgaat als je puber zegt dat hij zich niet goed voelt. Wat doet je daar dan mee?
Een tweede luik binnen mijn vraag betreft artificiële intelligentie (AI), die ook haar weg vindt naar de welzijnssector. Het blijft natuurlijk artificieel, maar het kan in elk geval wel helpen om in het kader van mentaal welzijn mensen te helpen om in zelfcursussen zelf ondersteuning te vinden, zonder dat je effectief op zoek moet gaan naar een psycholoog, een therapeut of dergelijke meer.
De Belgische start-up BloomUp kreeg een Vlaamse ontwikkelingssubsidie van 450.000 euro. Zij hebben een gepersonaliseerd platform voor mentaal welzijn om mensen verder te begeleiden, stappen te laten zetten – vooral naar werknemers toe – om preventief te werken aan mentaal welzijn. Ik vind dat eigenlijk een goede evolutie, omdat die zelfzorg, en hoe je daarmee aan de slag gaat, maakt dat mensen en studenten weerbaarder zijn. Dat zie ik ook in MoodSpace, dat werd ontwikkeld door het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO), samen met professor Bruffaerts en professor Vansteenkiste, maar ook met heel wat partners binnen het hoger onderwijs.
Die weerbaarheid en die veerkracht is voor mij cruciaal: dat je het zelf oplost, dat je eigenwaarde sterker wordt, waardoor je jezelf versterkt. Want je hebt het zelf aangepakt, al of niet met die ondersteuning. Maar elk trapje dat we kunnen nemen, is daar een goede trap.
Minister, hoe zult u ‘Samen zorgzaam’, dat wordt uitgerold in Onderwijs, ook bekendmaken bij uw welzijnspartners, en op welke manier kan dit uitgebreid worden naar andere doelgroepen?
Op welke manier zal de werking van het platform BloomUp verder worden opgevolgd?
Hoe kan AI in de toekomst een rol spelen bij de verdere uitwerking van het beleid rond mentaal welzijn?
Bij het studiebezoek aan Finland zagen we dat men probeert om mensen aan te zetten tot het stellen van een oprechte vraag over hoe het met iemand gaat. Dat is de echte, oprechte vraag: “Hoe gaat het met jou?” En niet: “Alles in orde?” Want dan verwachten we dat men ‘ja’ antwoordt. Het gaat om de oprechte vraag hoe het met iemand gaat, en om een oprecht antwoord. In Finland zet men daarop in, en op welke manier kunnen we ook in Vlaanderen op die oprechte vraag inzetten?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Daniëls, het is een feit dat sommige mensen vragen “Hoe is’t?”, en ondertussen al naar de volgende persoon kijken, en eigenlijk geen antwoord afwachten. Dat is een valkuil waar we beter niet te veel in struikelen.
Mentale gezondheid is uiteraard een belangrijk thema binnen het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid, zie de gezondheidsdoelstelling ‘de Vlaming leeft gezonder in 2025’ en de gezondheidsdoelstelling ‘suïcidepreventie’, en de bijhorende actieplannen.
Via partnerorganisaties zoals Gezond Leven, het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP), het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD), en organisaties op het terrein zoals De Sleutel, het Centrum ter Preventie van Zelfdoding en talrijke preventiewerkers, investeren we ook in het uitvoeren van een aantal actieplannen. Het doel is het stigma op psychische problemen te doorbreken en mensen toe te leiden naar hulp.
Kinderen en jongeren zijn een belangrijke doelgroep. Via Onderwijs is er bijvoorbeeld het project ‘Expeditie Geluk’. Inzetten op vaardigheden van de omgeving van kinderen en jongeren is in ons beleidsdomein niet nieuw. Er zijn veel projecten rond het vaardig maken in het opvangen van signalen. Het beleid richt zich bijvoorbeeld op het ondersteunen van CLB’s, die periodiek in contact komen met alle schoolgaande kinderen. Er zijn ook de methodieken van bijvoorbeeld ‘Gezond Leven? Check het even!’. Er bestaat al heel wat. Er is ook het pakket eerste hulp bij psychische problemen (EHBP) van het Rode Kruis, dat ook zeer interessant is. Wij geven er ook echt de voorkeur aan om in te zetten op die bestaande methodieken.
