Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, voorzitter, ook voor het correct uitspreken van de zeer lange titel van de vraag.
Minister-president, mijn vraag om uitleg gaat over het Wereld Economisch Forum (WEF), dat plaatsvond tussen 16 en 20 januari in Davos, Zwitserland, en waarop u aanwezig was.
Volgens berichtgeving in de pers had u ontmoetingen met onder andere Microsoft en Philips, en toen ik de vraag indiende ging dat nog over een potentiële samenwerking met het Vlaams datanutsbedrijf. Sinds de plenaire vergadering van enkele weken geleden weten we dat het gaat om een effectieve samenwerking. Beide ondernemingen willen concrete toepassingen lanceren in Vlaanderen.
Microsoft is onder andere van plan om drie datacenters te bouwen in België, in functie van een snellere toegang tot de data van klanten en de lokale opslag en verwerking ervan. De samenwerking met het Vlaams datanutsbedrijf maakt deel uit van het Digital AmBEtion-investeringsplan van het Amerikaanse bedrijf.
Philips spitst zich toe op de deelbaarheid van data met betrekking tot gezondheid, bijvoorbeeld om bepaalde aandoeningen sneller te detecteren. Het elektronicabedrijf uit Nederland kijkt daarvoor naar de toepassingen van de persoonlijke datakluizen.
Dat, minister-president, zijn de eerste concrete contacten waarover melding wordt gemaakt sinds de oprichting van het Vlaams datanutsbedrijf eind 2022.
Ik heb een aantal vragen aan u daarover.
Kunt u meer uitleg geven bij de contacten die u had met de bedrijven in functie van data tijdens het Wereld Economisch Forum in Davos?
Op welke manier zullen Microsoft en Philips precies samenwerken met het datanutsbedrijf? Stappen zij in het systeem van de betalende lidmaatschappen, of op welke manier zal die samenwerking vorm krijgen?
Welke interesse is er sinds de oprichting van het Vlaamse datanutsbedrijf vanuit andere bedrijven en vanuit andere overheden? Hoe evalueert u deze interesse tot dusver?
Welke acties zult u nemen om het aanbod aan toepassingen die gebruikmaken van de persoonlijke datakluizen met Solidtechnologie, verder uit te breiden en te komen tot een Vlaams data-ecosysteem?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer De Roo, uw eerste vraag over welke contacten ik met bedrijven had … Vanwege vertrouwelijkheid communiceren wij niet over de bedrijven waarmee wij overleggen in Davos, noch over de inhoud van de gesprekken. In het geval van Microsoft en Philips is er een persmededeling geweest, dus dat is publiek. Ik kan wel aangeven dat ik het Vlaams datanutsbedrijf in mijn vele contacten voorgesteld heb in bilaterale ontmoetingen om te bekijken of er samenwerkingsopportuniteiten kunnen zijn. Het ging om bedrijven actief in de farmaceutische, transport-, en IT-sector.
Dan de manier van samenwerken met Microsoft en Philips. De samenwerking tussen het Vlaams datanutsbedrijf en enerzijds Microsoft en anderzijds Philips is niet exclusief. Het Vlaams datanutsbedrijf zet in op publiek-private en privaat-private samenwerkingen in een open ecosysteem. Dit betekent dat er roadmaps en inzichten rond het gebruik van Solid als open standaard gedeeld worden, maar ook dat de samenwerking en ervaring openstaan voor andere partijen. Een adoptie van Solid door de brede markt op termijn is nodig om de doelstellingen van het Vlaams datanutsbedrijf binnen bereik te brengen. De samenwerking met Microsoft en Philips is met gesloten beurzen, wat betekent dat elke partij de eigen kosten draagt.
Als minister-president was ik in Davos om op zoek te gaan naar organisaties en bedrijven die zich door ons verhaal van een datanutsbedrijf laten inspireren. Ik merkte veel weerklank, enthousiasme en ook bewondering over waar we met Vlaanderen vandaag al staan in die thematiek.
