Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de controle op de export van Vlaamse wapentechnologie naar Israël
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Het Israëlische leger maakt bij aanvallen op de bezette Palestijnse gebieden gebruik van gewapende drones van het Israëlische defensiebedrijf Elbit. Voor het bedienen van de gewapende drones worden er beeldschermen gebruikt van het Vlaamse bedrijf ScioTeq, de vroegere defensieafdeling van Barco. Dat berichtte de krant ‘De Morgen’ na onderzoek van Vredesactie. Het hoofd van de verkoopafdeling van ScioTeq bevestigde dat de schermen effectief van Barco zijn en in 2014 aan Elbit zijn geleverd voor het controlestation van de Hermesdrones. Men wilde niet kwijt hoeveel van die beeldschermen er verkocht zijn aan Israël. Momenteel zou er nog een bestelling lopen van het Israëlische Elbit voor acht beeldschermen, die volgens ScioTeq via Israël bij de Indiase luchtmacht zullen terechtkomen.
Nochtans wordt er ten opzichte van Israël sinds 2006 een algemene beleidslijn over de uitvoer en doorvoer van strategische goederen gehanteerd, waarbij er geen uitvoer of doorvoer wordt goedgekeurd die de versterking van de militaire capaciteit van de Israëlische krijgsmacht inhoudt. De dienst Controle Strategische Goederen (dCSG) oordeelde dat de beeldschermen geen vergunning vereisten, omdat ze niet specifiek voor drones of ander militair materiaal ontwikkeld zijn. De beeldschermen hadden via de catch-allbepaling wel onder controle geplaatst kunnen worden. Ook via de Europese dualuseverordening is er een mogelijkheid om goederen die niet op de lijst voorkomen toch onder controle te plaatsen wegens mensenrechtenoverwegingen. De betrokken schermen worden duidelijk gecommercialiseerd als militaire displays en gemaakt volgens militaire specificaties. Ze zijn niet zuiver civiel, maar bestemd voor de militaire markt. Uit een eerdere schriftelijke vraag over de toepassing van de catch-allbepaling blijkt dat deze bepaling al toegepast werd voor displays, projectoren en printplaten.
Het doet opnieuw vragen rijzen over het uiteindelijke eindgebruik van Vlaamse militaire goederen en dualuseproducten en de effectieve exportcontrole.
Ik heb dan ook volgende vragen.
Vallen de beeldschermen onder ML10 van de Europese gemeenschappelijke lijst van militaire goederen? Zo ja, werd een exportvergunning aangevraagd voor de reeds geleverde beeldschermen of voor de huidige lopende bestelling? Zo neen, op basis van welke argumenten vallen de goederen niet onder ML10?
Ten tweede, waarom werd de catch-allbepaling of de bepaling van de Europese dualuseverordening om de goederen uit mensenrechtenoverwegingen toch onder controle te plaatsen niet toegepast?
Ten derde, hoe rijmt de uitvoer van dergelijke beeldschermen naar Israël en het gebruik ervan in de bezette Palestijnse gebieden met de algemene beleidslijn ten opzichte van Israël?
De heer Aerts heeft het woord.
Het Israëlisch leger maakt steeds vaker gebruik van drones in de Palestijnse gebieden zoals mijn collega reeds geschetst heeft. Meer concreet was er de ‘Operatie Ochtendgloren’ in augustus 2022. Volgens het Israëlisch leger was de dronevloot goed voor tweeduizend vlieguren, meer dan honderd vluchten én ook tientallen aanvallen. Israël zet zijn drones dus niet alleen in om de Gazastrook 24 uur per dag te surveilleren, maar ook om aanvallen uit te voeren.
