Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
In ons land is het gebruik van fentanyl de afgelopen jaren fors gestegen. Uit verklaringen van een verpleegkundige in een woonzorgcentrum blijkt dat artsen fentanyl makkelijk voorschrijven ter bestrijding van pijn bij bewoners. Fentanyl is een opioïde die gebruikt wordt om zware pijnen te bestrijden. In de Verenigde Staten heeft het massale gebruik ervan geleid tot zware verslavingen en extreem veel doden. De fentanylpleisters liggen volgens de getuigenis niet achter slot en grendel en zijn dus zeer toegankelijk voor iedereen in het woonzorgcentrum. Het gebruik ervan leidt tot verslaving en fout gebruik en dat kan leiden tot de dood.
Op federaal niveau werkt een werkgroep met leden van de FOD Volksgezondheid, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) en het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) aan een nationaal actieplan rond het rationeel medisch gebruik van opioïden, het verminderen van de overconsumptie en het wetenschappelijk opvolgen van het gebruik.
Minister, bent u op de hoogte van een overconsumptie van fentanylpleisters in woonzorgcentra? Zo ja, zult u acties opzetten ter bestrijding van deze overconsumptie?
De grote beschikbaarheid van fentanylpleisters in woonzorgcentra en het gebrek aan controle en gepaste bewaring achter slot en grendel, maakt ook dat personeelsleden van woonzorgcentra eraan verslaafd kunnen worden. Hebt u cijfers over verslavingen aan fentanyl bij personeelsleden van woonzorgcentra?
Zult u contact opnemen met uw federale collega bevoegd voor volksgezondheid om het gebruik van opioïden in woonzorgcentra mee wetenschappelijk te laten opvolgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega. Ik ben zeker begaan met de verslavingsproblematieken en het rationeel gebruik van geneesmiddelen. Ik heb geen informatie over de consumptie – aard en hoeveelheid – van geneesmiddelen die worden voorgeschreven door de huisarts en verbruikt door de bewoners. Het voorschrijven van geneesmiddelen is de bevoegdheid van een arts en het voorschrijfgedrag is een federale bevoegdheid, zoals ook het beroep van de apotheker. De werkgroep met de federale actoren waar u naar verwijst, is dus zeker een goede maatregel.
Als Vlaams minister ben ik wel bevoegd voor de functie van de coördinerend en raadgevend arts (CRA). We zijn momenteel bezig met de actualisering van deze functie in overleg met de belanghebbenden. De CRA heeft de taak om het medisch zorgbeleid te coördineren, het oordeelkundig gebruik van specifieke geneesmiddelenklassen inbegrepen. Hij heeft ook de taak om mee te werken aan de vorming en de bijscholing voor de huisartsen en personeelsleden, bijvoorbeeld over geneesmiddelen, hun werking en bijwerkingen en mogelijke gevaren. Vandaag hebben we wel een kwaliteitsindicator over medicijnincidenten, maar die indicator meet geen mogelijke overconsumptie.
Zorginspectie houdt strikt toezicht op het verloop van het medicatiegebeuren in een woonzorgcentrum. De aard van de voorgeschreven geneesmiddelen is geen Vlaamse bevoegdheid en daar wordt dan ook niet op toegezien. De veilige bewaring, het distributieproces, de juiste uitvoering van het voorschrift van de arts en vele andere aspecten in het medicatieproces worden wel geïnspecteerd.
Het is belangrijk om te vermelden dat er zowel binnen de opleiding als in de permanente navorming van zorgaanbieders aandacht wordt gegeven aan het gebruik van opioïden. Specifiek binnen mijn bevoegdheid zie ik onder meer een rol voor de CRA binnen een woonzorgcentrum om hieromtrent zowel het personeel als de bezoekende artsen correct te informeren en te sensibiliseren om opioïden correct te gebruiken. De erkenningsvoorwaarden voor onze woonzorgcentra bevatten nu al de mogelijke samenwerking met een coördinerend adviserend apotheker. Momenteel werk ik hieraan om deze functie verder te ontwikkelen.
Ik hoop ook dat mijn aandacht voor meer participatie door de bewoner of zijn vertegenwoordiger in het zorgproces zal bijdragen tot een kritische beschouwing over het geneesmiddelenverbruik, en dus ook kan bijdragen tot het voorkomen van overconsumptie, zowel wat betreft de aard van de geneesmiddelen als de hoeveelheid en de bijbehorende kostprijs.
We zetten in Vlaanderen ook sterk in op het project ‘Procesbegeleiding preventie binnen zorg en welzijn’, met onder meer het thema psychofarmaca. Dat is verlengd tot 2028. De woonzorgcentra kunnen een beroep doen op een procesbegeleider om hen te ondersteunen in het ontwikkelen van een preventief psychofarmacabeleid. Aan de hand van het draaiboek ‘Samen op weg naar minder’ kan in het woonzorgcentrum gewerkt worden aan een preventief psychofarmacabeleid. Het doel is natuurlijk om correct en verantwoord gebruik aan te moedigen. Zo’n psychofarmacabeleid gaat trouwens breder dan alleen maar het afbouwen van onoordeelkundig gebruik. Het is ook een sterk preventief middel, het verhoogt de levenskwaliteit, met minder probleemgedrag en dus minder nood aan psychofarmaca tot gevolg.
