Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, we hebben het in deze commissie nog niet zo vaak gehad over het geïntegreerde tijdschriftenbeleid, hoewel dat dossier een lange historiek heeft. Ik verwijs naar een rapport van de Antwerp Management School in 2015, ‘Toekomstpaden voor de Vlaamse culturele, literaire en erfgoedtijdschriften’. Dat rapport stelt dat het tijdschriftenbeleid te versnipperd en verkokerd was. Meer afstemming en overleg zijn nodig om de zichtbaarheid en de impact van de tijdschriften te verhogen. Ook moesten een aantal lacunes en vooral overlap weggewerkt worden in de zakelijke onderbouw, de communicatie, de marketing en promotie, de digitalisering en distributie van al deze tijdschriften.
Met die conclusie ging uw voorganger, Sven Gatz, aan de slag, met het doel om tot een geïntegreerd tijdschriftenbeleid te komen. Bedoeling was te werken met één subsidiekanaal voor alle tijdschriften, om zo sneller in te spelen op de evoluties in het veld. Literatuur Vlaanderen was door haar expertise en ervaring de meest geschikte partner om dit uit te werken.
Er zijn uitvoerige besprekingen geweest met Literatuur Vlaanderen, maar het bleek dat de piste van een geïntegreerde subsidieaanpak voor tijdschriften op korte termijn niet de meest geschikte aanpak was. Daarom bleef het beleid voorlopig versnipperd. Via een overgangsbepaling werd de mogelijkheid voorzien om de subsidiëring van de erfgoedtijdschriften tot 2023 te continueren. Voor de overige tijdschriften werd gewerkt met reglementen.
Een andere relevante speler in dit verhaal is het tijdschriftenplatform Folio, waarop deze cultuurtijdschriften zich hebben verenigd. Met deze koepelorganisatie werd in deze context een beheersovereenkomst afgesloten door Literatuur Vlaanderen en het departement. Door mijn schriftelijke vragen kwam ik bovendien te weten dat Folio 74.000 euro in 2020 en 37.000 euro in 2022 uit de Lottomiddelen kreeg.
In uw beleids- en begrotingstoelichting (BBT) Cultuur vond ik in dit verband een redelijk korte passage terug: “Drie cultureelerfgoedtijdschriften worden gecontinueerd in afwachting van het tijdschriftenbeleid.” Voor literaire tijdschriften begreep ik verder dat een meerjarig reglement voor 2022-2025 werd gelanceerd.
Dat blijft een beetje onduidelijk. Er worden al jarenlang subsidies uitgereikt aan Folio om dat op de een of andere manier tot stand te brengen, maar het blijft er wat tussen hangen.
Daarom heb ik de volgende vragen, minister-president.
Wat is de huidige stand van zaken in verband met de uitwerking van het geïntegreerde tijdschriftenbeleid? Welke rol spelen Literatuur Vlaanderen en Folio daarin?
Er leek lang onenigheid te bestaan over de piste van een geïntegreerde subsidieaanpak voor tijdschriften. Welke piste zal finaal worden gevolgd en waarom?
Kunt u de beslissing over de middelen voor Folio die uit de lottomiddelen komen toelichten? Hoeveel middelen ontvangen zij in totaal van de Vlaamse overheid, en welke opdracht staat daar precies tegenover?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Literatuur Vlaanderen, Folio en het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM) onderzochten of een geïntegreerd tijdschriftenbeleid waarbij Literatuur Vlaanderen de loketfunctie voor subsidies voor culturele tijdschriften zou opnemen, een zinvolle piste was. Voor de subsidiëring van tijdschriften werd steeds uitgegaan van de inhoud als belangrijkste basis voor de manier waarop ze gesubsidieerd worden, bijvoorbeeld via het Kunstendecreet, Erfgoeddecreet, Literatuur Vlaanderen of het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Als één subsidiekanaal gemaakt zou worden voor tijdschriften, is niet langer de inhoud, maar wel de vorm de belangrijkste basis voor de manier van subsidiëren. Aangezien de waarde van tijdschriften vooral bepaald wordt door hun inhoudelijke kwaliteit en hun rol binnen en voor het veld waarin ze actief zijn, bleek een subsidielijn afstemmen op basis van de vorm dan ook niet de beste optie.
Omdat culturele tijdschriften, en in se tijdschriften in het algemeen, met gelijkaardige uitdagingen geconfronteerd worden, is het opnemen van die uitdagingen wel belangrijk en relevant in het kader van een geïntegreerd tijdschriftenbeleid. Daarom bleek het interessant om een goed overlegorgaan voor promotie, netwerking en onderlinge uitwisseling te ondersteunen. Die rol is vandaag weggelegd voor Folio.
Folio heeft als missie – en ik citeer – “geïnteresseerde cultuurliefhebbers, culturele instellingen en beleidsmakers verlekkeren voor de meerwaarde van cultuurmagazines. Dat doet de organisatie via samenwerking. Folio gelooft dat niet onderlinge competitie, maar wel uitwisseling en vereende kracht dé strategie is om in Vlaanderen extra diepgang te creëren in de culturele beleving. De verzamelde schat aan boeiende inzichten en artikels is groter dan de som van de aparte bladen en websites.”
