Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, het Departement Omgeving rapporteert jaarlijks over de geluidsimmissies in de nabijheid van kenmerkende geluidsbronnen. Brussels Airport kent zo een uitgebreid netwerk van tien permanente en drie mobiele meetstations om een beeld te geven van het geluidsniveau dat bij de ontvanger binnenkomt. Beleidsmakers krijgen zo een beeld van de geluidshinder voor de omwonenden, niet onbelangrijk als men weet dat de omgevingsvergunning voor het uitbaten van de luchthaven van Zaventem aan een hervergunning toe is.
Het geluid van overvliegende toestellen, van grondactiviteiten, zoals het proefdraaien en het taxiën, en het vele autoverkeer rondom de luchthaven, zorgt uiteraard voor hinder bij de omwonenden van de luchthaven, dat weten we. Sterker nog, aanhoudende geluidsimmissies kunnen leiden tot gezondheidsproblemen. We hebben het er daar al eerder over gehad in de brede zin.
Daarom heel kort volgende vragen, minister.
Vanuit de wetenschap van meten is weten zou een uitbreiding van het netwerk van de meetpunten een verfijnder beeld kunnen geven over de geluidsimmissies bij de omwonenden. In welke mate meent u dat het netwerk van meetpunten momenteel voldoende gebiedsdekkend is? In welke mate meent u dat het netwerk van die meetpunten uitgebreid en toekomstgericht verfijnd moet worden?
Hoe staat u tegenover een verstrenging van de maximale toegelaten geluidsuitstoot van vliegtuigen om de geluidshinder te verminderen?
In welke mate meent u dat de geluidsnormen en overvluchtfrequentienormen in lijn moeten worden gebracht met de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO)?
Welke maatregelen identificeert u als minister om de geluidsimmissies bij omwonenden van de luchthaven van Zaventem te minimaliseren?
Wat is de stand van zaken – we hebben het daar al vaak over gehad, maar ik kon het niet laten om die vraag opnieuw te stellen – betreffende het overleg met de andere regeringen inzake de Vliegwet, waar we reeds lang op wachten?
Minister Demir heeft het woord.
Het gewestelijk geluidsmeetnet, dat beheerd wordt door het Departement Omgeving, telt momenteel 10 meetstations in de luchthavenregio, onder de meest dominant gevlogen vliegroutes. Ons meetnet is inderdaad kleiner in vergelijking met het netwerk van 21 meetstations beheerd door de luchthavenbeheerder, maar ook met ons eigen meetnet houden we de vinger aan de pols en voorziet het ons van voldoende gegevens.
Het gewestelijk meetnet is vooral een beleidsinstrument voor ons om op specifieke locaties rond de luchthaven de evolutie van de geluidimmissies te monitoren. Met deze informatie kunnen we burgers informeren, de berekende geluidscontouren valideren en de impact van specifieke wijzigingen in vliegprocedures of beleidsvoorstellen evalueren.
Binnen de scope van de huidige toepassing van het gewestelijk meetnet, dat ook ingezet wordt voor de monitoring van andere geluidsbronnen in Vlaanderen, is ons meetnet momenteel voldoende uitgerust om zijn taken naar behoren uit te voeren en is de uitbreiding ervan in de luchthavenregio voorlopig niet nodig. De hardware van het meetnet werd pas onlangs vernieuwd in 2021.
Indien maatregelen genomen kunnen worden om de geluidsuitstoot van vliegtuigen te verminderen, moeten we dat uiteraard steunen, dat spreekt voor zich. Technologisch worden nieuwe vliegtuigen op het vlak van geluidsuitstoot steeds performanter. Gelet op de levensduur van vliegtuigen moeten we ook de mogelijkheid aan operatoren bieden om oudere vliegtuigen uit te faseren door nieuwere modellen te introduceren.
Momenteel is de toegestane geluidhoeveelheid per beweging, tijdens verschillende periodes van de dag, vastgelegd in federale ministeriële besluiten. Een aanscherping ervan is een nieuwe exploitatiebeperking, waarvoor federaal minister Gilkinet intrinsiek bevoegd is. De bevoegdheid om nieuwe exploitatiebeperkingen in te voeren ligt dus niet uitsluitend binnen mijn bevoegdheid inzake de omgevingsvergunning. Ik heb hierop eerder al gewezen in het kader van eerdere vragen om uitleg binnen deze commissie van collega Steenwegen. In dat verband heb ik ook gewezen op het Europese kader dat eraan zit te komen.