Onderzoek van Vredesactie wees uit dat de schermen van ScioTeq opduiken in militaire drones van Amerikaanse makelij, maar ook in de Hermestoestellen van het Israëlische bedrijf Elbit. Deze drones worden niet alleen ingezet in de Palestijnse bezette gebieden, maar ook in Libanon en Syrië, onder meer binnen hun ‘targeted killing’-strategie. De Israeli's exporteren die drones ook naar landen waar het Vlaamse Gewest geen vergunningen voor zou afleveren; zo doken deze ook al op in Azerbeidzjan, waar ze werden ingezet in de oorlog rond Nagorno-Karabach.
Tegelijkertijd is er de Vlaamse beleidslijn voor Israël, dat er geen goedkeuring wordt verstrekt voor uitvoer die de militaire capaciteit van de Israëlische krijgsmacht versterkt. Naar aanleiding van het debat dat we hier in dit parlement hadden over het jaarverslag over de Vlaamse wapenhandel in 2022, antwoordde u dat deze beleidslijn gerespecteerd werd en dat er door de dienst Controle Strategische Goederen geen vergunningen werden afgeleverd voor leveringen aan Israël van schermen bestemd voor integratie in deze Hermesdrones.
Op de vraag waarom deze uitvoer niet aan de vergunningsplicht onderworpen werd, antwoordde u dat de bedrijven Barco en ScioTeq hun hoofdzetel dan wel in Kortrijk hebben, maar beschikken over verschillende internationale vestigingen.
De heer Crucq, hoofd van de verkoopafdeling van ScioTeq, geeft in De Morgen een andere reden aan. Hij stelt dat de schermen voor de controlestations van Hermesdrones wel degelijk geproduceerd werden in Kortrijk en in 2014 aan Elbit geleverd werden, maar dat de dienst Controle Strategische Goederen de beeldschermen niet als vergunningsplichtig beschouwd heeft.
Hoeveel beeldschermen Barco en later ScioTeq aan Israël verkocht, is volgens het bedrijf bedrijfsgevoelige informatie. De laatste jaren zouden de aantallen sterk verminderd zijn, maar dit betekent meteen ook dat er ook in de laatste jaren nog leveringen plaatsvonden. Verminderd wil niet zeggen tot nul herleid.
Minister-president, naar aanleiding daarvan een aantal vragen. Vindt u het – gegeven de oplopende spanningen tussen Israël en Palestina – nog opportuun dat Vlaamse militaire technologie naar Israël wordt geëxporteerd, terwijl duidelijk is dat de eindgebruiker het Israëlisch leger of een land als Azerbeidzjan is? Werden – zoals u eerder antwoordde – de schermen voor de drones Hermes 450 en Hermes 900 via vestigingen buiten Vlaanderen geleverd, waardoor ze niet in Vlaanderen aan de vergunningsplicht onderworpen zijn? Of klopt de versie van ScioTeq, dat die wel degelijk vanuit Vlaanderen vertrokken zijn, maar niet aan controle werden onderworpen? Waarom wilt u de catch-all in het Wapenhandeldecreet niet aanscherpen, zodat onderdelen als die schermen opnieuw onder exportcontrole komen?
Dan over de Israëlische regering. De spanningen in Israël zijn gestegen sinds de nieuwe regering in januari aangetreden is: de onrust, het geweld, ook grote protestacties. De afgelopen maanden, eigenlijk sinds het begin van dit jaar, vielen er al heel wat dodelijke slachtoffers. Mijn vraag is of u dat een voldoende reden acht om op korte termijn gebruik te maken van de Europese dualuseverordening om voor export naar Israël ‘uit mensenrechtenoverwegingen’ goederen zoals schermen onder controle te plaatsen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Lambrecht, ik begin met uw eerste vraag. Het grootste deel van de beeldschermen van ScioTeq zijn generieke producten en voldoen niet aan de technische parameters zoals omschreven in de categorie ML10 van de gemeenschappelijke Europese lijst van militaire goederen.
In een recent overleg tussen mijn diensten en het bedrijf verduidelijkte het bedrijf dat het in deze transactie om niet gecontroleerde goederen gaat. Er werd daarom geen vergunningsaanvraag voor deze transactie ingediend.