Folio concretiseert zijn missie in vier operationele doelstellingen, waarbij in de volgende periode vooral gefocust wordt op de eerste twee. De eerste operationele doelstelling luidt dat Folio een meer performante en continue collectieve communicatie ontwikkelt, vooral digitaal, om een breder publiek te wijzen op het boeiende aanbod van tijdschriften, en daarvoor engageren ze een communicatiemedewerker voor één dag per week. De tweede doelstelling is dat Folio inzet op meer structurele samenwerkingsverbanden met vijf soorten partners, in functie van een verdere distributie van de content van cultuurmagazines via hun publiekskanalen. De focus ligt dus vooral op die twee doelstellingen. De derde operationele doelstelling is dat Folio onderzoek voert naar de mogelijkheid/wenselijkheid van een digitaal archief met toegang tot alle artikels van Vlaamse cultuurtijdschriften. En dan is er ten slotte de vierde operationele doelstelling: Folio continueert, stabiliseert en verfijnt zijn interne werking en ook zijn samenwerking, gestoeld op onderling overleg, praktijkuitwisseling, extra vorming en informatiedoorstroming tussen magazines, beleid en stakeholders.
Vandaag zijn 43 cultuurtijdschriften lid van Folio. Folio ontving tot en met 2022 voor zijn werking een bedrag van 50.000 euro, waarvan 13.000 euro vanuit Literatuur Vlaanderen en 37.000 euro vanuit de Lottomiddelen. Rekening houdend met het ingediende meerjarenbeleidsplan 2023-2025 en om Folio iets meer slagkracht te geven, wordt deze subsidie voor 2023 verhoogd tot 70.000 euro, waarvan 21.000 euro vanuit Literatuur Vlaanderen en 49.000 euro vanuit de Lottomiddelen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Op zich zijn dat vier zeer interessante operationele doelstellingen, maar ik denk dat hier het resultaat een beetje in de gaten moet worden gehouden. Het is eerlijk gezegd een riedeltje dat ik al vaak heb gehoord, als het gaat over onder andere de samenwerking en dat platform, maar ik zie daar weinig concrete zaken uit voortkomen. Wanneer je al jarenlang telkens subsidies geeft en je niet de juiste resultaten ziet, moeten we dat misschien eens met een grotere bril bekijken. Wat betreft de derde operationele doelstelling rond het onderzoek voor een digitaal archief: u bent volop bezig met digitalisering, wat een zeer goede keuze is, ik vind het dan een beetje bijzonder dat die derde operationele doelstelling daar een beetje los van staat. We hebben een instituut meemoo, dat niets anders doet dan digitalisering, dus we moeten ook opletten dat we geen dubbel werk doen en dat we de middelen efficiënt verdelen.
Wat het geïntegreerd tijdschriftenbeleid betreft: lees ik daar goed dat die piste eigenlijk voorgoed verlaten is om te komen tot een volledig geïntegreerde visie onder de koepel van Literatuur Vlaanderen? Ik ben me er ten volle van bewust dat zij dat aanvankelijk hebben weggeduwd en er eigenlijk niet in geïnteresseerd waren. Ik vroeg mij af of de geesten daar toch wel wat gerijpt zijn, want ik denk dat we de mening delen dat zaken samenbrengen zorgt voor meer efficiëntie dan dat iedereen op zijn eigen eilandje maar wat doet en zomaar subsidies opsoupeert. Dank u wel.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil kort tussenkomen om me compleet aan te sluiten bij de zienswijze die hier wordt vertolkt. Ik herinner me dat we, net voor de vorige verkiezingen, bij deBuren een debat hadden met de sector. Daar zie je dat het op zich kleine, maar belangrijke initiatieven zijn die van belang zijn voor de rijkdom van dat veld, maar laat ze zo veel mogelijk samenwerken waar ze kunnen: niet op de inhoud, maar wel op andere zaken, op alles wat mogelijk is rond backoffice.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik deel natuurlijk de visie dat samenwerking tot onder andere efficiëntie leidt. Ik moet eerlijk zeggen dat ik met Literatuur Vlaanderen nog moet nagaan of zij er nog een werkpunt van maken. Ik denk niet dat het bovenaan in de beheersovereenkomst staat en het is ook niet het toponderwerp als ik met Literatuur Vlaanderen rond de tafel zit en waar het gesprek het volledige uur over gaat. Ik zal dat dus opnieuw met hen opnemen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
U hebt dat goed verwoord, minister-president: het geïntegreerd tijdschriftenbeleid is niet altijd – bij elk van ons – een ‘top of mind’, maar het is iets dat al jarenlang wat aansleept. Ze krijgen al jarenlang wat Lottomiddelen, maar ik vind dat er eens serieuze resultaten op tafel gelegd mogen worden, en dan denk ik dat een goede, efficiënte en sterke partner als Literatuur Vlaanderen daar de nodige hefbomen voor heeft. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.