Is er interesse van andere bedrijven? Het Vlaams datanutsbedrijf is eind vorig jaar opgericht. In de opstartfase namen al meer dan honderd private bedrijven contact op met een concrete vraag om samen te werken. Vandaag zijn er al structurele samenwerkingen. Samen met deze partners worden nu oplossingen uitgewerkt die data beter laat samenwerken, en toch de controle over de data bij de eigenaar laat, hetzij de burger, hetzij het bedrijf. Met die concrete oplossingen kunnen we over enkele maanden de meerwaarde van het Vlaams datanutsbedrijf en de andere manier van omgaan met data in de verf zetten. In het zog van het Vlaams datanutsbedrijf kan zo een ecosysteem ontstaan van innovatieve bedrijven in de datatechsector.
Welke acties zullen we nog verder ondernemen om tot een Vlaams data-ecosysteem te komen? De acties die ik zal ondernemen, situeren zich op verschillende terreinen.
Ten eerste vertrekken we vanuit enkele concrete sectoren, om daar een probleem of een gezamenlijke opportuniteit te gaan ondersteunen die aantoont dat data laten samenwerken én de controle over de data behouden, kan samengaan en voor de bedrijven in die sectoren een meerwaarde kan opleveren.
Ten tweede kijken we naar datasamenwerking tussen sectoren en domeinen. Door slim data te laten samenwerken kunnen we heel wat maatschappelijke problemen aanpakken. Bijvoorbeeld energieverbruik: er is heel wat mogelijk om slimmer om te gaan met het verwarmen van onze woningen in functie van wanneer iemand thuis is. Stel dat we een slimme thermostaat kunnen koppelen aan een wearable die weet wanneer je thuis bent en met de agenda van een gezin, dan kun je de woning verwarmen wanneer het nodig is en heb je minder onnodig verbruik. Dat is een use case met heel grote meerwaarde, op voorwaarde dat die datadeling in alle vertrouwen gebeurt en de gebruikte gegevens enkel onder de controle staan van de burger zelf.
Ten derde moeten we in het zog van het Vlaams datanutsbedrijf een ecosysteem doen ontstaan van innovatieve datatechbedrijven. Daarom werken we vandaag al samen met bijvoorbeeld Doccle en itsme, maar ook met andere partners die kennis en expertise over Solid kunnen bijbrengen.
Ten vierde moet ook de burger klaar zijn om de datakluizen te gebruiken, en vertrouwen hebben in de oplossing. Hiervoor werken we samen met SolidLab, om onderzoek te doen naar de bereidheid van burgers om datakluizen te gebruiken, en naar oplossingen om het gebruik ervan zo eenvoudig mogelijk te kunnen maken.
We moeten op al die fronten tegelijkertijd werken. Het datanutsbedrijf is nodig als neutrale partner, maar we hebben inspirerende voorbeelden nodig, we hebben enthousiasme in de markt nodig, we hebben partners nodig en ook burgers en bedrijven moeten op hetzelfde moment kunnen oversteken om datakluizen te gaan gebruiken.
En dan misschien nog een aanvullende opmerking: het datanutsbedrijf is een initiatief dat in Vlaanderen start, maar dat wat mij betreft niet beperkt moet worden tot Vlaanderen. Ik hoop dat we daar een groter level playing field aan kunnen geven dan enkel Vlaanderen, want om data echt te doen draaien zou dat iets te schraal zijn. Maar goed, je moet ergens beginnen. Eerst kruipen, dan stappen en dan lopen.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw antwoord. Ik volg u: het is een leerproces. Het is iets waarin wij als Vlaanderen als eerste instappen. Wanneer je kijkt op internationale beurzen rond dit thema, dan wordt Vlaanderen daar als een voorbeeld genoemd van een innovator van het eerste uur. Dat is zeker iets waar we trots op mogen zijn, en ook op moeten zijn.
Ik vind het goed dat u contacten legt met de bedrijven. Mijn vraag rond die betalende lidmaatschappen blijft wel een stuk overeind. Voor mij is dat stuk nog niet 100 procent duidelijk. Ik begrijp dat Microsoft en Philips instappen in het open systeem, dat er intussen contacten zijn met honderd geïnteresseerde bedrijven, die alleszins al minstens contact opnamen, dat er telkens opnieuw nieuwe bedrijven worden aangetrokken. Maar wat is dan het specifieke nut, of wanneer moeten die bedrijven dan instappen in die betalende lidmaatschappen, en wat krijgen ze daar dan precies voor in de plaats, wat geeft hun dat als voordeel tegenover de formule waar Microsoft en Philips dan instappen? Dat is mijn eerste bijkomende vraag.
