Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
We zijn nog maar net februari, maar ik wil toch al even vooruitblikken naar de maand maart want dan is het de actiemaand voor het Vlaams bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. De Vlaamse overheid geeft vrouwen en mannen van 50 tot en met 74 jaar de kans om elke twee jaar een gratis stoelgangtest te laten doen. Dikkedarmkanker is een ziekte die langzaam ontstaat en in de eerste stadia weinig klachten geeft. Via deelname aan het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker wil de Vlaamse overheid dikkedarmkanker in een vroeg stadium opsporen en het succes op behandeling vergroten. Minister, sinds 2021 hebt u ervoor gekozen om de bevolking op te roepen tot het bevolkingsonderzoek via de campagne BLABLABLA.
Zoals u op een vorige vraag hebt geantwoord, spelen de huisartsen ook een zeer cruciale rol. Het Centrum voor Kankeropsporing (CvKO) doet heel veel inspanningen om de huisartsen ook te betrekken bij het bevolkingsonderzoek. Het bezorgt jaarlijks in het kader van de campagnemaanden een aparte infofiche gericht naar de huisartsen en ook de apothekers krijgen heel wat info over de bevolkingsonderzoeken. Er zijn ook op vraag van de huisartsenkringen vormingen door experten beschikbaar.
Minister, hoe ervaart u deze manier van campagne voeren?
Ziet u in de cijfers een toename van het aantal deelnemers aan de bevolkingsonderzoeken door de BLABLABLA-campagne?
Uit een vorig antwoord weten we dat u geen voorstander bent van het verlagen van de leeftijd, maar kunnen mensen die jonger zijn dan 50 jaar ook vrijwillig deelnemen?
Hoe zit het met de deelnamegraad van de huisartsen op de vormingen door de experts en wat is de stand van zaken van het huisartsenproject?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega De Rudder, het doel van deze campagne is om ons zo direct en gericht mogelijk te richten op de beoogde doelgroep. Ik heb de eer gehad om de dame naast me in haar vorig leven te zien als drijvende kracht achter de campagne rond dikkedarmkanker. Alle expertise zit hier dus aan mijn rechterzijde.
De beoogde doelgroep is 50 tot 74 jaar. Tegelijk is er ook extra aandacht voor de moeilijk bereikbare doelgroepen, zoals vaker zijn dat personen met een lagere socio-economische status (SES) en mensen met een migratieachtergrond. De campagne heeft de welluidende titel BLABLABLA – we waren aan het nadenken wanneer de boemboemboemcampagne zou volgen – maar die campagne is breed toepasbaar op alle niveaus: radio, tv, sociale media, affichage aan de winkelpunten en de busstations. De boodschap is aanpasbaar op maat van de omstandigheden, de locatie en de specifieke doelgroep. Een bijkomend voordeel van de campagne is dat de diverse actoren die de bevolkingsonderzoeken mee moeten uitdragen zoals de loco-regionale gezondheidsoverleggen en -organisaties (Logo’s) de boodschap op een gemakkelijke manier kunnen personaliseren, waardoor je heel kort op de bal kunt spelen.
Wat de deelnamecijfers betreft: we zien een lichte stijging bij de jongste doelgroep – waar ik net niet meer toe behoor – in het jaarrapport 2021 van het CvKO en de Stichting Kankerregister. De deelname bij de 50- tot 54- jarigen is gegroeid van 39,7 procent in 2020 naar 43 procent in 2021. Er werd ook extra ingezet op die doelgroep tijdens de campagne, maar het is nog te vroeg om algemene of definitieve conclusies te trekken. De campagne is pas gestart in 2021 en loopt slechts eenmaal per jaar tijdens het piekmoment in maart. Het bereik van een massacampagne is niet in detail te berekenen, de rechtstreekse impact op de werkelijke participatie is ook niet zo eenvoudig te berekenen.
Er is de vraag in verband met het verlagen van de leeftijd. Deelname aan het bevolkingsonderzoek binnen de doelgroep 50 tot 74 jaar is vrijwillig. Wie ouder of jonger is, kan niet deelnemen. Het bepalen van de leeftijdsgrenzen is een belangrijk onderdeel bij het overwegen van een bevolkingsonderzoek. Wij besteden daar heel veel aandacht aan, de regelgeving ook want je moet dus kijken welke gezondheidswinst je kunt boeken dankzij de screening. Die moet in verhouding zijn tot de kans op gezondheidsproblemen door de screening zelf. En dit is voor de jonge en oudere doelgroep niet gegarandeerd in het kader van een dikkedarmkankerscreening. Aan die doelgroep wordt wel de boodschap gegeven dat zij bij vragen en zeker bij klachten contact kunnen opnemen met hun huisarts of met een gastro-enteroloog voor verdere informatie.
