Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, dit gaat over het belang van het ‘Aan de bak’-programma van VDAB. We weten dat het voor ex-gedetineerden belangrijk is om zich te re-integreren, ook via tewerkstelling. Vaak is dat ook een voorwaarde om vervroegd vrij te komen onder voorwaarden. Daarvoor wordt ook VDAB ingeschakeld. Het Aan de bak-programma focust op talentontwikkeling en werk. Een detentieconsulent start een traject naar werk op met de gedetineerde en kijkt dan ook naar een vrijstelling. Ik had recent een schriftelijke vraag ingediend. Daaruit blijkt dat er vorig jaar, in 2022, 828 gedetineerden hebben deelgenomen aan dat programma. Het is wel opvallend dat we alleen weten wie er instroomde. Nadien ontbreken de data omdat VDAB geen strafrechtelijke gegevens mag verwerken. Zo is het ook niet mogelijk om de resultaten in kaart te brengen.
Minister, daarom heb ik de volgende vragen ingediend. Hoe brengt VDAB de resultaten van het Aan de bak-programma in kaart? Hoe worden de effecten ervan gemeten? Hoe evalueren VDAB en u het programma? Wat zijn de mogelijke aandachtspunten en verbeterpunten? Hoe wordt er samengewerkt met de consulenten van de gevangenis? Hoe stromen die ex-gedetineerden door naar VDAB? Hoe gaat VDAB met hen aan de slag?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega, dank u wel. Wat u zegt, klopt: VDAB kan inderdaad geen strafrechtelijke gegevens verwerken. VDAB beschikt niet over de datum van vrijlating. Er is bijgevolg geen uitstroommeting naar werk beschikbaar na de invrijheidstelling. Wel kunnen we kijken naar het aantal trajecten. Het zijn vooral gedetineerden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die een beroep doen op VDAB. De detentieconsulenten starten een traject op, op maat van de gedetineerde. Daarbij wordt afgestemd met het hulp- en dienstverleningsaanbod in de gevangenis.
VDAB is een partner in het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en geïnterneerden 2020-2025, onder coördinatie van collega Demir. VDAB sluit ook structureel aan bij de beleids- en coördinatieteams in de diverse gevangenissen. Op die overlegmomenten komen onder andere de onderlinge samenwerking en de afstemming op elkaars werking aan bod. Ik begrijp dat die samenwerking goed verloopt. VDAB onderzoekt hoe gedetineerden sneller kunnen worden benaderd om hun traject naar werk of opleiding op te starten. Ik verwijs ook graag naar de participatie van VDAB aan de diverse ESF-projecten (Europees Sociaal Fonds) rond een lokale en bovenlokale netwerkorganisatie voor gevangenissen. De projecten gingen van start op 1 september van vorig jaar en werken uitdrukkelijk rond het onderwerp samenwerking en netwerking binnen de complexe context van een gevangenis.
Het al dan niet hebben van werk is een belangrijk criterium in de afweging van de strafuitvoeringsrechtbank om iemand al dan niet vervroegd vrij te laten. De detentieconsulenten van VDAB leveren een bijdrage aan het reclasseringsplan. Dat is ook belangrijk. VDAB ondersteunt de veroordeelde gedetineerden in hun zoektocht naar werk of door hen te oriënteren naar een beroepsopleiding, ook rekening houdend met de restricties die worden opgelegd door justitie. Ook dat is natuurlijk een heel belangrijke maatregel. Dat kadert dus in de bredere aanpak en ambitie om de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen te verhogen. Zij zijn wat mij betreft dus ook een deel van de grote groep niet-beroepsactieven.
Zoals eerder aangehaald, beschikt VDAB niet structureel over de datum van vrijlating. Een gedetineerde kan dat wel zelf laten weten aan VDAB, en zo kan daarop door hen worden geanticipeerd. De detentieconsulent van VDAB zorgt voor een warme overdracht van de gedetineerde naar de lokale VDAB-bemiddelaar, die het traject dan ook verder opneemt. Eenmaal uit de gevangenis worden de ex-gedetineerden op dezelfde manier behandeld en benaderd als alle andere burgers die nood hebben aan dienstverlening van VDAB. Zij hebben bijgevolg ook toegang tot het volledige aanbod van VDAB en zijn partners.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Het is natuurlijk goed dat we ook die groep proberen te betrekken bij de Vlaamse arbeidsmarkt en dat we hen ook de kans geven om te re-integreren. VDAB heeft net de expertise en de kennis om die mensen te begeleiden en toe te leiden naar de arbeidsmarkt.
Ik heb de vraag naar die trajecten al regelmatig gesteld. Ik vind het zo jammer dat door de privacy de gegevens over uitstroom niet kunnen worden uitgewisseld. Ik vraag me dan af hoe we zulke programma's en projecten kunnen evalueren als we de resultaten niet kunnen meten. Kan er niet worden gezocht naar een andere manier om te kijken hoe goed projecten verlopen, hoe de uitstroom verloopt? Er is wel een mogelijkheid om contact te houden. Minister, ziet u daar een manier om resultaten te kennen? Ik vind het bijzonder jammer. Ik snap de reden waarom bepaalde gegevens worden beschermd, maar ik vraag me af of er geen alternatieve mogelijkheid is om er een evaluatie van te maken en conclusies uit te trekken.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik denk dat u zelf de correcte analyse maakt en aangeeft waarom het vandaag nog niet kan. Het is natuurlijk een gevoelig thema. Zeker iemand die volledig vrij is, moet in volle vrijheid en gelijkheid toegang kunnen hebben tot VDAB en haar dienstverlening. Het sluit niet uit dat we met de strafuitvoeringsrechtbanken eens in overleg kunnen gaan om na te gaan of we data-uitwisseling kunnen doen. Ik begrijp dat het uw vraag is om een goede evaluatie te kunnen maken van hoe met die personen kan worden gewerkt richting werk. Ik neem die vraag wel mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.