Wat de advieswaarden betreft voor omgevingslawaai van de Wereldgezondheidsorganisatie, dit zijn inderdaad streefdoelstellingen. Het zijn referentiewaarden om de gezondheidseffecten als gevolg van blootstelling aan omgevingslawaai te evalueren. Ze vormen een belangrijk referentiekader voor het formuleren van beleidsdoelstellingen. Ik spreek dan niet alleen over de geluidimmissies van de luchthaven maar ook over andere geluidsbronnen, zoals weg- en spoorverkeersgeluid.
Momenteel gelden er nog geen specifieke geluidsnormen of overvluchtfrequentienormen voor luchtverkeer. Wel rapporteert de luchthaven jaarlijks in het kader van haar bijzondere voorwaarden de jaargemiddelde geluidscontouren met het gemiddelde aantal overschrijdingen boven een piekwaarde van 70 en 60 decibel (dB), en dit zowel voor de dag- als de nachtperiode. Als voorbeeld: de piekwaarde van 60 dB tijdens de nachtperiode is gelijk aan de advieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Uw vierde vraag is inderdaad al naar voren gebracht door collega Steenwegen, naar aanleiding van de BBL-campagne (Bond Beter Leefmilieu).
In het kader van de aanvraag tot hernieuwing van de omgevingsvergunning van de luchthaven wordt momenteel een project-MER (milieueffectrapport) voorbereid. Hierin wordt een beoordeling uitgevoerd van de globale milieu-impact van de luchthaven. Op basis van de resultaten van dit project-MER zal worden bekeken welke concrete milderende maatregelen of voorwaarden in de nieuwe omgevingsvergunning verankerd moeten worden. Ik kan hier echter niet op vooruitlopen, ik denk dat dat ook logisch is, temeer omdat er nog geen concrete vergunningsaanvraag werd ingediend.
De voorstellen van Bond Beter Leefmilieu, die in het kader van deze campagne een vierpuntenprogramma heeft voorgesteld dat gesteund wordt door een grote meerderheid van de Vlaamse actiegroepen, werden inmiddels ook aan mij overgemaakt en ook gepresenteerd aan ons kabinet. We nemen deze voorstellen ook ernstig en zullen deze, net als alle andere voorstellen, evalueren.
Vanuit de Vlaamse Regering blijven we in overleg met de andere regeringen wat dat betreft, mevrouw De Vroe. Wij zijn dus in overleg met andere regeringen om op een constructieve wijze oplossingen te zoeken in het complexe luchthavendossier. Dit overleg vindt plaats in werkgroepvergaderingen die georganiseerd worden door het kabinet van minister Gilkinet. Binnen deze werkgroep is er ook een werkafspraak met andere regeringen dat de inhoud van de besprekingen momenteel niet nader gecommuniceerd zal worden. Ik denk dat dat ook logisch is, ik ga daar dus ook niet dieper op ingaan. Ik denk dat we met alle regeringen ons werk moeten doen in die vergaderingen die collega Gilkinet heeft georganiseerd. Een voorstel van een federale Vliegwet ligt momenteel nog niet op tafel. Wij zijn nu de agenda aan het afwerken die in die werkgroepvergadering zit.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord.
Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik soms toch wel het gevoel heb, als ik de monitoring bekijk, dat dat toch nog iets verfijnder kan, en beleidsmatig ook nog een meerwaarde zou betekenen, maar daar verschillen we blijkbaar toch wel heel duidelijk van mening. Ik denk dat dat toch wel nog performanter zou kunnen.
