Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u lanceerde op 19 april 2021 een oproep voor kandidaten nationale parken en landschapsparken. Tot 15 september 2021 kon er een conceptnota ingediend worden. Tien gebiedscoalities dienden een kandidatuur in voor het erkennen van een nationaal park en dertien voor een landschapspark.
Begin 2022 werden zes kandidaten geselecteerd voor het verdere traject van nationale parken: Bosland, Brabantse Wouden, Hoge Kempen, Kalmthoutse Heide, Scheldevallei en Taxandria. Deze zes gebiedscoalities worden nu verder begeleid voor de opmaak van een masterplan en een operationeel plan. De kandidaten ontvangen daarvoor 100.000 euro subsidie. Ten laatste tegen 31 mei 2023 – eigenlijk relatief dichtbij – wordt verwacht dat beide plannen ingediend worden, zowel het masterplan als het operationeel plan. Die zullen dan beoordeeld worden door een jury. Eind 2023 voorziet de Vlaamse Regering de definitieve erkenning van vier parken die het label Nationaal Park zouden mogen dragen.
Momenteel loopt het proces voor de opmaak van het masterplan en het operationeel plan ter aanvulling van de kandidatuur als nationaal park. Tegelijkertijd lopen natuurlijk ook de onderhandelingen in de verdere uitwerking van het stikstofakkoord. Op 26 januari protesteerde een delegatie landbouwers in Brasschaat tegen het Grenspark Kalmthoutse Heide. De boeren zijn ongerust, de plannen zijn te vaag en er is nog steeds geen definitief Parkendecreet.
In het proces rond Taxandria is het overleg eveneens moeilijk. Eerder verklaarde intendant Piet Vanthemsche, die de opdracht gekregen heeft om een gebiedsgerichte oplossing te zoeken voor het Turnhouts Vennengebied in het kader van het stikstofakkoord, in deze commissie dat de timing van het proces voor de opmaak van het masterplan voor Taxandria problematisch is. Nu verklaart hij dat het PAS-traject (Programmatische Aanpak Stikstof) voorrang moet krijgen. Hij geeft aan en ik citeer: “Voor wat Taxandria betreft, heb ik duidelijk gesteld dat voor mij inderdaad de uitwerking van het ontwikkelplan en de uitrol van het Taxandria-project niet parallel kunnen lopen en dat men daarin keuzes zal moeten maken.”
Minister, hoe lopen de processen voor de opmaak van een masterplan en een operationeel plan? Wat zijn de knelpunten die tot nu toe gedetecteerd zijn? Zullen de zes gebieden een masterplan indienen in mei 2023? Zo nee, welke niet?
Zorgt het ontbreken van een definitieve stikstofregeling voor vertraging in de opmaak van de noodzakelijke masterplannen om de jurering te laten doorgaan? Komt de deadline van 31 mei in gevaar?
Wat is uw reactie op de uitspraken van intendant Piet Vanthemsche? Bent u het eens dat beide processen – het stikstoftraject en het parkentraject – niet tegelijkertijd uitgerold kunnen worden? Als er een keuze gemaakt moet worden, welke kiest u? Zal de vertraging op de uitwerking van een definitief stikstofkader niet de uitwerking van de kandidatuur van Taxandria onmogelijk maken?
Minister Demir heeft het woord.
Toen ik aan het dossier over de nationale parken begon, vroeg ik me af wie daar nu tegen kan zijn. Ik ben nog altijd van mening dat dat iets positiefs, iets goeds is, iets dat Vlaanderen ook met de Vlaamse parken op de kaart zet. We gaan daar dus volle bak voor gaan.
De kandidaten nationale parken die geselecteerd werden voor een ondersteuning met het oog op de opmaak van een masterplan en operationeel plan, worden van nabij opgevolgd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Sinds begin 2022 loopt een intensief begeleidingstraject waarbij de kandidaten worden ondersteund en gecoacht om een kwalitatief masterplan en operationeel plan op te leveren tegen de voorziene deadline. Het ANB heeft hiervoor externe procesbegeleiders ingehuurd. In de loop van 2022 vonden diverse collectieve begeleidingsdagen plaats onder andere rond de thema’s visievorming, grensoverschrijdende parken, landbouw, natuurverbinding, het wettelijke kader, enzovoort.
Zoals u weet, beoog ik met de oproep voor nationale parken een bottom-upaanpak waarbij de gebiedscoalities zelf bepalen welke ambities zij wensen na te streven in een masterplan en een operationeel plan. Het is dan ook aan de gebiedscoalities om finaal te beslissen tot indiening. Ik ben momenteel niet op de hoogte van kandidaten die hiervan zouden afzien.
