Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Bij bijna een op de twee Belgen met darmkanker wordt de ziekte laattijdig ontdekt. Dat betekent dat je overlevingskansen drastisch dalen tot amper 15 procent in een vergevorderd stadium met uitzaaiingen. Als de darmkanker daarentegen in een vroeg stadium wordt ontdekt, stijgen je overlevingskansen tot 90 procent.
Vlaanderen kent een bevolkingsonderzoek rond darmkanker en slechts 47,5 procent van de Vlamingen neemt effectief deel aan dat onderzoek. We kennen de oorzaken en die zijn divers: schaamte om te spreken over afwijkingen in de stoelgang, onvoldoende bewustzijn over het belang van de deelname en de onterechte overtuiging dat darmkanker altijd erfelijk zou zijn.
Ik weet dat we het hier al regelmatig over dikkedarmkanker hebben gehad, maar ik denk dat het belang van dat onderzoek onderstreept moet blijven worden. Vandaar mijn vraag: zult u extra informatie verspreiden rond het belang van het bevolkingsonderzoek darmkanker, gelet op de vele misverstanden die er bestaan?
Welke maatregelen zult u nemen om het deelnamepercentage aan het bevolkingsonderzoek op te krikken?
Er wordt ook voor gepleit om de minimumleeftijd voor deelname aan het bevolkingsonderzoek te verlagen naar 45 jaar, omdat men toch een toename van patiënten jonger dan 50 jaar ziet. Hoe staat u tegenover de verlaging van die leeftijd ?
Minister Crevits heeft het woord.
Uiteraard is voor mij het inzetten op verspreiding van degelijk onderbouwde informatie zeer belangrijk. Het Centrum voor Kankeropsporing (CvKO) legt in het uitnodigingsmateriaal voor de doelgroep, de nadruk op het belang van vroegtijdige opsporing en dat deelname aan de screening aangewezen is als er geen klachten en symptomen zijn. Die boodschap wordt continu herhaald.
Ook de boodschap dat door vroegtijdige opsporing dikkedarmkanker in beter behandelbare stadia gevonden kan worden, komt aan bod in de communicatie. Uit eerdere focusgroepen die door het CvKO werden georganiseerd, kwamen een aantal motieven om niet deel te nemen naar boven: men heeft geen klachten en voelt zich gezond, men heeft angst voor kanker of men beschouwt het als een taboe om over dikkedarmkanker te praten. Een ander resultaat was de wens om persoonlijk geïnformeerd te worden over het bevolkingsonderzoek.
CvKO heeft daarop ingespeeld met een aantal zaken: de BLABLABLA-campagne met als insteek ‘geen excuus’, het aanpassen van de enveloppe van de uitnodigingsbrief zodat de tekst ‘gratis stoelgangtest’ niet als reclame wordt beschouwd, in de campagne en uitnodiging meer nadruk leggen op het belang van meedoen net als er geen klachten of symptomen zijn en huisartsen meer informeren over de bevolkingsonderzoeken en hun rol daarin benadrukken. Jaarlijks ontvangen zij informatiesheets van het centrum en recent werden er ook inspanningen gedaan zodat huisartsen in de toekomst eenvoudig kunnen nagaan of een patiënt al deelgenomen heeft.
Ik wil ook nog meegeven dat uit het jaarrapport blijkt dat 52,5 procent ingegaan is op de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek in 2021, dus geen 47,5 procent. 64,1 procent is in orde voor het vroegtijdig opsporen van dikkedarmkanker. Dus dat is wel goed.
Hoe gaan we dat deelnamepercentage opkrikken? Ik zal starten met een persoonlijke verklaring. Ik heb deelgenomen aan het onderzoek, ongeveer vier of zes weken geleden. De tijd gaat snel. Ik moet zeggen dat ik bijzonder gestresseerd was toen de brief met het antwoord in mijn brievenbus viel. Ik heb ook heel de dag – u zult het in deze tijden niet geloven – gelukkig rondgelopen omdat het positief nieuws was. Ik kan iedereen alleen maar aanraden om mee te doen. Het is zo gemakkelijk. De voorzitter zei daarnet dat het zo maf is dat dit bestaat. Ik meen dat oprecht. Je hoeft niet naar de dokter, je kunt dat zelf doen. Dus stuur dat staal gewoon op als je zo’n brief in je brievenbus krijgt.
Ik heb één heel persoonlijk probleem gehad, namelijk dat ik die envelop in een brievenbus in Brussel heb moeten stoppen en ik heb verschrikkelijk lang moeten zoeken voordat ik een brievenbus vond die niet kapot was. Ik stopte mijn brief in de eerste brievenbus en die viel gewoon weer op de grond. Dat was in de Nieuwstraat in Brussel. Het zijn kleine details, maar het is allemaal in orde gekomen. Het is zo gemakkelijk en ik wil het gewoon meegeven. De uitleg is voortreffelijk. Ik wil een ambassadeur zijn om daaraan mee te doen. Ik begrijp niet waarom het niet gebeurt. Dit maar om te zeggen dat we alle middelen inzetten om de responsgraad te verhogen.
Er zijn een vijftiental communityprojecten in samenwerking met mutualiteiten en Logo’s (loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie) gestart, waarbij uitnodigingen voor niet-deelnemers tijdelijk on hold worden gezet en worden verstuurd in een periode waarin er lokale acties worden opgezet. Een eerste pilootproject daaromtrent liep eind 2022 af en de resultaten zijn beloftevol. In maart wordt er opnieuw een piekmoment georganiseerd via sociale media. Er wordt ook gewerkt met Marc Herremans als gezicht van de mediacampagne, die het belang van vroegtijdige opsporing mee zal benadrukken.
