Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u weet dat Vlaanderen sinds lang gebruikmaakt van Europese subsidies voor het promoten van gezonde tussendoortjes op school. We hebben het project ‘Oog voor Lekkers’, gefinancierd door Europa, maar ook in samenwerking met Onderwijs, gezondheidsbeleid en Landbouw. De bedoeling daarvan is duidelijk: gezonde tussendoortjes aanbieden op school. Het is een win-win. Kinderen krijgen die gezonde tussendoortjes en op die manier worden ook de lokale producenten gepromoot. In tijden van lege brooddozen is dat natuurlijk een bijzonder waardevol project.
Gaandeweg hebben we het programma vaak bijgestuurd, maar we merken op het terrein dat er toch nog heel wat praktische drempels te overwinnen zijn. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het snijden van fruit voor kleuters. Het blijft een grote drempel om dat fruit aan te bieden aan scholen, men heeft er een heel pak vrijwilligers voor nodig. Dat is maar één voorbeeld. We zien dat het aantal scholen dus fors omhoog kan.
Ik weet dat Europa op dit moment bezig is met een grote evaluatie van dat Europese schoolfruitprogramma. Minister, daarom vind ik het het juiste moment om een aantal vragen aan u te stellen.
Hoe evalueert u het project ‘Oog voor Lekkers’? Dat is een samenwerking tussen Landbouw, Onderwijs en Welzijn. Welke knelpunten ziet u op het terrein? Weten we waarom sommige scholen niet intekenen?
Welke elementen zal Vlaanderen inbrengen in het kader van de Europese evaluatie? Welke verbeterpunten zijn er mogelijk op Europees vlak om die subsidies uit te delen?
Zijn er plannen om op korte termijn bijsturingen te doen in Vlaanderen?
Kan het project eventueel opengetrokken worden naar bedrijven en bedrijfskantines? Want dat is ook iets waar Europa over nadenkt op dit moment.
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega. Zoals u weet is ‘Oog voor Lekkers’ een samenvoeging van de vroegere schoolcampagnes voor ‘Tutti Frutti’ en ‘Melk op school’. Maar dat moet ik u niet vertellen, want u bent inderdaad altijd een voorvechter geweest in de hoedanigheid van minister van Landbouw. Het is immers nog in zijn huidige vorm gestart onder uw leiding in het schooljaar 2017-2018.
Het aantal deelnemende scholen is in stijgende lijn. Dat toont het belang en de relevantie van die maatregel. De deelnamecijfers zijn, met uitzondering van de coronajaren, jaar na jaar gestegen. Dat is positief om vast te stellen. Voor het huidige schooljaar werd een recordaantal inschrijvingen van 1324 scholen geteld. Dat is weer een stijging van bijna 5 procent ten opzichte van de vorige schooljaren. Uit analyse van de deelnamecijfers blijkt dat de meeste deelnemende scholen steeds opeenvolgende jaren deelnemen. Elk jaar stappen er ook nieuwe scholen in het project. Die scholen nemen deel om verschillende redenen. Directies en leerkrachten zijn vaak op diverse scholen actief en introduceren het project door hun goede ervaringen op de nieuwe school.
Op de website van ‘Oog voor Lekkers’ worden ook begeleidende educatieve maatregelen aangeboden aan zowel deelnemende als niet-deelnemende scholen om hen te ondersteunen in het uitwerken van hun gezondheidsbeleid tijdens de lessen in de klas. Die maatregelen worden ook actief gepromoot en ze zijn een ideale manier om niet-deelnemende scholen te laten kennismaken met het project.
Er zijn echter toch nog enkele knelpunten, punten voor verbetering op het terrein. We stellen regelmatig vast dat de werking van onze scholen wordt ondersteund door het enthousiasme van verschillende vrijwilligers, maar niet elke school beschikt over een uitgebreide ouderraad, een uitgebreide pool van vrijwilligers, vaak bekend als fruitmoeders.
Op ons voorstel werd dit schooljaar het maximale steunbedrag dat scholen per portie kunnen ontvangen, door de Vlaamse Regering geëvalueerd en verhoogd, om zo rekening te houden met de stijgende prijzen en ervoor te zorgen dat deze maximale steunbedragen kostendekkend kunnen blijven.
Er zijn een aantal scholen waarbij al een uitgebreid gezond voedingsbeleid op school geïntegreerd is. Die scholen hebben bijvoorbeeld de afspraak met ouders dat alle dagen fruitdagen zijn. Dat wordt dan volledig door de ouders gefinancierd. Dergelijke scholen geven er de voorkeur aan dat de subsidie gaat naar de scholen die het nodig hebben.
Daarnaast heerst er soms de foutieve perceptie dat de administratie rond de maatregel zwaar is in verhouding tot de subsidie die verkregen kan worden. ‘Oog voor Lekkers’ is echter een goede aanvulling op het krappe schoolbudget en kan ervoor zorgen dat scholen extra momenten kunnen creëren voor hun leerlingen om in contact te komen met gezonde voeding in combinatie met een educatief klasmoment. Deelnemende scholen geven aan dat de administratieve procedure zeer gebruiksvriendelijk is. De infolijn van het project wordt door de deelnemers als zeer efficiënt, klantvriendelijk en bereikbaar bestempeld. Het Departement Landbouw en Visserij (DLV) heeft ook stap-voor-staphandleidingen uitgewerkt om scholen die voor de eerste maal inschrijven, te ondersteunen. Daarna is het proces zo intuïtief mogelijk gemaakt.