Wat betreft uw derde vraag: zoals eerder gesteld, houdt Zorginspectie strikt toezicht op het medicatiegebeuren in onze woonzorgcentra. Zorginspectie gaat na of er zich schadelijke verzorgingsproducten en geneesmiddelen bevinden binnen het bereik van de mensen. In het medicatierapport – dat hebben jullie al gezien – blijkt uit de analyse dat 69 procent van onze woonzorgcentra alle gecontroleerde medicatie en verzorgingsproducten veilig bewaart. Ik verwijs graag naar het volledige rapport waarover we het al gehad hebben. Ik heb geen cijfers over het verbruik van geneesmiddelen door personeelsleden. Die gaan we ook niet snel geregistreerd kunnen vinden.
Of ik contact zal opnemen met mijn federale collega? Ik zal bekijken of de Vlaamse overheid kan participeren aan de opgestarte werkgroep, niet alleen voor de woonzorgcentra, maar ook in het kader van de globaal geschetste problematiek rond het gebruik van opioïden.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dank u wel, minister. Fentanyl is een zwaar opioïde dat je inderdaad normaal enkel voorschrijft bij ernstige pijn. Het heeft ook zeer belangrijke bijwerkingen, zeker ook bij ouderen, op het vlak van vallen. Het is eigenlijk iets wat steeds achter slot en grendel moet zitten. Er zou een strikt in- en uitgangregister moeten worden bijgehouden door de verpleegkundigen. Het is ook zeer belangrijk dat met de CRA-arts wordt bekeken dat er een afbouw is van psychofarmaca en polyfarmacie. We hebben het daar al vrij veel over gehad, en terecht.
De vraag is natuurlijk hoe Zorginspectie omgaat met medicatieveiligheid. U zegt nu zelf dat uit het rapport bleek dat 69 procent van alle gecontroleerde woonzorgcentra in orde was, maar dat betekent wel dat 31 procent dat niet was. Welke maatregelen zijn daar intussen rond genomen?
De heer Daniëls heeft het woord.
We zijn in onze fractie met een aantal mensen die de thematiek opvolgen van de woonzorgcentra, de medicatie en het voorschrijfgedrag. Ik wil toch een paar zaken naar voren brengen.
Collega Saeys, dit is een interessante vraag, maar zoals de minister aanhaalt, valt voorschrijfgedrag onder de federale minister van Volksgezondheid. Als ik het goed gelezen heb, zou er sinds 2021, toch al twee jaar geleden, met de sectoren een actieplan worden uitgewerkt. Bent u daarbij betrokken, minister? Hebt u daar weet van?
De context van een woonzorgcentrum, maar ook van andere zorgvoorzieningen, is natuurlijk anders dan die bij een arts. Het verschil is dat dat in een woonzorgcentrum beschikbaar is. Collega Geerinckx heeft in een aantal vragen al verwezen naar het medicatiebeleid. Woonzorgcentra waar dat vrij toegankelijk is en waar we vaststellen dat het niet duidelijk is welke medicatie aan wie wordt gegeven, dat is natuurlijk wel problematisch, aangezien die opioïden inderdaad een sterk effect hebben.
Een tweede punt is misbruik. Dat is natuurlijk nog iets anders: misbruik, onrechtmatig gebruik en verslavingsproblematiek. Fentanyl heeft een sterk verslavend effect. We horen uit één casus – en daar moeten we natuurlijk mee opletten – van gebruikte fentanylstickers die dan zelfs al dan niet gekauwd zouden worden om die fentanyl vrij te krijgen, in het licht van een verslavingszorg. Het gaat dus niet enkel over het beschikbaar zijn en aan het product kunnen, maar ook over de afvoer van reeds gebruikte producten in pleisters waar nog altijd een rest in zit, en daar een beleid rond voeren. Maar laat ons eerlijk zijn, collega’s: dat geldt eigenlijk voor alle medicatie die enerzijds voorschriftplichtig is en waarvan anderzijds het gebruikte materiaal nog een restproduct bevat waar eventueel iets mee kan gebeuren.
Minister, bent u sinds 2021 gecontacteerd door Frank Vandenbroucke over het feit dat er een actieplan zou zijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor de aanvullingen, collega’s.
Collega Saeys, bij de woonzorgcentra die niet in orde zijn, wordt er altijd een remediëringsplan gevraagd. Afhankelijk van de vastgestelde inbreuken plant men dan een opvolginspectie of andere beschermende maatregelen.
Het actieplan, collega Daniëls, moet ik eens bekijken. Dat is gestart voordat ik hier bevoegd werd. Het zegt mij niet onmiddellijk iets en het is voor mijn medewerker Reinhilde Van Eeckhout ook de eerste keer dat ze met mij mee is. We gaan dat opzoeken voor u. U kunt daar ook een schriftelijke vraag over stellen, mocht u dat willen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het is zeer belangrijk dat we blijvend aandacht hebben voor polyfarmacie en het overmatige gebruik van psychofarmaca en nu ook van opioïden, omdat die toch wel een zeer belangrijke invloed hebben, ook op de gezondheid van onze bewoners van woonzorgcentra. Ook in functie van medicatieveiligheid is het belangrijk dat dat soort medicamenten zeker en vast goed beheerd worden en achter slot en grendel zitten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.