Het is wel heel belangrijk dat burgemeesters hier een correcte rol vervullen, dat ze de juiste informatie meegeven. Dat is wel wat ik hier en daar hoor, waarover ik ook wel telefoons krijg, zo van “opgelet, daar worden ook wel politieke strategische spelletjes gespeeld”. Ik denk dat niemand daar een boodschap aan heeft.
Het voorbeeld dat ik voorhanden heb, is het Nationaal Park Hoge Kempen, dat wij in Limburg hebben. Dat zorgt voor heel veel jobs. Dat is in Limburg een van de beste beslissingen na de sluiting van de mijnen, een deel van de reconversie is daarnaar gegaan. Er zijn heel veel B&B’s. Er is heel veel middenstand, ook heel veel landbouw, die actief is op het terrein, waar het ook goed mee gaat en die zowel directe als indirecte jobs met zich meebrengt. Daarnaast is er natuurlijk ook het natuuraspect waarvan elke Vlaming toch doordrongen is.
De context waarin de kandidaten het masterplan en het operationeel plan opmaken is uiteraard niet evident. Daarom worden ze ook ondersteund. Er zijn heel wat vragen vanuit de lopende ontwikkeling van het wettelijk kader voor de Vlaamse parken en anderzijds ook als gevolg van ruimere beleidsontwikkeling zoals de PAS. Wat betreft het wettelijk kader zijn de krijtlijnen ondertussen bekend. De kandidaten gaan, rekening houdend met de lokale context, elk op een eigen manier om met deze onzekerheden. Zoals aangegeven onder vraag 1 worden ze hiervoor ook maximaal bijgestaan door mijn diensten. Ik voorzie geen uitstel van de vooropgestelde deadline voor indiening. Ik denk dat de tijd die gegeven is, wel ruim voldoende is.
De uitspraken van Piet Vanthemsche zijn uiteraard voor zijn rekening. Hij is intendant in die regio. Ik wil alleen nog maar benadrukken dat het belangrijk is dat elk kandidatuursdossier door zo veel mogelijk schouders gedragen wordt en dat er draagvlak is. De jury zal de dossiers die binnenkomen, beoordelen en er een verslag over maken.
Uiteraard hoop ik op zes sterke kandidaatsdossiers die een beoordeling door de jury en een verdere beslissing kunnen teweegbrengen. Dat zou de beste garantie zijn dat we van bij de start een sterk en hoog kwalitatief parkenstelsel in Vlaanderen neerzetten dat de internationale toets met glans kan doorstaan.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, in de omgeving van Turnhout, dus de regio waar Taxandria wordt uitgerold, heerst er wel degelijk onrust over die uitspraak die de intendant heeft gedaan. U zegt hier nu heel duidelijk dat die uitspraak van Piet Vanthemsche van hemzelf is en dat u daar eigenlijk zelf geen commentaar op geeft. Begrijp ik dat goed? Zult u hem daar ook over aanspreken? Het is immers toch belangrijk dat, als een intendant deze uitspraken doet, er niet op de rem wordt gestaan om dat nationaal park te gaan ontwikkelen. Ik begrijp dat u zegt dat beide processen moeten doorgaan. Maar zult u de heer Vanthemsche daar nog over aanspreken en zult u ervoor zorgen dat die twee processen tegelijkertijd sporen en niet tegensporen, zodat die beide processen tot een goed resultaat zullen leiden?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil graag even aansluiten bij deze vraagstelling. Minister, u hebt verwezen naar het regelgevend kader rond parken en u gaf aan dat dat duidelijk is. Op het terrein is daar toch nog enige ongerustheid over en als parlementslid begrijp ik dat ook wel, in die zin dat er een principieel akkoord van de regering is, maar over het decreet an sich is nog niet gestemd en de daaraan gekoppelde besluiten zijn nog onbekend. Dat zijn althans de vragen die ik verneem van enkele potentiële consortia van parken. Ik kreeg deze week nog een brief toegezonden – en ik denk dat u die eveneens hebt ontvangen – waarin men aangeeft dat er tussen de partnerschappen toch wel wat bezorgdheid is rond de start van het traject en het regelgevend kader. We kregen daar nu wel enig zicht op, maar dat is niet definitief en als 31 mei de einddatum is, dan ziet het er momenteel naar uit dat tegen dan het regelgevend kader en de besluiten nog steeds niet definitief zullen zijn.
