Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, de Diabetes Liga stelt dat in ons land 400.000 mensen diabetes type 2 hebben zonder dat ze dat weten. In het kader van het Taking Care-project hebben 10 apothekers in Houthalen-Helchteren in 2015 gedurende 3 weken 1396 personen gesensibiliseerd om zich te laten screenen. 17,44 procent van die groep waren mensen uit de groep kwetsbare personen die de artsen moeilijk bereiken. Die 1396 personen hebben de FINDRISC-vragenlijst (Finnish Diabetes Risk Score) ingevuld. 529 personen scoorden een waarde met een hoog risico op de ontwikkeling van diabetes. 556 personen hadden een score die wezen op een matig risico. En 284 personen scoorden een waarde met een laag risico. 791 mensen deden de HbA1c-zelftest. 361 personen vertoonden geen indicatie voor prediabetes. 405 personen hadden wel een indicatie voor prediabetes en 25 hadden zelfs een indicatie voor diabetes. Van de mensen die hebben geprikt, scoorden 25 mensen met een HbA1c-waarde overeenkomstig met een indicatie voor diabetes, waarvan er 15 werden bevestigd. Dat laatste cijfer was een onderschatting. Indien er indicaties zijn voor prediabetes en diabetes, verwijst de apotheker de persoon door naar de arts voor een behandeling.
Zowel patiënten als apothekers hebben het project als zeer positief ervaren. Het prikken werd positief ervaren en slechts 2 procent van de mensen weigerde een prik. Het tweetrapssysteem, waarbij zowel gebruik wordt gemaakt van de FINDRISC-vragenlijst als van de fysieke HbA1c-zelfmeting, heeft een hogere specificiteit en sensitiviteit dan enkel het gebruik van de FINDRISC-vragenlijst en heeft ook een betere positieve en negatieve voorspellende waarde. Met andere woorden, er waren minder valspositieven die patiënten onnodig ongerust maakten. Omgekeerd geeft het ook minder valsnegatieven, waarbij mensen denken geen diabetes te hebben of geen verhoogd risico te lopen, terwijl dat wel het geval is.
In ons land zijn er verschillende proefprojecten met een risicoanalyse die allemaal werken met FINDRISC, en daarnaast in de meeste gevallen ook met een Point of Care Testing (POCT). Denk maar aan Pact in de regio La Louvière, Caretest in Brussel en Chronilux in de provincie Luxemburg. HALT2Diabetes werkt met een nuchtere glycemie, af te nemen door de huisarts.
Minister, bestaat de intentie om het Taking Care-project, waarin apothekers een rol spelen bij de opsporing van diabetes, uit te breiden over heel Vlaanderen? Zo ja, binnen welke termijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Saeys, op dit ogenblik is er nog geen intentie vanuit het agentschap om het Taking Care-project zomaar uit te breiden naar heel Vlaanderen. Mijn administratie maakt daar een aantal overwegingen rond.
Apothekers hebben tot op vandaag geen officiële toestemming in het kader van de regelgeving bevolkingsonderzoek om de Vlaamse burgers te screenen op basis van HbA1c-POCT-testen (Point-of-care testing) ter opsporing van een verhoogd risico op diabetes type 2. Vergelijkbare projecten werden in het verleden altijd negatief geadviseerd door de Vlaamse werkgroep Bevolkingsonderzoek, onder andere het Taking Care-project in 2015, ingediend door het Koninklijk Limburgs Apothekersverbond, en het project ‘Evaluatie van het risico op diabetes type 2 en cardiovasculaire aandoeningen in de apotheek’ in 2021.
Die formele adviezen, die altijd gepaard gingen met een constructieve feedback, wijzen op een aantal aandachtspunten. Zoals gezegd, zijn de apothekers niet bevoegd om screeningstesten af te nemen. En de POCT-testen wijken af van de gouden standaard, namelijk de nuchtere glycemie als screeningstest. Als men die techniek wil gebruiken, moet eerst worden aangetoond en gevalideerd dat de test superieur of evenwaardig is aan de bepaling van de nuchtere glycemie.
