Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, veel hockeyliefhebbers – en dat zijn er dezer dagen meer en meer – stelden twee weekends geleden vast dat de finale tussen de Red Lions en Duitsland in India alleen betalend te bekijken was achter de betaalmuur van Play Sports. De oorzaak daarvan blijkt een oude evenementenlijst, meer bepaald een twintig jaar oude evenementenlijst uit 2004, die destijds door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd en die bepaalt welke wedstrijden, evenementen, al dan niet gratis moeten kunnen worden bekeken. Die lijst is een veruitwendiging van artikel 153 van het Mediadecreet, dat de regering de opdracht gaf een lijst van evenementen op te maken van aanzienlijk belang voor de samenleving, en daarom door minstens 90 procent van de mensen moest kunnen worden bekeken, dus zonder extra betaling boven op het reguliere abonnementenpakket van de dienstenverdeler.
Als je vandaag de lijst bekijkt, dan kun je alleen maar vaststellen dat die op velerlei vlakken gedateerd is. Zo beperkt ze zich voornamelijk op voetbal, en op wielrennen, en dan nog wel alleen mannenvoetbal en alleen mannenwielrennen. Bij tennis is dat niet zo. Bij tennis is het zowel voor mannen als voor vrouwen, en dat heeft natuurlijk veel te maken met de successen destijds van Justine Henin en Kim Clijsters. Verder behandelt de lijst ook de Olympische Spelen en de Koningin Elisabethwedstrijd.
Dat de lijst gedateerd is, blijkt ook uit het gegeven dat een aantal van de evenementen die op die lijst staan, gewoonweg niet meer in de beschreven vorm bestaan. Zo is er nog altijd sprake van de UEFA Cup, terwijl die UEFA Cup eigenlijk al meer dan tien jaar geleden is vervangen door de Europa League. Ook opmerkelijk is dat een aantal zeer populaire wedstrijden – die als je de geest van het decreet bekijkt, eigenlijk wel op die lijst zouden moeten thuishoren – ontbreken. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de Strade Bianche of Omloop Het Nieuwsblad.
Nog een ander belangrijk hiaat op die lijst is het ontbreken van belangrijke sporten die de laatste jaren sterk aan populariteit wonnen. Ik denk dan uiteraard aan hockey, maar ook aan darts, aan turnen – Nina Derwael – en aan volleybal. Ik wou dat ik daar ook tafeltennis aan kon toevoegen als verwoed tafeltennisser, maar dat is helaas niet zo.
Minister, in de pers verklaarde u dat u aan uw administratie zou vragen om de lijst te onderzoeken en zo nodig een voorstel te formuleren tot aanpassing. U bleek daar zeer voorzichtig in te zijn, en gezien de commerciële belangen en dergelijke begrijp ik dat wel. Maar vandaar stel ik mijn volgende vragen. Hoe en door wie verloopt de evaluatie van de huidige evenementenlijst? Is de minister van Sport hierbij betrokken? Hoe komt het dat de huidige lijst niet op tijd en stond wordt geëvalueerd? Welke wijzigingen stelt u concreet voor, en wat is de timing hieromtrent?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u voor de vraag, collega Slootmans. Om ervoor te zorgen dat evenementen die van aanzienlijk belang zijn voor de samenleving, voor het grote publiek toegankelijk zouden blijven, werd – zoals u aangeeft – de evenementenlijstregeling in artikel 153 van het Mediadecreet opgenomen. De evenementenlijstregeling bepaalt dat “bepaalde evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving niet op een exclusieve basis mogen worden uitgezonden zodat een belangrijk deel van het publiek in de Vlaamse Gemeenschap evenementen niet via rechtstreekse of uitgestelde verslaggeving op televisie kan volgen”.
Het besluit waarin de evenementenlijst is opgenomen, dateert effectief al van 2004 – negentien jaar oud – en is sindsdien niet meer aangepast. Het klopt natuurlijk dat sinds dat moment sommige sporten populairder zijn geworden, zoals hockey, turnen en basketbal. Andere sporten werden dan weer minder populair. Het klopt ook dat sommige wedstrijden niet meer in de opgenomen vorm bestaan.
Ik heb eerder ook aangegeven dat een lijst ad hoc aanpassen op basis van wisselende sportprestaties, geen goed idee is. De evenementenlijst vindt haar basis in het Mediadecreet. Als er aanpassingen nodig zijn, dan moet de regeling in haar geheel bekeken worden. Daarom heb ik recent ook mijn administratie verzocht om een evaluatie te maken en te onderzoeken of de evenementenlijst moet worden aangepast. Ik heb gevraagd om bij die oefening ook de relevante stakeholders te betrekken.
Met de minister van Sport heb ik tot op heden niet overlegd. Ik wacht eerst de resultaten van de analyse van mijn administratie af. Bovendien zal een eventuele wijziging aan de evenementenlijst besproken moeten worden binnen de Vlaamse Regering. Overigens heeft ook de minister van Cultuur hier een betrokkenheid in.