Een tweede gaat over het vierde blokje dat u benoemde, namelijk dat de burger klaar moet zijn om die datakluizen te gebruiken. Dat klopt helemaal. Uit een zeer recente studie van het dataonderzoeksproject SolidLab, die een aantal internetgebruikers ondervroegen, is die dataparadox weer eens naar boven gekomen. Mensen bevinden zich meer en meer op het internet, maar zijn ook steeds minder geneigd om data te delen. Het is dus wel iets wat leeft. Maar er komt ook wel naar boven dat precies heel weinig mensen weten wat die persoonlijke datakluizen zijn, en dat het kunnen toepassen daarvan, of een voeling krijgen daarmee, natuurlijk een facilitator kan zijn om het vertrouwen van de burger in die Solidtechnologie verder te gaan verhogen. Mijn tweede bijkomende vraag is dus: wanneer zullen die eerste toepassingen voor de burger nu precies ter beschikking staan, en kunnen ze die ook gaan gebruiken en uittesten?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bij de tweede bijkomende vraag van collega De Roo had ik me ook de bedenking gemaakt of het niet nuttig zou zijn, tenzij het al voorzien is, dat er ook heel actief gecommuniceerd wordt via bepaalde beroepsfederaties, waarvoor voor particulieren die kluis van toepassing kan zijn. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het notariaat, of ik denk aan andere gremia, als ik me zo mag uitdrukken, waarbij diegene die aan de andere kant van de tafel zit, de burgers duidelijk kan maken dat dat goed is voor hen om dat te kunnen gebruiken, en dat men op die manier in overleg komt met verschillende sectorfederaties om dit dan meer te gaan promoten, en meer ingang te laten krijgen bij het grote publiek.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen.
Mijnheer De Roo, wat het verschil tussen betalende lidmaatschappen en een partnership betreft: zowel Philips als Microsoft stappen in om het mee verder te ontwikkelen. Achteraf zul je bedrijven hebben die, zonder dat ze aan de ontwikkeling meedoen, van de data gebruik willen maken, van data die dan gecontroleerd, veilig en geautoriseerd is. Dat is denk ik het verschil. Een partner die mee instapt om het verder te ontwikkelen, wordt steeds geëvalueerd door het datanutsbedrijf, om te zien of het interessant is of niet. Als het interessant is, is het een partnership en geen betalend lidmaatschap.
De echte lancering van het datanutsbedrijf zal in april gebeuren. ‘Datanutsbedrijf’ is de minst sexy naam die men kan bedenken, dus in april zullen we ook de merknaam bekendmaken. Daar zal dan een campagne mee gepaard gaan via sectororganisaties en alle mogelijke kanalen, om dat inderdaad bij het brede publiek bekend te maken. Vandaag is het nog een project en een projectnaam, en de lancering is voorzien in de loop van april, en zal dan ook breed gecommuniceerd worden in termen van wat de voordelen zijn voor burgers, voor instellingen, maar ook voor bedrijven.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank voor uw bijkomende antwoord, minister-president. Dat creëert een duidelijkheid rond dat partnership. Ik denk dat daar wel een uitdaging ligt voor het datanutsbedrijf, om daar ook wat transparantie in te verlenen. Eenmaal meer bedrijven aansluiten, denk ik dat er wel vragen zullen komen waarom een bedrijf wel of niet toegelaten wordt. Dat is iets wat we verder moeten opvolgen, ook in het kader van transparantie naar dit parlement toe.
Wat betreft de lancering van een betere naam: dat is iets wat ik ten volle toejuich en waar ik ook naar uitkijk, in april. Maar ik denk vooral dat het gegeven van een kluis, als je daarover spreekt met mensen die daar helemaal niets van weten, wel tot de verbeelding spreekt. Dus ik hoop dat dat een term is die ergens kan blijven hangen, omdat dat ook een terecht gevoel van veiligheid kan creëren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.