Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, het is al een paar keer in de commissie aan bod gekomen, maar ik leer veel bij. Naar aanleiding van een eerdere discussie in de plenaire vergadering over de dienstenchequesector, ben ik wat gaan lezen over de procedure om als dienstenchequeonderneming erkend te worden. Dan kom ik automatisch uit bij de commissie.
Om als dienstenchequeonderneming erkend te worden door de Vlaamse Gemeenschap moet een bedrijf verschillende stappen ondernemen. Na het volgen van een verplichte opleiding, het opstellen van een ondernemingsplan en het betalen van een borgsom, bestaat de laatste stap in de erkenningsprocedure in het voorleggen van een dossier bij de erkenningscommissie. Na een positieve beoordeling, wordt de erkenning voor een onbepaalde tijd toegekend, maar die erkenning kan op elk moment worden ingetrokken. Als er een probleem is, komt er een advies van die erkenningscommissie, heb ik begrepen. De commissie spreekt zich dan uit over het al dan niet intrekken van de vergunning. De intrekking kan met uitstel of onmiddellijk, als je onderneming niet voldoet aan een of meerdere reglementaire voorwaarden die de wet op de dienstencheques voorschrijft.
Zoals gezegd, is dit thema bij mij een beetje beginnen te dagen naar aanleiding van de discussie over het federale rapport dat we twee weken geleden in de plenaire vergadering hebben besproken. Er werd toen gezegd dat de rapporten op de erkenningscommissie konden komen. Ik ga ervan uit dat die rapporten intussen door de federale inspectie overgemaakt zijn aan de Vlaamse inspectie.
Minister, hoe evalueert u de erkenningsprocedure voor dienstenchequeondernemingen, waarbij ook de sociale partners een belangrijke rol spelen?
Hoe evalueert u de werking van de erkenningscommissie waarvan de adviezen komen?
Werden er in 2020-2022 vergunningen ingetrokken? Ging het om een intrekking met uitstel of om een onmiddellijke intrekking? Wat was de reden?
Bent u van oordeel dat de erkenningscommissie voldoende hefbomen heeft om de dienstenchequeondernemingen afdoende te controleren op het naleven van de wet?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega’s, de erkenningsprocedure voor dienstenchequeondernemingen is vrij zwaar maar naar mijn mening belangrijk en noodzakelijk. Dienstenchequeondernemingen hebben namelijk een grote verantwoordelijkheid. Zij stellen vaak werknemers tewerk die anders op de reguliere arbeidsmarkt moeilijker tewerkgesteld konden worden en die in de dienstenchequesector wel in een sociaal beschermde omgeving kunnen werken aan degelijke loon- en arbeidsvoorwaarden. Het is verder ook een sector die sterk gesubsidieerd wordt door de Vlaamse overheid. Daarbij vind ik het logisch dat de opgelegde erkenningsvoorwaarden goed worden opgevolgd en wanneer er inbreuken worden vastgesteld, er de mogelijkheid bestaat om de erkenning onmiddellijk in te trekken.
Dit gebeurt ook in de praktijk. Al wordt daar niet licht mee omgesprongen en wordt dit gedaan wanneer de inbreuken die gepleegd zijn een zodanige vorm hebben aangenomen dat ernstig mag worden getwijfeld aan de goede trouw van de onderneming en/of er sprake is van fraude. Dit betekent echter niet dat de andere ondernemingen, waar inbreuken worden vastgesteld, onbestraft blijven. Waar vastgesteld wordt dat er onterecht dienstencheques werden ingediend, wordt een fikse terugvordering opgelegd. Afhankelijk van de aard van de inbreuken kan ook een strafrechtelijke of administratieve sanctie worden opgelegd. In sommige gevallen kan een erkenning ook ambtshalve ingetrokken worden. Dat betekent dat er op basis van de vaststellingen onmiddellijk kan worden overgegaan tot intrekking van de erkenning, zonder tussenkomst van de commissie. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij faillissement of bij sociale en fiscale schulden die niet worden ingelost en waarvoor geen afbetalingsplan bestaat.
Mijn administratie en de Vlaamse Sociale Inspectie voeren uitgebreide controles uit bij de toekenning van een erkenning maar ook nadien. Dossiers worden grondig voorbereid en doorgegeven aan de leden van de erkenningscommissie, die zowel werkgevers en werknemers bevat, die met hun uitgebreide ervaring en expertise de dossiers grondig analyseren en hierover adviseren. Ondernemingen worden nadien van het advies op de hoogte gesteld en hebben dan nog de mogelijkheid om verweermiddelen in te dienen of gehoord te worden, wat een beginsel is van behoorlijk bestuur. Daarna wordt een beslissing genomen op basis van het controledossier, het advies en de verweermiddelen die nadien nog zijn ingediend door de betrokken onderneming.
Ik geef, zoals gevraagd, cijfers. In 2022 waren er vier onmiddellijke intrekkingen via de commissie naar aanleiding van vastgestelde inbreuken, zeventien ambtshalve intrekkingen wegens schulden en vier wegens het faillissement van de onderneming. Verder waren er nog twee intrekkingen met uitstel maar deze werden uiteindelijk opgeheven omdat de betrokken ondernemingen zich opnieuw in regel hadden gesteld.
