Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
We gaan van de literaire tijdschriften naar de muzieksector.
Op 30 januari werden de winnaars van de laatste editie van De Nieuwe Lichting bekendgemaakt. De Nieuwe Lichting is de jaarlijkse zoektocht van StuBru naar nieuw muzikaal talent van eigen bodem. StuBru organiseerde deze muziekwedstrijd al voor de elfde keer, specifiek met de bedoeling om jong talent een duwtje in de rug te geven.
We weten allemaal dat er heel veel groepen zijn als het gaat over muziek, en die creativiteit is bijzonder fijn. Maar de concurrentie in de sector is ook bikkelhard, en zeker voor jongeren is het niet makkelijk om door te breken. Ze brengen natuurlijk minder op, zijn een groter risico voor grote zalen, waardoor de aarzeling om hen te boeken groot is bij programmatoren, die natuurlijk ook efficiënt moeten omgaan met middelen.
En dan komt corona er nog bij. We hebben gezien dat sinds de coronacrisis, en nadien de energiecrisis, het publiek eigenlijk afwachtender is om aan nieuwe, minder bekende acts, hun centen te besteden. Ondertussen is het publiek na corona voor een groot deel teruggekomen naar de concertzalen, maar nog niet helemaal. In de operahuizen zitten ze bijvoorbeeld nog niet aan 100 procent. We zien dus dat het publiek ook eerder tickets van meer bekende acts koopt. En de energiecrisis zorgt ervoor dat er nog minder financiële ruimte is, waardoor mensen op veilig spelen. Jong talent krijgt daardoor minder kansen.
We hebben ongelooflijk veel talent in Vlaanderen, en toch denken we dat er nog ruimte is voor verbetering op vlak van beleid. En zo heeft Luc Nowé, de coördinator van VI.BE, op 30 januari in Het Journaal Laat op VRT gepleit voor de oprichting van een Vlaams exportbureau voor Vlaamse artiesten, iets wat in de omliggende landen ook al bestaat. Zo’n Vlaams exportbureau zou er echt werk van kunnen maken om van de internationale uitstraling van de Vlaamse muzieksector een realiteit te maken. Trouwens, niet alleen de omliggende landen hebben zo’n exportbureau, ook Wallonië heeft het. Wij hebben dat vooralsnog niet. Ik vond het daarom een interessante piste die Luc Nowé lanceerde.
Minister-president, hoe staat u tegenover het idee van de oprichting van een Vlaams exportbureau voor de Vlaamse muzieksector? En bent u bereid om het potentieel daarvan, gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, of ondersteund op welke manier dan ook, te onderzoeken?
Dank u wel.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Segers, ik ga uw twee vragen samen beantwoorden.
Een exportbureau voor de Vlaamse niet-klassieke muziek is een middel om de internationale positie van deze sector te versterken en kan inderdaad een waardevolle link zijn tussen de verschillende actoren in de muziek, gaande van muzikanten, managers, platenlabels tot distributeurs. Zoals u zelf in uw vraag vermeldt, hebben vele landen een dergelijk exportbureau. Maar er is niet één geijkte vorm voor een muziekexportbureau. Elk bureau werkt binnen een context die rekening houdt met de lokale organisatie van het muzieklandschap en het geheel aan organisaties en regelgeving ter ondersteuning daarvan.
Vlaanderen heeft sinds het begin van deze eeuw een eengemaakt decreet ter ondersteuning van de volledige kunstensector, waar alle disciplines en de kruisbestuiving tussen deze disciplines onderdak vinden. Binnen dit kader is er ook plaats voor VI.BE, het steunpunt voor niet-klassieke muziek. Vanaf 2019 werd de rol van deze organisatie uitgebreid met de ondersteuning voor de professionele niet-klassieke muziek. Vanaf 2023 wordt VI.BE als steunpunt ondersteund met een meerjarige subsidie. De internationalisering van de sector is een van de kerntaken van VI.BE. De middelen waarover VI.BE beschikt, dienen vooral voor de omkadering en gerichte acties, bijvoorbeeld op showcasefestivals.
Voor de ondersteuning van internationale activiteiten van de artiesten en groepen zelf zijn er specifieke mogelijkheden binnen het Kunstendecreet. Met name de tegemoetkomingen voor internationale presentatiemomenten is een toegankelijk systeem waarbij kort op de bal gespeeld kan worden. Voor een sector zoals de niet-klassieke muziek, die dikwijls kort op de bal moet kunnen spelen, is dat een veelgebruikt middel voor de ondersteuning van de internationale ambities. Daarnaast zijn er ook de subsidies internationale presentatieprojecten, die aangevraagd kunnen worden voor nieuwe of bestaande kunstproducties in het buitenland. Bij de beoordeling van deze projecten wordt rekening gehouden met onder andere de internationale uitstraling van de presentatieplek en met de prioritaire landen en regio’s in het Vlaams internationaal cultuurbeleid.
De verschillende spelers binnen de niet-klassieke muzieksector – en dan heb ik het over VI.BE, de artiesten en groepen, de muziekindustrie en ook de ondersteunende overheid – vormen een ecosysteem dat mogelijkheden creëert om internationale expansie te stimuleren.
Ik blijf voorstander van het sectoroverschrijdende karakter van het Kunstendecreet en het fijnmazige netwerk van organisaties en kruisbestuivingen die hiermee ondersteund worden. Ik heb het bestaande kader dan ook versterkt door de middelen voor projectmatige steun te verhogen en te verankeren middels de 12,5 procentnorm binnen het Kunstendecreet.