Wat betreft de Europese context: er is een uitgebreide openbare Europese raadpleging geweest waarbij burgers, producenten, belangengroepen en overheidsinstanties suggesties konden doen om het toekomstige Europees kader aan te passen. Deze suggesties gingen van het aanpassen van het subsidiabele productgamma tot uitbreiding van de doelgroep van de maatregel. Vlaanderen heeft hierbij aangegeven te opteren voor een ruim Europees kader met de mogelijkheid om regionale, culturele verschillen en aandachtspunten te kunnen blijven integreren in de eigen invulling van het programma.
Wat betreft de plannen tot bijsturing, eventueel op korte termijn, in Vlaanderen: ik heb het DLV gevraagd om juridisch te onderzoeken of de inschrijvingsprocedure en de administratieve afhandeling toch nog verder vereenvoudigd kunnen worden, om de drempel zo laag mogelijk te maken en een zo efficiënt en aantrekkelijk mogelijk programma te maken.
Daarnaast is de opdracht gegeven om een studie uit te voeren om de maximale portieprijzen opnieuw te evalueren, zodat die volgend schooljaar eventueel opnieuw aangepast kunnen worden als dat nodig zou blijken. Sinds dit jaar zijn ook de portieprijzen verhoogd en hebben we specifiek voor biologische producten een bijkomende verhoging in de tussenkomst voorzien.
Tot slot: het doel van het Europese beleid dat aan de basis ligt van de schoolregeling is het aanleren van gezonde eetgewoontes bij leerlingen van het lager en het secundair onderwijs. Bedrijven en bedrijfskantines vallen niet onder de doelgroep van deze Europese maatregel.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord. Het is goed om te horen dat er dit jaar een recordaantal scholen, 1324, ingeschreven hebben. Daar moeten we nog veel extra promotie voor maken. Ik heb uit het antwoord op de schriftelijke vraag begrepen dat er inderdaad een serieuze dip geweest is tijdens de coronajaren. Dat lijkt me logisch. Ik denk dat scholen toen met andere kopzorgen zaten en dat het ook niet voldeed aan een aantal verplichtingen op het vlak van corona. Dit is het moment om dit extra te promoten. Zeker in tijden van – wat ik daarnet al zei – lege brooddozen, maar ook van stijgende voedingsprijzen zijn die gezonde tussendoortjes heel cruciaal en belangrijk.
Ik noteer dus dat u dat positief evalueert. Dat is goed. Ik volg u dat het leeft dat het heel complexe procedures zijn om in te schrijven, wat niet zo is. Maar dat leeft wel bij de scholen. De scholen hebben al heel veel omhanden, en dan komt er nog die rompslomp bij om dat allemaal aan te vragen. U hebt daar de juiste keuze gemaakt om te kijken hoe u die administratie nog kunt verlichten en die verplichtingen naar beneden kunt halen.
Wat de maximale prijs betreft, denk ik ook dat dat ook logisch is.
Ik zou toch vragen om het Europese kader goed voor ogen te houden. Ik weet dat Europa op dit moment wel bezig is om te kijken of ze dat kunnen uitbreiden naar bedrijfskantines enzovoort. Dat is wel iets wat leeft binnen Europa. Ik denk dat dat voor ons ook een mogelijkheid zou kunnen zijn om ook daar de gezonde voeding wat te promoten. We zijn er nog niet dat dat daar nu voor bestemd kan worden, maar ik sluit niet uit dat het Europees wel die richting uitgaat.
Minister, we volgen het verder op. Ik kan u alleen maar steunen in uw overtuiging dat dit een belangrijk project is, dat het zo ruim mogelijk moet zijn, zodanig dat het op maat van de lidstaten geïnterpreteerd kan worden en dat die administratieve last zoveel mogelijk naar beneden moet.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik wil u nog herinneren aan een vraag die ik gesteld heb rond de problematiek in de appelteelt, waarbij ik toen gesuggereerd heb om aanvullend op dit programma – en ik denk dat collega Schauvliege een goede vraag gesteld heeft – te kijken in welke mate we eventueel weg kunnen in de overgangsperiode. Want als ik met de mensen uit de sector spreek, die zien natuurlijk maar één oplossing: nieuwe rassen, in de hoop dat ze daarmee de markt inderdaad verder gaan veroveren. Dat wil dus zeggen dat er in de tussentijd heel wat omgekapt gaat worden. In welke mate kunnen we er eventueel naar steun aan de appelsector voor zorgen dat dat ook een stuk ingeschakeld zou worden in heel dat gebeuren? Zeker als daar eventueel cofinanciering naar Europa moet gebeuren, lijkt me dat een mogelijke piste. Ik vraag om dat mee te nemen in heel het gebeuren van vers fruit, zeker naar scholen toe en andere pistes.
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Schauvliege, ik deel volledig uw visie over de toekomst van dit project en wat mij betreft van een zo breed mogelijke uitrol en implementatie in onze samenleving.
Collega Vandenhove, het komt zo dadelijk nog aan bod in de andere vraag. U raakt daar inderdaad een terecht punt aan. Ik ervaar ook in onze eigen regio dat het goed is om lokale producenten zoveel mogelijk rechtstreeks in contact te brengen met scholen. Dat kan het geheel natuurlijk alleen maar versterken. Ik denk dat we daar zo dadelijk in de volgende vragen nog dieper kunnen op ingaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.