Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, collega Bothuyne, in het kader van de economische relance na corona is door de regering toen een nieuw investeringsinstrument in het leven geroepen: het Welvaartsfonds, met als initieel doel om een antwoord te bieden op de solvabiliteitsproblemen waarmee Vlaamse bedrijven worden geconfronteerd, door te werken met kapitaalparticipaties en achtergestelde leningen met een looptijd van minstens vier jaar – dat alles, zoals werd aangekondigd, in cofinanciering met private investeerders.
Voor de opstart werd een bedrag van 240 miljoen euro voorzien via een kapitaalverhoging bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV), en dan verwijs ik uiteraard naar de regeringsbeslissing van 29 januari 2021. De bedoeling was om daarnaast de private markt te betrekken, waarbij institutionele en particuliere investeerders kunnen participeren tegen een marktconform, aantrekkelijk rendement om het fonds op die manier te laten groeien tot een totaal volume van 500 miljoen euro.
Uit de meest recente voortgangsrapportering voor Vlaamse Veerkracht leren we dat er per 31 maart 2022 in totaal 98 investeringsdossiers werden geanalyseerd voor een totaalbedrag van 607 miljoen euro, en dat er toen één dossier finaal was goedgekeurd. In diezelfde rapportering werd het actiepunt – en ik citeer letterlijk – “opschalen fonds met institutionele investeerders” beoordeeld als “voorlopig gerealiseerd”; de nood aan verdere opschaling “zou op dat moment bekeken worden”, volgens het rapport. Het rapport vermeldt een bedrag van 245 miljoen euro voor uitvoering van het vastleggingskrediet (VAK), de kapitaalverhoging waarvan hierboven al sprake, en 85 miljoen euro voor uitvoering in VEK-middelen (vereffeningskrediet).
Ik heb daarbij een vijftal vragen.
Op de website van het fonds staat een lijst van 41 institutionele investeringspartners, waaronder ook de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Is deze lijst actueel? Wat is het totale volume aan middelen dat ondertussen bij deze partners werd opgehaald?
Ten tweede, initieel was de bedoeling om het fonds in de zogenaamde fase open te stellen voor particulieren. De regering wilde het fonds voor hen aantrekkelijk maken via een fiscaal voordeel en een voordelige successieregeling voor aandelen. Momenteel vermeldt de website op geen enkele manier mogelijkheden voor particuliere beleggers. Wil de Vlaamse Regering nog steeds particuliere beleggers aantrekken, minister? Zo ja, wat is dan de tijdslijn voor fase 3?
Ten derde, hoeveel dossiers zijn er ondertussen geanalyseerd, en hoeveel realisaties zijn er? Ik heb de website deze morgen nog eens gecheckt en net zoals een paar weken geleden vermeldt de website op dit moment vier projecten: Mylène, Fietsen Wildiers, GIMBER en Remotec.
Ten vierde, wat is de huidige stand van zaken qua uitvoering VEK voor wat betreft de component publieke middelen, en wat is de VEK-kalender?
Tot slot, in de voortgangsrapportering wordt gezegd dat de uitbreiding van de scope van het fonds naar de impact van diverse externe crisissen nog in uitwerking is. Wat wordt hier precies mee bedoeld en wat is de stand van zaken? Hoe profileert en positioneert u het Welvaartsfonds dat oorspronkelijk in het leven werd geroepen als zuiver crisis- en relance-instrument, tegenover PMV en de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (Gimv)? Tot daar, voorzitter, mijn vragen.
Minister Brouns heeft het woord.
Het Welvaartsfonds heeft met deze 41 partners een charter voor samenwerking kunnen afsluiten. Deze partijen zijn niet dezelfde als de investeerders in het Welvaartsfonds. Het Welvaartsfonds is opgericht in 2021 door PMV, samen met AG Insurance, Baloise Belgium, Belfius Insurance, BNP Paribas, Ethias, KBC, Allianz, FPIM/Relaunch for the Future en P&V. In totaal werd zo’n 205 miljoen euro opgehaald via deze laatste organisaties waarvan de meerderheid private middelen.
Het investeringsmemorandum van het Welvaartsfonds voorziet in een type van investeringen met een aanzienlijk risicovol profiel. MiFID II (Markets in Financial Instruments Directive) bepaalt evenwel dat dergelijk type van risicovolle investeringen niet aangeboden mag worden aan de gewone particuliere beleggers, anders wordt het fonds onderworpen aan zware procedures en regulatoire toezichten. Bij die aankondiging van het Welvaartsfonds werd daar geen rekening mee gehouden, maar in de loop van de kapitaalophaling en in overleg met de verschillende stakeholders werd dit obstakel al duidelijk.
Daarom, en ook aangezien het fonds voldoende middelen heeft kunnen ophalen bij institutionele investeerders, werd beslist om niet te starten met de derde fase. MiFID is een Europese beleggingsrichtlijn die staat voor Markets in Financial Instruments Directive. Er is een aanpassing ingevoerd in 2018 in de Belgische wetgeving en geïmplementeerd in augustus vorig jaar. Het Welvaartsfonds heeft intussen vijf investeringen gedaan. Binnenkort zal de volledige portefeuille van het Welvaartsfonds ook online op de website raadpleegbaar zijn.