Collega De Rudder, ik heb naar aanleiding van uw vraag het CvKO de opdracht gegeven om dat ook expliciet op te nemen bij de vragen over de leeftijdsgrenzen op de website. Het is mogelijk dat mensen daar vragen over hebben. Nu staat er enkel bijkomende informatie voor de doelgroep ‘ouder dan 74 jaar’, maar niet voor de doelgroep jonger dan 50 jaar.
Dan kom ik aan de vraag over de deelnamegraad van de huisartsen. 2022 was nog altijd een heel druk jaar door de impact van corona. Er zijn in het afgelopen jaar geen specifieke vormingen georganiseerd voor huisartsen over dat bevolkingsonderzoek. Er zijn wel presentaties op maat gegeven aan gastro-enterologen door het CvKO. Maar huisartsen zijn permanent en nauw betrokken: een, de huisartsen ontvangen jaarlijks naar aanleiding van het piekmoment in maart een infosheet met de laatste resultaten van het bevolkingsonderzoek en relevante praktische informatie.
Twee, sinds eind 2022 ontvangt de huisarts een jaarlijks overzicht met de eigen ‘follow-upgraad na afwijkende stoelgangtest’ voor zijn/haar huisartsenpraktijk.
Drie, dit jaar starten kleine pilootprojecten om te bekijken of een kort motiverend gesprek door de huisarts impact heeft op de deelname aan het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker bij niet-deelnemers.
Vier, er wordt onderzocht of en hoe in het elektronisch medisch dossier (EMD) het resultaat van het bevolkingsonderzoek als een gestructureerd laboresultaat kan worden weggeschreven, parallel met de brieven die de huisarts al digitaal ontvangt via de eHealthBox. Op die manier is het voor de huisarts eenvoudiger om bij een consultatie te controleren of de patiënt deelnam aan het onderzoek of niet.
Tot slot zal in 2023 een module ontwikkeld worden zodat huisartsen op een gestructureerde manier een lijst krijgen van niet-deelnemers aan het bevolkingsonderzoek in hun praktijk. Zo kunnen de huisartsen zelf actief hun cliënten sensibiliseren of bevragen waarom ze niet deelnemen. Op die manier wordt de betrokkenheid van de huisartsen bij de moeilijk of niet-bereikbare doelgroepen ook vergroot.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben ook zeer blij met dit laatste, dat dat er zal komen. Ik denk dat dat net de doelstelling is, dat huisartsen op een heel laagdrempelige, maar ook heel persoonlijke manier mensen kunnen aanspreken waarom ze niet ingaan op zo’n onderzoek. Een aantal dagen geleden stond er in de krant een artikel met professor Van Hal van UAntwerpen. Het was ook zijn bekommernis dat er al heel veel ingezet wordt vanuit Vlaanderen op de preventie, de sensibilisering, maar dat er nog altijd een aantal groepen zijn die we echt niet kunnen bereiken. Dit zal daar toch een van de oplossingen bij zijn.
In het artikel las ik ook dat er nu een universitair onderzoek loopt om toch nog altijd manieren te onderzoeken om het onderzoek laagdrempelig te kunnen maken omdat er nog altijd te weinig duiding gegeven wordt bij een afwijkend resultaat. Mensen krijgen een bericht dat het resultaat afwijkend is, maar dan ontbreekt vaak de stap naar het maken van een afspraak voor een colonoscopie of mensen krijgen dan schrik en vragen zich af hoe die in zijn werk gaat. Hoe moet dat? Is er informatie over?
Het kan misschien meegenomen worden om ook daar nog te kijken hoe we na het krijgen van een afwijkend resultaat nog meer mensen de stap laten zetten om effectief de afspraak bij de dokter te maken want, zoals de prof ook zegt: er zijn heel wat kankers die op die manier toch heel vroeg ontdekt kunnen worden. Maar het blijft natuurlijk zaak om er verder mee aan de slag te gaan. Ik hoop dat de laatste doelstelling ook van de huisartsen een goede oplossing zal zijn om de doelgroepen te bereiken, maar het is natuurlijk ook belangrijk dat als we het resultaat hebben, er ook een volgende stap gezet wordt.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, het is inderdaad zo dat de bevolkingsonderzoeken een heel belangrijk en onontbeerlijk instrument zijn om kanker vroegtijdig op te sporen. Het is dan ook heel jammer dat er nog heel wat mensen zijn die niet ingaan op de uitnodiging om deel te nemen. Het luik van de artsen, het rechtstreeks aanspreken, is natuurlijk zeer belangrijk, maar we hebben natuurlijk de eerste stap, dat is de brief die verzonden wordt. Uit onderzoek blijkt ook dat het aanpassen van de brief en de folder die erbij zit eigenlijk niet leidt tot het gewenste resultaat.