Ik weet niet welke timing u voor ogen hebt, intussen zijn we half februari, maar als dat hier in het parlement het volledige traject moet doorlopen, dan is dat bijzonder krap. Ik ga er ook van uit dat de mensen die de masterplannen op een serieuze manier willen opmaken, dat die heel goed moeten weten waaraan ze moeten voldoen of in welk juridisch kader ze zich bevinden. In deze wil ik de vraag vanuit de consortia van de partnerschappen die projecten willen indienen, ook hier herhalen. U hebt daarnet aangegeven dat u niet van plan bent om die datum uit te stellen, maar ik zou u toch, aangezien die vraag vanop het terrein komt en die brief ook bij u of ANB terecht moet zijn gekomen, willen vragen om die vraag in overweging te nemen. Ik denk dat het de partnerschappen en de samenwerkingen negatief zou beïnvloeden als men niet weet binnen welk correct juridisch kader men zich beweegt.
Ik wil ook even ingaan op het punt dat collega Schauvliege aanhaalt. Er heerst enige bezorgdheid in het Zennegebied in Turnhout en daar ben ik het mee eens. Maar die vraag of uitspraak van de intendant Piet Vanthemsche is niet nieuw, die is gerapporteerd en die rapporten zijn ook transparant. Minister, ik heb begrepen dat Piet Vanthemsche ook aan u voorgesteld heeft om dat proces niet samen te laten sporen omdat het anders onmogelijk wordt om klaarheid in een aantal zaken te brengen. Hoe oordeelt u daarover en is er daarover ook een beslissing binnen de Vlaamse Regering? Maar ik meende dat dat een uitdrukkelijke vraag vanuit de intendant aan de hele Vlaamse Regering is geweest. Ik zou graag klaarheid krijgen over hoe daarover beslist is, binnen de Vlaamse Regering, of door u als bevoegd minister.
De heer Pieters heeft het woord.
Er is inderdaad veel onduidelijkheid. Ook als men uitleg vraagt, krijg men die niet altijd. U geeft het voorbeeld van de Kempen. U weet wel degelijk dat er een groot verschil is tussen dit park en de parken die eventueel aangeduid zijn of meedingen. Het Nationaal Park Hoge Kempen was helemaal niet zo gelegen dat daar problemen zouden kunnen zijn. Dat was allemaal vrij gemakkelijk te regelen. Het park is altijd een open en verwilderd gebied in die regio geweest, echt een grens en gordel tussen het Maasland en de rest van Limburg. Dus als u het zo simpel laat overkomen om bij de andere parken op dezelfde manier te werk te kunnen gaan, dan hebt u het grondig mis.
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk van niet, mijnheer Pieters. Ik denk dat we naar die nationale Vlaamse parken moeten gaan. Dat kan onze natuur en het toerisme een extra boost geven, ook qua jobs. U bent tegen alles, oké, dat is dan maar zo. Ik trek me daar niets van aan. Ik ga verder.
Wat Taxandria betreft, wil ik vragen om in die regio de polarisatie niet op te zoeken. Van twee dingen één. Wat stikstof betreft, moeten er wat extra maatregelen worden genomen. Maar dat wil men daar ook niet doen. Ik krijg het signaal van landbouwers daar dat ze dat niet zien zitten. Een nationaal park ziet men ook niet zitten. Men zal toch eens een keuze moeten maken. We moeten eens bekijken hoe we met zijn allen, met alle partners, aan de probleemstelling daar kunnen werken, om een ontwikkelingsplan te maken en dergelijke. Stikstof is inderdaad zeer urgent in die regio.
Wat het overige betreft, zullen we de deadlines verder hanteren. Er is ook een parkendecreet, dat zit bij de Raad van State. Er is enorm veel vertraging qua adviesbevoegdheid daar. Het is heel lang wachten op decreten die moeten terugkomen. Ik hoop dat dit zo snel mogelijk terugkomt en dat we verder kunnen. Het zou een mooie realisatie zijn op het terrein. We zijn in het decreet duidelijk overeengekomen dat er geen bijkomende regels aan worden gekoppeld. We zullen zien wat er van onderuit komt qua kandidatuurstelling. Ik hoop op sterke kandidatuurdossiers.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, nationale of Vlaamse parken in Vlaanderen, we horen het heel graag. Er zijn er zes in ontwikkeling. We hadden er uiteraard graag meer gehad, zeker in Oost- en West-Vlaanderen. Ik heb u daar al meerdere keren op geattendeerd. We denken dat dat de weg te gaan is. Er liggen nog heel wat kansen. U mag erop rekenen dat de groene partners, de groene lokale besturen, zeker zullen meewerken aan de uitbouw van die nationale Vlaamse parken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.