Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik heb ook een vraag over de dalende koopkracht, die voelbaar is in alle sectoren, minister, maar ook in de jeugdverblijfsector. Hoewel iedereen overtuigd is van de pedagogische en maatschappelijke meerwaarde van meerdaagse schooluitstappen, vrezen de jeugdverblijven dat de scholen steeds vaker zullen beslissen om meerdaagse uitstappen te schrappen. Ouders die de uitstap niet kunnen betalen, houden hun kinderen gewoon thuis. Dat is wat nu al gebeurt. En het zijn net die kwetsbare kinderen die van thuis uit minder kansen krijgen, die dan weer uit de boot vallen.
De sector van de jeugdverblijven bepleit daarom financiële ondersteuning voor deelnemers die het financieel niet breed hebben, zoals er binnen het netwerk ‘Iedereen verdient vakantie’ de mogelijkheid is om nieuwe steunpakketten te onderzoeken. Zo werd gesteld op de rondetafel ‘Energie’ van de jeugdverblijfsector vorig jaar in september, dat men dat zou bepleiten. Uitbaters betreuren dat er weliswaar geen gebruik van gemaakt kan worden binnen de context van bos- en zeeklassen. Onderwijs bereikt nochtans per definitie alle kinderen en jongeren en is dus een heel geschikte partner om eerste toeristische ervaringen aan te bieden.
Mijn collega Vera Jans ondervroeg minister Demir eerder al over haar intenties om meerdaagse binnenlandse schooluitstappen op te nemen in het netwerk ‘Iedereen verdient vakantie’. De minister deelt in elk geval de bezorgdheid van de sector omtrent de toegankelijkheid van bos- en zeeklassen, maar ze verwijst naar u, minister – mijn excuses dat het blijkbaar opnieuw een pingpongspel is, maar goed –, als bevoegd minister voor meerdaagse binnenlandse schooluitstappen.
Minister, deelt u de bezorgdheid van de jeugdverblijfsector en van uw collega bevoegd voor het toerisme om bos- en zeeklassen voor alle kinderen toegankelijk te houden?
Zat u eerder al samen met minister Demir over de mogelijkheid om meerdaagse schooluitstappen op te nemen in het netwerk ‘Iedereen verdient vakantie’? Zo ja, in welke maatregelen zult u voorzien en welke timing plant u?
Minister Weyts heeft het woord.
Ter zake hebben scholen natuurlijk een grote autonomie. Het schoolbestuur en in de praktijk natuurlijk vooral de directie en leerkrachten beslissen voor welke leerlingengroepen een meerdaagse schooluitstap wordt georganiseerd. Die autonomie neemt uiteraard niet weg dat uitstappen vanzelfsprekend een onderwijzend en opvoedend karakter moeten hebben.
Ik onderschrijf, wat dat betreft, absoluut de pedagogische meerwaarde. Voor veel leerlingen is het bovendien een hele belevenis om samen met klasgenoten op stap te gaan. Ook de sociale cohesie wordt dus absoluut gediend. Kinderen voelen zich beter en gaan dus ook beter leren. Dat is dus een versterkend effect.
In het lager onderwijs – dat weet u – bestaat een maximumfactuur voor meerdaagse uitstappen. Die maximumfactuur is nu een 480 euro. Dat wil zeggen dat een school niet meer dan 480 euro mag doorrekenen aan ouders voor meerdaagse uitstappen van een leerling gedurende de hele lagere school. Die bedragen worden wel geïndexeerd, dus lopen gelijk met de stijging van de levensduurte.
Ook in het secundair onderwijs is het natuurlijk aan de school om volop in te zetten op een kostenbeheersend beleid. Scholen zijn decretaal verplicht om in het begin van het schooljaar een indicatief kostenoverzicht mee te geven via het schoolreglement. Zo weten ouders ook welke kosten ze kunnen verwachten doorheen het schooljaar. Daarnaast ondersteun ik ook heel wat initiatieven, maar daar hebben we het net over gehad in de vorige vraagstelling.
Scholen kunnen er ook voor kiezen om hun werkingsbudget aan te spreken om meerdaagse uitstappen te bekostigen. Wat dat betreft hebben we in 2020 natuurlijk een heel grote impuls gegeven aan het basisonderwijs: 71 miljoen euro recurrent erbij. Dat zijn middelen die ze desgewenst ook in dat kader kunnen besteden.
Maar ik besef dat voor sommige ouders de kosten van het onderwijs, hoezeer we die ook trachten te beperken, nog steeds moeilijk om te dragen zijn. Gezinnen met schoolgaande kinderen en een laag inkomen kunnen daarom ook rekenen op een jaarlijkse schooltoeslag – die selectieve participatietoeslag –, een financiële tegemoetkoming uit het groeipakket. Die schooltoeslag kan ouders ook helpen om de schoolkosten te betalen. Daarnaast zijn scholen verplicht om te voorzien in de mogelijkheid tot gespreide betaling. Dat weet u ook. Daarnaast is er ook de ondersteuning op basis van de SES-kenmerken (socio-economische status).