Sinds de start zijn er meer dan honderd dossiers geanalyseerd. Een deel van deze bedrijven heeft een andere financiering gevonden waardoor het Welvaartsfonds geen rol kan of hoefde te spelen. Een aantal dossiers beantwoordt niet aan de voorwaarden. Momenteel zijn er nog meer dan twintig dossiers in behandeling.
Wat de huidige stand qua uitvoering betreft, bestaat het Welvaartsfonds voor het merendeel uit private middelen. PMV neemt 80 van de 205 miljoen euro voor zijn rekening. Deze middelen komen van de balans van PMV, en er is geen specifieke kapitaalopvraging bij de Vlaamse overheid voor nodig of voorzien. De middelen voor het Welvaartsfonds worden twee keer per jaar bij de investeerders opgevraagd via een ‘capital call’, naargelang de noden voor effectieve investeringen. De uitbreiding naar andere crisissen werd intussen goedgekeurd door de investeerders van het fonds en ook doorgevoerd. Het Welvaartsfonds blijft met deze verruiming van de scope binnen de geest van de oorspronkelijke finaliteit en is zo complementair aan het bestaande aanbod van PMV en de andere marktpartijen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, uw antwoord ontgoochelt mij in zekere zin en ik zal u zeggen waarom. Het heeft niets met u te maken maar wel met de manier waarop het Welvaartsfonds indertijd met veel bombarie is aangekondigd door uw voorganger. Toen werd het voorgesteld als een heel belangrijk fonds in het kader van die relance. Toen is er echt wel de nadruk op gelegd dat wat de particulieren betreft, die fase 3, het opstellen, eigenlijk essentieel was om de bedrijven door de coronacrisis te trekken. Vandaag stel ik eigenlijk vast dat die fase 3 niet meer uitgevoerd gaat worden, zoals u zegt, en dat er op dit moment vijf dossiers zijn goedgekeurd. Er staan er al vier maanden te blinken op die website van het Welvaartsfonds.
Die website van het Welvaartsfonds boezemt mij heel weinig vertrouwen in. Men is daar blijkbaar toch niet alert want volgens die website is nog altijd mevrouw Hilde Crevits minister van Economie. U bent nu toch al enige tijd in het veld of u staat er toch al enige tijd.
Ik vraag mij dus eigenlijk af wat de meerwaarde nog is van dit Welvaartsfonds, zeker als je gaat kijken ten opzichte van andere initiatieven die bijvoorbeeld binnen PMV of bij Gimv zijn genomen. Wat is nu nog de expliciete opdracht van dat Welvaartsfonds? Ik zie het niet meer. Het lijkt mij de zoveelste ‘boîte’ die gecreëerd is met heel hoge ambities maar die het, wat mij betreft, duidelijk niet kan waarmaken.
Het verwondert mij omdat zeker vanuit dit parlement, vanuit verschillende fracties, bijvoorbeeld over PMV toch regelmatig kritische vragen worden gesteld zoals die of we niet te veel aan het versnipperen zijn. Nu zitten we met een fonds waarvan voor mij de investeringsstrategie totaal onduidelijk is geworden. Toen is het voorgesteld als zijnde een manier om door die particuliere middelen mensen ook echt de kans te geven om te participeren. Dat gebeurt nu niet meer. Wat is dan nog de meerwaarde van dit fonds ten opzichte van andere initiatieven binnen de investeringsvehikels van de Vlaamse overheid?
Minister Brouns heeft het woord.
Ter verduidelijking, de verruiming naar de particuliere belegger is niet geheel uitgesloten maar zou, rekening houdend met de bankregels, een totaal andere aanpak vergen, zoals ik begrepen heb. Er is ook, gezien de instroom van dossiers, voorlopig geen intentie om zich rechtstreeks tot particulieren te richten. Ik begrijp dat een uitbreiding naar particulieren dus een heel andere aanpak zou vergen en er is ook geen nood op dit ogenblik aan bijkomend kapitaal zoals gemeld wordt.
PMV heeft een minderheidsaandeel in het Welvaartsfonds maar die opdracht blijft wel gelijk. Men meldt mij dat er een reële dosssierstroom is van een honderdtal dossiers. Wat Gimv betreft, is het minderheidsaandeel niet beperkt tot Vlaanderen en is het ook niet echt vergelijkbaar. De meerwaarde ten opzichte van het aanbod van PMV zijn de private middelen die daarbij betrokken worden.
Ik weet niet of ik daarmee alles heb beantwoord. De website mag natuurlijk worden geüpdatet na een maand of tien. Daar ben ik het met u over eens. Ik denk dat het Welvaartsfonds in de huidige crisis misschien toch nog wel zijn rol kan spelen om de solvabiliteit van Vlaamse kmo’s en groeiondernemingen nog te versterken. Dat is althans nog altijd de ambitie. Ik ga ervan uit dat binnenkort alles geüpdatet wordt en dat de volledige portefeuille ook zichtbaar wordt op de website.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoorden, maar het overtuigt me niet helemaal. Ik vind dat we altijd moeten opletten met het creëren van extra instrumenten. Het leek toen een goed idee maar uit uw antwoorden voel ik dat we toch op een punt aan het komen zijn waarbij je je kunt afvragen wat de meerwaarde is van zo’n Welvaartsfonds, zeker als ik het vergelijk met wat binnen PMV en Gimv nu al gebeurt. Ik denk dat het dan misschien toch wel zaak is om dit even tegen het licht te houden en misschien een extra opgerichte structuur te schrappen op het moment dat ze, in mijn ogen, te weinig meerwaarde heeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.