Ik beantwoord nu de tweede vraag van mevrouw Lambrecht en de vierde vraag van mijnheer Aerts. De catch-all van de Europese dualuseverordening werd niet toegepast omdat er niet voldaan is aan de voorwaarden van artikels 4 en 5 van deze verordening. Er is immers geen eindgebruik gerelateerd aan massavernietigingswapens, geen eindgebruik in een land waarop een formeel Europees of internationaal wapenembargo van kracht is, en geen connectie met goederen opgenomen in nationale militaire lijsten van Europese lidstaten die uitgevoerd zijn zonder geldige vergunning van die lidstaat.
Bovendien voldoen de beeldschermen niet aan de definitie van cybersurveillance-items zoals omschreven in de Europese dualuseverordening.
Vlaanderen kan geen beperkingen of verplichtingen opleggen waarvoor er geen juridische basis bestaat in de Europese dualuseverordening. In zijn bewustmaking van uitvoerende bedrijven wijst de dienst Controle Strategische Goederen tevens op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarnaast onderstreept deze dienst dat ook transacties die niet onder controle staan of kunnen worden gezet vaak een serieuze bedrijfsinterne afweging vereisen. Waar de geldende regelgeving echter geen controlegrondslag voorziet, blijft die afweging een volledige verantwoordelijkheid voor de betrokken exporteur zelf.
De dienst Controle Strategische Goederen heeft op Europees niveau reeds de noodzaak aangekaart van bijkomende controlegronden voor niet-gecontroleerde dualuse-items bij transacties met een militair eindgebruik in niet-sanctielanden die ernstige bezorgdheden in het kader van het internationale humanitaire recht oproepen. Deze discussie werd reeds intensief gevoerd tussen 2016 en 2021 bij de herziening van de Europese dualuseverordening. Ook hierna blijft Vlaanderen deze problematiek aankaarten.
Ik ga verder met de derde vraag van de heer Aerts. Het Wapenhandeldecreet regelt de controle op de wapenhandel. De catch-allbepaling hierin is bedoeld om militaire items te capteren die niet of nog niet opgenomen zijn op de gemeenschappelijke Europese lijst van militaire goederen. Dit wil zeggen dat de catch-all niet kan worden gebruikt of geformuleerd kan worden op een wijze die toelaat om civiele items die een potentieel of occasioneel militair gebruik hebben – zogenaamde dualuseproducten – onder de controle van het Wapenhandeldecreet te plaatsen.
Ik zal nu dieper ingaan op de eerste vraag van de heer Aerts en de derde vraag van mevrouw Lambrecht.
Vlaanderen houdt sinds 2006 een algemene beleidslijn aan ten aanzien van militair eindgebruik in Israël. Daarbij wordt de uitvoer van gecontroleerde producten geweigerd als het eindgebruik een versterking van de militaire capaciteiten van de Israëlische krijgsmacht inhoudt.
Deze algemene beleidslijn geldt voor gecontroleerde items, namelijk defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, civiele vuurwapens en dualuseproducten. De beeldschermen vallen niet onder één van deze categorieën.
Met betrekking tot Azerbeidzjan zijn er geen relevante vergunningsdossiers. Dergelijke vergunningsaanvragen worden steeds onderworpen aan een analyse aan de hand van de criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt. Zoals u weet omvat dit onder meer de eerbiediging van de mensenrechten en de regionale stabiliteit.