Maar, als het concreet gaat over uw vraag of ik wil dat scholen ook gebruik kunnen maken van de ‘Iedereen verdient vakantieregeling’: als voormalig minister van Toerisme ken ik dat, natuurlijk. Ik denk dat dat een heel sterk initiatief is, maar dat gaat over sociaal-toeristische organisaties en dus niet over de doelgroep van Onderwijs. Trouwens, wanneer je dat zou doen, gaat dat natuurlijk ten koste van vakanties in gezinsverband, net voor diezelfde doelgroep. Die betaalt het dan sowieso. Het is dan een verschuiving. Ik denk niet dat we daar iets mee opschieten.
Maar ik denk dat we wel moeten blijven doorgaan met de sensibilisering van de onderwijsinstellingen, van onze scholen, om hen ten volle te doen beseffen dat de keuze die zij maken, natuurlijk een impact heeft op gezinnen en op de facturen, en dat ze daar altijd goed over moeten nadenken, dat ze niet altijd al te hoog moeten mikken. Want soms slaat de slinger te ver door vandaag, maar ik zie toch ook dat hij een beetje aan het terugkomen is.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Wat betreft de extra middelen waar u naar verwijst: ik kan daar alleen maar tevreden mee zijn dat die er zijn, een waardering voor de beslissingen die ook in het verleden genomen zijn om net het basisonderwijs te versterken. Het was de bedoeling om van deze legislatuur de legislatuur van het basisonderwijs te maken. Dat moeten we ook verder realiseren. Daar moeten we op blijven hameren.
Minister, u weet dat ik van het platteland kom. Als we willen dat ook kinderen die in een grootstedelijke context leven, weten dat de melk van een koe komt, is het soms nodig dat ze het platteland echt ontdekken. En nu er nog platteland is, nu er nog koeien zijn, is het belangrijk dat we die leerlingen ook naar het platteland halen en het mogelijk maken dat die leerlingen ook heel specifiek meekunnen op die meerdaagse schooluitstappen.
Minister, ik ben even op onderzoek gegaan. Er bestaat zoiets als de centra voor sport van Sport Vlaanderen die goedkope sportkampen aanbieden via ‘Iedereen verdient vakantie’ zodat kinderen die uit het buitengewoon onderwijs komen een korting van 25 procent krijgen op de sportklas en elke leerling met een studietoelage 25 procent. Dan is het enerzijds toch wel wat vreemd dat die criteria gebruikt worden voor kampjes tijdens de vakantie en dat die kinderen daar dan korting krijgen, maar dat dat niet toegepast kan worden op de meerdaagse schooluitstap, des te meer omdat de drempel om op vakantie te gaan voor veel mensen echt wel nog hoog blijft. We blijven ervan overtuigd dat we ook aan die leerlingen de kansen moeten geven, dat ze meekunnen met de school en de klas op meerdaagse uitstap. Ik maak de vergelijking graag, want ik wil het niet zomaar aan de kant schuiven, zeker niet omdat minister Demir er ook voor openstond.
Minister Weyts heeft het woord.
Ja, de minister van Sport is zeer sociaal en gul. Er zijn inderdaad in de centra van Sport Vlaanderen preferentiële tarieven op grond van sociaal-economische criteria. Natuurlijk zijn er sowieso voor scholen heel scherpe tarieven waarbij onze centra toch ook inclusief overnachting kunnen aanbieden tegen heel scherpe prijzen, maar daar kunnen ze dan moeilijk binnen de groep ook nog eens een onderscheid gaan maken, voor zover ze over die data zouden beschikken, natuurlijk. Dat is dan misschien toch geen oplossing. Wat betreft de centra van Sport Vlaanderen: vanuit het sportbeleid schieten wij daar serieus bij in. Daarnaast is er nog altijd de oplossing die toch ook steeds meer toegepast wordt – of corrigeer me – dat toch ook de lokale besturen heel specifiek tussenkomen voor meerdaagse uitstappen en ter zake ook proberen wat te ondersteunen en te faciliteren, bijvoorbeeld soms in natura, dat men aanbiedt om het vervoer voor eigen rekening te nemen en zelfs te organiseren.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik zet even mijn petje als schepen op, want als schepen doe ik niets liever dan onze scholen ondersteunen. Maar u weet dat we ook daar moeten zaaien naar de zak – om dan toch weer een landbouwterm te gebruiken. Het is echt niet evident om als lokaal bestuur die last of dat financiële luik ook nog te dragen. Maar ik hoop in elk geval dat u ook nadenkt over de jeugdverblijfsector, die toch een belangrijke sector is, ook om jongeren kansen te geven, ook tijdens de vakantie. Als we hen niet steunen, vermoed ik dat dit ook wel een streep door de rekening kan zijn van heel veel jongeren. Daarom wil ik mijn vraag nog wel een keer herhalen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.