Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
In antwoord op mijn parlementaire vraag nummer 898 die we ook behandeld hebben in de commissievergadering voor Kerstmis 2021 omtrent de aanbevelingen van de Blauwe Cluster voor de ontwikkeling van maricultuur, verwees u toen – al meer dan een jaar geleden – naar de Strategische Stuurgroep Aquacultuur (SSAQ). De leden van deze stuurgroep zouden op korte termijn hun opmerkingen en aanbevelingen op de nota van de Blauwe Cluster formuleren. De nota zou vervolgens ook voorgelegd worden aan de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV). Op basis van deze adviezen zou worden overgegaan tot gepaste acties.
De knelpunten die de sector destijds signaleerde, situeren zich rond zeven aspecten: valorisatie van proefprojecten, signalisatieverplichtingen, sanitaire controles, zones voor aquacultuur, financiële risico’s, administratieve complexiteit en ongelijk speelveld. Op basis daarvan formuleerden ze heldere en haalbare aanbevelingen: denk maar aan de ontwikkeling van een warmtekaart maricultuur, een werkbaar kader voor proefprojecten en de oprichting van een verzekeringsfonds.
Minister, hebt u ondertussen een advies van de SSAQ ontvangen? Wat zijn de belangrijkste elementen uit dit advies?
Werd het dossier intussen ook voorgelegd aan de SALV? Wanneer werd dit besproken en wanneer werd een advies ontvangen? Welke elementen bevat het advies van de SALV? Heeft de SALV ook actiepunten opgelijst?
Welke acties zult u als minister ondernemen op basis van de verschillende adviezen en beleidsaanbevelingen? Binnen welke termijnen – ik weet dat dat altijd een moeilijke vraag is – acht u acties realiseerbaar?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, dank u wel voor deze belangrijke vraag. De leden van de SSAQ hebben hun aanbevelingen met betrekking tot de nota van de Blauwe Cluster opgemaakt en aan de Blauwe Cluster bezorgd. Ikzelf heb de reactie van de SSAQ ook ontvangen. De leden betreuren dat ze niet betrokken waren bij de opmaak van de nota van de Blauwe Cluster. Dit is zeker een gemiste kans, dat kun je niet ontkennen.
De leden erkennen grotendeels de noden en knelpunten uit de nota van de Blauwe Cluster. Dat is dan weer positief nieuws, maar er is wat discussie en ze hebben een aantal opmerkingen geformuleerd. Ze hebben ook heel concreet een achtste aanbeveling toegevoegd, namelijk het stimuleren van de transitie naar een commerciële schaalgrootte voor mariene aquacultuur.
Ik heb de nota van de Blauwe Cluster, samen met de aanbeveling en de aanvullende opmerkingen van de SSAQ, overgemaakt aan de SALV met de vraag om hier een advies over uit te brengen. We houden er dus rekening mee. De SALV formuleert een advies op de eerstvolgende bijeenkomst van de Technische Werkcommissie Visserij.
Zoals ik naar aanleiding van uw eerdere vraag al heb aangegeven, zal ik pas na het advies van de SALV een zicht hebben op mogelijke verdere acties die binnen mijn bevoegdheden vallen. Ondertussen heb ik de oprichting van producenten- of brancheorganisaties in de aquacultuursector mogelijk gemaakt. Tegelijk steunen we verder het Aquacultuurplatform en de aquacultuurconsulent en werken we, zoals u weet, aan de voorbereiding van de uitrol van het nieuwe Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) – waarvoor ik nog altijd geen betere naam gevonden heb.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord op dit toch wel heel belangrijke item. Ik kan dat niet genoeg herhalen. Ik denk dat we daar echt opportuniteiten hebben en we mogen daar echt geen tijd verliezen. We mogen het belang van de analyse van de Blauwe Cluster alvast allerminst onderschatten. We moeten dat echt zien als een opportuniteit om de maricultuuractiviteiten effectief in ons land te ontplooien. Ik herhaal dat telkens maar opnieuw. Op Europees niveau staan wij daar wereldwijd nergens, met uitzondering van Noorwegen, dat de zalmculturen toch promoot, maar voor de rest zijn het allemaal Aziatische landen. Wij kunnen daar echt een toegevoegde waarde voor creëren. Ik heb het onlangs ook nog met GAIA gehad over de verdere ontwikkeling daarvan. Ook zij zeggen, in het kader van dierenwelzijn, dat ze daar absoluut niet tegen zijn.
Nu, de Blauwe Cluster kaartte ook de administratieve complexiteit aan tussen het Vlaamse en het federale niveau inzake de ontwikkeling van aquacultuur. Ik weet dat dat inderdaad qua bevoegdheid wat verdeeld is. Ik zou er toch op aandringen om de andere West-Vlaamse minister mee – niet in het bad – in de Noordzee te nemen wat betreft deze problematiek. We hebben daar echt als regio alle belang bij.