Als we kijken naar cijfers uit het recente verleden, dan stellen we gelijkaardige trends vast. In 2020 waren er drie onmiddellijke intrekkingen via de commissie naar aanleiding van vastgestelde inbreuken, vier ambtshalve intrekkingen wegens schulden en vijf wegens faillissement. Ook in 2020 waren er twee intrekkingen met uitstel maar deze werden ook opgeheven. In 2021 waren er twee onmiddellijke intrekkingen via de commissie naar aanleiding van vastgestelde inbreuken en acht ambtshalve intrekkingen wegens faillissement. Er waren dat jaar geen ambtshalve intrekkingen wegens schulden. Daarnaast was er nog een intrekking met uitstel die werd opgeheven.
Tot slot wil ik nog benadrukken dat de zojuist opgesomde cijfers jaarlijks meegedeeld worden door onze administratie in het evaluatieverslag van het dienstenchequestelsel. Deze rapporten staan ter beschikking op de website van de Vlaamse overheid.
U vroeg hoe het zit met de federale inspectie en het overmaken van gegevens. Zij hebben ons inmiddels laten weten dat zij dat niet gaan doen, er zijn dus enkel waarschuwingen. We krijgen er geen verdere informatie over.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Ik wil eerst even inpikken op dat laatste element. Dat overvalt mij wel. Ik denk dat men in het Waalse Gewest daar wel al mee aan de slag is gegaan, als ik goed ben geïnformeerd. Volgens mij zijn die daar wel overgedragen. Het signaal dat men die vanuit het federale niveau niet zou overdragen, vind ik een zeer vreemd signaal. Dat staat haaks op alles wat ik daar zelf over heb vernomen. Het is wel naast de scope van mijn vraag maar ik wil er wel op aandringen dat u toch nog eens checkt of het wel degelijk de federale partner is die niet op de overdracht wenst in te gaan. (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
U bevestigt dat formeel? Dat is zeer vreemd. (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
Eerlijk gezegd lijkt mij de zwaarte van de inbreuken irrelevant. De rapporten moeten gewoon worden overgedragen. Maar bon, die discussie moeten we misschien nog eens voeren.
Wat betreft de werking van de erkenningscommissie zelf, hebt u terecht aangegeven dat in die commissie ook de sociale partners zitten. Ik was ook wel geïnteresseerd om te weten hoe vaak er een verdeeld advies is, waarbij de commissie niet eenduidig is in haar advies en in hoeveel van die gevallen u als minister of de administratie het salomonsoordeel moet vellen.
Minister, u verwijst naar gevallen van zware fraude waarbij u ingrijpt. Ik denk dat het probleem is dat het bij sommige bedrijven vaak een opeenvolging is van signalen. Ik heb een heel concreet voorstel. Is er een lijst – misschien bestaat die al – waarbij de verschillende inbreuken, waarschuwingen, verwittigingen en signalen in verschillende dossiers opgelijst zijn per dienstenchequebedrijf? Zo kan men op den duur bijna een kruistabel krijgen en kan men eventueel toch een zekere systematiek vaststellen bij bepaalde bedrijven die nooit helemaal over de schreef gaan maar waar toch wel verschillende keren een alarmsignaal afgaat. Dat kan verhelderend zijn om mee te nemen zodat het niet case per case is. We hebben de federale inspectierapporten, we hebben bijvoorbeeld de coronasteunmaatregelen die niet correct werden toebedeeld, we hebben de problemen met tijdelijke werkloosheid en noem maar op. Als je die allemaal eens oplijst, krijg je misschien een ander verhaal. Ik zou willen vragen of die lijst beschikbaar is, of die al bestaat en of het misschien een idee is om ermee aan de slag te gaan.
Ik moet wat naar mijn woorden zoeken omdat ik nog altijd verrast ben door het eerste deel van uw antwoord. Ik ging eigenlijk ook vragen of de federale inspectie al was langsgekomen in de erkenningscommissie om dat rapport toe te lichten, maar ik vermoed dat dat dus ook nog niet gebeurd is.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik lees in de mail dat ze op dit ogenblik niets zullen overmaken.
U hebt een specifieke vraag gesteld over hoe vaak er een verdeeld advies is, maar dat moet ik nagaan.
Er is inderdaad een lijst, een soort register van de verschillende soorten inbreuken. Die bestaat wel. Op basis daarvan kan er preventief veel gerichter worden gewerkt ter voorkoming van dergelijke inbreuken.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Als u de cijfers over de verdeelde adviezen nog kunt overmaken, zou ik dat zeer waarderen.
Is de lijst publiek toegankelijk of kan die ter inzage aan het parlement worden overgemaakt? Als de lijst niet publiek is, kan hij eventueel met parlementair inzagerecht worden gegeven. Voorzitter, dit kan misschien met het kabinet worden overlegd, maar het is interessant om die lijst te zien en te kijken hoe dat juist loopt.
Wat het laatste element betreft, doe ik toch nog maar eens de oproep om, ongeacht de zwaarte van de inbreuken die federaal zijn vastgesteld, al die rapporten over te maken – en ik zal er de federale collega's ook op aanspreken – aan Vlaanderen en de Vlaamse Sociale Inspectie om daarmee aan de slag te gaan. Eerlijk gezegd begrijp ik niet, en het kan me niet schelen wat de reden ervan is, dat die rapporten niet worden overgemaakt. Dat gaat er bij mij echt niet in. Ik ga er echt van uit dat u er alles aan hebt gedaan om die rapporten in handen te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.