Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel voorzitter, collega’s, minister. Dit is een zeer politieke vraag, wat in alle eerlijkheid niet altijd gebeurt in het Vlaams Parlement, over de SALKturbo-middelen (Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat) voor Limburg. De provincie Limburg maakt 3,5 miljoen euro vrij om dertien SALKturbo-projecten uit te voeren. Het gaat vooral over initiatieven rond ondernemerschap en inclusieve samenleving.
Recent was er het nieuws dat sommige projecten uit SALKturbo niet in aanmerking komen voor Europees geld. Daarop heeft de Limburgse deputatie beslist heeft om 3,5 miljoen euro extra uit te trekken. En ik citeer dan enkele uitspraken van een bevoegde Limburgse gedeputeerde voor economie, een partijgenoot van u: “Het is het gekrakeel op nationaal niveau dat vertraging van SALKturbo veroorzaakt.” En als hij ‘nationaal’ zegt, bedoelt hij wel degelijk nationaal en Vlaanderen. Ik citeer hem opnieuw: “Wij verwachten overigens hetzelfde van Vlaanderen voor de bevoegdheden, die het van de provincie overnam.”
Daarom stel ik mijn vragen minister, en uiteraard in het belang van Limburg. Zijn er over dit dossier al gesprekken geweest met de provincie Limburg in het algemeen en de bevoegde gedeputeerde in het bijzonder? En ik bedoel natuurlijk officiële gesprekken, want ik neem aan dat u wellicht ook andere gesprekken hebt met deze gedeputeerde. Is Vlaanderen van plan om hetzelfde budget te voorzien voor deze projecten, zoals de gedeputeerde eigenlijk publiek stelt in de media? Als dat zo is, van welke budgetten zullen deze middelen afgaan? Is dit voorzien in de begroting van 2023 of moeten daar andere projecten – binnen of buiten Limburg – voor sneuvelen? En daarin zullen mijn niet-Limburgse collega’s ook geïnteresseerd zijn.
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel collega. Dat is een belangrijke vraag natuurlijk, die mij uiteraard nauw aan het hart ligt. Als lid van de SALKturbo Taskforce volg ik die uitvoering uiteraard ook heel nauwgezet, samen met collega Vandeput. En dan kan het wat mij betreft niet snel genoeg gaan.
Het is inderdaad zo dat wij in Limburg van de Europese Commissie het label transitieregio kregen, wat maakt dat Europa voor de periode 2021-2027 160 miljoen euro aan cohesiemiddelen heeft gereserveerd voor de provincie Limburg. Vanuit het EFRO-programma (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) wordt 109 miljoen euro voorzien. Het Vlaamse Operationeel Programma werd door de Europese Commissie goedgekeurd op 16 december van vorig jaar, maar de uitrol is inmiddels al volop bezig. Deze middelen moeten – in lijn met de prioriteiten uit het Vlaamse EFRO-programma en de Europese Greendeal – geïnvesteerd worden in twee grote beleidsprioriteiten: Slim Vlaanderen en Duurzaam Vlaanderen.
Gedurende de periode 2014-2020 werden specifiek voor wat betreft ondernemerschap in Limburg, 26 projecten goedgekeurd. Dat is goed voor een steunbedrag van meer dan 10 miljoen euro aan Europese steun. Voor de periode 2021-2027 is ondernemerschap geen aparte prioriteit meer in het EFRO-programma. Toch liggen er binnen de twee grote beleidsprioriteiten mogelijkheden voor oproepen waarbij ondernemerschap bij kmo’s ondersteund kan worden, bijvoorbeeld digitalisering, of het ontwikkelen van vaardigheden voor slimme specialisatie, industriële overgang en ondernemerschap. Gelijkaardige kansen worden ook geboden in de vier Interreg-programmma’s waarin Limburg deelneemt.
Tot slot fungeert Europa als hefboom. De relatie tussen het Europees programma en SALKturbo is dus niet één op één: SALK-projecten die in aanmerking willen komen voor EFRO-subsidies moeten ook passen binnen de richtsnoeren van het Operationeel Programma van EFRO, zoals goedgekeurd door de regering.
Er zijn reeds meerdere contacten geweest met de directeur ondernemen van de provincie Limburg, onder andere op het niveau van de administratie, meer bepaald de afdeling Europese Programma’s binnen het Departement Werk en Sociale Economie (WSE), bevoegd voor het Europees Sociaal Fonds.