Ik rond af met de tweede vraag van de heer Aerts. Ik verwijs naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag van mevrouw Lambrecht omtrent dit thema. Hierin gaf ik reeds aan dat er door de dienst Controle Strategische Goederen geen vergunningen werden afgeleverd voor de levering van beeldschermen voor de Israëlische UAV Hermes 450 en 900 systemen door ScioTeq, vanuit zijn vestiging in Kortrijk.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor het uitvoerige antwoord. Ik concludeer daaruit dat u bij het standpunt blijft dat u gelijk hebt om dat toe te laten vanuit Vlaanderen. Het is altijd zo dat Vlaanderen pretendeert de strengste te zijn als het gaat over het al dan niet uitvoeren van militair materieel naar landen waar men het niet zo nauw neemt met de mensenrechten. Door wat we de laatste weken zien denk ik dat Israël daar zeker bij hoort. In de praktijk blijkt dat Vlaanderen toch wel redelijk laks is. Een exportbeleid kan toch maar effectief zijn als ook de controle op export grondig gebeurt. Er worden nu niet alleen door ons, maar langs alle kanten opnieuw vragen gesteld over goederen die echt in conflictgebied terechtkomen. Het is een conflictgebied waarover we op het eerste gezicht wel een duidelijke beleidslijn hebben, namelijk geen uitvoer of doorvoer die een versterking van de militaire capaciteit van de Israëlische krijgsmacht inhoudt. U zegt daarnet dat die drones geen versterking zijn. Die drones worden gebruikt om aan te vallen. Dat lijkt me dus wel een versterking. Dat toont aan dat het systeem dat nu in Vlaanderen in voege is serieuze gaten bevat. Dit is alweer een gemiste kans voor de Vlaamse Regering als ze die gaten niet wil dichten. Dan pas zouden uitspraken dat wij de strengste zijn terecht zijn.
Ik denk dat toch moet worden overwogen om aan dat Wapenhandeldecreet iets te wijzigen, waardoor dergelijke export echt niet meer mogelijk is.
De heer Aerts heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister-president. Door de specifieke aard van onze Vlaamse wapenindustrie, die heel hard op onderdelen gefocust is, gaat het grote debat hier in Vlaanderen natuurlijk over de dualuse.
U zegt hier dat het gaat over civiele items die occasioneel en potentieel militair gebruikt worden, maar van deze schermen weten we dat het omgekeerd is. Dat zijn schermen die gemaakt zijn volgens militaire specificaties, die grotendeels militair worden toegepast. Ze hebben misschien af en toe een civiele toepassing, maar ze worden grotendeels gemaakt voor die drones. Ik vraag me dus echt af of er geen manier is om hier strenger op te kunnen controleren en om daar meer de controle over te behouden. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat Vlaamse technologie bijdraagt aan conflicten, aan het controleren en aanvallen van mensen in de Gazastrook. Ik begrijp niet dat we daarin niet strenger kunnen zijn, zodat we ook die opening kunnen sluiten. Dat is eigenlijk ook de algemene beleidslijn, want we willen geen wapenonderdelen aan Israël leveren. Waarom kunnen we het dan niet strenger maken voor de dualuse? Dat was in verband met mijn eerste vraag.
Op mijn tweede vraag antwoordt u dat er geen vergunningen zijn afgeleverd. Dat had ik inderdaad ook gezien, maar wat is de reden? In uw eerste antwoord in het debat rond het verslag over de wapenhandel zei u oorspronkelijk dat dat te maken had met de locatie van de vestiging, en dat het niet de hoofdzetel was, maar dat vermoedelijk via andere vestigingen geleverd werd. De man van het bedrijf ScioTeq zelf gaf aan dat het wel uit Vlaanderen komt, maar dat geoordeeld werd dat het niet nodig was om die exportcontrole toe te passen. U hebt dus geantwoord dat er geen vergunningen zijn afgeleverd, en dat klopt, maar wat is de reden. Werden ze via een andere vestiging, in een ander land, geëxporteerd? Of is er geoordeeld dat het niet nodig was?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik begrijp hier een soort pleidooi om die catch-allbepaling te laten bepalen op basis van de eindgebruiker, en niet langer op basis van die technische specificaties.
Maar ik wilde gewoon kort reageren en zeggen dat dat toch ook wel een gevaarlijke route is, die voor heel wat rechtsonzekerheid zal zorgen bij onze Vlaamse bedrijven. Ik zou daar toch willen pleiten voor voorzichtigheid.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik sluit mij aan bij collega Nachtergaele rond dat laatste punt.