Voor de eerste keer werd er in een pilootproject met voetbalclub KRC Genk actie gevoerd. Het bevolkingsonderzoek werd communicatief ‘in the picture’ gezet tijdens de wedstrijd op 12 maart. Dat is dus eergisteren gebeurd – voor mensen zoals ik die de match niet hebben gezien – tussen KRC Genk en Union. Er is tijdens die match een flyer overhandigd aan elke supporter waarin op de voorzijde het BLABLABLA-concept wordt geduid door de trainer. Op de achterzijde wordt de mogelijkheid geboden om een stoelgangstaal aan te vragen via een QR-code. Ondersteunend zal de foundation krcgenk.be ook aan online socialemediaondersteuning doen.
De informatie naar huisartsen omtrent de niet-deelnemers in hun patiëntenbestand wordt ook op punt gesteld. Ik heb trouwens al enkele persoonlijke getuigenissen gehoord van mensen die door hun huisarts zijn aangesproken toen ze op een routinebezoek gingen. Over de diverse bevolkingsonderzoeken die we doen, ook rond borstkankerscreening, vind ik het heel goed dat huisartsen aan hun patiënten vragen om eraan mee te doen omdat het voordelen heeft. Het gebeurt dus wel, hoor ik.
Recent onderzoek van de Stichting Kankerregister toont aan dat er geen indicatie is dat de incidentie van dikkedarmkanker in die leeftijdsgroep significant toeneemt in Vlaanderen. Het rapport besluit dat de incidentie van dikkedarmkanker bij 45- tot 49-jarigen stabiel is gebleven sinds 2001, en dat die bij 45- tot 49-jarigen zeer veel lager ligt dan de incidentie bij de 50- tot 74-jarigen, de groep die nu wordt uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek.
Ik volg trouwens de Vlaamse werkgroep en die adviseert dat men vooral moet focussen op het verhogen van de deelname bij de jongste groep in de doelgroep van het bevolkingsonderzoek, de 50- tot 54-jarigen, omdat die erbij zijn gekomen en dan moet je die ook weer alert maken.
Tot hier dus mijn ondersteunend pleidooi, collega Saeys, om toch mensen te stimuleren om deel te nemen aan dit gratis bevolkingsonderzoek.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik ben zeer blij met uw persoonlijke getuigenis, minister. Ik denk dat elke getuigenis ook helpt om hopelijk toch mensen te stimuleren om deel te nemen, niet alleen aan het bevolkingsonderzoek rond darmkanker, maar aan alle bevolkingsonderzoeken. Preventie en vroegtijdige opsporing zijn nog altijd de beste methodes.
Wanneer er een afwijking wordt vastgesteld in het stoelgangstaal, dan is het wel de bedoeling dat er een colonoscopie op volgt. Daar zien we vaak ook dat dat niet gebeurt. Mijn vraag is wat de initiatieven daaromtrent zijn om de mensen daar wel toe aan te sporen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik heb nog een korte aanvulling.
Minister, ik was een paar weken geleden in Nevele bij apotheker David Vergucht, die hierrond ook een specifiek project heeft opgezet met zijn lokale bakker Luc Welvaert. De hele maand maart verkoopt hij eigenlijk lachende kakjes als gebakjes, om op die manier de gevoeligheid rond het thema te vergroten. De opbrengst van een deel van de verkoop van die gebakjes gaat naar de vzw Stop Darmkanker. Er wordt ook telkens een flyer meegegeven aan de mensen om hier opnieuw op het belang te wijzen.
U hebt al geanticipeerd op mijn vraag over de Logo’s. Ik hoor u ook spreken over huisartsen die uiteraard een belangrijke rol kunnen spelen, maar in welke mate wordt ook het Vlaams Apothekers Netwerk hierin meegenomen om daar misschien extra impulsen aan te geven?
Minister Crevits heeft het woord.
Dus collega Saeys, een van de knelpunten is inderdaad de coloscopie erachter. Dus als u negatief bent, of als u een antwoord krijgt over het feit dat u uzelf best zou laten onderzoeken, wordt dat nog niet genoeg opgevolgd. Ik denk dat de rol van de huisarts daar heel belangrijk is. Er zijn ook op dat punt – ik was op de persconferentie dus ik spreek uit het hoofd – een aantal stimulerende acties voorzien, om dat ook beter te gaan maken.
En collega Vaneeckhout, ik ga daarvan uit, maar spreek ook uit het hoofd. Misschien nog aanvullend: de huisarts krijgt een brief om de coloscopie te doen, maar u moet dus de naam van uw huisarts invullen, dus daar is de rol cruciaal. Wat mij betreft collega Vaneeckhout, kan de apotheker dat ook, hoewel die natuurlijk minder direct contact heeft. Als u neusdruppels gaat halen lijkt het mij vreemd dat de apotheker vraagt of u uw darmtest al hebt gedaan, maar het zou kunnen. Dus we kunnen eens zien of zij bereid zijn om daar ook een stimulerende rol in te spelen.
Het is trouwens ook heel gemakkelijk om een nieuwe aan te vragen mocht uw brief verloren zijn gegaan, dat gaat ook. Dat gaat zeer, zeer eenvoudig. De dienstverlening is eigenlijk wat dat betreft ook goed, maar we gaan misschien eens kijken of we ook met het apothekersnetwerk contact kunnen opnemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.