Vlaamse begrotingsmiddelen zijn niet geoormerkt richting SALK. Het is wel zo dat goedgekeurde EFRO-projecten een aanvraag kunnen indienen om een beroep te doen op aanvullende cofinanciering vanuit het Fonds voor Innoveren en ondernemen (FIO). Binnen de jaarlijks beschikbare middelen dient er dan beoordeeld te worden of de projecten in lijn liggen met de beleidsdoelstellingen van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
Het nieuwe ESF+-programma – dat in december 2022 door de Europese Commissie voor ongeveer 405 miljoen euro werd goedgekeurd voor Vlaanderen, exclusief Brussel – reserveert daarvan 13,2 procent voor Limburg. En een deel van deze middelen zal toekomen aan de intermediaire instanties, zoals VDAB en het Departement Onderwijs en Vorming, om specifieke acties in onze provincie Limburg te ontplooien. Ook de Afdeling Europese Programma’s zal zelf acties opzetten met een specifieke regionale insteek, bijvoorbeeld de lokale partnerschappen voor werkzoekenden en inactieven met een complexe problematiek die met de lokale besturen worden opgezet.
Aangezien niet verwacht wordt dat met deze acties de beoogde inzet van 13,2 procent behaald zal worden, zullen er ook middelen zijn die in nauw overleg met de provincie Limburg bestemd zullen kunnen worden. Door de provincie voorgestelde acties moeten uiteraard wel ingepast kunnen worden in de prioriteiten van het desbetreffende ESF-programma. En de Afdeling Europese Programma’s heeft hiertoe een eerste oproep voor Limburg ingepland in het laatste kwartaal van dit jaar.
Belangrijk is ook dat aan de provincie werd gevraagd om het dupliceren van acties die reeds door de Afdeling Europese Programma’s of de intermediaire instanties opgezet worden, te vermijden, en vooral complementariteit te zoeken. Indien toch gelijkaardige acties de voorkeur genieten – bijvoorbeeld extra inzet op begeleiding van inactieven – dan is het zaak om meer middelen toe te kennen voor Limburg via de reeds bestaande kanalen, bijvoorbeeld lokale partnerschappen. Zo wordt voorkomen dat gelijkaardige actoren op het terrein via verschillende mechanismen gelijkaardige acties ontplooien, wat leidt tot coördinatieproblemen en inefficiëntie.
Binnen de begroting van het FIO zijn er geen andere middelen voorzien dan de cofinancieringsmiddelen, waarvan daarnet sprake. Uiteraard kunnen alle ondernemingen – en dus ook de Limburgse – een beroep doen op de reguliere ondersteuningskanalen van VLAIO, bijvoorbeeld op de kmo-portefeuille, de kmo-groeisubsidie of op het contract ondernemerschap dat werd afgesloten met de ondernemersorganisaties.
ESF+ kan in Limburg tot 60 procent van de kosten van een project financieren. Er is dus steeds 40 procent cofinanciering vereist. Afhankelijk van de aard van de projecten is er ook nog een mogelijkheid tot extra cofinanciering met reeds begrote Vlaamse middelen, naast een aandeel andere, publieke of private, middelen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik kan heel kort zijn. U geeft de nodige uitleg over mogelijkheden waarop Limburg nog een beroep kan doen. En dat zou er maar aan mankeren, zou ik zeggen, want dat zijn dezelfde als alle andere provincies van Vlaanderen. Goed zo.
Maar ik heb het hier heel uitdrukkelijk over de vraag, vanuit de bevoegde gedeputeerde, om evenveel geld uit te trekken als de Limburgse deputatie. Het gaat over extra geld, 3,5 miljoen euro, om te compenseren wat niet vanuit Europa komt.
Na uw lange uitleg is mijn conclusie dat u dat niet van plan bent. Ik neem daarvan akte en ik ga ervan uit dat u, vermits u in Limburg nu toch de nummer één van uw partij bent, de betrokken gedeputeerde politiek daarop zult aanspreken. Het is niet ernstig om uitspraken te doen in de krant om andere niveaus op te roepen hetzelfde te doen. Als dan de minister van dezelfde partij ook in de SALKturbo-groep zit, dan vind ik dat, eerlijk gezegd, geen ernstige manier van aan politiek doen.
Maar goed, de conclusie is duidelijk. De Vlaamse Regering en u als bevoegd minister van Economie, zal niet die extra middelen uittrekken. Dat wil dus zeggen dat enkel de Limburgse deputatie die 3,5 miljoen euro extra zal willen geven.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik denk dat u dat goed hebt samengevat. Het lijkt me ook vrij duidelijk. Iedereen doet zijn aandeel daarin. We hebben de 109 miljoen euro vanuit Europa voorzien. Cofinanciering zal maximaal gezocht worden. Er is inderdaad een engagement nodig om de projecten te kunnen uitvoeren. Daar is een heel systeem rond opgezet. Vlaanderen doet dat binnen de reguliere middelen en kan daarop aangesproken worden. Ik heb ook verwezen naar de ESF-mogelijkheden. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk hefbomen te creëren om zoveel mogelijk middelen naar de mooie provincie Limburg te halen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Trek de gedeputeerde dan maar eens goed aan zijn oren. (Gelach)
Is hier een kamerbrede meerderheid voor?
De vraag om uitleg is afgehandeld.