De administratie heeft mijn nota dus recent ontvangen. Mijn medewerkers zullen snel met de administratie overleggen om het concrete traject en het proces uit te tekenen. Ik heb momenteel nog geen zicht op de concrete timing, en al zeker niet op de inhoudelijke resultaten. Inderdaad, ik ben daar wat behoedzaam over omdat ik toch wel die evaluatie wil bekijken. Anderzijds heb ik ook niet gewenst om de deur volledig te sluiten en te zeggen dat we dit niet gaan aanpassen. Ik denk dat het redelijk is om na negentien jaar eens tegen het voetlicht te houden.
De heer Slootmans heeft het woord.
Dank u, minister. Ik begrijp dat u niet over één nacht ijs kunt gaan. Maar sinds 2004 zijn er natuurlijk al een paar duizend nachten gepasseerd, en blijkbaar vond men het intussen niet nuttig om die evaluatie te doen. Over één nacht ijs gaan, snel snel, of ad hoc – zoals u het noemt – is wel zeer relatief. In die context lijkt het opportuun dat men hier een vaste evaluatie, vijf- of tienjaarlijks, aan koppelt om die lijst te evalueren om op die manier op permanente basis de geest van het decreet, zijnde het gratis aanbieden van evenementen van aanzienlijk belang, ook effectief te honoreren. De vraag is of u bereid bent om een dergelijk evaluatiemoment vijf- of tienjaarlijks te organiseren.
Twee, bij de stakeholders spelen inderdaad ongelooflijk grote commerciële belangen. Als men morgen beslist om de Jupiler Pro League in de evenementenlijst te zetten, dan is dat een ramp voor het businessmodel van Play Sports. Dan verliezen ze 80 procent van hun abonnees. Het is dus inderdaad heel belangrijk dat daar een zeer nauw en goed overleg gebeurt met de stakeholders en de mediaspelers op het terrein. Ik had graag vernomen of u al conclusies kunt trekken uit de overlegmomenten die vandaag plaatsvinden. Maar uit uw eerste antwoord begrijp ik dat dat niet zo is.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dank, collega Slootmans, voor de vraag. Een lijst die negentien jaar oud is, is misschien toch wel aan herziening toe. Welke competities en welke elementen van belang zijn, is een zaak voor de Vlaamse Mediaraad. Ik heb de lijst eens bekeken en bij een aantal sporten staat expliciet ‘mannen’. Dat is ook niet meer van deze tijd.
Ik wou ook nog eventjes aanhalen dat het qua culturele evenementen armoe troef is. Alleen de Koningin Elisabethwedstrijd staat er. Ja, we hebben ook de Ensors, de Boon, de MIA’s, de Kastaars. Het is misschien toch eens een overweging waard of dat ook de moeite is om die gratis uit te zenden.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u, collega, voor de vraag, en u, minister, voor het antwoord. We staan allemaal op één lijn. Na negentien jaar mogen we deze lijst eens tegen het licht houden. Ook mij viel het op dat er maar één cultureel evenement in is opgenomen, namelijk de Koningin Elisabethwedstrijd. Daar kunnen we beter.
Ik begrijp, minister, dat u zegt dat u bereid bent om het te bekijken. U zult dat niet van vandaag op morgen doen; u zult uw tijd daarvoor nemen. Dat is goed. Die lijst is een deel van de ‘Televisie zonder grenzen’-richtlijn van 1997. Ze is overgegaan in de Audiovisuelemediarichtlijn, precies om te vermijden dat bepaalde belangrijke evenementen achter een decoder zouden geraken en voor het brede publiek niet toegankelijk blijven.
Als we dat als uitgangspunt blijven nemen, namelijk garanderen dat belangrijke evenementen voor het brede publiek toegankelijk blijven, kunnen we gaan kijken wat de populairste en belangrijkste zaken zijn, vanuit het beleid. Een zaak die ik niet zou willen, is dat we de lijst zouden inperken. Het moet bekeken worden, graag, maar het ene mag zeker niet ten koste van het andere gaan. Want, stel dat er zaken zouden verdwijnen – ik zeg maar iets: de Davis Cup en de Fed Cup staan er bijvoorbeeld in – dan is het nog maar de vraag of andere zenders bereid zouden zijn om die rechten te kopen. Dat is de bezorgdheid die ik wil meegeven, maar ik ben absoluut akkoord dat de lijst aan herziening toe is.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ja, die lijst is inderdaad verouderd. Ik denk dat we het daarover eens zijn. Het is duidelijk dat er enkele nieuwe zaken aan toegevoegd zouden mogen worden. Maar we weten ook dat we dat niet kunnen zonder goedkeuring van Europa. De vraag is hoe je dat dan gaat aanpakken. Het zou natuurlijk jammer zijn dat we een nieuwe lijst indienen en dat dan Europa zou zeggen dat dat veel te veel is, dat dat niet gaat. Dan heb je misschien niks meer. Hoe wordt het aangepakt om zeker te behouden wat we hebben? Tenzij er hier en daar zaken zijn die echt niet meer van deze tijd zijn – ik heb het nu niet voor mij liggen. Hoe wordt dat aangepakt om toch zeker te zijn dat er meer op kan, of dat we bereiken wat we willen bereiken? Want het is niet iets waar we helemaal alleen over beslissen. Ik vind het dan ook gevaarlijk om daar te snel in te gaan. Ik denk dat er heel goed vooroverleg bijna moet worden gepleegd voor je iets indient.