Daarnaast verwijzen de adviezen ook naar het al aanwezige screeningsaanbod in Vlaanderen. Voor preventie van diabetes en cardiovasculair risico werken we door middel van een beheersovereenkomst nauw samen met de partnerorganisatie de Diabetes Liga. Die implementeert in het kader van de beheersovereenkomst onder meer het project HALT2Diabetes. HALT2Diabetes is ook een tweetrapsscreening, gebaseerd op de FINDRISC als eerste screeningsstap. Boven een bepaalde afkapwaarde wordt de persoon bij wie de FINDRISC afgenomen is, doorverwezen naar de huisarts voor verdere opvolging. Apothekers en huisartsen worden door de Diabetes Liga al nauw betrokken in dat project, met het oog op een laagdrempelig bereik van onder andere onze kwetsbare groepen.
In Vlaanderen loopt er ook een wetenschappelijk gevalideerd en toegelaten screeningsproject met dezelfde finaliteit, waarbij de apothekers ook betrokken worden. Daarenboven is er een gebrek aan wetenschappelijke evidentie die het gebruik van die testen boven het gebruik van een nuchtere glycemietest plaatst.
Dat zijn de redenen waarom het Taking Care-project niet wordt uitgebreid over heel Vlaanderen, collega. En ik zie u zorgelijk kijken.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We weten allemaal dat diabetes type 2 een zeer belangrijke ziekte is, en het aantal diabetespatiënten neemt steeds toe. Het is dus ook zeer belangrijk om dat vroegtijdig op te sporen, want het geeft beschadigingen aan het hart en de bloedvaten, beschadigingen aan de ogen, de nieren, noem maar op. Het heeft dus ook enorme kosten als maatschappij.
Vandaar dat ik het wel jammer vind dat men zich eigenlijk voor een stuk wegstopt achter deze argumenten, omdat ik ervan overtuigd ben dat we toch bepaalde mensen kunnen bereiken die eigenlijk anders niet over de vloer komen bij een huisarts, maar die wel eens langsgaan bij een apotheker voor een Dafalgan, of een neusspray of dergelijke. Een apotheker is veel laagdrempeliger, dus ik zie daar alleen maar voordelen in. Ik vind het dus eigenlijk wel jammer dat daar geen uitbreiding van komt.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik denk inderdaad dat het opsporen van diabetes belangrijk is, maar daarover heb ik dan ook een aanvullende vraag in verband met het Gezondheidskompas. Want dat is ook een initiatief in het kader van het vroegtijdig opsporen van diabetes type 2 bij de burgers, en huisartsen kunnen dan peilen naar de risicofactoren. Op een vraag om uitleg vorig jaar antwoordde minister Dalle dat dit zou worden verbeterd.
Mijn vraag is dus – maar misschien moet u dat nog opzoeken, dan kunt u mij dat antwoord schriftelijk overmaken – of dat ondertussen al is gebeurd. Wat is in feite de stand van zaken van het project Gezondheidskompas en de verdere uitbreiding of de verdere uitrol?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Collega Saeys, we hebben de apothekers betrokken in dat project. Ik denk dus dat dat goed is, dat we dat zo doen. Dat is het systeem waarop we nu werken. Enfin, ik neem uw bezorgdheid of opmerking mee, maar dat is een keuze die gemaakt is. Ik ga niet in het wilde weg kiezen zonder dat ik gedekt ben door mijn adviesgroep, en die heeft mij nu negatief advies gegeven.
Collega Sleurs, de cijfers over het Gezondheidskompas moeten we opzoeken, zoals u terecht hebt aangestipt. Maar ik zou eigenlijk aanraden om een schriftelijke vraag te stellen. Dat is goed voor u in de statistieken en dan vergeet ik het zeker niet. (Opmerkingen van Elke Sleurs)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik ben blij, minister, dat u zegt dat u dat zult meenemen. Maar diabetes is echt wel een zeer groeiend probleem met zowel nefaste gevolgen voor de patiënt als voor de kosten voor de maatschappij. Ik denk dus dat we er alles aan moeten doen om mensen in een vroeg stadium te kunnen opsporen. Als apothekers daarbij kunnen helpen, omdat die ook laagdrempeliger zijn om bepaalde mensen te bereiken, dan denk ik dat we dat toch wel zeer goed moeten bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.