Mevrouw Lambrecht, het zal waarschijnlijk een slip of the tongue van u geweest zijn toen u sprak over de uitvoer van drones naar Israël. Dat hebben we duidelijk niet gedaan, dit gaat over beeldschermen.
U vraagt waarom we niet strenger zijn. Ik heb in mijn antwoord gezegd dat wij pleiten voor een level playing field. Onze dienst Strategische Goederen heeft op Europees niveau bij de discussie rond de aanpassing van de Europese Verordening er inderdaad op gewogen om te pleiten voor bijkomende controlegronden voor niet-gecontroleerde dualuse-items. Maar men is daar niet in geslaagd. Voor dergelijke zaken denk ik dat we Europees een level playing field moeten aanhouden, want anders los je toch niets op.
Wat uw laatste vraag betreft, want ik wil daar duidelijk in zijn: omdat er wel beeldschermen duidelijk naar daar gegaan waren, heb ik geïnterpreteerd dat wij daar geen vergunningsaanvraag voor gehad hadden, en dat die eventueel in een andere vestiging gemaakt zou worden. Maar achteraf is duidelijk gebleken, ook door het antwoord van de man in kwestie, dat dat wel degelijk zo was. Maar om redenen die hier uiteengezet zijn, diende men geen vergunning aan te vragen. Dat is een beetje een interpretatie van mij die niet helemaal correct bleek te zijn.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Bedankt. Maar het debat zal blijven komen, dit zal niet de laatste vraag zijn over die dualuse. De schermen hier zijn overduidelijk grotendeels voor militair gebruik in voege, en niet voor civiel gebruik. Veel strengere controle is hier aangewezen. Maar dan wijst u naar Europa. U wilt altijd met Vlaanderen het voortouw nemen, en u hebt hier nu de mogelijkheid om het voortouw te nemen en te tonen dat Europa hier dan misschien fout is of fout wordt gebruikt door Vlaanderen om te zeggen dat we het toch toelaten.
We zijn uiteraard trots op onze Vlaamse technologie, uiteraard, maar niet als het, zoals hier, gebruikt wordt om de mensenrechten in het buitenland flagrant te gaan schenden, zoals dat in Israël toch wel gebeurt tegen Palestina. Vlaanderen pretendeert streng te zijn inzake wapenhandel, maar ik toon hier aan, en de collega met mij, dat er toch wel heel wat gaten zijn die gevuld zouden moeten worden, vooraleer we kunnen spreken van een streng en effectief wapenbeleid, en een vorm van toezicht daarop, waarmee we kunnen zorgen dat mensenrechten niet flagrant worden geschonden.
De heer Aerts heeft het woord.
Bedankt voor het verduidelijken van dat laatste punt.
In verband met die dualusegoederen vind ik wel degelijk dat we meer moeten kijken naar dat effectief eindverbruik, dat dat echt van belang is. En het is goed dat we dat Europees ook op de onderhandelingstafel leggen. Dat vind ik prima. De ideale wereld is een Europees level playing field, en zelfs, wat mij betreft, een op internationaal niveau. Dat is pas echt een ideale wereld.
Maar zolang dat niet lukt, zouden we toch vanuit Vlaanderen, met zo’n specifieke technologie, zo hard gericht op die dualusegoederen – onderdelen van wapens – vanuit Vlaanderen die voorbeeldrol moeten opnemen? En het kan zijn dat je dan af en toe eens verder moet springen dan een ander, en dat nadien dan de rest volgt. Ik zou dat plezant vinden, en ik zou dat echt de gezonde weg vinden: dat Vlaanderen ook daarin zijn pioniersrol opneemt en ervoor zorgt dat we strenger zijn op onze wapens. Want dat die schermen vandaag gebruikt worden om Palestijnen mee te controleren en aan te vallen? Ik denk dat het de laatste maanden meer dan ooit duidelijk is dat dat niet is wat we ons kunnen veroorloven als samenleving.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.