In het jaarverslag van 2022 dat ik erop nagelezen heb, zie ik dat er verschillende aanbevelingen geformuleerd worden. Een van de aanbevelingen is de kruisbestuiving, waarbij verschillende bevolkingsonderzoeken in een brief worden samengebracht, en waarbij bijvoorbeeld het borstonderzoek direct aan het dikkedarmonderzoek gekoppeld wordt. Er zijn daarvoor dan geen twee verschillende brieven, want men is misschien voor het een al meer geneigd om deel te nemen dan voor het ander. Is dat een piste die verder bewandeld wordt en welke initiatieven zult u rond die kruisbestuiving nemen?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik wens de vragen en uw acties te ondersteunen want ik ben al vaak tussengekomen over dat onderwerp omdat het belangrijk is dat we de participatiegraad, de deelnamecijfers absoluut omhoog krijgen. In Nederland zit men bij bepaalde bevolkingsonderzoeken toch aan 80 procent, wat we hier in Vlaanderen jammer genoeg niet halen.
Ik heb daaromtrent een vraag gesteld in verband met ‘1 ticket voor het leven’ en de actievere aanpak van personen die nooit deelnemen aan een bevolkingsonderzoek naar kanker, op 9 januari om 12.33 uur, dus ik kijk uit naar dat schriftelijk antwoord.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het is heel belangrijk dat er screenings gebeuren en dat we zoveel mogelijk mensen kunnen overtuigen. Het probleem is dat er bij dikkedarmkanker vooral een beetje een drempel, een gêne is om eraan deel te nemen, dat voel je, maar gelukkig zien we dat het steeds meer en meer gebeurt. Inderdaad, zoals de collega hier ook zegt: het is niet alleen belangrijk om de eerste stap te zetten. Als je resultaat dan afwijkend blijkt te zijn, moet daar natuurlijk ook een gevolg aan gegeven worden. Daar merken we wel dat toch wat patiënten niet overgaan tot een colonoscopie. Dan sta je nog niet verder. Ik denk dat huisartsen daarin toch een belangrijke rol kunnen spelen omdat ook zij de resultaten binnenkrijgen en actief hun patiënten kunnen opbellen om te horen waarom ze dat niet willen doen en hen aansporen om dat wel te doen, want dikkedarmkanker is echt een groot probleem. Ik ben ervan overtuigd dat je dat perfect kunt behandelen als je er op tijd bij bent.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega's, voor de interesse.
Sowieso is die koppeling niet zo simpel, collega De Reuse. Want voor borstkanker moet je een afspraak maken, je kunt dat niet zelf doen, terwijl je een darmkankeronderzoek ook niet op elk moment kunt doen. Je kunt moeilijk voorspellen wanneer je dat kunt doen. Die doelgroepen overlappen dus ook niet volledig, maar ik vind het wel een goed idee. Ik denk dat eens iemand de stap zet naar één van die screenings, de kans groot is dat ze de andere ook gaan doen. Maar de darmkankeronderzoeken zijn de gemakkelijkste. Ondanks wat collega’s zeggen over de gêne die daarrond nog bestaat zijn het wel de gemakkelijkste. Je hoeft er niet naar een dokter voor te gaan, je moet er niet voor betalen. Je steekt het in een envelopje en het is weg. Dat gaat dus eigenlijk supergemakkelijk. Maar het klopt absoluut dat het erover gaat dat je bij de mensen een extra sensitiviteit moet krijgen om het te doen. We doen het ook veel beter dan Wallonië, dat wil ik ook meegeven. We hebben eigenlijk al een veel betere investering in die belangrijke preventie.
Uw vraag, collega Sleurs, zal ik proberen te beantwoorden. Ik probeer ze allemaal op tijd te beantwoorden, maar ik heb het antwoord niet bij me en zal u dus nog even in spanning moeten laten.
Collega Saeys, iets minder dan 20 procent wordt niet correct opgevolgd. Dat is weinig en veel. Ik heb daar een beetje ‘mixed feelings’ over. Het betekent dat heel veel procent wel correct opgevolgd wordt, maar het is natuurlijk van belang te beseffen dat als je een negatief resultaat krijgt en er niets mee doet, je test geen zin heeft gehad. Dat is evident. Dank u wel.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik denk dat de media de komende maand weer heel actief zullen zijn. Laat ons dus hopen dat heel veel mensen het bevolkingsonderzoek toch wel serieus nemen en dus ook deelnemen. Ik heb vandaag ook nog eens op de website van de bevolkingsonderzoeken gekeken. Uiteindelijk staat daar rond het luikje van een colonoscopie heel veel info, zelfs vraag per vraag. Wat houdt ze in en wat moet je doen?
Ik denk dus dat er op die website toch ook heel veel correcte en duidelijke informatie staat, waar de komende maand hopelijk extra naar verwezen wordt voor alle mensen die het toch ook nodig hebben om zo’n colonoscopie te laten uitvoeren. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.