Minister Dalle heeft het woord.
Om te beginnen met dat laatste: wij hebben met de Europese Unie heel wat contacten inzake mediabeleid. Zeker met diegenen die bezig zijn met de media zelf, zijn de contacten zeer goed. Mijn ervaring is dat wanneer het gaat over goedkeuringen en dergelijke – zeker op vlak van staatssteun –, het moeilijker in te schatten is. Wij hebben bijvoorbeeld nog altijd geen goedkeuring rond ons crossmediaal meetsysteem en de mediahub. We zijn daar nog op aan het wachten. Men was daar inhoudelijk zeer enthousiast over, maar wij wachten natuurlijk daarop.
Ik heb ook niet de indruk dat je daar als Vlaams minister een grote impact hebt op de snelheid van dat proces, laat staan op de inhoud. Ik denk ook niet dat het de bedoeling is dat we daar inhoudelijk op wegen, behalve door toelichting te verschaffen.
Ik denk dus niet dat het zo evident is om dat al af te toetsen voorafgaand aan de beslissing en daar zeker van te zijn. Dat is mijn ervaring met Europa. Maar het versterkt wel het punt dat als je die discussie over de lijst opent, je natuurlijk in de twee richtingen discussie zult hebben. Er zijn een aantal sporten waarvan wij denken dat het misschien zinvol zou zijn om ze toe te voegen – denk aan hockey of aan turnen, en er zijn nog andere sporten genoemd – maar er zullen ook argumenten zijn om bepaalde zaken ervan af te halen. En de Europese Commissie, of de Europese Unie, zal waarschijnlijk ook op die manier een reflectie opzetten, denk ik.
Los daarvan is het wel belangrijk om aan te geven dat deze lijst niet allesbepalend is. Collega Van Werde verwees naar een aantal culturele events waarvan het zinvol zou zijn dat ze ook op de lijst zouden komen. Ja, ik begrijp dat. Anderzijds worden heel wat van die events vandaag ‘in open air’ uitgezonden. Denk aan de MIA’s: die worden gewoon op televisie uitgezonden, de Kastaars! zelfs op alle zenders tegelijk. Het Gala van de Gouden K’s – als u dat cultuur vindt, wat het is, denk ik – wordt ook overal uitgezonden. Dus in die zin is deze lijst ook niet allesbepalend. Men heeft natuurlijk de mogelijkheid om veel meer gratis uit te zenden.
Waar het specifiek gaat over cultuur, verwijs ik nog eens naar Podium 19, het mooie initiatief, dat we ondersteund hebben, om constant cultuur uit te zenden. De VRT heeft als belangrijkste cultuurinstelling van het land natuurlijk ook als kerntaak om cultuur aan bod te brengen. Het is dus ook daar niet enkel via deze lijst.
Laatste punt is de vraag van collega Slootmans rond een vast evaluatiemoment. Ik denk dat het sowieso goed bestuur is om regelmatig dit soort zaken te herbekijken. Of je dat ook op een vast moment moet doen, daar wil ik mij nu nog niet over uitspreken. Ik denk dat onze evaluatie ook dat moet bekijken: wat gaan we vandaag doen en hoe gaan we dat in de toekomst blijven opvolgen? Doen we dat door dat op vaste momenten te herbekijken of op een andere manier? Ik denk dat ook onze evaluatie van onze administratie daar het best uitspraak over doet.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord. Ik begrijp dat er natuurlijk pas stappen kunnen worden ondernomen na een grondige evaluatie. Maar dat betekent natuurlijk niet dat men hiermee moet blijven dralen. Anders is het inderdaad gegarandeerd dat we hier over een jaar of over twee jaar opnieuw over zitten te debatteren. In die zin lijkt zo’n vast evaluatiemoment mij wel een garantie om de geest van het decreet – de wilsuiting van de decreetgever in 2004 – te gaan honoreren.
Mevrouw Brouwers zegt dat we moeten zien dat we niet te snel gaan. Enig opzoekwerk heeft mij geleerd dat uw voorgangster, Ingrid Lieten, in 2009 al bezig was met de aanpassing of het herbekijken van deze lijst. Het maakte zelfs integraal deel uit van het regeerakkoord-Peeters, waarin stond: “De evenementenlijst van programma’s die verplicht in open net moeten worden uitgezonden, wordt herbekeken en indien mogelijk uitgebreid.” Dat staat dus al in het regeerakkoord-Peeters, dat dateert van 2009. Er zijn ondertussen al heel wat duizenden nachten overheen gegaan en die aanpassing is er nog altijd niet gekomen. Dus ik hoop wel dat u ter zake iets meer daadkracht en vooral snellere daadkracht zult tonen dan uw voorganger.
De vraag om uitleg is afgehandeld.