In uw vorig antwoord haalde u ook de mogelijkheid aan inzake samenwerking tussen de Vlaamse en de federale bevoegde entiteiten, om deze te versterken en tot een structurele aanpak te komen. Dat is mijn bijkomende vraag: zijn er al eventuele plannen om die structurele aanpak te verkrijgen en de entiteiten te versterken?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik denk dat we hier alle drie – van de drie verschillende partijen in deze Vlaamse Regering – maricultuur absoluut willen gaan ondersteunen. Ik heb ook in de commissie Economie vorige week nog eens een lans gebroken voor de ondersteuning van die sector, niet alleen in het kader van die energiezuinigheid, maar in het algemeen.
Wat, denk ik, ook belangrijk is, zijn die rendabele businessmodellen – waarrond ze nog altijd zoekende zijn – en hoe we hen daarin kunnen ondersteunen.
Anderzijds zal die sector tegelijkertijd ook die duurzaamheidskaart moeten trekken. En dan is mijn vraag of het EFMZVA of andere mogelijkheden … We hebben natuurlijk ook de generieke steun die Vlaanderen geeft aan investeringen in duurzaamheid, maar het gaat ook over dat sensibiliseren van die sector. Ook al hebben ze het nu misschien nog heel moeilijk, toch gaan ze die investeringen ook moeten doen. Dus hoe kunnen we hen daartoe brengen?
En dan is er de bevoegdheidsverdeling. Dat maakt het allemaal ook niet gemakkelijker. Ik heb een heel specifieke vraag. Ik hoor – maar misschien kan collega Tommelein dat wel bevestigen – dat de hervorming van het marien ruimtelijk plan normaal gezien gepland staat in 2026, maar dat er eventueel gekeken wordt om dat naar voren te schuiven. Kloppen die geruchten, want die doen wel de ronde?
We moesten een aantal heatmaps maken. Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) hebben heel veel gegevens en zaken die ze al kunnen inbrengen. Ik begrijp dat het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) nu de opdracht gekregen heeft om die te maken. In welke mate wordt er daar dan afgestemd met het VLIZ en ILVO? Dat is een heel concrete vraag.
En in welke mate zal de timing rond het opleveren van die heatmaps – die toch ook belangrijke informatie zullen meegeven over waar zich nu de ideale plaats in de Noordzee bevindt om niet alleen aan aquacultuur, maar ook aan andere activiteiten te doen – afgestemd zijn op die van het plan? Ik denk dat er inderdaad heel wat werk is rond afstemming tussen het Vlaamse niveau en het federale niveau.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben het er uiteraard mee eens dat we nog heel wat werk hebben om aan afstemming te doen. We bekijken ook effectief met het federale niveau waar het nodig is om samen te werken. De reders bijvoorbeeld willen ook betrokken worden bij het overleg in het kader van het multifunctioneel ruimtegebruik. Het is ook niet onlogisch dat ze dat absoluut willen.
Collega Tommelein, de nota van de Blauwe Cluster bevat heel interessante aanbevelingen, dus ik kijk eigenlijk uit naar de aanbevelingen van de SALV als zodanig, waar ook rekening gehouden zal worden met de andere sector.
Op het vlak van investeringen in de aquacultuursector – ik heb dat al herhaaldelijk gezegd – biedt het EFMZVA heel wat handvaten. Dat zit dus goed.
Dan was er de opmerking van collega Coudyser rond de rendabele bedrijven. We merken eigenlijk binnen Europa tout court dat het vrij moeilijk is om van een start-up door te groeien naar een zeer rendabel aquacultuurbedrijf. In het EFMZVA voorzien we mogelijkheden voor investeringssteun aan aquacultuur aan land en op zee.
Bij de opmaak van de warmtekaart voor aquacultuur willen die reders ook betrokken worden. We moeten dus een onderscheid maken tussen offshore en nearshore. Bij nearshore komen we letterlijk, echt letterlijk, in het vaarwater van onze kustvissers. Ik heb er alle begrip voor dat zij daar niet alleen ongerust over zijn, maar vooral bij betrokken willen zijn, zodat hun toekomst – waar wij van alles voor doen – daardoor niet in het gedrang komt.
De heer Tommelein heeft het woord.
Ik heb geen weet van een bijkomende aanpak van dat marien ruimtelijk plan. Daar ben ik niet van op de hoogte, dat dat eventueel vervroegd zou worden.
Ik heb toch nog een laatste opmerking, minister. Mijn vraag heeft al verwezen naar het feit dat dit een vraag om uitleg was van december 2021. We zijn vandaag februari 2023, de dag na valentijn. Ik zou er toch op aandringen om te vragen aan de SALV om niet te treuzelen met die timing van dat advies, want we moeten in deze materie echt vooruit. Ik denk dat het allemaal veel te traag gaat. Betreuren dat men niet betrokken is, ik begrijp dat allemaal. Dat zijn ook gemiste kansen. We moeten gewoon zoeken naar een groot en breed draagvlak, en dat moet vooruitgaan. Ik denk dat dat de belangrijkste oproep is op dit moment.
De vraag om uitleg is afgehandeld.