Ik denk ook dat het echt belangrijk is om toekomstgericht met onze luchthaven … U weet dat ik een grote fan ben van de luchthaven van Zaventem, maar de leefbaarheid met de omwonenden moet altijd in evenwicht zijn uiteraard. Dat is altijd een heel moeilijke balansoefening waar we ons met z’n allen van bewust zijn. Maar als ik naar de performantie kijk van onze luchthaven en deze vergelijk met andere luchthavens, dan denk ik dat wij toch nog performanter, ambitieuzer moeten durven zijn in het kader van duurzaamheid, in het kader van de gezondheid van de omwonenden. Ik verwijs hiervoor bijvoorbeeld naar de meest vervuilende, de minst luidruchtige luchthaven. Ik denk dat u ook eens goed naar andere luchthavens moet kijken in het kader van de concurrentiepositie van onze luchthaven. We moeten goed zien dat we toch ook in onze luchthaven de meest performante vliegtuigen blijven verwelkomen en toekomstgericht niet de vliegtuigen zouden krijgen die het meeste geluid maken, die het meest vervuilend zijn. Ik denk dat dat toch wel iets is wat u als Vlaams minister goed in het oog moet houden. Dat is dus echt wel een expliciete extra vraag die ik wens te stellen.
Wat de Vliegwet en het samenwerkingsakkoord betreft: daar zitten we met z’n allen al lang op te wachten. Ik had natuurlijk niet verwacht dat u hier met het gelukzalige antwoord ging komen, want dan hadden we het waarschijnlijk wel al gehoord, maar het duurt al zo lang, lang, lang. Ik begrijp dat dat geen gemakkelijk dossier is, maar het is natuurlijk ook wel van groot belang. Als we daar met het geluidactieplan – dat, dacht ik, al in 2021 hier in de Vlaamse Regering goedgekeurd is – al die maatregelen willen gaan uitvoeren die we willen doen voor de omwonenden, is het natuurlijk wel van cruciaal belang dat dat samenwerkingsakkoord en die Vliegwet er komen. Want alleen dan kunnen we dat geluidsactieplan, dat denk ik volgend jaar al afloopt, effectief volledig proberen te realiseren.
Met andere woorden begint de tijd wel te dringen. Ik vraag dus met enige aandrang om dat geluidsactieplan – dat nu in het derde jaar zit, volgend jaar loopt het af – toch eens door uw kabinetsmedewerkers goed te laten overlopen over wat we nog extra kunnen doen. Ik hoop natuurlijk dat we toekomstgericht eindelijk eens tot een definitieve oplossing kunnen komen.
Als laatste kijk ik ook enorm uit naar de reacties die er zullen komen op het project-MER, dat momenteel lopende is. Ik weet dat dat openbaar onderzoek ondertussen afgelopen is, maar de resultaten van dat project-MER zijn ook van heel groot belang om toekomstgericht beleidsmatig mee te nemen. Ik ga dat ook heel goed zelf mee opvolgen, want ik denk dat dat toch wel een goed instrument gaat zijn om toekomstgericht nog een beter beleid te kunnen voeren.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Minister, ik wil me aansluiten bij de bezorgdheden van collega De Vroe, die we delen. Ze heeft het goed verwoord. Ik heb een paar bijkomende vragen.
U verwijst naar 21 meetstations van de luchthaven zelf. Dat is meer dan het dubbele van wat wij vanuit onze eigen diensten hebben. U zegt daarover dat Brussels Airport jaarlijks rapporteert op basis van gemiddelden. Maar gemiddelden zeggen natuurlijk heel weinig over de concrete hinder, de spreiding van de hinder en de pieken die daar in zitten. Kan de Vlaamse overheid beschikken over de meetgegevens van de luchthaven zelf? Het lijkt mij niet onlogisch dat die gegevens gedeeld worden, ook in detail, dus niet alleen de jaargemiddelden want daar weet je veel te weinig mee.
Een tweede vraag gaat over het overleg. Dat is toch wel mijn pleidooi. Ik had graag nog even een bevestiging. Ik stelde een vorige vraag naar aanleiding van het feit dat voor zover ik begreep de Vlaamse Regering uit het overleg was gestapt, of niet meer had deelgenomen, of dat er in elk geval geen overleg meer was. Dat gaat over het overleg rond het samenwerkingsakkoord dat de contouren moet schetsen waarbinnen een nieuwe Vliegwet kan worden uitgewerkt. Kunt u nog even bevestigen dat de Vlaamse Regering daar opnieuw mee aan tafel zit en dat het overleg verder loopt?