BloomUp wordt niet door mij gefinancierd, collega Daniëls. Het wordt gefinancierd door collega Brouns, via het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Wijzelf hebben nog geen initiatieven rond projecten met artificiële intelligentie genomen in de geestelijke gezondheidszorg. Er wordt wel ingezet op online hulpverlening. Maar ik denk wel dat er interessante opportuniteiten zijn, dus ik wil dat zeker oppakken om eens te kijken hoe we dat ook binnen onze diensten kunnen opnemen, om daar iets mee te doen.
Dan was er uw vierde vraag. Met een aantal partners organiseren wij jaarlijks de ‘10-daagse van de Geestelijke Gezondheid’ onder de vlag ‘Samen Veerkrachtig’. Dat loopt van 1 tot en met 10 oktober. Daar doen enorm veel organisaties aan mee, maar ook veel steden en gemeenten. Het Rode Kruis heeft ook dat opleidingspakket EHBP ontwikkeld. We hebben met het Rode Kruis ook een sterke partner om het aanbod in heel Vlaanderen aan te bieden.
Ik denk dat die EHBP er net op gericht is om vaardigheden te ontwikkelen rond hoe je kunt reageren op mensen in je omgeving die klachten hebben, en ook om de zaken bespreekbaar te maken. Want u hebt bij het begin van uw vraag gezegd dat mensen erover kunnen spreken, maar dat de ontvanger dat ook nog niet echt gewoon is. En ik erken dat daar ook een hele grote opdracht zit. Ik heb het trouwens zelf vastgesteld toen ik een aantal weken buiten koers was, dat men zo verbaasd was in de ontvangende wereld dat ik daar zo open over sprak. Dus ik heb toen ook geleerd dat dat iets is wat we nog niet echt gewoon zijn. Erover spreken is iets, maar het dan evident vinden dat men erover spreekt is ook iets waar nog wel wat werk aan is.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik denk inderdaad dat de oprechte vraag hoe het met iemand gaat, en oprecht naar het antwoord willen luisteren, al een heel belangrijke stap is waar we verder op moeten inzetten. En bij het luisteren en het erkennen, moet het antwoord niet zijn of men al contact heeft opgezocht met een psycholoog of een psychiater, want dat is ook meestal niet de eerste vraag van iemand die het signaal uitzendt dat er iets aan de hand is. Ik denk dat we moeten zorgen dat we niet problematiseren of stigmatiseren, maar dat we vooral motiveren. We moeten motiveren, zodat de betrokkene daarmee aan de slag gaat. Want dat is wel een punt, en daar moeten we elkaar wel wat in ondersteunen, collega’s. We moeten niet de veronderstelling hebben dat we ooit in een situatie kunnen komen waarbij we voor elke Vlaming binnen de week een therapeut ter beschikking hebben die alles mee kan opvolgen. Dat is een illusie, denk ik.
Ten tweede nemen we de mensen dan ook iets belangrijks af, namelijk de veerkracht, de motivatie, de weerbaarheid om daarmee om te gaan. Want het leven is niet één grote wandeling door het park. Ik zeg regelmatig tegen mensen dat, als ze hun grote tegenslag nog niet zijn tegengekomen, ik hun een voorspelling doe: hij komt nog. En als je die tegenslag wel al bent tegengekomen, dan doe ik nog een voorspelling: er komt er allicht nog een. Daarmee omgaan is cruciaal.
Minister, u zei daarnet dat BloomUp ondersteund wordt via minister Brouns, via Innoveren en Ondernemen. Mijn vraag is daar om die projecten, ook rond AI, misschien van nabij op te volgen, om het op die manier ook ruimer te kunnen uitrollen. Het gaat ook over wat het kan, en wat het niet kan. Dat is minstens even belangrijk om dat te doen.
Daarbij aansluitend: wat ik zie in die MoodSpace, die momenteel is ontwikkeld voor studenten, zijn zeer zinvolle zaken, online, rond juiste informatie, zelfhulp, het zetten van de juiste stappen. Er wordt ook aangeven of hetgeen iemand doormaakt, normaal is of niet. Is dat problematisch, of is dat toch iets waar ik verder mee aan de slag moet gaan? Daar vindt men dan de juiste informatie. Het is niet zoals bij de een of andere commerciële site waar je dan bij een therapeutachtig iets terechtkomt. Vaak zijn dat verre van geoorloofde praktijken. Want die gesponsorde berichten zien we ook.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb nog een aantal opmerkingen gehoord, maar niet echt grote vragen. We volgen het verder op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.