Een apart exportbureau voor de niet-klassieke muziek, of de uitbreiding van VI.BE met deze taken grijpt daar dan op in. VI.BE is bijvoorbeeld lid van de European Music Exporters Exchange (EMEE), dat is een officieel Europees netwerk van muziek exportbureaus met eigen middelen voor de internationale ondersteuning van de artiesten. Als dit overwogen zou worden, moeten de eventuele gevolgen daarvan eerst in kaart gebracht worden. In dat opzicht zal ook moeten worden gekeken naar andere landen, hoe dit type organisatie zich daar verhoudt tot andere ondersteuningsmaatregelen, want finaal gaat het om een geheel van mechanismen die de sector ondersteunen, en waarin een exportbureau zijn plaats kan hebben. Ik ben op dit moment niet overtuigd dat Vlaanderen op dit vlak achterblijft ten opzichte van andere landen, zoals u opmerkt in uw vraag, maar naar aanleiding van deze vraag willen we wel eens bekijken of uitbreiding van VI.BE hier een meerwaarde kan betekenen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Ik begrijp uit uw antwoord dat u enerzijds zegt dat we VI.BE al hebben, dat specifiek voor die niet-klassieke muzieksector in het leven is geroepen, terwijl we voor de andere kunsttakken eigenlijk naar integratie in één Kunstenpunt gaan. Kunstenpunt is de synergie geweest tussen het vroegere Muziekcentrum Vlaanderen – waar ik nog mee aan de oprichting van lag – het Theaterinstituut, en alle andere steunpunten. Die zijn geïntegreerd in Kunstenpunt. De voormalige minister Gatz heeft toen gezegd dat we voor die niet-klassieke muzieksector een apart steunpunt zouden oprichten: VI.BE. Daar was eigenlijk wel een goede reden voor: die sector heeft immers een heel, heel eigen en andere dynamiek dan klassieke muziek, maar bijvoorbeeld ook beeldende kunsten, theater. Dat is een heel andere economische realiteit en economische werking, andere businessmodellen, die dat aparte VI.BE kunststeunpunt eigenlijk legitimeerden.
U verwees zelf naar EMEE, dat bestaat uit 29 Music Export Offices van 25 landen. Kijk, als er al 25 andere landen zeggen dat ze daar wel nood aan hebben … Uiteraard zit VI.BE daar voor een stuk bij, maar ik denk dat we de vraag van VI.BE toch eens dieper moeten bekijken, en ik hoor dat u bereid bent dat te doen. Volgens mij – ik heb natuurlijk geen grondige analyse gedaan van die 29 andere Music Export Offices – is bijvoorbeeld Dutch Music Export, de Nederlandse evenknie, denk ik een goed model, omdat die echt extra middelen, extra knowhow heeft, een netwerk heeft over heel de wereld, om precies die niet-klassieke muziek als exportproduct in de markt te zetten. Dus ik zal ernaar uitkijken, minister-president, dat u dat met VI.BE verder wilt bekijken.
Ik wil aansluiten bij de vraag van de collega met betrekking tot de internationale uitstraling van de Vlaamse muzieksector, maar ik wil toch ook eventjes de aandacht vestigen op het feit dat sinds corona op verschillende plaatsen, provinciaal – ik kijk bijvoorbeeld ook naar Limburg – de gevestigde muziekhuizen, hubs waar jong talent ontstond, kon doorgroeien, het moeilijk hebben, en sommige daarvan zelfs regelrecht gestopt zijn, en provinciaal, lokaal, bovenlokaal aan het zoeken zijn op welke manier zij hun werking kunnen verderzetten.
Het is zeer goed dat we een nationale radiozender hebben, Studio Brussel, die De Nieuwe Lichting organiseert. Het is zeer goed dat we kijken naar wat er bestaat, en hoe we die internationale uitstraling kunnen vergroten. Ik sluit me dus aan bij de vragen van collega Segers. Maar tegelijkertijd maak ik me zorgen over die beginfase, waar we toch merken dat er een groot verschil is naargelang provincies, en dat corona er ook wel op heeft ingehakt. Ik maak me zorgen dat niet alleen de werking en de internationale uitstraling een aandachtspunt is, maar toch ook die ‘lokale humus’, om dat dan zo te zeggen, bij gebrek aan trekkers van toch soms gevestigde instanties zoals Muziekodroom et cetera. Ik wil dus eventjes weten hoe u die andere pool van dit verhaal ziet.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Segers had geen bijkomende vragen gesteld, en u snijdt een heel ander onderwerp aan.
Ik zal een vraag indienen, dan kunt u dat beter voorbereiden.
We hebben natuurlijk ons subsidiesysteem van het Kunstendecreet, projectsubsidies enzovoort, en we hebben die middelen grondig verhoogd voor de volgende beleidslijn. Ik denk dus dat, als er noden zijn, we moeten kijken hoe we dat binnen het Kunstendecreet kunnen opnemen. Ik heb op dit moment geen intentie om bijkomende subsidiekanalen te openen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik kijk ernaar uit, minister-president, dat u eerstdaags met VI.BE rond de tafel gaat zitten om te kijken waar ofwel VI.BE extra ondersteund kan worden voor die exporttaak, ofwel een apart exportbureau voor de muziek kan worden opgericht, al dan niet in de schoot van VI.BE.
De vraag om uitleg is afgehandeld.