Collega De Vroe, ik ben ook benieuwd naar het project-MER. Ik moet eerlijk zeggen dat ik wel geschrokken was van het MER zoals dat nu voorligt. Als je het mij vraagt, is dat een echte provocatie ten aanzien van iedereen die bijvoorbeeld vandaag met de stikstofproblematiek te maken heeft. Daarbij zegt zo een luchthaven dat ze zich daar niets van aantrekt en een MER opmaakt dat alleen uitgaat van de stijgende groei van cargo en passagiersaantallen. Ik vind dat echt bijna wereldvreemd. Dit is de start van opnieuw een lange procedure, vrees ik. Ik houd er echt een pleidooi voor dat de luchthaven toch zou kijken naar een toekomstperspectief dat past binnen de Europese regels maar ook vooral de bezorgdheden meeneemt van de omwonenden die al lang vragen naar een afbouw van bijvoorbeeld nachtvluchten en dergelijke meer.
Ik houd mijn hart een beetje vast, maar net zoals collega De Vroe zullen we dat op de voet blijven opvolgen.
Ik deel uiteraard ook de bezorgdheden van collega De Vroe die collega Steenwegen onderschrijft. Wij delen die ook. Het is een moeilijke oefening op de luchthaven van Zaventem. Een luchthaven zorgt voor veel welvaart, zeker in onze regio Vlaams-Brabant. Het is ook de tweede economische motor van Vlaanderen. Maar uiteraard zijn er naast die lusten van welvaart ook heel wat lasten, waaronder de geluidsoverlast. Ik denk dat het belangrijk is om in de mate van het mogelijke te proberen het evenwicht te zoeken tussen de belangen van de luchthaven en de belangen van de buurtbewoners.
Minister, ik vind het positief dat u de studie van BBL – ook wij hebben die met een aantal mensen van de fractie toegelicht gekregen – zult onderzoeken en kijken wat daar kan inzitten om dit proberen leefbaar te houden of er oplossingen voor te vinden. Ik denk dat we op die manier moeten werken om te kijken op welke manier we haalbare maatregelen kunnen nemen die de leefbaarheid omhoog halen zonder de gezonde werking van de luchthaven te exploiteren. Er is verwezen naar alle andere zaken: de Vliegwet, het overleg met Vlaanderen. Het is eigenlijk schrijnend dat dat niet vooruit gaat en dat is alleen maar ten nadele van de toekomst van de luchthaven en op de kap van de welvaart die daar wordt gecreëerd.
Minister, ik wens u alle succes om dit dossier goed te beëindigen en ook alle succes in het overleg dat wordt georganiseerd door federaal minister Gilkinet.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil aan mevrouw De Vroe eerst en vooral meegeven dat we inderdaad tien vaste meetstations rond Zaventem hebben. Er zijn er in totaal negentien ter beschikking, door de hardware die geüpdatet werd. De luchthaven zelf heeft ook gegevens. Volgens mijn informatie worden die elk kwartaal bezorgd aan het Departement Omgeving. Ik zal vragen dat ze dat ook met jullie delen, zodat dat ook door jullie kan worden bekeken. Dat lijkt me een terechte vraag.
We zijn met het geluidsactieplan bezig, mevrouw De Vroe. Wij verwachten tegen eind april 2023 daarmee naar de regering te kunnen gaan.
Wat betreft de omgevingsvergunning van de luchthaven, wachten we op de indiening van het dossier. Zij zijn bezig met het MER en de passende beoordeling.
Ik kan aan collega Steenwegen bevestigen dat we inderdaad aan tafel zitten met de heer Gilkinet. We hopen echt tot een oplossing te komen. Ik hoop dat we in de loop van deze legislatuur toch nog tot een akkoord kunnen komen. We gaan er alles aan doen om dat mogelijk te maken.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Dank, minister, hoop doet leven. Ik denk dat we effectief de hoop moeten koesteren in dit dossier om effectief tot oplossingen te komen, zodanig dat we echt grote stappen kunnen zetten en dat we ook het geluidsactieplan, dat op Vlaams niveau wordt uitgerold, kunnen realiseren.
E zijn een aantal zaken die effectief on hold staan. Ik kijk samen met u uit naar het vervolg en ik koester hoop. Ik ga het dossier, zoals ik daarnet al zei, van kortbij blijven opvolgen, alsook de evolutie met betrekking tot meetpunten, die nog performanter kan. Ik zal dat, toekomstgericht, nog meer in detail gaan opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.